Oekraïne: gevolmachtigde in Amerikaanse oorlog tegen Rusland
Hoe de VS Europa in een rampzalige oorlog gelokt hebben
Door Marcel Bas
PDF-versie
Oekraïense soldaten inspecteren uitgebrande pantservoertuigen.
(Bron: Flickr / Manhhai)
03/09/2022
Volgens westerse media en politici was de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 een niet-uitgelokte daad van agressie. De Russische president Vladimir Poetin zou uit pure expansiedrift Oekraïne willen inlijven bij Rusland. Met wapenleveranties vanuit de EU en NAVO aan Oekraïne en zware sancties tegen Rusland probeert de vrije wereld nu Poetin uit Oekraïne te verdrijven.
Aldus het westerse verhaal – het verhaal dat voorbijgaat aan de historische en geopolitieke context waarbinnen de oorlog in Oekraïne heeft kunnen ontvlammen. In onderhavige monografie zal die context wel aan bod komen. Enkel aan de hand van de historische en geopolitieke achtergronden kunnen wij een beeld krijgen van de verantwoordelijken voor, en de baathebbers van, deze vreselijke strijd. En weten we eenmaal wie daar baat bij hebben, dan weten wij wie we moeten tegengaan om de strijd in Europa te staken en vrede in ons werelddeel te stichten. Europa heeft vrede nodig.
1 Informatieoorlog
Om een beeld te krijgen van de wereld waar wij sinds de Russische inval in terechtgekomen zijn, volgt hier eerst een verklaring aangaande de informatievoorziening in ons deel van de wereld.
1.1 EU-nieuwsvoorziening
Op 2 maart 2022, zes dagen na de Russische inval in Oekraïne, besloot de Europese Commissie tot een groot pakket aan sancties tegen Rusland. Het waren buitengewoon zware sancties, van een omvang zonder precedent: Rusland is nu het zwaarst gesanctioneerde land ter wereld. Opmerkelijk was dat een van die sancties er niet zozeer op gemikt was om Rusland te treffen, maar om de informatievoorziening in de EU onder controle te krijgen: de Russische zenders en webstekken van RT (Russia Today) en SputnikNews werden in de gehele EU op zwart gezet. Andere Russische media zouden volgen. Volgens de Commissie zou hiermee voorkomen worden dat EU-burgers ‘schadelijke desinformatie’ over de strijd in de Oekraïne zouden krijgen. Sindsdien is het de EU die bepaalt hoe wij over deze Europese oorlog bericht worden.
Aldus bepaalt de Europese Commissie nu effectief voor de burgers in de EU-lidstaten wat ‘desinformatie’ is en welke informatie zij hun kan onthouden. Er is een informatieomgeving gecreëerd, waarin geluiden die het verkozen narratief aangaande de oorlog zouden kunnen weerleggen of rectificeren, al bij voorbaat weggecensureerd zijn. Evenals de Europese Commissie hadden alle regeringen en reguliere media binnen de Europese Unie zonder discussie partij gekozen voor Oekraïne en de Verenigde Staten. Het nieuws dat zij ons over de oorlog brengen komt nu vooral, via het Verenigd Koninkrijk, van Oekraïense zijde tot ons, terwijl de duiding ervan vanuit de Verenigde Staten komt. Het gevolg is dat politici en media de burgers een zeer eenzijdig beeld van de strijdende partijen geven door, bijvoorbeeld, bepaalde ontwikkelingen te verzwijgen en de Russische wapenfeiten te veroordelen of ze te minimaliseren, terwijl zij vaak op triomfantelijke toon over de Oekraïense successen op het slagveld berichten en die uitvergroten.
Daar staat tegenover dat onafhankelijke journalisten als Graham Phillips, Alina Lipp, Eva Karene Bartlett en Anne-Laure Bonnel, die van deze eenzijdige berichtgeving afwijken door bijvoorbeeld vanuit het oorlogsgebied zelf verslag te doen, de mensen daar aan het woord te laten en de verzwegen kant van de strijd te tonen, geboycot, tot personae non gratae verklaard en/of vervolgd worden.
Wij bevinden ons in het Westen dan niet in een militaire oorlog, maar aan één kant van een informatieoorlog, waarbinnen het ons nog moeilijker gemaakt wordt een evenwichtig beeld te vormen van Rusland, Oekraïne, geopolitiek en uiteindelijk de wereld waarin wij ons bevinden. Het is een voorgeschreven werkelijkheid waarin onze onkunde dusdanig gecultiveerd wordt dat wij ons blijven voegen naar het gewenste narratief.
Het is voor onze beeldvorming van de oorlog dus cruciaal dat wij alles wat de westerse media ons erover berichten, met grote scepsis tegemoet treden. Ik deel die scepsis en ik zal hier dan ook, aan de hand van historische en geopolitieke achtergronden, een beeld van de oorlog schetsen dat hier en daar noodzakelijkerwijs ingaat tegen de westerse informatievoorziening. Daaruit zal onder andere blijken dat hoewel de strijd uitgevochten wordt op Oekraïense grond, hij maar bitter weinig om Oekraïne zelf draait.
2 De strijd, vrij van context: ‘niet-uitgelokt’
Binnen de EU-nieuwsvoorziening bereikte ons vanaf dag één het nieuws dat de Amerikaanse president Joe Biden de invasie ‘niet-uitgelokt’ (‘unprovoked’) noemde. Europese leiders en media namen dit over en karakteriseerden de invasie allerwegen als een ‘niet-uitgelokte militaire aanval’. De Europese Commissie en de Raad van Europa sloten zich daarbij aan: ‘niet-uitgelokt’. Ook allerlei andere communiqués, zoals van de Nederlandse Bank, Visa en Mastercard en de dagbladen gebruiken dit adjectief in het kader van de sancties tot de dag van vandaag, eendrachtig, met grote regelmaat. Kennelijk moet de boodschap herhaald worden.
Het is een opvallende woordkeuze, maar onverwacht is die niet: ‘niet-uitgelokt’ strookt met de pogingen van het Westen om aan het narratief vast te houden dat de Russische president Poetin onverwachts en zonder redelijke aanleiding Oekraïne zou zijn binnengevallen. (Ook valt bij westerse karakteriseringen dikwijls de term onterecht te lezen.) Volgens het Westen zou Poetin immers al jarenlang landhonger hebben en een expansieve geopolitiek voeren. Het einddoel zou een herstel van het grondgebied van de Sovjet-Unie zijn. En, aldus het Westen, zou de verovering van de prille democratie Oekraïne – die trotse soevereine natie die voor onze westerse waarden vecht – daarbij Poetins nieuwste, zo niet grootste wapenfeit zijn.
En waren er immers niet die voortekenen? Al in 2014 had Poetin ‘niet-uitgelokt’ de Krim van Oekraïne geannexeerd. En in 2008 had hij zonder redelijke aanleiding van buurland Georgië de gebieden Zuid-Ossetië en Abchazië afgenomen. Nu is er de oorlog, die andermaal een blijk is van Poetins pogingen om de Sovjet-Unie ten koste van de goede vrede in Europa te herstellen.
Uiteraard ontbraken in de EU-nieuwsvoorziening de vergelijkingen met Hitler niet. De gewoonlijk schappelijke krant De Volkskrant kopte met De wereld staat op tegen ‘Poetler’ (28 februari 2022), en ook de Poolse president Duda
Afb. 1. – Voorpagina van De Volkskrant op 28 februari 2022. (Bron: Facebook) | |
vergeleek Poetin openlijk met Hitler. Want was het niet Hitler die eveneens niet-uitgelokt Polen binnenviel en daarmee rampspoed over Europa afriep? Daar komt bij dat Poetin, net als Hitler, een dictator is omdat hij zich in eigen land niet houdt aan onze democratische spelregels.
Poetin, de onredelijke, ondemocratische machtswellusteling moet gestopt worden in zijn pogingen de Sovjet-Unie te herstellen. Op welke landen zou de dictator na Oekraïne, niet-uitgelokt, nu zijn zinnen hebben gezet? Het is te danken aan de NAVO, de VS en de EU – door president Biden het ‘Arsenaal van de democratie’ genoemd – dat daar nu een stokje voor gestoken kan worden. Met grootse wapenleveranties aan Oekraïne, zelfs het sturen van Poolse manschappen naar Oekraïne en ongekend grootse sancties tegen Rusland – die de EU treffen – poogt de Vrije Wereld nu met schier heroïsche zelfopoffering Poetins expansiedrang te stuiten en Oekraïne te bevrijden.
3 De strijd, met context
Afgezien van het feit dat dit westerse verhaal onwaarheden bevat, is het vooral gespeend van context. Iedere waarnemer met enige voorkennis van de ernstig verstoorde verhoudingen met Rusland weet dat er aan de inval van 24 februari 2022 een heftige, decennialange geopolitieke strijd is voorafgegaan, en dat het oogmerk van de Russische militaire acties niet overeenstemt met hetgeen het westerse narratief propageert.
3.1 Federalistisch of monistisch
Laat ons dus voor de benodigde contextualisering beginnen met de in het Westen verbreide stelling dat Oekraïne een eensgezinde, trotse, soevereine, ja zelfs democratische natiestaat is.
De Oekraïners kunnen terugkijken op een duizend jaar oude culturele, godsdienstige, etnische en taalkundige eenheidsband met de Russen. Minstens zo oud is de Russisch-Oekraïense staatkundige verbondenheid, die pas in 1991 doorgesneden werd toen de staat Oekraïne onafhankelijkheid verwierf bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
In hun jonge natiestaat zijn de Oekraïners niet de enige etnie. Met haar huidige staatsgrenzen vormt Oekraïne een niet-organisch gegroeide, kunstmatig tot stand gekomen lappendeken aan gebieden. In 1922 had Lenin het enorme Donetsbekken (Donbas) in het oosten en aansluitend het zuidelijke Russische gebied aan de Zwarte Zeekust – land dat altijd Russisch was en tot 1917 bekend stond als Novorossija – aan de Sovjetrepubliek Oekraïne toegevoegd. Hij negeerde daarbij de belangen van de mensen die in beide gebieden woonden. Hun land was nooit Oekraïens – ‘Klein-Russisch’ – geweest: zij voelden zich etnisch, religieus en taalkundig eerder Russisch en wilden deel uitmaken van de Russische Sovjetrepubliek.
In 1945, na inwerkingtreding van het Verdrag van Jalta, werd omvangrijk Pools territorium (Galicië met onder andere de stad Lemberg – in het Pools Lwów, Russisch Lvov en Oekraïens Lviv) door Stalin aan de Sovjetrepubliek Oekraïne toegevoegd, waardoor er niet alleen in de oblast’ Zjitomir etnische Polen leven, maar ook in het westen van Oekraïne. Later in dat jaar werd het diverse gebied Transkarpatië, dat aan Oostenrijk-Hongarije en later Hongarije had toebehoord, aan Oekraïne toegevoegd. Hierdoor wonen er nu Hongaren en Roemenen in de West-Oekraïense tot Zakarpatskaja oblast’ omgedoopte streek.
Daarna, bij de inwerkingtreding van de Vrede van Parijs, werden in 1947 de noordelijke Boekovina (de stad Cernăuți met het district eromheen), zuidelijk Bessarabië (de Boedzjak) en het Land van Hertsa van Roemenië bij Oekraïne ingelijfd, waardoor er thans in totaal ongeveer 140.000 Bulgaren, 32.000 Gagaoezen (een Oosters-orthodox Turks volk) en 15.000 Roemenen (Moldaviërs) in Oekraïne leven. Ten slotte voegde in 1954 de oorspronkelijk Oekraïense Sovjet-premier Nikita Chroesjtsjov het schiereiland de Krim aan Oekraïne toe. Ook hij negeerde daarbij weer de cultuur, taal, tradities en geschiedenis van de plaatselijke bevolking, die sterk van die van Oekraïne afwijken: de Krimbevolking is in meerderheid etnisch Russisch. Enkel infrastructurele en financiële belangen werden bij deze toedeling gewogen.
Ter illustratie van de etnisch-taalkundige samenstelling van het land, zie de etnisch-taalkundige landkaart van Oekraïne hieronder. Het geel-bruin gearceerde deel rechts beslaat de oblast’ Charkov, de oblasti Donetsk en Loegansk (de Donbas) en de oblast’ Zapororozje, het lichtgele gedeelte ernaast beslaat het oosten en het hartland van de historische, Russische, regio Novorossija, onderaan is de bij meerderheid etnisch-Russische Krim (bruin) en het overwegend geelgekleurde gedeelte linksonder beslaat de oblast’ Odessa, dat het westelijke deel van Novorossija besloeg. Dit zijn alle gebieden met een grote etnisch-Russische bevolking. De rode en roze gedeelten worden daarentegen hoofdzakelijk bevolkt door Oekraïenstaligen. (De na etnische zuiveringen overgebleven Polen van Galicië in het westen, de Polen in de oblast’ Zjitomir, de overgebleven etnische Duitsers aan de Zwarte Zee, de overgebleven ‘Altösterreicher’ in Transkarpatië, alsook de Gagaoezen in zuidelijk Bessarabië, in de oblast’ Odessa, worden op de kaart niet aangeduid.)
Afb. 2. – Etnisch-taalkundige landkaart van Oekraïne (Gebaseerd op WikiMedia Commons)
Deze etnisch-historische scheidslijnen leven voort tot de dag van vandaag en hebben grote gevolgen voor de manier waarop de jonge natiestaat Oekraïne omgaat met de sterk uiteenlopende identitaire en derhalve politieke loyaliteiten in het land (zie voor de politieke loyaliteiten afb. 5 hieronder).
Zoals zo vaak het geval is in Oost-Europese eenheidsstaten, hadden de regeringen in Oekraïne veel moeite met de etnisch-historische scheidslijnen. Ter illustratie: in zijn duiding van de Oekraïne-crisis van 2014 wijst de politicoloog en Rusland-deskundige Richard Sakwa uitvoerig op de interne politieke strijd die, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in december 1991, in Oekraïne woedde (Sakwa, 2014, 30-50). Die strijd concentreerde zich rond de vraag of de nieuwe, verre van eensgezinde staat Oekraïne een federalistisch-pluralistische dan wel monistisch-nationalistische koers moest varen. De Oekraïense regeringen kozen voor de laatste optie: de divergerende gewesten zouden geen mate van zelfbestuur krijgen. Oekraïne moest een eenheidsstaat worden: centralistisch geleid, en de etnisch Oekraïense taal, cultuur en belangen moesten op nationalistische wijze de boventoon voeren.
