|
|
Verengelsing in Nederland en Suid-Afrika
Over Afrikaanstaligen die zich moeten
verengelsen en over Nederlandstaligen die zich willen verengelsen
Door Han van Liempt en Marcel Bas
|
27/08/2003
Gaat het met het Nederlands
dezelfde kant uit als het Afrikaans?
Een pleidooi voor actie vanuit Nederland en
Vlaanderen
- Door Han van Liempt
Zuid-Afrika heeft al een aantal jaren erg te lijden onder het
verengelsingsproces, net als Nederland. Het is de vraag of het niet
verstandig is om als twee talen met gemeenschappelijke wortels de koppen
bij elkaar te steken en hierin samen te werken tegen deze sluimerende
bedreiging van onze talen. Het is te betreuren dat de Nederlandse Taalunie
afwijzend staat tegenover het opnemen van het Suid-Afrikaans in onze
taalgemeenschap. Samen immers zouden de 16 miljoen Nederlanders en 6
miljoen Vlamingen en de 6 miljoen Afrikaanstaligen uitkomen op 28 miljoen
mensen die een sterkere vuist kunnen maken, van elkaar kunnen leren en
weer naar elkaar toe groeien. Want gaat 't met het Nederlands niet
dezelfde kant op?
Zou zich deze gelijksoortige situatie in Engeland, Amerika, Duitsland,
Frankrijk, etc. hebben voorgedaan, dan was er bij deze landen al een of
ander verbond ontstaan dat vergaande samenwerking voorstond.
De gevoelens die Nederlandstaligen tegen Suid-Afrikaanstaligen hebben
en die nog stammen uit het Apartheidstijdperk zijn in mijn ogen
achterhaald en niet meer van deze tijd, temeer omdat je de ontwikkeling in
Zuid-Afrika nu in een omgekeerde Apartheid ziet ontaarden.
Hebben wij in Zuid-Afrika, waar we onze eigen taal kunnen spreken en
lezen, niet nog enorme belangen? Dit veel grotere land biedt zo?n lekker
klimaat, natuurschoon en vooral ruimte. Het Afrikaans is naast het
Nederlands een taal die door mensen van alle afkomst en huidskleur
gesproken wordt; dit is in Nederland zelfs in toenemende mate het geval.
We zouden eens wat ruimer moeten denken.
Natuurlijk is er bij ons de vrees bij Amerika en Engeland in onmin te
raken als wij collectief zo zouden denken, maar we kunnen beter voor de
aanval kiezen dan langzaam als taalgemeenschappen weg te kwijnen en uit te
sterven.
Bovendien hebben wij momenteel wat krediet; zeker gezien de politiek
van de Amerikaanse president Bush en de Britse eerste minister Blair ten
opzichte van Irak en het vermeende bezit van massavernietigingswapens, en
zeker gezien de arrogantie van deze twee machthebbers die denken dat de
hele wereld wel Engels zal praten en zelf geen enkele moeite doen om ook
maar een woord uit bijvoorbeeld onze zeer oude taal over te nemen. En dan
te bedenken dat het Nederlands destijds als Amerikaanse taal gekozen had
kunnen worden! Wat moeten de Nederlandse en de Vlaamse regeringen doen
om een signaal af te geven dat het zo niet verder gaat en dat de maat vol
is? Welnu:
De ontwikkelingshulp van onze beide regeringen ten aanzien van
Zuid-Afrika moet effectiever bijdragen tot een taal- en
cultuur-beeldvormingsproces door in het onderwijs het Afrikaans financieel
te steunen en niet het Engelstalige. Bewijs dat het Afrikaans niet de taal
van de onderdrukking is, maar een middel om je kennis eigen te maken en
verderop te komen in de welvaart en ontwikkeling.
Als onze vorsten (de Belgische en de Nederlandse) op staatsbezoek gaan
in Zuid-Afrika moeten zij in het openbaar voor een veel groter deel in het
Nederlands spreken. Dit geldt ook voor onze regeringsleiders die er komen.
Maar ook wij persoonlijk moeten moeite doen om ons de Suid-Afrikaanse
klanken weer eigen te maken en het als een vanzelfsprekendheid te zien dat
we elkaar zonder tussenkomst van het Engels kunnen verstaan.
