JAGEN - jag
Voorbeeld:
In Pearston hebben we op gnoes
gejaagd.
Op Pearston het ons wildebeeste gejag.
Valse vriend:
jag - haasten
* Op Pearston het ons wildebeeste
gejaag.
Betekenis: * In Pearston hebben wij gnoes
gehaast.
De 'valse vriend' correct gebruikt:
Dankie, vir die
padkos, maar nou moet ek rêrig in my motor jaag!
Dank je voor het
eten voor onderweg, maar nu ik me echt in mijn auto haasten!