3.1.1 Een nationalisme zonder natie
Dit laat onverlet dat Oekraïne een diep verdeeld, hoofdzakelijk tweetalig land is gebleven (minstens drietalig in Zakarpatskaja Oblast’ en de noordelijke Boekovina). In veel gebieden spreekt men Soerzjik, een mengvorm van het Russisch en het Oekraïens (het Russisch en het Oekraïens zijn onderling verstaanbaar: zij delen elkaars woordenschat voor 62 procent), en elders geven mensen aan zich 100 procent Oekraïens te voelen terwijl hun moedertaal Russisch is. Of vice versa. Maar omdat de regering slechts één taal, het Oekraïens, als officieel beschouwt onderdrukt zij het Russisch de laatste jaren zoveel mogelijk. Vooral in het onderwijs en media.
Niet alleen de Russische taal onderdrukt zij. Ook de Russische cultuur en oude Russische religieuze banden heeft zij tot ongewenst verklaard. Zo krijgen de vele Oekraïense lidmaten van de oorspronkelijke, onder het Patriarchaat Moskou vallende Kerk met toenemende staatsterreur te maken. Kerken en kloosters zijn door de nieuwe, met instemming van het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel afgesplitste, Oekraïense staatskerk geconfisqueerd. Priesters, monniken en lidmaten worden met behulp van de geheime dienst SBU geïntimideerd, mishandeld en verjaagd. Zij mogen geen Russische gezangen meer ten gehore brengen en moeten nu in het geheim, in de talrijke schuilkerken, de liturgie vieren. Dit soort maatregelen veroorzaken begrijpelijkerwijs veel wrevel onder de vele gemeenschappen die hun Russische moedertaal verkiezen boven het Oekraïens en die zich wel met de Russische wereld identificeren.
Om oppositionele bewegingen de kop in te drukken heeft de regering verboden ingesteld op oppositiepartijen, op ‘pro-Russische media’, op vakbonden, heeft ze andersdenkenden gearresteerd, president Zelenski’s politieke opponenten gevangengenomen, en heeft ze zowel binnenlandse als buitenlandse critici en andersdenkende politici en experts krachtens een zwarte lijst (de ‘Myrotvorets’, oftewel ‘de Vredestichter’ genaamd – een cynische verwijzing naar de zaligsprekingen) tot staatsvijanden verklaard.
Dit voorgestane, virulente Oekraïense nationalisme vindt vooral in het westen en middenwesten van Oekraïne (zie afb. 2) een draagvlak, omdat daar de etnische Oekraïners veruit in de meerderheid zijn. Maar onder andere in oostelijk Oekraïne heeft dit nationalisme al vroeg geleid tot massale volksbewegingen die juist heraansluiting met Rusland zoeken. Door juist die volksbewegingen zo hard mogelijk de kop in te drukken hopen de Oekraïense regeringen toch die ene Oekraïense staat tot stand te kunnen brengen.
Binnen een dusdanig verdeeld land met zo weinig natuurlijk draagvlak voor nationale eenheid komt dit nationalisme feitelijk neer op een nationalisme zonder natie. Dus pogen de nationalistische regeringen met nog meer dwang hun land en volk opnieuw vorm te geven, overeenstemmend met een eigenzinnige, utopische visie, volgens welke het voor de ‘ware’ Oekraïense identiteit van belang is vooral te benadrukken waarin Oekraïners afwijken van de Russen en zoveel mogelijk afstand te nemen van alles wat binnen Oekraïne Russisch is.
Spijtig genoeg steunen het Westen en het pro-Amerikaanse, gezaghebbende Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel op hun beurt dit dwingelandig nationalisme, met als enig doel geheel Oekraïne aan de Russische invloedssfeer te kunnen onttrekken en het land ongedeeld bij de westerse wereld, dus bij de EU en de NAVO, te kunnen voegen.
Het grote Oekraïne, in zijn huidige vorm, met zijn uiteenlopende loyaliteiten, mensenrechtenschendingen en onopgeloste conflicten, blijft dus allesbehalve een eensgezinde, laat staan democratische natie. Hoe graag het Westen dit om geopolitieke redenen ook anders wil zien. Het is van groot belang dat wij deze nijpende identiteitskwesties, de betwiste staatsgrenzen en de inherente zwakheid van de Oekraïense staat erkennen, en beginnen in te zien hoe nietsontziend het Westen in zijn oostwaartse inclusiepogingen daarmee is omgegaan. Alleen dan zullen we de – in westerse media steevast onderbelichte – territoriale, militaire, alsook etnisch en godsdienstig geïnspireerde onmin begrijpen, die mede aan de oorlog ten grondslag ligt.
3.2 Toezeggingen uit 1990
Voor de contextualisering is het verder van belang de kritische aandacht te richten op de in het Westen gepropageerde bewering dat het Russisch-Oekraïense conflict pas begon met de invasie op 24 februari 2022. Het was tenslotte ‘Poetin die Oekraïne binnenviel’. Westerse politici en reguliere media stellen dat ‘Poetin’ zonder geldige redenen, irrationeel, zonder geldige aanleiding, uit pure expansiedrift, agressief geworden zou zijn. En als zijn irrationele, expansionistische agressie de oorzaak van het gewapende conflict is, zo klinkt de gevolgtrekking, dan zou Poetin eropuit zijn na Oekraïne ook andere Europese landen te veroveren.
Zowel de bewering als de gevolgtrekking is onwaar en irreëel: zij zijn enkel ontwikkeld om NAVO, Verenigde Staten en Europese Unie te vrijwaren van verantwoordelijkheid voor de escalatie en om zichzelf een militaire rol op het wereldtoneel aan te meten.
Het conflict nam zijn aanvang namelijk reeds 22 jaar eerder, in 1990, tijdens de ontbinding van het Warschaupact. Toen zegden de NAVO, de Amerikanen bij monde van minister Baker en de Duitsers bij monde van minister Hans-Dietrich Genscher, toe aan Sovjet-president Michail Gorbatsjov en Sovjet-buitenlandminister Edoeard Sjevardnadze, dat de NAVO zich geen duimbreed verder oostwaarts dan West-Duitsland zou uitbreiden: ‘Not one inch.’ Een dag later, op 10 februari 1990, verzekerde de West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl nog eens aan Gorbatsjov: ‘Wij zijn van mening dat de NAVO het werkterrein van haar activiteiten niet moet uitbreiden. We moeten een redelijke oplossing vinden. Ik begrijp de veiligheidsbelangen van de Sovjet-Unie goed en ik besef dat u, meneer de secretaris-generaal, en de Sovjetleiding, duidelijk zullen moeten uitleggen wat er met de Sovjetbevolking gebeurt.’
Onder deze voorwaarde, dus dat de NAVO zich geen duimbreed oostwaarts zou uitbreiden, accepteerde Gorbatsjov de Duitse hereniging en liet hij zijn 450.000 soldaten uit Oost-Duitsland terugtrekken. Dat was een groot gebaar dat van een groot vertrouwen in de westerse machten getuigde, want gezien de recente geschiedenis bleef Duitsland ook voor de Russen een gevaarlijk groot land dat enigszins in toom gehouden moest worden. Het was om deze reden dat de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog (militair) zeggenschap had gekregen over Oost-Duitsland, en de VS over West-Duitsland. De afspraak werd dat het aan de NAVO, dus de Amerikanen, was om in Europa ook het herenigde Duitsland ‘eronder te houden’. (Zoals eerste secretaris-generaal van de NAVO, Lord Ismay, in 1949 de doelstellingen van de NAVO kernachtig verwoordde: ‘om de Sovjets eruit, Duitsland eronder en de Amerikanen erin te houden’.)
Voorts zouden Duitsland en, bij uitbreiding, Europese landen (later de E.G. en de EU) geen buitenlands beleid voeren dat losstaat van de belangen van de Verenigde Staten. Dit voornemen had kans van slagen omdat de rest van Duitsland, als de grootste en machtigste economie van Europa, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog tot de dag van vandaag door de Verenigde Staten militair bezet is. Dus juist door hun greep te houden op Duitsland, dat als Europees kernland (met zijn omvang, centrale ligging, grondstoffen, industrie en economisch potentieel) binnen de EU vaak een leidende rol speelt, proberen de VS ook thans erop toe te zien dat de EU zich voegt naar Amerikaanse geopolitieke belangen (zie verder over de kwestie-Duitsland onder 9.2).
3.3 Asymmetrische mondiale machtsverhouding
Het was problematisch dat het Warschaupact weliswaar uiteengevallen was, terwijl de militaire tegenpool van weleer, de NAVO, intact bleef. Een asymmetrische mondiale machtsverhouding deed zich voor, waarvan de breuklijn dwars door Europa liep. Voor de nationale veiligheid van Rusland, de uit de Sovjet-Unie overgebleven rechtsopvolger en rompstaat, werd het van toenemend belang dat de NAVO op
Afb. 3. – Toezegging minister Baker vs. oostwaartse
uitbreiding NAVO in Europa. (Bron: Twitter) | |
een veilige afstand zou blijven. Maar daarin zouden de toegezegde, ‘waterdichte’ (‘iron-clad’) garanties van 1990 aan Gorbatsjov, om geen duimbreed oostwaarts op te rukken, voorzien.
Opmerkelijk genoeg heeft de NAVO zich aan geen van die toezeggingen gehouden. Volgens journalist en Rusland-kenner Hubert Smeets zou president George H.W. Bush enkele dagen na de toezeggingen, in Washington, minister Baker tot de orde hebben geroepen met woorden van de strekking dat de VS zulke zaken niet aan de Sovjet-Unie moeten toezeggen omdat de VS de Koude Oorlog gewonnen hebben. Ook op 24 februari 1990 in Camp David, op de vraag van bondskanselier Helmut Kohl of Duitsland misschien uit de NAVO moest treden om Rusland gerust te stellen, riep Bush uit: ‘Ze kunnen me wat! (To hell with that!) Wij hebben gewonnen en zij niet. We laten de Sovjets toch niet de overwinning uit de kaken van de nederlaag grijpen?’ Niet veel later begonnen Amerikaanse beleidsmakers, zoals de Amerikaanse VN-ambassadrice Madeleine Albright, over uitbreiding te praten. In januari 1994 besloot de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton officieel met de NAVO in te zetten op oostwaartse uitbreiding. En in 1997 nodigde de NAVO Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije uit lid te worden van de verdragsorganisatie. Meer landen zouden volgen. Rusland protesteerde. Niet eens, maar telkens weer.
Het pijnlijke was dat de NAVO-uitbreiding feitelijk gepaard ging met een uitsluiting van Rusland. Dit gaf Rusland steeds meer de indruk dat de NAVO de Russen niet vertrouwde. Reeds over de gesprekken in 1990, met de ministers Baker en Genscher, merkt politicoloog Ted Galen Carpenter van het Cato Institute in zijn boek uit 2019 op:
‘[…] Gorbatsjov [was] wat sceptisch over de toezeggingen, en Sjevardnadze was nog sceptischer. Op een gegeven moment merkte Gorbatsjov dat de Amerikaanse leiders van plan waren om het westerse politiek-militaire blok in stand te houden, zelfs nu het Sovjet-blok zich aan het ontbinden was. Hij vond dat die houding inging tegen het doel van een nieuwe, veel vriendschappelijkere band tussen oost en west. Ook begon hij enkele van de kerntoezeggingen uit te proberen. Hij zei: “Dan zeg ik tegen de president dat wij lid willen worden van de NAVO. Je zei toch dat de NAVO niet tegen ons gericht is? Je zei toch dat er een nieuw Europa is? Zullen we dan geen verzoek indienen?” Baker en andere functionarissen probeerden zo snel mogelijk het gesprek een andere kant op te sturen.’ (Galen Carpenter, 2019, 41)
Een klassiek veiligheidsdilemma stak de kop op, waarin beide partijen elkaar wantrouwden.
3.4 Unipolaire of multipolaire wereld
De inrichting van de Europese geopolitieke ruimte was tijdens de opheffing van het Oostblok bepaald geen uitgemaakte zaak. Er gingen stemmen op om een grote Europese ruimte in te richten: een ‘gemeenschappelijk Europees huis’ met inbegrip van Oost- en West-Europa en Rusland. Met name Russen, zoals de Russische leiders Michail Gorbatsjov en de latere president Vladimir Poetin, en Europese leiders als de Franse president François Miterrand en de eerdergenoemde Helmut Kohl, waren eind jaren ’80 en de vroege jaren ’90 grote voorstanders van dit ‘groter Europa’.
Het gaat hier om een multipolaire, pluralistische opvatting van Europa als bondgenoot van, maar niet hetzelfde als, de Noord-Atlantische gemeenschap. In het gemeenschappelijk Europees huis zou je niet hoeven kiezen tussen de polen Brussel, Washington of Moskou. Politieke leiders hoopten dat met deze multipolaire inrichting de rust in Europa zou terugkeren. Tot ver in de 21ste eeuw behield Rusland haar belangstelling voor dit groter Europa, en bleef ze voor haar ontwikkeling naar het Westen kijken. Ook als president had de nog lang uitermate prowesterse Vladimir Poetin de NAVO nog verzocht een Russisch lidmaatschap te overwegen. Hij beschouwde Rusland als aanvulling op de westerse wereld waarmee de ontstane breuklijn in Europa en de mondiale asymmetrie kon worden gladgestreken.
Maar met hun behoefte aan wereldhegemonie en later gerealiseerde plannen voor NAVO-uitbreiding hebben de Verenigde Staten korte metten gemaakt met deze veel bredere invulling van het Europese veiligheidsterritoir. Toenadering tot Rusland en Russische NAVO-toetreding waren in de ogen van de Verenigde Staten uitgesloten omdat Rusland zichzelf (tot op heden) ook als grootmacht beschouwde. Rusland zag zichzelf als multipolair alternatief (niet als rivaal) voor de zich vormende Noord-Atlantische unipolaire wereld. En het land probeerde tevens binnen Eurazië een eigen beschaving te vormen. Dergelijke ambities waren voor de Verenigde Staten niet integreerbaar in hun eenpolige wereldplan.
Met de uitsluiting van Rusland uit de NAVO hebben de VS te kennen gegeven dat zij een verdeeld Europa verkiezen boven dat grote, geopolitieke Europese huis. De verdeling heeft de VS in staat gesteld hun heerschappij voor nog zeker 30 jaar over het noordelijk halfrond te behouden.
3.5 Kleiner Europa met de VS als hegemoon
Binnen de E.G., en later de EU, kreeg de opvatting van een kleiner Europa de overhand: een op Brussel gericht werelddeel dat van de naties in Oost-Europa afspiegelingen wilde maken van de eigen westerse, liberale democratieën. Voor de Europese veiligheid keken de voorstanders van dat kleinere Europa over de Atlantische Oceaan, naar de Verenigde Staten: de supermacht die overal ter wereld liberale democratieën trachtte te vestigen.