De nationale trots BVN-tv (= Beste van de Vlaamse en Nederlandse t.v.;
op de satelliettelevisie in Zuidelijk Afrika te ontvangen; bezoek de
webstek op http://www.bvn.nl) moet naast
het Nederlandse NOS- journaal en het VRT-journaal ook eenmaal per avond
het Afrikaanstalige "Nuus om Sewe" herhaald ondertiteld uitzenden en als
dit extra kosten met zich meebrengt moet dat uit de ontwikkelingshulppot
worden betaald. Dit geldt ook voor samenwerking op radiogebied. Het enige
Afrikaanstalige landelijke radiostation Radio Sonder Grense (http://www.rsg.co.za) moet samenwerken
met Nederlandse en Vlaamse omroepen c.q. Wereldomroepen. Op de Nederlandse
en Vlaamse radio moet af en toe Afrikaantalige muziek te horen zijn en op
de Nederlandse televisie moeten Afrikaans gesproken en van ondertiteling
voorziene programma?s te zien kunnen zijn en niet angstvallig naar Engels
worden teruggegrepen alsof wij ons moeten schamen voor onze cultuur.
Nederland en Vlaanderen moeten Afrikaanstaligen die naar onze Lage
Landen terug willen komen om zich hier opnieuw te vestigen een
voorkeursbehandeling geven en niet over een kam scheren met niet-
Europeanen en allochtonen.
Dit rijtje kunt u zelf afmaken om de klok weer terug te draaien en
natuurlijk te leren uit de fouten die het verleden heeft gekend. Zouden
wij een paar van deze regels invoeren dan zou het er voor de toekomst van
het Nederlands en Afrikaans weer een stuk beter uitzien en hoeven wij onze
eigen taal en cultuur niet te verlaten. Gelukkig is Zuid-Afrika voor
de verre vakantiebestemmingen van Nederlanders en Vlamingen op dit moment
zeer populair en staat het relatief in de top, zelfs boven Australië.
Als u besluit eens met vakantie naar Zuid-Afrika te gaan, kijk dan maar
eens goed rond, zie het mooie en gastvrije land en praat eens Nederlands
met een van die 16 miljoen zwarte, bruine of blanke Zuid-Afrikanen die we
met weinig moeite kunnen verstaan*) en kom tot verrassende ontdekkingen en
exotische geestverruimende inzichten over dit nieuwe Zuid-Afrika dat zeer
zeker geen Engelssprekend land is, in tegenstelling tot wat wij door de
Angelsaksische beeldvorming maar al te gauw denken. De hervatte
uitzendingen op internet van de Radio Sonder Grense zijn te volgen via www.rsg.co.za
----------------------------------------------
*) Totaal: 43 miljoen Zuid-Afrikanen waarvan 6 miljoen Afrikaanstalig
en nog eens 10 miljoen die het kunnen spreken en
verstaan.
Voor reacties:han.van.liempt@hetnet.nl
Augustus 2003
Onderstaand artikel
is verschenen in het Leids Universiteitsblad MARE, nummer 24, 20 maart
2003. Het is een bijdrage aan de ook in MARE losgebrande discussie over de
plannen van de Universiteit Leiden, om in het kader van de
internationalisering de Engelse taal als onderwijstaal in te stellen in het
afstudeerjaar (op colleges, tentamens, etc.). Inmiddels is met ingang
van het tweede semester 2003 deze stap naar verdere, doelbewuste
verengelsing van onze maatschappij alsmede naar prestigeverlies voor onze
Nederlandse moedertaal, een feit. Is dit nu een realisering van de
Europese Gedachte?
Verengelsing van de Universiteit Leiden is een
feit
Een pleidooi tegen de afschaffing van het Nederlands als onderwijstaal
aan onze academies
- Door Marcel Bas De discussie over het invoeren van het Engels als onderwijstaal
voor alle masters (dit zijn de studenten die na het behalen hun bachelorstitel verder zijn gaan studeren voor een masterstitel) toont aan hoe snel Nederlanders zich neerleggen bij het feit dat
hun cultuur klein is en hoe groot die van de anderen is, zodat ze in het
kader van de internationalisering niet voor die cultuur opkomen. Ergens in
het achterhoofd kruipt het cultureel defaitisme rond dat zegt dat onze
taal geen kans heeft en dat anderstaligen zich de moeite zouden moeten
besparen de taal te leren.
Ik ken echter legio voorbeelden van
studenten die zich op speciale cursussen in het Nederlands hebben verdiept
om colleges - zij het aanvankelijk met enige moeite - te kunnen volgen.
Daarna gaat de taalverwerving in de collegezalen verbazend snel.
Natuurlijk wordt de docent gevraagd iets langzamer te spreken, maar de
student slaat twee vliegen in een klap; hij/zij neemt de stof in zich op
én leert een andere taal.
Een goede vriendin van mij is Russische en zij vindt het
vanzelfsprekend dat colleges in het Nederlands plaatsvinden, maar zij is
dan ook opgegroeid binnen een trotse en voorname cultuur. Ze heeft zelfs
een jaar Dutch Studies gevolgd (o.m. bij Frans Blom; zie ook Mare
nummer 23, 2003) om goed beslagen ten ijs aan de Universiteit een studie
te volgen. Ook dít is internationalisering.