Landen die tot de EU toetraden werden in de praktijk meestal ook lid van de NAVO. Hiermee begon de nieuwe raison d’être voor de NAVO te bestaan uit oostwaartse militaire uitbreiding naar nieuwe lidstaten. Van die lidstaten werd verwacht zij zich volgens EU-regels zouden verbinden aan de liberale ideologie (bevordering van liberaal democratisch staatsbestel, naleving van de op regels gebaseerde internationale orde, oprichting van en toetreding tot de liberale mondiale organisaties).
3.6 Onenigheid met niet-westerse wereld
Waarnemers signaleerden algauw dat deze geopolitieke situatie, met de VS als hegemoon, zou leiden tot grotere concurrentie vanuit mogendheden als India, China, Rusland en Brazilië, die zich niet aan deze wereldorde wilden onderwerpen.
Vooral na de Koude Oorlog verbonden de VS aan de uitbreiding van hun hegemonie de verbreiding, aanvaarding en naleving van de westerse, liberale ideologie. Door er zo een ideologische zaak van te maken, was er voor Rusland en andere niet-westerse, niet-liberale mogendheden geen ruimte meer voor discussie of onderhandeling over deze machtsuitbreiding. Aan de andere kant leefde er in het Westen over het algemeen de veronderstelling dat alle naties vroeg of laat deze liberale wereldorde zouden (of moesten) onderschrijven om in de beschaafde wereld mee te kunnen tellen.
Mogendheden die dit wereldbeeld niet onderschreven, golden als vanzelf als te kwader trouw en als voorstanders van minderwaardige politieke stelsels als dictaturen, autocratieën en hybride democratieën. Het was voor het zich triomfantelijk wanende Westen (de Verenigde Staten) dan ook niet opportuun de eigen macht en de aanspraak op verbreiding van de liberale orde te laten vieren, want zou de hegemoon zijn macht niet overal laten gelden, dan zou dat gelijkstaan aan een moreel failliet van de liberale wereldbeschouwing.
Dit bracht de hegemoon onvermijdelijk in ideologische en geopolitieke botsingen met de opkomende niet-westerse economieën als Rusland, China, India en Iran. Immers, voor het grootste deel der wereld is het liberalisme, met zijn nadruk op individualisme, materialisme, liberale democratie, secularisme, kapitalisme en de open samenleving, een westers, vreemd en soms onwenselijk concept. De meeste volkeren ter wereld zijn collectivistisch, religieus en dus conservatiever ingesteld dan de westerse volkeren. Rusland is tot op heden een van die machten die deze liberale hegemonie openlijk en op ideologische grondslag afwijst. Zij maakt vooral bezwaar tegen de manier waarop het Westen het liberalisme en de verbreiding ervan gebruikt als aanleiding om zijn hegemonie mee te doen gelden. Daarbij kan Rusland bogen op een traditie van denkers en politici die zich al vanaf de negentiende eeuw hebben verzet tegen het westers liberalisme en de verwestersing van Eurazië. (Zie verder bij 5.2.)
3.6.1 De ‘rules-based order’
De kans dat de opkomende niet-westerse economieën zich bij de westerse heerschappij zullen aansluiten is miniem. Het is hun meer dan eens opgevallen hoe Amerika, in haar geldingsdrang, de eigen regels van de op regels gebaseerde liberale wereldorde, de ‘rules-based order’ (zie 3.5), schoffeert.
Zo vergunnen de VS zich wereldwijd vrije verkiezingen te manipuleren, tientallen staatsgrepen te plegen, tientallen regimewisselingen te bewerkstelligen, politieke tegenstanders in den vreemde te vermoorden, separatistische cliëntenstaten uit soevereine staten los te rukken, tegen het internationaal recht in oorlogen tegen landen te beginnen, en onwillige naties en instellingen met sancties te dreigen. En daarbij gedragen de VS zich uitgesproken nationalistisch, terwijl zij tezelfdertijd de naleving van hun westerse regels voor niet-nationalistische, democratische en open samenlevingen prediken (en eisen). De VS meten met twee maten.
In het huidige mondiaal bestek, waar de VS zich als arbiter, bekrachtiger én veroorzaker van internationaalrechtelijke conflicten opwerpen, is het voor niet-westerse mogendheden meer dan ooit zoeken naar een deugdelijk internationaal normenstelsel. Zo beklagen niet-westerse landen zich erover dat er binnen deze internationale orde geen sprake meer is van een betekenisvol ijkpunt van waaruit de internationale gemeenschap belangrijke kwesties als, bijvoorbeeld, separatisme, irredentisme, soevereiniteit of de opkomst of afschaffing van natiestaten in verschillende delen van de wereld zou kunnen tegengaan dan wel stimuleren. Immers, zoals de zaken er nu voor staan erkennen de Verenigde Staten zowel de territoriale eenheid en territoriale gebondenheid van volkeren als het recht van volkeren om zich van een staat af te scheiden, wanneer die de VS ten goede komen – maar erkennen de VS die weer niet wanneer zij de VS niet tot voordeel strekken. En omgekeerd erkennen zij in andere gevallen de nationale soevereiniteit en territoriale integriteit van bestaande (natie)staten als die hun ten goede komen, maar erkennen zij die weer niet als die de VS niet ten goede komen.
“Landen beseffen dat deze ‘op regels gebaseerde orde’ in feite haaks staat op het internationaal recht. In werkelijkheid staat zij voor de Amerikaanse wereldorde, die de VS conform hun belangen kunnen doorvoeren en bijstellen: het zijn de VS die de regels ervoor opstellen en weer kunnen schenden.”
| |
Landen beseffen dat deze ‘op regels gebaseerde orde’ haaks staat op het internationaal recht. In werkelijkheid staat zij voor de Pax Americana: de Amerikaanse wereldorde, die de VS conform hun eigen belangen kunnen doorvoeren en bijstellen. Het zijn immers de VS die de regels ervoor opstellen en weer kunnen schenden. Er gelden dus geen internationale regels, maar er prevaleert de stelregel dat iets pas goed is als het de VS ten goede komt. Het past bij een verschijnsel dat inmiddels Amerikaans exceptionalisme heet: het is de VS geoorloofd landen binnen te vallen, staatsgrepen te plegen, marionettenregimes te vestigen en wereldwijd militaire bases op te richten, maar andere mogendheden is dit niet geoorloofd (zie 9.2.3).
3.7 Vroeg protest tegen NAVO-uitbreiding
In de jaren negentig stond Rusland niet alleen in haar verzet tegen de oostwaartse uitbreiding van de NAVO. Ook vanuit de VS zelf klonk kritiek, bijvoorbeeld toen de Amerikaanse voormalige ambassadeur voor de Sovjet-Unie, Jack F. Matlock jr., in 1997 voor de Amerikaanse Senaat getuigde dat dit uitbreidingsbeleid ‘misplaatst’ was. Hij waarschuwde ervoor dat voortgang ervan wel eens de geschiedenis kan ingaan ‘als de meest ingrijpende strategische blunder sinds het einde van de Koude Oorlog. In plaats van de veiligheid van de Verenigde Staten, hun bondgenoten en de volkeren die tot het bondgenootschap willen toetreden te verbeteren, kan het een reeks gebeurtenissen aanvuren die de ernstigste veiligheidsdreiging voor dit land zou kunnen vormen sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie.’
In juli van datzelfde jaar richtten vooraanstaande oud-medewerkers van Buitenlandse Zaken een open brief aan president Clinton. Zij stelden dat de uitbreiding slecht zou zijn voor de NAVO omdat het haar ‘vermogen om haar missie te volbrengen onvermijdelijk zou verminderen’. Oostwaartse uitbreiding zou ronduit zou slecht zijn voor de vrede en veiligheid in Europa omdat hiermee een nieuwe grens getrokken zou worden tussen degenen ‘die erbij horen’ en degenen die ‘er niet bij horen’.
Zij waarschuwden voorts:
‘In Rusland zal de uitbreiding van de NAVO, waartegen het hele politieke spectrum zich blijft verzetten, de niet-democratische oppositie versterken, het zal degenen die hervorming en samenwerking met het Westen voorstaan ondermijnen [en] het zal de Russen ertoe brengen alle akkoorden van na de Koude Oorlog in twijfel te trekken.’
Een jaar later, in 1998, verscheen in The New York Times een nu beroemd interview met de toen 94-jarige, geroemde diplomaat George Kennan, die bekend staat als de bedenker van de containmentpolitiek uit de Koude Oorlog (inzake het in bedwang houden van het communisme in Europa). Kennan verzucht:
‘Ik denk dat dit het begin is van een nieuwe koude oorlog. Ik denk dat de Russen na verloop van tijd nogal negatief zullen reageren en dat het hun beleid zal beïnvloeden. Ik denk dat het een tragische vergissing is. Hier was geen enkele reden voor. Niemand bedreigde ook maar iemand. [...] Er zal hierop uiteraard geen goede reactie vanuit Rusland komen, waarop [de NAVO-uitbreiders] dan zullen zeggen dat ze altijd al hadden gezegd dat de Russen nou eenmaal zo zijn – maar dit is gewoon verkeerd.’ (Sakwa, 79)
Kennan vervolgt:
‘Ik stoorde me er vooral aan dat er over Rusland gepraat werd als een land dat op het punt stond West-Europa aan te vallen. Begrijpen ze het dan niet? De meningsverschillen die we tijdens de Koude Oorlog hadden, hadden we met het communistische Sovjetregime. En nu keren we juist die mensen de rug toe die de grootste bloedeloze revolutie in de geschiedenis hebben opgezet om dat Sovjetregime te verwijderen.’ (Sakwa, 80)
Een jaar later, in 1999, zouden Hongarije, Polen en Tsjechië formeel tot de NAVO zijn toegetreden. De protesten van de Russische president Boris Jeltsin daartegen, in 1998, mochten niet baten. In 2004 zou de NAVO zich nog verder oostwaarts uitbreiden met Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovakije en Slovenië, waarbij andermaal de Russische protesten niet serieus genomen werden. Anno 2022 zijn veertien van de oostelijk van West-Duitsland gelegen landen, waar de NAVO van zou wegblijven, NAVO-leden.
3.7.1 Neoconservatief buitenlandbeleid
Het werd in de jaren negentig dus duidelijk dat met de asymmetrische ontmanteling van de militaire veiligheidsorganisaties in Europa, de Europese veiligheid deelbaar geworden was. Ook na de Koude Oorlog zou de NAVO een instrument blijven in een trans-Atlantische wens om scheidslijnen eerder in stand te houden dan ze te overstijgen. Daarenboven namen de Verenigde Staten met ingang van de regeringen-Clinton (1993-2001) – onder invloed van neoconservatieven met een hernieuwde Koude Oorlog-mentaliteit – een steeds minder vriendelijke, buitensluitende houding tegen Rusland aan.
Deze neoconservatieven (lieden als Dick Cheney, Jake Sullivan, John Bolton, Francis Fukuyama, Anthony Blinken, Eliot Cohen, William Kristol, Richard Perle, David Frum, Robert Kagan, diens echtgenote Victoria Nuland, en wijlen Donald Rumsfeld, John McCain, Irving Kristol, Paul Wolfowitz, Nathan Glazer en Madeleine Albright) zijn in feite een groep invloedrijke denkers, beleidsmakers en politici binnen zowel de Republikeinse als de Democratische Partij, die de Amerikaanse liberale waarden en hegemonie niet alleen willen verdedigen, maar deze ook wereldwijd willen doen gelden en uitbreiden.
Deze gelding en uitbreiding geschieden met name met de inzet van militaire middelen en regimewisselingen, op instigatie van globalistische investeringsmaatschappijen waar de neoconservatieven een grote rol aan hebben toegekend. We moeten denken aan de zeer machtige Amerikaanse militaire en industriële megacorporaties zoals Lockheed Martin, Raytheon, General Dynamics, BlackRock, Boeing, Exxon, Northrop Grumman Systems Corporation en de United Technologies Corporation. Dit ooit door scheidend president Dwight Eisenhower gehekelde militair-industrieel complex verdient groots aan oorlogsvoering en de daaropvolgende ‘wederopbouw’ in het buitenland. Deze oorlogsindustrie vormt voor de Amerikaanse economie dan ook sinds jaar en dag een belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid, wat maakt dat de VS en de neoconservatieven hun lot verbonden hebben aan globalisten en voor hun welvaart en succes afhankelijk geworden zijn van militaire expansie door destabilisatie, oorlog en vernietiging in den vreemde.
De oorlogen in kwestie kunnen gerealiseerd worden met inzet van de eigen manschappen, of bij volmacht door andere, plaatselijke landen en volkeren (zie 9.5).
In tegenstelling tot de hoopvolle Europeanen zagen de neoconservatieven de val van het IJzeren Gordijn in 1989 niet als een kans tot Europese hereniging, maar als gevaar voor Amerikaanse militaire, economische en geopolitieke wereldhegemonie. Zij vreesden dat als Europa met het nieuwe Rusland een vreedzame toekomst tegemoet zou gaan, de militaire en economische rol van de VS uitgespeeld zou zijn. Dus beijverden zij zich om Rusland voor te stellen als de geestelijke rechtsopvolger van de Sovjet-Unie, en die kon niet vertrouwd worden.
Deze neoconservatieven zijn sinds Clintons ambtstermijnen erin geslaagd, via de departementen van Buitenlandse Zaken en Defensie, het Amerikaanse buitenlandbeleid te bepalen en volledig in te zetten op het wereldwijd doen gelden van de Amerikaanse geopolitieke belangen. Instrumenteel hiervoor waren de globalistische Wolfowitz-doctrine uit 1992 (zie 6.4) en de beleidspunten uit de beginselverklaring van de in 1997 door William Kristol en Robert Kagan opgerichte overheidsdenktank Project for the New American Century. Die hebben de VS de militaire en morele handvatten gegeven om met de inzet van regimewisselingen en oorlog ook de komende eeuw de wereldhegemoon te proberen blijven. Door Rusland jarenlang als gevaar voor te stellen wisten de neoconservatieven ook na de Koude Oorlog de VS en hun bondgenootschap te voorzien van het gewenste vijandbeeld waarmee zij hun nieuwe bestaansreden – te weten oostwaartse uitbreiding – een ideologische invulling en een gevoel van urgentie konden verlenen.[1]
3.8 ‘Als de NAVO tot aan de grenzen van Rusland komt’
Een voorproefje van wat een zich oostwaarts uitbreidende NAVO voor de Russische invloedssfeer in petto had, en wat bij de Russen blijvend kwaad bloed gezet heeft, waren de NAVO-bombardementen op het van oudsher hecht met Rusland bevriende Servië en Montenegro. Die vonden plaats in het voorjaar van 1999, net toen de NAVO Hongarije, Polen en Tsjechië, tegen de toezeggingen in, lid maakte. De bombardementen volgden op de weigering van de toenmalige Joegoslavisch-Servische president Slobodan Milošević om diens acties tegen etnisch-Albanese separatistische guerillastrijders en burgers in de Servische provincie Kosovo te staken. Vanaf 24 maart 1999 zette de NAVO in 12.000 aanvallen, gedurende elf weken, meer dan 10.000 ton explosieven en meer dan 3.000 raketten in. Burgerdoelen zoals monumenten en scholen werden vernietigd, alsook de Chinese ambassade in Belgrado. Ongeveer 2500 burgers vonden er de dood en ongeveer 12.500 raakten er gewond.
De agressieve aanval op een ongevaarlijk Europees land was buitengewoon omstreden omdat de NAVO jarenlang het imago van defensieve militaire alliantie had opgebouwd. Daar kwam bij dat de aanval zonder instemming van de VN-Veiligheidsraad geschied was. De NAVO was geen VN-lidstaat, dus had zij geen stem in de VN. Bovendien had ze – om een soeverein land dat geen ander land was binnengevallen te kunnen bombarderen – voor de gelegenheid besloten humanitair recht over internationaal recht te laten prevaleren.
Om dit te laten slagen namen de Amerikanen, via de VN en de NAVO, de term ‘etnische zuivering’ van Kosovaren in de mond. President Clinton sprak nog van ‘genocide’ tegen Kosovaren, gepleegd door Serviërs. Maar te midden van de wreedheden over en weer was er geen bewijs voor etnische zuivering of genocide. De VS hadden dus onder valse voorwendselen een casus belli gecreëerd, hetgeen een schending van het internationaal recht was. Maar de VS bevonden zich op de top van hun wereldmacht, dus verzet vanuit de internationale gemeenschap was zinloos.
Het volgende stadium bestond eruit de gebieden Kosovo en Metohija van Servië los te rukken en ze tot een onafhankelijke Republiek Kosovo om te vormen. Het nu uiteraard buitengewoon pro-Amerikaanse moslimstaatje Kosovo zou uitgroeien tot een maffiastaat die voortaan naar Amerikaanse directieven zou luisteren en de Kosovaarse etnische Serven het leven zuur zou maken. En, niet onbelangrijk, de VS konden er hun grootste NAVO-basis van de Balkan huisvesten.
Later zou blijken dat de NAVO tijdens de bombardementen verarmd uranium had ingezet. Ook dat druiste in tegen het internationaal recht. Het zou de overlevenden langdurige gezondheidsschade toebrengen.
Voor Rusland waren de bombardementen en de totstandkoming van Kosovo als cliëntenstaat van de VS, illegaal ontrukt aan het bevriende Servië, het toonbeeld geworden van nietsontziend Amerikaans machtsvertoon in Europa. Ook de Amerikaanse en NAVO-inmenging in Bosnië, denk aan de opgelegde Dayton-akkoorden uit 1995, zou de etnische strijd in de Balkan verder doen oplaaien en de Russische zorgen om de Balkan vergroten.
Het was Rusland, China en andere en niet-westerse landen gaandeweg duidelijk geworden dat de NAVO, al enkele jaren na de toezeggingen aan Rusland in 1990, niet die stabiliserende, defensieve vredeshandhaver was die zij naar buiten toe probeerde te zijn. Reeds in 1995, tijdens eerdere NAVO-bombardementen, ditmaal op Bosnische Serven, merkte de anders zo meegaande Russische president Jeltsin op dat de bombardementen ‘het eerste teken zijn van wat er kan gebeuren als de NAVO tot aan de grenzen van de Russische Federatie zou komen. De vlam van oorlog kan door heel Europa uitbreken’.
Deze en andere gedragingen van de NAVO in de eerste tien jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie braken bij de Russen stukje bij beetje het vertrouwen af dat de Verenigde Staten geen misbruik zouden maken van de terugtrekking van de voormalige Sovjet-Unie uit Oost-Europa. Hadden in 1991 ongeveer 80 procent van de Russische burgers nog een gunstige mening over de VS, in 1999 had bijna hetzelfde percentage een ongunstige mening (Galen Carpenter, 41).
3.8.1 Eenzijdig opgezegd
De oppermachtige VS zagen geen heil meer in een detente met Rusland: in 2002 zouden zij op initiatief van president George W. Bush eenzijdig het ABM-verdrag met Rusland uit 1972 opzeggen. Het verdrag had voorzien in succesvolle wederzijdse beperkingen van de raketafweersystemen beider grootmachten. Maar volgens Bush was het een reliek uit de Koude Oorlog en de vijandelijkheden van weleer zouden met de ontbinding van de Sovjet-Unie tot het verleden behoren. Bovendien – dit is de tijd vlak na 11 september 2001 – zou het verdrag de VS verhinderen zich te verweren tegen ‘terroristen en schurkenstaten’. Het bleek een grote fout, want Rusland zag zich nu zich genoodzaakt ultramoderne raketten te bouwen die heel wel in staat waren de nieuwe in Europa opgestelde, op het oosten gerichte, Amerikaanse raketten af te weren. Het zou de eerste van twee belangrijke eenzijdig opgeschorte wapenovereenkomsten met de Russen zijn (zie verder 4.4). Het wederzijds wantrouwen groeide gevolglijk.
3.9 2007: München
Na achttien jaar van Amerikaanse unipolaire hegemonie kreeg Vladimir Poetin in 2007 de gelegenheid bij een westers gehoor de Russische veiligheidszorgen onder woorden te brengen. Op de jaarlijkse Münchense Conferentie over Veiligheidsbeleid besprak hij hoe unipolair de wereld geworden was, hoe die orde expansieve en ideologische trekken gekregen had, en hoe het blijkbaar omstreden geworden was die orde te bekritiseren. De toespraak was een belangrijke diplomatieke waarschuwing aan het adres van de VS en hun bondgenoten: de Russen zouden een verder opdringen van de NAVO niet accepteren. Vladimir Poetin:
‘Maar wat is een unipolaire wereld? Hoe je deze term ook verfraait, uiteindelijk verwijst hij naar één type situatie, namelijk één centrum van autoriteit, één centrum van macht, één centrum van besluitvorming. Het is een wereld waarin er één meester is, één soeverein. En uiteindelijk is dit niet alleen schadelijk voor iedereen binnen dit systeem, maar ook voor de soeverein zelf, omdat het zichzelf van binnenuit vernietigt.
En dit heeft helemaal niets te maken met democratie. Omdat, zoals u weet, democratie de macht is van de meerderheid in het licht van de belangen en meningen van de minderheid. Overigens wordt Rusland – wij – voortdurend onderwezen over democratie. Maar om de een of andere reden willen degenen die ons onderwijzen zelf niet leren.’
Poetin verwierp die unipolaire visie nadrukkelijk. Met het Amerikaanse militaire ingrijpen in Irak en de Balkan nog vers in het geheugen vervolgde hij:
‘Vandaag zijn we getuige van een bijna onbeheerst onevenredig groot gebruik van geweld – militair geweld – in internationale betrekkingen: geweld dat de wereld in een afgrond van blijvende conflicten stort. (…) En natuurlijk is dit uitermate gevaarlijk. Het gevolg is dat niemand zich veilig voelt. Ik wil dit benadrukken – niemand voelt zich veilig!’
En verder bezwoer Poetin, met een verwijzing naar de eenzijdig geschonden afspraken: ‘De NAVO heeft haar fronttroepen aan onze grenzen gezet [terwijl we] tot nu toe helemaal niet op deze acties hebben gereageerd.’ Uitbreiding van de NAVO staat ‘gelijk aan een ernstige provocatie, en die vermindert het niveau van wederzijds vertrouwen. En we hebben het recht te vragen: tegen wie is deze uitbreiding bedoeld? En wat is er gebeurd met de toezeggingen die onze westerse partners hebben gedaan na de ontbinding van het Warschaupact?’
De westerse reacties op de toespraak waren ronduit negatief. Poetins toon zou te strijdvaardig zijn. Rusland had geen enkele reden ongerust te zijn over de aanwezigheid van de NAVO aan haar grenzen. En bovendien hebben nieuwe lidstaten het recht hun nationale soevereiniteit middels een NAVO-lidmaatschap te behouden. Vooral dit laatste zou voor Rusland een veelzeggende veronderstelling blijven, want hier klinkt de gedachte door dat een land, Rusland, het gemunt zou hebben op schending van de, nu quasi door de NAVO gewaarborgde, soevereiniteit dezer Oost-Europese landen.
Toch was er in 2007 ook van Amerikaanse zijde een realistisch geluid te horen. De toenmalige minister van Defensie, Robert Gates, maande de aanwezigen te beseffen dat ‘de NAVO geen “papieren lidmaatschap” of een “praatclub” of “praatwinkeltje” is. Het is een militaire alliantie – een met serieuze verplichtingen in de reële wereld’. Van Robert Gates is bekend dat hij persoonlijk tegen het Oekraïens lidmaatschap was. Maar president George W. Bush was voorstander, en zijn mening woog het zwaarst. Ondanks bezwerende woorden van andere westerse functionarissen beschouwden de Russische leiders de NAVO, die gestaag oprukte naar de westelijke grens van hun land, wel degelijk als een militaire alliantie, en niet als praatclub (Galen Carpenter, 54).
3.10 2008: Boekarest
De herinnering aan Poetins toespraak was alweer vervaagd toen bij de NAVO-top in 2008, in het Oost-Europese Boekarest, de verdragsorganisatie onder Amerikaanse druk officieel aankondigde de Russische buurlanden Oekraïne en Georgië tot kandidaat-leden te maken. In deze landen had het Westen al geruime tijd met ngo’s, grote fondsen en harde en zachte diplomatie geprobeerd de liberale waarden te verbreiden en op te roepen tot regimewisselingen. Denk aan de door het Westen aangemoedigde en bekostigde ‘Kleurenrevoluties’ in Georgië (2003) en Oekraïne (2004).
Deze NAVO-top, waar Rusland ook bij mocht aanschuiven, geldt als nog een dieptepunt in de oost-westrelaties. Een van de weinige berichten over een boze Vladimir Poetin komt van die top. Het ging kort aan het moment vooraf waarop secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer zou uitroepen dat Georgië en Oekraïne ‘lid zullen worden van de NAVO’. Een woedende Poetin waarschuwde de leden van het genootschap dat ‘de opkomst van een machtig militair machtsblok aan onze grenzen zal worden gezien als een directe bedreiging voor de Russische veiligheid’.
Even later voegde de Russische minister voor Buitenlandse Zaken, Aleksandr Groesjko, daaraan toe dat een NAVO-lidmaatschap van Georgië en Oekraïne ‘een gigantische strategische misstap’ zou zijn, die ‘zeer ernstige gevolgen zou hebben voor de vrede en veiligheid in Europa’.
Voor Moskou was een grens overschreden en het zou er alles aan doen deze toetreding te voorkomen. Zelfs een russofobische neoconservatief als Zbigniew Brzeziński had nog toegegeven dat Rusland voorstander is van een EU-lidmaatschap voor Oekraïne, mits daar geen NAVO-lidmaatschap aan verbonden zou zijn (Galen Carpenter, 50).
“Niet alleen zou de NAVO de Europese veiligheidsscheidslijn in stand houden, zij zou haar onder Amerikaanse leiding ook duizend kilometers richting Rusland opschuiven.”
| |
Met deze aankondiging was voor de Russen de kans op Oekraïense geopolitieke neutraliteit verkeken. Na alle verbroken toezeggingen had Rusland tenminste nog gehoopt dat Oekraïne een bufferzone met de NAVO zou blijven, maar nu bleek onomstotelijk dat de NAVO die afwees. Niet alleen zou de NAVO de Europese veiligheidsscheidslijn in stand houden, zij zou haar onder Amerikaanse leiding ook duizend kilometers richting Rusland opschuiven. Ook na de top in Boekarest zouden de NAVO en de EU de Russische zorgen blijven negeren. De NAVO zou Oekraïne zelfs als de facto NAVO-lid beschouwen door het land te bewapenen en er militaire oefeningen te houden.
3.11 Neutraal Oekraïne is van levensbelang
Met het oog op de Russische veiligheid blijft een Oekraïens NAVO-lidmaatschap ook anno 2022 voor de Russische regering compleet onaanvaardbaar. Oekraïne en Rusland tot aan de Oeral zijn gelegen op de enorme, zich oostwaarts breed uitwaaierende Noord-Europese Laagvlakte. Het is een moeilijk te verdedigen terrein dat feitelijk vanaf Nederland één open ruimte vormt. Als Oekraïne een NAVO-staat zou worden, dan zou het westers wapenarsenaal de denkbeeldige demarcatielijn Sint-Petersburg – Rostov-aan-de-Don overschrijden (zie afb. 4).
Dit betekent dat een militaire invasie van Moskou goed denkbaar is. De geschiedenis heeft dat meermaals aangetoond (zie, bijvoorbeeld, de veldtochten van Napoleon in 1812 en Hitler in 1941). Vijandelijke NAVO-wapens zouden ook binnen enkele minuten kunnen inslaan op Moskou, alsook op de nabij de lijn gelegen steden Wolgograd en Krasnodar. Dit verklaart waarom Rusland minder bezwaar maakte tegen een NAVO-lidmaatschap van de Baltische staten (en thans Finland), die ook aan Rusland grenzen, maar ver verwijderd liggen van de militair kwetsbare steden achter de lijn.
Afb. 4. – De lijn Sint-Petersburg – Rostov-aan-de-Don (rood).
Voor de NAVO, waarvan het zwaartepunt van de macht, Noord-Amerika, buiten Europa gelegen is en omringd is door de zee als buffer, liggen de prioriteiten in Oekraïne geheel anders. Voor de westerse wereld is het land van gering veiligheidsbelang: het is het zoveelste Oost-Europese land dat, eenmaal omgevormd tot een liberaal, westers land, aan het Westen zijn grondstoffen en economische activiteiten beschikbaar zal stellen. Voor het Westen is het moeilijk te bevatten dat een toetreden tot een westers militair bondgenootschap in de ogen van landen als Rusland en China heel anders ligt. Voor hen staat een westers land gelijk aan een pro-Amerikaans land. Zo’n land is de facto een bondgenoot van de VS, dat liberale regimewisselingen probeert af te dwingen en, eenmaal bewapend, wapens op hen kan richten.
Rusland heeft dan ook, zelfs vóór de NAVO-top in 2008, consequent aan het Westen duidelijk gemaakt dat de oplossing voor dit veiligheidsprobleem moet liggen in het behoud van Oekraïne als militair en geostrategisch neutraal land – zoals dat nota bene in de Oekraïense grondwet vervat was voordat de VS er het beleid begonnen te bepalen. Een neutraal Oekraïne kan noch prowesters, noch pro-Russisch blijven. Niet militair bevoorraad door de NAVO, noch door Rusland, zoals dat decennialang met neutrale landen als Zweden en Finland het geval kon zijn.