Waarschijnlijk heeft de
universiteit een eigenaardige voorstelling van het begrip globalisering;
is dat niet dat onomkeerbare proces, die deus ex machina, die
kleinere culturen decimeert? Slechts 10% van de ondervraagden in de in
Mare nummer 23 gepubliceerde enquête deelt die visie; Engels als
onderwijstaal voor masters ?zou goed zijn voor de Europese gedachte.?
Blijkbaar wordt de Europese gedachte voetstoots geassocieerd met het
Engels. Echter, een beetje Europese universiteit zou dan voor het Duits
kiezen; onder Europeanen spreken ongeveer 98.000.000 mensen Duits van huis
uit. Dit overstijgt danig de 57 miljoen van het Engels (jawel,
Groot-Brittannië en Ierland tezamen), de 59 miljoen van het Frans en de de
57 miljoen van het Italiaans.
Een van de charmes van Europa is dat
er hier zo veel culturen zijn en er zo veel talen worden gesproken, maar
de Universiteit vindt het nodig slechts de de Engelstalige masterstudenten
in de eigen taal tegemoet te treden. Buitenlandse studenten verbazen zich
over de manier waarmee wij met onze taal omspringen.
Het vervagen
der grenzen en ?de globalisering? kan voor diegenen die elders gaan
studeren juist een uitdaging zijn om een nieuwe taal en cultuur te leren
kennen. Taal en cultuur zijn niet lastig en geen aanleiding om ten faveure
van internationalisering een stuk taalidentiteit op te geven. Integendeel;
iedereen mag zien dat we Nederlands zijn en Nederlands spreken. Dát is
internationalisering.
We kijken eens naar universiteiten in andere
Nederlandstalige gemeenschappen in de wereld: in de vorige eeuw heeft de
Vlaamse Beweging gestreden voor het instellen van het Nederlands als
onderwijstaal aan de Vlaamse universiteiten. Omdat de herinnering aan deze
taalstrijd tegen het Frans nog voortleeft, koestert men daar de eigen taal
met alle zorg en gepaste trots. En: 70 jaar geleden vochten
Zuid-Afrikaanse intellectuelen voor Afrikaanstalige universiteiten. De
eigen taal verwerd tot een huis-tuin-en-keukentaal, terwijl het defaitisme
hun zei dat die nooit tot wetenschappelijke taal kon worden verheven. Het
tegendeel bleek het geval. Nu wordt die verdienste afgebroken omdat de
Engelstalige meerderheidsregering het Afrikaans niet wil steunen. Maar in
Nederland is het Nederlands voor bijna iedereen de moedertaal. Hier doen
we echter geheel uit vrije wil precies dátgene met de taal waar ze in
Zuid-Afrika niet meer tegenaan kunnen vechten, en wat ze in Vlaanderen
lang geleden hebben afgezworen. Wij tornen zélf wel aan het aanzien van
het Nederlands. Waar stopt deze ontwikkeling? Nu zijn het de
masters, in de toekomst worden het alle studiejaren, totdat de
gehele academische wereld in Nederland volledig is verengelst. Als het
Nederlands op dat gebied zijn prestige heeft verloren, dan voelen andere
instanties en mensen dat ze niet kunnen achterblijven. Taalhistorici en
historische sociolinguïsten zullen het beamen: prestigeverlies heeft het
verval en de dood van menige taal ingeluid. Beseffen we wel waar we mee
bezig zijn?
Hopelijk realiseren we ons ooit dat onze taal het
aanleren waard is en op alle terreinen van het leven de voertaal kan en
móet zijn. Hoe internationaal het gezelschap ook; een situatie is werkbaar
met studenten die het Nederlands hebben geleerd. De vakliteratuur is
meestal al in het Engels opgesteld. Het is tevens niet redelijk om de
meerderheid der studenten te confronteren met een vreemde taal, terwijl
zij een studie volgen in hun eigen land. We leven hier tenslotte in
Nederland. Uitzonderingen mogen natuurlijk worden gemaakt voor
gastcolleges door buitenlandse docenten, programma's speciaal voor
internationale studenten en voor letterenopleidingen, zoals de opleidingen
Engelse, Duitse of Franse Taal en Cultuur.
Voor mijn toekomstige
carrière is de aangemoedigde verengelsing van onze maatschappij overigens
lucratief en zou ik de ontwikkelingen wijselijk moeten laten voor wat ze
zijn!
Marcel Bas, Student Engelse Taal en
Cultuur
Hierdie bladsy is gepubliseer op 27 Augustus
2003.
|
|
|
|
Naar boven
| Marcel Bas, Voorschoten, Nederland
| © Kopierecht M.R. Bas
|
|
|