3.12 Waarschuwingen voor Oekraïens NAVO-lidmaatschap
Onder andere uit WikiLeaks-documenten blijkt dat Amerikaanse regeringen in de aanloop naar de top in Boekarest tal van waarschuwingen hadden binnengekregen van hun officiële gezanten en functionarissen in Rusland, ten aanzien van de plannen om de NAVO uit te breiden met Oekraïne, en met Georgië.
Zo deelde de Amerikaanse topdiplomaat voor Europa, Daniel Fried, in 2005 aan de Amerikaanse presidentiële staf mede dat de Franse presidentieel adviseur Maurice Gourdault-Montagne had gewezen op de zorgwekkende reacties vanuit Rusland op een NAVO-toetreding van Oekraïne:
‘[De Franse presidentieel adviseur Maurice] Gourdault-Montagne waarschuwde dat de kwestie rond de Oekraïense toetreding tot de NAVO een uiterst gevoelige kwestie bleef voor Moskou, en hij concludeerde dat als er één mogelijke oorzaak voor oorlog in Europa zou overblijven, dat dat Oekraïne was. Sommigen binnen de Russische regering vonden dat we te veel deden in hun belangrijkste belangenzone, en men zou zich kunnen afvragen of de Russen een actie vergelijkbaar met Praag in 1968 op touw zouden zetten, om te zien wat het Westen zou doen.’
Twee maanden voorafgaand aan de NAVO-top, op 1 februari 2008, vaardigde de Amerikaanse ambassadeur voor Rusland, William Burns, aan het Witte Huis een memorandum uit, dat Njet betekent njet getiteld was. Daarin noemt hij, met een opmerkelijk vooruitziende blik, de gevaren die aan lidmaatschapsaspiraties verbonden zijn. Het zijn de gevaren die nu, anno 2022, actueler dan ooit zijn. Ambassadeur Burns:
‘De NAVO-aspiraties van Oekraïne en Georgië raken niet alleen een gevoelige snaar in Rusland, ze leiden ook tot ernstige zorgen over de gevolgen voor de stabiliteit in de regio. Rusland ziet niet alleen omsingeling en pogingen om de invloed van Rusland in de regio te ondermijnen, maar vreest ook onvoorspelbare en ongecontroleerde gevolgen die de Russische veiligheidsbelangen ernstig zouden schaden. Deskundigen vertellen ons dat Rusland zich vooral zorgen maakt om de diepe verdeeldheid in Oekraïne over het NAVO-lidmaatschap. Een groot deel van de etnisch-Russische gemeenschap is tegen lidmaatschap, wat zou kunnen leiden tot een grote splitsing, met geweld of in het slechtste geval, burgeroorlog. In dat geval zou Rusland moeten beslissen of het ingrijpt; een beslissing waar Rusland niet voor gesteld wil worden.’
Ook afgaande op andere memoranda en debatten die kort voor de NAVO-top van 2008 de ronde deden, kunnen wij stellen dat de VS en hun NAVO-partners zich volledig bewust waren van de risico’s van het kandidaat-lidmaatschap.
“Deskundigen vertellen ons dat Rusland zich vooral zorgen maakt om de diepe verdeeldheid in Oekraïne over het NAVO-lidmaatschap. Een groot deel van de etnisch-Russische gemeenschap is tegen lidmaatschap, wat zou kunnen leiden tot een grote splitsing, met geweld of in het slechtste geval, burgeroorlog. In dat geval zou Rusland moeten beslissen of het ingrijpt; een beslissing waar Rusland niet voor gesteld wil worden.”
William Burns, 1 februari 2008.
| |
Toch kozen zij ervoor, met deze kennis, de Russen tot het uiterste te drijven met de uitbreiding in Oekraïne en Georgië.
Het hoeft dan niemand te verbazen dat Rusland reeds vier maanden later de kandidatuur van Georgië beantwoordde met een militaire operatie en het afscheiden van de in Georgië gelegen pro-Russische gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië. Deze actie, overigens op verzoek van de Abchaziërs en Zuid-Ossetiërs zelf, die zich reeds respectievelijk in 1990 en 1992 onafhankelijk hadden verklaard, was de eerste van twee pogingen van het Kremlin om preventief bufferzones met de NAVO te creëren.
Vanuit veiligheidsoogpunt bezien was het een begrijpelijke actie, maar in het Westen werd deze annexatie sec als ‘expansionisme’ uitgelegd.
In de jaren volgend op 2008 begon er zich een paradoxale situatie voor te doen. De EU en de NAVO voerden de angst voor Rusland verder op door te beweren dat zij vreesden voor Russische expansie, en dat zij dus de veiligheid van de oostelijke lidstaten hoog in het vaandel hadden. Gelet op hun oostelijke ligging zou men denken dat juist die lidstaten gebaat zouden zijn bij het behoud van een Oekraïense bufferzone tussen de oostelijke EU-NAVO aan de ene kant, en het gevreesde Rusland aan de andere. Maar de behoefte om Rusland een lesje te leren door de NAVO tot vlak bij de Russische grens te brengen bleek bij nader inzien zwaarwegender dan de behoefte om ontspanning met Rusland te bewerkstelligen. De NAVO slaagde erin om, nu met Oekraïne aan haar kant, een directe grens met de Russische buur te creëren, en aldus uit ‘veiligheidsoverwegingen’ het risico op een confrontatie met Rusland te vergroten.
3.13 2014: staatsgreep in Kiev
In februari 2014 hielden boze burgers massale demonstraties op het Maidanplein in Kiev tegen de corruptie van de regering-Janoekovitsj. Ook de CIA was naar het plein getogen. Verder stonden er op het plein, te midden van de demonstranten, talrijke Amerikaanse functionarissen, Amerikaanse politici, alsook de neoconservatieve Democratische Amerikaanse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, Victoria Nuland, met de eveneens neoconservatieve Republikeinse senator, John McCain en de Amerikaanse ambassadeur voor Oekraïne, Geoffrey Pyatt. Zij deelden onder andere koekjes uit, gaven opzwepende toespraken en deden grote beloften, net als Guy Verhofstadt (Open Vld) en Hans van Baalen (VVD), hun liberale collega’s van de EU, die ook naar het plein getogen waren.
Afb. 5. – Hans van Baalen en Guy Verhofstadt geven aanhitsende toespraak op Maidanplein
(Bron: YouTube – Open Vld)
Aanvankelijk waren de al maanden durende protesten, die door een veelheid aan Amerikaanse en westerse instanties als National Endowment for Democracy en de Open Society Foundations van George Soros gefinancierd waren, nog vreedzaam. Burgers uit den lande kregen vaak geld toegestopt om naar het plein toe komen, hetgeen de mensenmassa verder deed aanzwellen. De sfeer werd echter grimmig en pas toen Oekraïense neonazi’s en fascisten, gesteund door de CIA, geweld begonnen te gebruiken en de zaak deden escaleren, vielen er doden. De politie greep hard in.
In reactie hierop waarschuwden de westerse landen dat zij het vertrouwen in de regering-Janoekovitsj zouden opzeggen als er 100 doden zouden vallen. De extreemrechtse partij Svoboda zette daarop haar activisten in die burgers naar plekken op het Maidanplein hielpen komen, precies in het schootsveld van aldaar gepositioneerde sluipschutters uit onder andere Georgië. Spoedig was het dodental de 100 overstegen en werd er allerwegen melding gemaakt van de ‘hemelse honderd’ doden op het plein. Voor de VS was hiermee het moment aangebroken waarop de regimewisseling in gang kon worden gezet: president Janoekovitsj kreeg de schuld, en nadat de geheime dienst hem had gewaarschuwd voor een aanstaande extreemrechtse aanslag op zijn leven, ontvluchtte hij op vrijdagavond 21 februari het land. Maar liefst 100 Russisch-Oekraïense parlementariërs moesten eveneens het veld ruimen, en op 22 februari kon de regering-Jatsenjoek aantreden. ‘Een dag voor de geschiedenisboeken’, vond ambassadeur Pyatt.
Russen van alle rangen en standen – niet alleen Poetin en het Kremlin – begrepen hoe groot de rol van het Westen en vooral de CIA was geweest in de geleidelijke destabilisatie van Oekraïne en de verdrijving van Janoekovitsj en de parlementariërs. Ook de hierop in het zadel geholpen regering was het werk van de Verenigde Staten: zoals een uitgelekt telefoongesprek met Pyatt van een maand eerder onthulde, had Victoria Nuland al onder anderen de Oekraïense politicus Arseni Jatsenjoek (‘Yats’, in het telefoongesprek) als premier in de nieuwe regering aangewezen, waar hij op 22 februari dan ook gehoor aan gaf. Opmerkelijk is dat Jatsenjoeks partij is voortgekomen uit de neonazibeweging rond nazi-collaborateur en genocidair Stepan Bandera – die momenteel als nationale held vereerd wordt. Andere hoofdrolspelers kregen in het telefoongesprek van de Amerikaanse staatssecretaris ministersposten toegewezen, terwijl weer andere kopstukken uit de ‘Maidanrevolutie’ wegens ongeschiktheid een functie elders kregen.
Zo wettig als Janoekovitsj en zijn regering in 2010 met 48,95 procent van de stemmen verkozen waren, zo onwettig waren zij afgezet en vervangen door een marionettenregime. Zij moesten het veld ruimen, niet omdat zij corrupt waren maar omdat de Oekraïners voor een regering hadden gekozen die een de VS onwelgevallig beleid zou voeren. De regering wilde Oekraïne neutraal houden, was niet anti-Russisch en, naast goede handelsbetrekkingen met de EU, wilde zij ook goede handelsbetrekkingen met Rusland onderhouden. Voor de VS was dat onaanvaardbaar. Naast het vertrek van de meer pro-Russische parlementsleden en hun vervanging door anti-Russische, pro-Amerikaanse politici werden er binnen de toekomstige Oekraïense regeringen, ministeries en staatinstellingen Amerikaanse en Britse functionarissen aangesteld. De staat zou voortaan onder leiding, de financiële steun en het (smeer)geld van met name de VS en in mindere mate Groot-Brittannië niet langer een neutraal maar een pro-Amerikaans en anti-Russisch beleid voeren. Oekraïne was vanaf nu feitelijk een Amerikaanse marionettenstaat.
De bevolkingen van de Donbas, de Krim en de Zwarte Zeekust kwamen in opstand tegen deze regimewisseling. De voorgaande 23 jaar hadden zij consequent op pro-Russische, meer federalistisch-pluralistische kandidaten gestemd, zo ook in 2010, toen zij in overgrote meerderheid voor de regering-Janoekovitsj hadden gestemd (zie afb. 6). Voor de bevolking in de aan Rusland grenzende Donbas, die meestal Russischtalig is en voor 40 procent uit etnische Russen bestaat, luidde de verdrijving van hun man en het aantreden van de pro-Amerikaanse Jatsenjoek, die bekend stond om zijn van haat vervulde taalgebruik jegens etnische Russen, een grimmige, nieuwe werkelijkheid in.
Afb. 6. – De etnisch-taalkundige samenstelling van het land wordt ook weerspiegeld
in de verdeling van de stemmen voor de afgezette president
Janoekovitsj (blauw) en Timosjenko (rood) tijdens de verkiezingen van 2010. (Bron: Wikipedia)
3.14 Annexatie van de Krim
Nadat de marionettenregering al kort na haar aantreden de Russische taal op tal van openbare plekken had afgeschaft, namen in het oosten en zuiden de protesten tegen de regimewisseling in hevigheid toe. Met name op de Krim, die 60 procent etnische Russen telt en altijd in overgrote meerderheid Russischtalig was, heersten grote zorgen.
Ook bij het Kremlin gingen de alarmbellen af: nu de Krim in handen was gekomen van een anti-Russische, pro-Amerikaanse regering, vormde dit strategisch gelegen schiereiland van de ene op de andere dag een acute militaire dreiging. De Krim was al sinds 1776 deel van Rusland, en sinds 1783 fungeerde zijn haven Sebastopol als de trotse thuishaven van de Russische vloot. En sinds de Oekraïense onafhankelijkheid huurde Rusland deze haven vanaf 1997. Maar nu viel de Krim in westerse handen en waren de Russische marinepresentie in de Zwarte Zee en derhalve de nationale veiligheid in het geding. Resoluut beval het Kremlin Russische troepen om de Krim van Oekraïne te annexeren. Kort daarna werd het schiereiland staatkundig bij Rusland gevoegd. De Krim was weer Russisch, zoals dat voor 1954 het geval was.
De annexatie bleek relatief eenvoudig dankzij de duizenden Russische troepen die al gestationeerd waren op de marinebasis. En de daaropvolgende staatkundige heraansluiting bij Rusland verliep eveneens makkelijk, aangezien de meeste Krimbewoners na de staatsgreep zich al wilden afscheiden van Oekraïne. Gedurende de annexatie spraken zij zich bij plebisciet in overgrote meerderheid uit voor heraansluiting bij het Russische moederland.
Vervolgens oefende Rusland grote druk uit op de nieuwe regering in Kiev om haar te ontmoedigen de kant van het Westen te kiezen tegen Moskou. Daarbij maakte Poetin in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk dat Rusland Oekraïne als functionerende staat te gronde zou richten, nog voordat het een westers bolwerk aan de staatsgrens van Rusland zou kunnen worden.
3.15 Conflict begon in 1990
In tegenstelling tot wat het westerse narratief beweert, begon het conflict dus niet pas in 2022 met de Russische inval in Oekraïne, maar reeds met het asymmetrische einde aan de Koude Oorlog in 1990, het unilaterale Amerikaanse buitenlandbeleid en van daaruit het expansionistische gedrag van de NAVO, met dieptepunten in 1999, 2008 – en uiteindelijk februari 2014.
En zoals we reeds hebben geconcludeerd is Oekraïne niet die eensgezinde, trotse natie die de VS en de NAVO de westerse burgers voorhouden. Een lichtend baken van soevereiniteit en democratie is ze evenmin, aangezien het land geleid wordt door westerse mogendheden en multinationals, die er de democratische processen omzeilen. Sinds de staatsgreep in 2014 is het land verder omgevormd tot een Amerikaanse marionettenstaat waar Amerikaanse en Britse functionarissen dwarsdoor verkiezingen heen het landsbestuur en vooral defensie en de buitenlandpolitiek blijven bepalen.
Maar ook de daadwerkelijke oorlog, deze gewapende, militaire strijd waar wij nu getuigen van zijn, begon niet met de Russische inval in Oekraïne in februari 2022. Die nam zijn aanvang met de verdrijving van de democratisch verkozen Janoekovitsj, op 22 februari 2014, het door het Westen aangehitste optreden van het regime-Jatsenjoek, en de daaraan ontsproten oorlog in Donbas.
4 De oorlog in Donbas
4.1 De strijd in Donbas ontvlamt
Volgend op de staatsgreep in februari 2014 braken in Donbas protesten uit tegen de regimewisseling en de repressie. Die werden hard neergeslagen door de politie en het leger, en de nationaalsocialistische milities die inmiddels in het leger geïncorporeerd waren. In het eveneens veelal Russischtalige, zuidwestelijk gelegen Odessa leidde dit tot de moord op 48 burgers, die zich tegen de staatsgreep verzetten. Honderden anderen raakten gewond. Ook in de zuidoostelijk gelegen, eveneens grotendeels Russischtalige stad Marioepol braken gevechten uit, die twintig pro-Russische burgers het leven kostten. Tegen december 2014 waren inmiddels 400.000 Donbas-bewoners naar Rusland gevlucht. Er deed zich een immense tragedie voor, waarover in de westerse media niet of nauwelijks bericht werd, maar die in Rusland met verbijstering en verontwaardiging gadegeslagen werd.
De volksbewegingen in Donbas zetten gewapende milities op en kregen van het Kremlin steun in de vorm van adviseurs, wapens en diplomaten. Hun voorlopige doel was zelfbeschikking te verwerven over gemeenten en instellingen, maar voor de lange termijn streefden zij naar aansluiting met Rusland. Het Kremlin poogde op zijn beurt met de opstandelingen een soort ad hoc-bufferzone met de NAVO te creëren. Als reactie op deze Russische steun belaagden Oekraïense troepen voortdurend de opstandelingen. Maar de Oekraïners schoten ook, onder meer met NAVO-wapens, op de burgerbevolking van Donbas. 3000 burgers en 11.000 militairen vonden de dood in de volgende acht jaren van strijd in Donbas. Niet alleen kreeg de bevolking te maken met oorlogsgeweld; het was ook een periode waarin de Oekraïense regering grote delen van de regio met wegblokkades afsloot, een stop op medicijnentoevoer instelde en geldstromen naar Donbas bevroor (zo werden salarissen niet meer uitbetaald).
Rusland bracht een groot leger op de been aan de grens met Oekraïne en dreigde met een invasie als de regering hard zou blijven optreden tegen de burgers. Tevens verhoogde Rusland de prijs van het aardgas aan Oekraïne, en eiste ze betaling voor eerdere exporten. De NAVO beantwoordde de explosieve situatie echter met nog meer wapenleveranties aan Oekraïne, waarmee burgers en militairen in de Donbas geraakt konden worden.
4.2 Potentiële militaire tegenstander
Tien maanden na het gedwongen vertrek van de 100 meer pro-Russische parlementsleden had het Oekraïense parlement in december 2014, tegen de afspraken uit 1990 in, ingestemd met opheffing van de neutrale status van Oekraïne. Nog enkele uren voor de stemming liet de Russische premier Dmitri Medvedev weten dat de wetgeving om de niet-gebonden status op te geven ‘in wezen een aanvraag was om tot de NAVO toe te treden, waardoor Oekraïne een potentiële militaire tegenstander van Rusland’ zou worden. In een reactie bleven de Verenigde Staten erop aandringen dat Oekraïne lid moest worden van de NAVO. Rusland, de verliezer van de Koude Oorlog, had dat te accepteren.
Inmiddels is het 2022: acht jaar lang (sinds 2014) hebben de VS het Oekraïense land omgevormd tot een de facto NAVO-staat door het rijkelijk van NAVO-wapens en militaire inlichtingendiensten te voorzien en er ieder jaar tienduizenden Oekraïense strijdkrachten op te leiden. Vanaf 2015 stationeerden de Verenigde Staten ook, buiten de NAVO om, in Roemenië, Bulgarije, Polen en het Balticum onder andere grote hoeveelheden gevechtstanks en zware artillerie, gericht op Rusland, die ook eenvoudig in Oekraïne ingezet kunnen worden. Rusland heeft zich bijgevolg gedurende de afgelopen acht jaar meer bedreigd gevoeld dan ooit: veel meer dan tijdens de Koude Oorlog.
Aangestuurd en overmoedig geraakt door de Amerikaanse beloften en de militaire bevoorrading door de NAVO, heeft zich in Oekraïne het virulente, anti-Russische volksnationalisme nog verder verhevigd (zie 3.1 en 3.1.1). Nog in 2021 schrapte president Vladimir (Volodymyr) Zelenski de Russische taal ook uit allerlei onderwijslagen, evenals de rechten van de minderheidstalen als het Hongaars en het Roemeens. Verder legde Zelenski dit jaar in diverse sectoren de vrijheid van informatie en organisatie aan banden, en onderwierp die aan de staatsmacht.
4.3 Minsk: de ijdele hoop
Nog in 2014 en 2015 leek er vrede in zicht. Toen tekenden Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland de zogeheten Minsk-akkoorden. Die moesten een einde maken aan de gevechten in Donbas. Zij zouden voorzien in een mate van zelfbeschikking voor de Donbas-volksrepublieken Loegansk en Donetsk; de etnische Russen zouden taal- en andere minderheidsrechten krijgen; en Rusland en Oekraïne zouden onder toezicht van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) hun zware wapens uit het gebied terugtrekken. Eindelijk zou er een wapenstilstand komen. Het was een compromis: de Donbas zou in Oekraïne geïntegreerd kunnen worden, terwijl de NAVO op veilige afstand zou blijven.
Maar de wapenstilstand kwam er niet. De regeringen in Oekraïne bleven de bevolking met zware (NAVO-)wapens bestoken. Frankrijk en Duitsland zouden garant staan voor de akkoorden, maar acht jaren lang lieten ze enig toezicht op de naleving van de akkoorden afweten.
Naderhand is gebleken dat de Minsk-akkoorden een afleidingsmanoeuvre waren. In juni 2022 heeft de voormalige Oekraïense president Viktor Porosjenko (2014-2019) toegegeven dat zijn regering nooit van plan was de bepalingen na te leven. Zij wou enkel tijd winnen zodat de VS Oekraïne acht jaar lang tot de tanden toe konden bewapenen en de militairen konden trainen.
Het bereiken van vrede was voor het Westen en Oekraïne dus nooit de insteek van de overeenkomsten geweest. Het doel was Rusland jarenlang tevreden te houden met toezeggingen over een pacificatie in Donbas en een toekomst voor de getergde bevolking aldaar, zodat het Westen tijd had om Oekraïne voor te bereiden op een oorlog met Rusland.
Voor Rusland betekende het falen van de akkoorden wederom een vertrouwensbreuk met het Westen, maar vooral met het Europa van Duitsland en Frankrijk. De aanvallen op burgers in de Donbas zouden voortduren, totdat Rusland in februari 2022 de regio binnenviel.[2]
4.3.1 Oorlog begon in 2014
Oorlog en misleiding: dat is de balans van acht jaar Amerikaans buitenlandbeleid in Oost-Europa. Concluderend kunnen we stellen dat ook de oorlog niet, zoals westerse media en politici beweren, pas op 24 februari 2022 met de Russische invasie begon. Hij begon, op instigatie van de Verenigde Staten en de NAVO, reeds in februari 2014 in de Donbas, met de burgeroorlog en, geholpen door NAVO-materieel, met de bombardementen op de burgerbevolking door het regime-Jatsenjoek.
4.4 Op weg naar de Russische invasie
In 2019 zouden de VS onder president Donald Trump eenzijdig het INF-verdrag uit 1987 opzeggen. Dankzij dit ontwapeningsverdrag waren de VS en de Sovjet-Unie, en later Rusland, erin geslaagd vóór 1 juni 1991 2.692 nucleaire en conventionele ballistische raketten en kruisraketten met een bereik tussen de 500 en 5.500 kilometer te vernietigen. Maar nu, zonder dit verdrag en het eveneens eenzijdig opgezegde ABM-verdrag (zie 3.8.1), hadden de VS de handen vrij om in Oost-Europa, en mogelijk in Oekraïne, nieuwe raketten gericht op Rusland te plaatsen. Zij konden nu tevens met hun bondgenoten bouwen aan een eigen, militaire en strategische voorsprong ten opzichte van Rusland.
De uiteindelijke escalatie vond plaats vanaf 17 december 2021, toen Rusland via een communiqué – een voorstel tot een niet-aanvalsverdrag – haar laatste verzoek tot diplomatische onderhandelingen tot de VS en de NAVO richtte. Het was haar laatste poging tot een vergelijk met het Westen te kunnen komen. In het communiqué eiste Rusland, met een expliciete verwijzing naar het precedent van de Cubacrisis (zie 6.4): 1. geen toetreding van Oekraïne en Georgië tot de NAVO, en 2. een beperking van de inzet van troepen en wapens aan de oostflank van de NAVO. Dit zou betekenen dat de NAVO-troepen teruggebracht zouden worden naar waar ze in 1997 gestationeerd waren, voordat de onrechtmatige oostwaartse uitbreiding was ingezet. Om de ernst van het voorstel kracht bij te zetten, stationeerde het Russische leger nog meer troepen en materieel bij de grens met de Donbas: een signaal dat de VS enkel als een oorlogsverklaring wensten uit te leggen.
Zes dagen later, tijdens zijn jaarlijkse nieuwsconferentie, lichtte president Poetin het communiqué als volgt toe:
‘Onze acties zullen niet afhangen van het onderhandelingsproces, maar eerder van onvoorwaardelijke garanties voor de Russische veiligheid vandaag de dag en in de toekomst.
In dit verband hebben wij duidelijk gemaakt dat elke verdere beweging van de NAVO richting het oosten onaanvaardbaar is. Wat is hier niet duidelijk aan? Zijn wij bezig met het inzetten van raketten nabij de Amerikaanse grens? Neen, dat zijn wij niet. Het zijn de Verenigde Staten die met hun raketten naar ons huis zijn gekomen en al voor onze deur staan. Gaan we soms te ver als we eisen dat er geen lanceersystemen in de buurt van ons huis worden geplaatst? Wat is hier zo ongewoon aan?
Wat zouden de Amerikanen zeggen als we onze raketten zouden stationeren op de grens tussen Canada en de Verenigde Staten, of tussen Mexico en de Verenigde Staten? Hebben Mexico en de VS in het verleden soms geen territoriale geschillen gehad? (...)
Maar de kwestie waar het nu om gaat is de veiligheid: niet de geschiedenis, maar veiligheidsgaranties. (...)
Wij herinneren ons, zoals ik al vele malen eerder heb gezegd en zoals u heel goed weet, hoe u ons in de jaren negentig had beloofd dat de NAVO geen centimeter naar het oosten zou opschuiven. U hebt ons schaamteloos bedrogen: er zijn vijf golven van NAVO-uitbreiding geweest, en nu zijn de wapensystemen die ik noemde in Roemenië ingezet en is de inzet onlangs in Polen begonnen. Dit is waar we het over hebben, ziet u het dan niet?
Wij bedreigen niemand. Hebben we de Amerikaanse grenzen bereikt? Of de grenzen van Groot-Brittannië of een ander land? U bent het die naar onze grens bent gekomen, en nu zegt u dat Oekraïne ook lid van de NAVO zal worden. Of dat er, zelfs als het land zich niet bij de NAVO aansluit, militaire bases en aanvalssystemen op zijn grondgebied zullen worden geplaatst op grond van bilaterale overeenkomsten. Dit is het punt.
En u eist garanties van míj. Ú bent het die ons garanties moet geven, en u moet dat onmiddellijk doen, nu meteen, in plaats van er tientallen jaren over te praten en te doen wat u wilt, terwijl u rustig praat over de noodzaak van veiligheidsgaranties voor iedereen. Dit is het punt. Bedreigen wij iemand?’
De VS beantwoordden het communiqué door het naast zich neer te leggen. De hele wereld kon zien hoe minister van Buitenlandse Zaken, Anthony Blinken, het ultimatum op 26 januari 2022 liet verstrijken en nog hardere taal richting Rusland uitte. Hij gaf daarmee definitief te kennen dat de politieke oplossing voor dit langlopende conflict niet meer in de diplomatiek lag, maar in escalatie.
Een tijdlang nam men aan dat de Russische regering voor de invasie het jaar 2022 gekozen had omdat, naarmate de tijd voortschreed en de
Afb. 7. – De verhevigde inzet van geschut in Donbas | |
wapenleveranties aan Oekraïne toenamen, een demilitarisering en neutralisering van het land nog veel moeilijker zouden worden.
Maar later sijpelde het nieuws door dat de inval volgde op een besluit uit januari 2022 van president Zelenski, om zware artillerie in te zetten tegen de burgers van de volksrepublieken. Deze verhevigde inzet van geschut werd niet alleen opgemerkt door de Russen, maar ook door de OVSE. Volgens haar namen in korte tijd de Oekraïense beschietingen op de Donbas (wederom schendingen van het staakt-het-vuren van Minsk) dagelijks toe: van 14 tot 22 februari steeg het aantal beschietingen van 41 tot meer dan 1.400 beschietingen per dag. (Zie afb. 7.)
De situatie werd echter nog nijpender toen het Kremlin via een uitgelekte e-mail bericht had gekregen van een acute opbouw van Oekraïense troepen aan de grenzen met Donbas: er hadden zich ongeveer 150.000 man aan strijdkrachten met zwaar geschut verzameld. De rappe toename aan beschietingen in aanmerking nemend, werd duidelijk dat een grote aanval vanaf de grond tegen de burgers van de volksrepublieken aanstaande was. Hierop besloot het Kremlin uiteindelijk in te grijpen.
Om de invasie te legitimeren deed Rusland een beroep op artikel 51 van het VN-Handvest, dat ‘preventieve, collectieve zelfverdediging’ voor de etnisch Russische burgers mogelijk zou maken. Het precedent hiervoor was in 1999 door de Verenigde Staten geschapen, toen zij zich op hetzelfde artikel beriepen teneinde, na rest-Joegoslavië te hebben gebombardeerd, hun cliëntenstaat Kosovo te kunnen vestigen (zie 3.8). Dus erkende Rusland allereerst de onafhankelijkheid van de twee volksrepublieken. Dit gelukte op 21 februari, na een stemming in de Doema.
Vervolgens voegde Rusland op 24 februari de daad bij het woord, met de speciale militaire operatie. Enkele uren voordat de inval werd ingezet verwoordde Poetin in een televisierede, merkbaar aangeslagen, de reden voor de inval:
‘Ik heb het over de oostelijke uitbreiding van de NAVO, die haar militaire infrastructuur steeds dichter bij de Russische grens brengt. Het feit is dat we de afgelopen dertig jaar geduldig hebben geprobeerd tot overeenstemming te komen met de leidende NAVO-landen over de beginselen van gelijke en ondeelbare veiligheid in Europa. Als reactie daarop werden we steevast geconfronteerd met cynische misleiding en leugens of pogingen tot druk en chantage, terwijl de Noord-Atlantische alliantie zich ondanks onze protesten en zorgen bleef uitbreiden. De militaire machine is in beweging en nadert (...) onze grens.’
In tegenstelling tot wat de westerse oorlogspropaganda tot op heden beweert, was de speciale militaire operatie nogal impulsief in gang gezet. Natuurlijk beseften de Russen dat de kans op een neutraal Oekraïne met de dag slonk. De Oekraïense militaire macht bleef groeien en werd steeds sterker: op Rusland gerichte ballistische raketten werden met grote snelheid aangevoerd en het zou een kwestie van dagen zijn voordat het in Polen en Roemenië gestationeerde Amerikaanse arsenaal in Oekraïne zou zijn gearriveerd. Intussen werd een deel van de jongere generatie Oekraïners steeds westerser en onder westerse aanmoediging steeds anti-Russischer.
Maar tot het moment van de operatie verkeerde Rusland financieel in goede staat. En om staatsschulden af te betalen had Rusland weinig uitgegeven aan defensie (voor bijvoorbeeld aanschaf van nieuwe wapens). Dus hoewel de tijd drong, moet de operatie in Donbas gezien worden als een niet al te goed voorbereide, directe reactie op de acute uitbreiding van manschappen en NAVO-wapens aan de grens met de Donbas, en derhalve op een dreigend Oekraïens bloedbad onder de Donbas-bevolking.
4.4.1 Inval was uitgelokt
Onder andere dit, de steeds verder dreigende NAVO-expansie, de militaire intimidatie (zie ter illustratie 9.4.3 en 9.4.4) en de weigering van de Verenigde Staten en de NAVO om te onderhandelen in acht nemende, was de Russische inval op 24 februari 2022 verre van ‘niet-uitgelokt’. De VS en de NAVO hadden hem sinds 2014 kunnen zien aankomen, ja zij hebben hem zelfs in de hand gewerkt. De inval was het enige wat de Russen nog restte, nu diplomatie uitgesloten was, de Minsk-akkoorden met voeten getreden waren en de situatie in de Donbas acuut verslechterde. En, evenals eerdere Russische militaire acties, was de inval dus evenmin ingegeven door ‘expansionisme’.
5 Blik van het Westen afgewend
5.1 BRICS
Reeds in 2014, na de staatsgreep, hadden radicale elementen binnen Poetins entourage hem ertoe opgeroepen de Donbas binnen te vallen. Maar Poetin wou daar niet toe overgaan, tot ongenoegen van de geteisterde Donbas-bevolking. Wel heeft hij, beseffende dat het Westen niet met Rusland verder wou gaan, in de acht jaren die op de staatsgreep volgden, de handel en internationale (veiligheids)betrekkingen met Aziatische landen en de BRICS-landen verstevigd.
Wat de staatsgreep verder voor Rusland inluidde, was het definitieve moment waarop Rusland zich van het Westen moest afwenden. In de weken voor de inval op 24 februari 2022 had Poetin persoonlijke ontmoetingen met de leiders van India, Pakistan, Brazilië en Iran. Waarschijnlijk om verzekerd te zijn van hun economische en geopolitieke loyaliteit in de dagen die zouden volgen. (Niet lang hierna zouden de VS in Pakistan parlementariërs omkopen die de democratisch verkozen, geopolitiek neutraal opererende regering van president Imran Khan zouden afzetten en vervangen door een corrupte, pro-Amerikaanse clan. De president ontving, ook via zijn ambassadeur, dreigementen vanuit Amerikaanse regeringskringen.)
5.2 Het belang van Eurazië
Onder Poetin heeft Rusland zich hersteld van de rampzalige jaren ’90 van Boris Jeltsin. Oligarchen zorgden destijds voor de uitverkoop van ‘s lands grondstoffen aan de globalisten in het Westen. Met zo’n verzwakt maar lucratief land wou het Westen wel goede banden aanknopen. Totdat Poetin de oligarchen verdreef en het Westen zijn beheer over de Russische grondstoffen verloor. Het was de zwakke, beïnvloedbare Jeltsin die lieveling van het Westen was: zonder de Sovjet-Unie vormde Rusland geen concurrentie meer voor de Amerikaanse oppermacht – ze probeerde zich zelfs de westerse, liberale waarden zoals democratie en de vrije markt eigen te maken. De maatschappelijke gevolgen waren gigantisch. Tussen 1991 en 2001 daalde de levensverwachting vanwege de oversterfte van 5 miljoen volwassenen, en geboortecijfers zegen ineen. Dit alles ging gepaard met alomtegenwoordige misdaad, maffia, wetteloosheid in de straten en mensensmokkel. De maatschappelijke ongelijkheid steeg en reeds tegen 1992 was de term ‘demokrat’ een scheldwoord geworden.
De spoedcursus democratie en vrije markt (de zogenaamde ‘schoktherapie’) was uitgelopen op een fiasco. Hoewel er vrijheid van meningsuiting en informatie was, was je je salaris en openbare voorzieningen niet meer zeker. Thans vereenzelvigen de Russen het liberalizm met verval, armoede, prostitutie, zedeloosheid, bandeloosheid, oligarchen, uitverkoop, vernedering en diep nigilizm.
Deze staat van Rusland was Vladimir Poetins erfdeel, toen hij in 1999 als president aantrad. Onder zijn leiding herwon Rusland haar grondstoffen, de binnenlandse orde, haar eigenwaarde, haar positie in Eurazië, en is de orthodoxe Kerk weer maatgevend voor de nationale moraal van het land. Dit, terwijl de economie er beter voor staat dan ooit. Het zijn verdiensten van wereldformaat waar de gemiddelde westerling met een gevoel van bevreemding op reageert. Dit is deels omdat dit herstel in Rusland gepaard ging met de (her)invoering van een autoritair staatsbestel: een politieke traditie van autocratisch bestuur, die het immense Rusland – mits consequent toegepast – sinds de tsaren stabiliteit heeft gebracht.
Het is dan storend dat westerse media en politici dit herstel van Rusland, onder een illiberaal, onwesters staatsconservatief bestel, afdoen als een soort cynische samenspanning van ondemocratische schurkenstaten, en dat westerse regeringen die met sancties moeten beantwoorden. Bijgevolg oriënteert Rusland zich voor haar economie op de BRICS-landen, legt ze een grotere waardering voor Azië aan de dag en is ze doordrongen van een steeds dieper inzicht dat Ruslands toekomst niet (meer) in het liberale Westen ligt, maar in een bredere, Euraziatische, multipolaire basis.
Rusland kiest dan ook voor een Euraziatische heroriëntering. De Russische intelligentsia en de regeringspartij Verenigd Rusland putten al geruime tijd uit oudere, Eurazistische denktradities. Zij verwijzen naar de ideeën van een slavofiel als Nikolai Danilevski, een denker als Konstantin Leontjev en Eurazisten en witte emigranten als Nikolaj Troebetskoj, Pjotr Savitski, Ivan Iljin en Lev Goemiljov, die bekend stonden om hun kritiek op het materialisme, het individualisme en de westerse liberale waarden en aspiraties.
Vooral de stellingen van Goemiljov, dat de ene cultuur niet superieur is aan de andere, en dat Rusland als synthese van Europese en Aziatische culturen en rassen haar eigen plek onder de Euraziatische zon verdient, geeft het huidige Rusland de handvatten om de liberale hegemonie de rug toe te keren. Rusland wijst het westerse liberalisme af vanuit haar plaatselijke, aangeboren neiging tot maatschappelijk conservatisme, spiritualiteit, traditionalisme en collectivisme. Het is een ideologische koers die thans veel indruk maakt op illiberale, conservatieve en traditionalistische denkers in Europa en de Verenigde Staten.
Een eigentijds neo-Eurazistisch denker is Aleksandr Doegin (of Alexander Dugin), die nog enige tijd adviseur van Poetin geweest is. Evenals vele Russische intellectuelen ziet hij de verbreiding van het liberalisme als een op westers superioriteitsgevoel gestoeld project waarmee het Westen poogt afwijkende beschavingen aan zich te onderwerpen (zie ook 7.5). Het liberalisme beschouwt hij als het grootste kwaad. Met zijn slavofiele voorgangers erkent ook hij dat Russen juist geneigd zijn tot collectivisme en veel spiritueler in het leven staan dan de westerlingen. En dus staan zij ronduit afwijzend tegenover het westerse liberale project met zijn nadruk op secularisme en individualisme.
Geopolitiek gezien beschouwt Doegin de westerse unipolariteit als iets dat ideologisch gezien geënt is op moderne en postmoderne waarden, die openlijk antitraditioneel zijn. Hij deelt de traditionalistische visie van René Guénon, die ervan uitgaat dat de moderniteit en haar ideologische basis (individualisme, liberale democratie, kapitalisme, consumentisme, enzovoort) de oorzaken zijn van de toekomstige catastrofe van de mensheid en de wereldwijde overheersing van de westerse levensstijl, en uiteindelijk van de achteruitgang van de aarde. Volgens Doegin nadert het geglobaliseerde Westen zijn eindpunt en moet Rusland zich daardoor niet de afgrond in laten meeslepen (Dugin, 2012, 193).
(Op 20 augustus, tijdens het voltooien van deze tekst, is Doegins 29-jarige dochter Daria Aleksandrovna Doegina om haar vaders ideeën in een autobomaanslag vermoord. Eeuwige gedachtenis. ☦)
5.3 Rusland als tegenwicht aan globalisme
Mondiaal biedt Rusland dan ook een tegenwicht aan de door het Westen overheerste globalisering. Zoals de slavofielen al inzagen heeft Rusland binnen zijn geopolitieke ruimte zijn eigen economieën, eigen waardenstelsel, eigen opvattingen van politiek, eigen invulling van democratie, eigen collectivistische levensopvattingen en eigen grondstoffen.
Onder president Poetin hebben de Russen niet alleen hun grondstoffen en binnenlandse orde teruggekregen, maar ook een gevoel van nationale trots. Rusland is een trots, soeverein land dat de Euraziatische landen aanmoedigt ook een nationalistische, sterk soevereine koers te varen. Voor Rusland en haar Euraziatische bondgenoten klinkt dit als een goede toekomst. De westerse globalisten (3.7.1) staan hier afkeurend tegenover, aangezien sterke soevereiniteit een rijk land als Rusland ervan weerhoudt zich aan het Westen over te leveren door zijn banken, grondstoffen en markten open te stellen voor de globalistische multinationals en geldsystemen. Zij vinden Rusland te groot om niet ontsloten te zijn (zie 9.8).
Hoewel Rusland – voluit gezegd de Russische Federatie – sterk soeverein is, hanteert dit immense land bestuurlijk gezien een lokaal-inclusivistische aanpak, die ver afstaat van het Oekraïense centralisme. Het land bestaat uit deelrepublieken omdat de Russische identiteit veel minder een etnische identiteit is: ‘Russisch’ zijn de etnisch Russische, orthodoxe christenen door heel Rusland; het zijn de moslims in streken als Tatarstan, Tsjetsjenië en Moskou; het zijn de boeddhisten in Kalmukkië; het zijn de Osseten in het zuidwesten en de Boerjaten in het Siberische Boerjatië. Een veelheid aan volkeren in de Kaukasus en Siberië voelt zich deel van de Russische beschaving, inclusief de Slavische, etnische Russen, maar ieder met zijn eigen etnische identiteit of godsdienstige traditie.
Met uitzondering van zeventig jaar communisme waren Moskovië en Rusland – doorheen de kerkscheuring van 1054, de Ottomaanse verovering van Constantinopel, het Mongoolse juk, de Reformatie en het uiteenvallen van de Europese dynastieën (het Heilige Roomse Rijk) – ook de opvolger van het christelijke Europa. Dit maakt Moskou voor velen in de Oosters-orthodoxe wereld het ‘Derde Rome’.
De huidige wedergeboorte in Rusland van de Russisch-orthodoxe Kerk – als deel van de oudste, apostolische Kerk ter wereld – maakt van Rusland een spirituele en culturele entiteit waar het materialistische Westen zich rekenschap van moet geven. De orthodoxe Kerk was altijd gekant tegen het globalisme, dat zij beschouwt als de verpersoonlijking van de antichrist, die zichzelf als heerser der aarde uitgeroepen heeft. Rusland als alternatief voor de globalisering: de Russen zijn zich toenemend bewust van deze roeping. De groeiende weerstand die Rusland in het geglobaliseerde Westen oproept, bevestigt deze roeping slechts.
“Met deze herwaardering voor de eigenheid zien de Russen, na de mislukte pogingen bij het Westen in het gevlij te komen, steeds meer in dat zij er baat bij hebben hun eigen beschaving te vertegenwoordigen.”
| |
Met deze herwaardering voor de eigenheid zien de Russen, na de mislukte pogingen bij het Westen in het gevlij te komen, steeds meer in dat zij er baat bij hebben hun eigen beschaving te vertegenwoordigen. Rusland kan binnen haar eigen beschaving, in samenwerking met Euraziatische landen, goed overleven. Een eigen beschaving heeft haar eigen geschiedenis en eigen interpretaties van hoe een land bestuurd moet worden. Bij een eigen politieke filosofie hoort een eigen geopolitieke ruimte, die zowel Europees als Aziatisch is, en tegelijkertijd noch westers, noch oosters is. Ze is Euraziatisch. En waar er meer dan één beschaving is, daar heb je een wereld die uit meer dan één machtscentrum bestaat: een multipolaire wereld, die een antithese vormt van het unipolaire globalisme.
6 Militarisering van liberaal universalisme
6.1 Ideologisch ingegeven afscheid van geopolitiek realisme
De huidige strijd om Oekraïne draait in feite om de actieve verbreiding van de Amerikaanse militaire en economische macht vanuit de liberale wereldorde, en de tegenstand die dit oproept. Er ontstaat een groeiende kloof tussen het Westen aan de ene kant en aan de andere kant mogendheden, zoals Rusland en China, die zich niet aan die heerschappij willen onderwerpen. De oostwaartse NAVO-uitbreiding is een van de instrumenten voor de uitbreiding van die heerschappij. Evenals de VS beroept de NAVO zich in haar expansionisme op de liberale ideologische missie, wat haaks staat op het beleid van realpolitik van Rusland – en van het Westen van voor het einde van de Koude Oorlog.
Realpolitik of realisme is het klassieke, waardenvrije beleid waarmee grootmachten op het wereldtoneel een machtsbalans trachten te bereiken (Mearsheimer, 2001, 19-25). Landen handelen uit eigenbelang maar proberen niet de eigen leef- of denkwijze aan andere landen op te dringen. Tijdens de bipolaire Koude Oorlog hield het bereiken van een machtsbalans in dat de ene grootmacht het weliswaar niet eens was met de andere grootmacht (in casu substrato het liberaal-democratische Westen ten opzichte van de communistische Sovjet-Unie), maar dat elkeen besefte dat de ander ook belangen had en dat geen van beide elkaars grenzen overschrijdt. Het hoort bij een pragmatisch wereldbeeld. Om met de Brit Lord Palmerston, in 1848, te spreken: ‘Wij hebben geen eeuwige bondgenoten en wij hebben geen eeuwige vijanden. Onze belangen zijn eeuwig en altijddurend, en het is onze plicht die belangen te volgen.’
Een bi- of multipolaire wereld kenmerkt zich door deze realpolitik (Mearsheimer, 2001, 19-25). Het Russisch geopolitiek beleid handelt nog steeds vanuit realpolitik. Maar westerse leiders kenschetsen het, vanwege het waargenomen gebrek aan ideologisch taalgebruik (Russen beweren niet ‘democratie, vrijheid en naleving van mensenrechten’ te willen verspreiden), als machiavellistisch of cynisch.
Hiertegenover staat een unipolaire wereld: die kenmerkt zich door ideologisch gedreven geopolitiek (ibid.). Dit is het huidige geopolitiek beleid van de VS. Na de Koude Oorlog, dus met het wegvallen van de Sovjet-Unie als tweede machtspool, beschouwden de VS zich oppermachtig en was er voor hen geen aanleiding meer te hoeven streven naar een machtsbalans. Zij zegden eenzijdig wapenverdragen op (zie 3.8.1 en 4.4) en namen, met hun Europese bondgenoten, dan ook afscheid van het realisme in de wereldpolitiek. Zij vervingen het met – naar buiten toe ideologisch gedreven – expansionistische, unipolaire wereldpolitiek. Kenmerkend voor dit unipolarisme is het ontbreken van diplomatie op gelijke voet, of de complete afwezigheid van diplomatie (zoals wij onder andere hebben kunnen waarnemen in de aanloop naar de oorlog in Oekraïne).
Tot op heden zien de VS zichzelf, met de NAVO, als de machtspool die zijn liberale waarden moet beschermen en verbreiden. Dit stelt de VS in staat het te doen voorkomen dat zij in de verwerkelijking van hun geopolitieke ambities voorbij machtspolitiek denken. Een en ander weerhoudt hen er echter niet van uit naam van ‘democratie’ die landen, die de liberale waarden niet onderschrijven, als een gevaar voor te stellen en hen het voorwerp te maken van hun expansieve geopolitiek. (Zie 3.6 voor een verdere weerlegging van dit post-machtspolitieke imago.)
Wij weten nu dat de periode van de Koude Oorlog, met haar kernwapens maar tevens realpolitisch zoeken naar machtsbalans en het vermogen zich te verdiepen in de denkwijze en geopolitieke belangen van de ander, bewezen heeft een relatief vredige en veilige wereld tot stand te hebben gebracht. De huidige ontstane situatie, waarin de ene machtspool zich doof houdt voor de geopolitieke belangen van de ander en zich ten koste van de ander oppermachtig waant, en die oppermacht met geweld wil doen gelden en behouden, heeft de onevenwichtige en onstabiele wereld tot stand gebracht waar we ons thans in bevinden.
6.2 Militarisering van EU: het Oostelijk Partnerschap
Die bondgenootschappelijke militaire uitbreiding, zogezegd voor de verbreiding van liberale waarden, kan enkel slagen als landen zich verbinden aan de militaire organisatie van de NAVO. Zodra een Oost-Europees land lid wordt van de EU, dan volgt daar gewoonlijk ook een NAVO-lidmaatschap op. Bijgevolg maakt zo'n land volledig deel uit van de succesvolle liberale wereld. Echter, wat daaraan inherent is, is dat de machtsverhoudingen met de mogendheden die daar niet bij horen, verstoord worden.
Door zich haast werktuiglijk aan de NAVO te verbinden heeft ook de EU bijgedragen aan het conflict met Rusland over Oekraïne en Georgië. Ter illustratie van het afscheid van geopolitiek realisme op Europees niveau, alsmede de manier waarop Oekraïne en Georgië alles wat Russisch was moesten afwijzen als zij toenadering tot de EU wilden, noemt Richard Sakwa de saga rond het zogeheten Oostelijk Partnerschap tussen de EU en voormalige Sovjetstaten in 2013. (Het Oostelijk Partnerschap is een poging om een sterkere politieke associatie en economische integratie tot stand te brengen tussen de EU en de zes partnerlanden Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland [inmiddels door Wit-Rusland opgezegd], Georgië, de Republiek Moldavië en uiteraard Oekraïne.) Sakwa:
‘Terwijl Rusland zijn eigen integratieproject ontwikkelde, werd het Oostelijk Partnerschap (…) geleidelijk aan de meest controversiële kwestie tussen de EU en Rusland. Rusland was er traditioneel niet tegen dat (niet-Baltische) voormalige Sovjetstaten banden met de EU aanknoopten, maar het Oostelijk Partnerschap stond voor een kwalitatief dusdanig ander niveau van interactie dat het in feite een nauwere integratie bij Euraziatische projecten uitsloot. Sterker nog, er zat een diepgaande veiligheidsdynamiek in besloten waardoor, in de ogen van de Russen, de EU een even grote bedreiging vormde als de NAVO. Het zou beslist een rem zetten op (…) ‘Poetins Euraziatische droom’ (…): de ambitie om een door Rusland beheerste sfeer in Eurazië te creëren, die stand zou kunnen houden in de wereldwijde geopolitieke strijd met de VS en China.
Hoewel het Oostelijk Partnerschap werd gepresenteerd als een zoveelste poging om een subregionale dimensie te geven aan een breder beleid dat de buurlanden van de EU zou omvatten, was het in de praktijk een manier om de tussenliggende landen te dwingen te kiezen (landen als Oekraïne en Georgië – MB). De vurige voorstanders drongen aan op het soevereine recht van deze staten om zich bij het alliantiesysteem van hun voorkeur aan te sluiten. Het concept van ‘keuze’ werd dus diep ideologisch en werd gebruikt als een wapen tegen degenen die suggereerden dat landen een geschiedenis en locatie hebben, en dat keuzes rekening moeten houden met de uitwerking die ze op anderen zullen hebben. Dit is geen postulaat van cynische realpolitik of pragmatisme, maar gewoon gezond verstand, een handelsartikel dat in de Oekraïne-crisis duidelijk afwezig was.’ (Sakwa, 68)
2013 luidde het moment in waarop de EU de weg van een soort mondiale wedloop betrad, waar ze institutioneel noch intellectueel gereed voor was. Het Oostelijk Partnerschap sloot Rusland op alle mogelijkheden uit, waardoor de overeenkomst voor Oekraïne onverenigbaar was met de vrijhandelsovereenkomsten die ze al eerder met Rusland had gesloten. Daar kwam bij dat Oekraïne krachtens de zogeheten Lissabon-eisen van het Oostelijk Partnerschap nu verplicht was haar defensie- en veiligheidsbeleid af te stemmen op de EU. En dat was dus via de NAVO.
Sakwa legt de vinger op de wonde wanneer hij dit partnerschap van de EU – die unie die nota bene voor vredestichting in Europa was opgericht – duidt als de aanloop naar een nieuw conflict:
‘Dit was een buitengewone omkering: in plaats van de logica van het conflict te overwinnen, verwerd de EU tot een instrument voor de reproductie ervan in nieuwe vormen. Dit is niet de EU die een hele generatie idealisten, getekend door de herinnering aan Europese burgeroorlogen, probeerde op te bouwen. Het sloot Rusland ook nog sterk buiten en het vermorzelde het Europese veiligheidssysteem van na de Koude Oorlog. Het is niet verwonderlijk dat zodra de crisis in Oekraïne escaleerde, de last van het geopolitieke leiderschap verschoof naar de VS, die organisatorisch en qua temperament veel beter geschikt waren voor dit soort conflicten.’
(Tekst door mij gecursiveerd.)
Die geruisloze machtsverschuiving vanuit de EU naar de VS is niet opmerkelijk, als wij beseffen dat de stichtende rechtsvoorganger van de EU door de CIA is opgericht, en dat de EU tot op heden eraan gehouden is haar bestaansreden te verenigen met Amerikaanse belangen. Na 1949 is immers onder de Amerikaanse president Harry S. Truman het bereik van de Monroedoctrine uitgebreid naar Europa en is afgestemd dat de VS niet zullen gedogen dat er in Europa een grootmacht (zoals Duitsland, zie 3.2) zou opstaan die een eigen buitenlandbeleid gaat voeren. Dus is de EU, onder de militaire koepel van de NAVO, eraan gehouden te handelen conform Amerikaanse geopolitieke eisen en economische belangen – bijvoorbeeld door binnen NAVO-verband enkel Amerikaanse wapens in te kopen. Om die reden is het van belang dat de EU, net als de VS, als één blok grote belangstelling voor Oekraïne toont en tegelijkertijd probeert Rusland van zich te vervreemden.
6.2.1 Vertrouwen verder geschonden
Na 2008 zou Rusland, terwijl de EU zich aan het militariseren was, de NAVO soms helpen met militaire operaties, zoals in 2010 in Afghanistan. Amerikaanse erkentelijkheid voor die hulp bleef echter uit. In 2011 kwam daar de Amerikaanse interventie in Libië overheen. De Russen waren toen overgehaald om zich bij de VN te onthouden van stemming tegen de inwerkingtreding van een resolutie die in een vliegverbod boven Libië zou voorzien. De Amerikanen stelden de resolutie voor als een middel om een humanitaire missie op te zetten waarmee de NAVO het afslachten van burgers zou kunnen voorkomen. Maar naarmate de lijst met bombardementsdoelen groeide, werd het de Russen duidelijk dat maar heel weinig doelen verboden terrein waren en dat het eigenlijke doel van de NAVO – dus de Amerikanen – was om de Libische leider Moammar Kadhafi uit te schakelen. En in oktober 2011 slaagde ze daarin.
De Russen beseften dat ze door de Amerikanen bedrogen waren. Met de interventie in Libië, die kennelijk regimewisseling tot doel had en dat land net als Irak in een tot op heden durende chaos zou storten, hadden de Verenigde Staten en hun NAVO-partners korte metten gemaakt met wat er nog over was van Russisch vertrouwen. Voortaan zouden de Russen Amerikaanse resoluties blokkeren, zoals die tegen president Bashar al-Assad in Syrië. (De CIA zou daarop toch unilateraal een oorlog bij volmacht, nota bene met inzet van ingevlogen ISIS-strijders, tegen Syrië voeren die wederom zou ingaan tegen het internationaal recht.)
Tussentijdse Russische oproepen tot een trilaterale oplossing voor het oostwaarts oprukken van de NAVO in Europa, of de inrichting van een gemeenschappelijker Euraziatische veiligheidssamenwerking, wezen de VS categorisch van de hand. De VS zouden door heel Eurazië NAVO-bases oprichten, met als voorlopig dieptepunt dat het Westen vanaf 2013 ernaartoe werkte alle voormalige Sovjetstaten – met uitzondering van Rusland – deel te maken van westerse instellingen en defensieapparaat. Daarvoor moesten zij ingrijpende hervormingen doorvoeren: hervormingen en politieke besluiten die hen verder van de Russische invloedssfeer zouden losweken en een loochening van hun wezen als Euraziatische landen met bijzondere banden met Rusland zou vergen.
6.3 Escalatie omwille van democratie
De recente spanning met Rusland zou zijn uitgebleven als de VS diplomatie boven militaire escalatie hadden gekozen en als de VS het prestige van de westerse wereld niet met het hun bekende temperament hadden verbonden aan het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne. Nog in november 2021, aan de vooravond van de Russische inval, riep NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg uit:
‘De wereldwijde democratie is in verval. En er is minder vertrouwen in democratische instellingen. We moeten dus meer dan ooit de kracht van ons democratisch model demonstreren. En onze waarden beschermen. In het buitenland en thuis.’
En dus grijpt de NAVO naar de wapens in Oekraïne: een moralistische en tegelijkertijd gemilitariseerde positie ten opzichte van het dissidente Rusland, dat slechts veiligheidsgaranties probeerde te krijgen.
De retoriek van Stoltenberg is kenmerkend voor de manier waarop het Westen opereert. Door te schermen met woorden als ‘democratie’ en ‘waarden’ heeft het zich lange tijd achter het morele gelijk kunnen verschansen en kon het alle Russische grieven wegwuiven en die beantwoorden met grotere strijdvaardigheid. Zo beweerde de Amerikaanse journaliste Anne Applebaum (gehuwd met de russofobische Poolse politicus Radosław Sikorski – zie 7.1) in januari 2022 dat de klachten van Poetin een camouflage zouden zijn voor diens ware angst. En die ware angst zou zijn dat een succesvolle democratie in Oekraïne in Rusland tot twijfel onder de burgers zou kunnen leiden en het Russische regime zou kunnen bedreigen. Het argument dat Poetins angst in werkelijkheid zijn ondemocratische slechtheid zou camoufleren, horen wij ook van Nederlandse ‘kremlinologen’ en politici en wordt gedeeld door lieden als de historicus Stephen Kotkin, de Amerikaanse voormalige NAVO-ambassadeur Ivo Daalder, de voormalige NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer en de Amerikaanse voormalige ambassadeur in Rusland, Michael McFaul.
Het is een ondeugdelijk argument. Ten eerste is het onwaar, omdat de Russische president altijd voorstander was van democratisering van Oekraïne. Zo heeft hij altijd een eventuele toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie – die immers krachtens haar Kopenhagen-criteria van kandidaat-lidstaten eist dat zij voldoende democratisch zijn – gesteund (zie 3.10). Ten tweede is het argument oneerlijk, aangezien het alleen zichzelf bevestigt. Het impliceert namelijk dat de verslechtering van de Amerikaans-Russische betrekkingen geheel op het conto van Poetin geschreven moet worden, aangezien hij enkel zou handelen uit rancune jegens het westerse model van liberale democratie. Het argument pleit zo de unipolaire voorstanders van NAVO-uitbreiding vrij van alle blaam en plicht tot introspectie. Sterker nog, de uitbreiding van de NAVO houdt volgens dit argument helemaal geen verband met de verslechterde betrekkingen. Met een dergelijke redenering kan het Westen moreel verheven blijven en zichzelf op de borst blijven kloppen, terwijl het zich gesterkt voelt om stug door te gaan met de militaire uitbreiding richting Rusland en het niets hoeft te doen om de ware de oorzaak van het conflict weg te nemen.
Het is een te lichtvaardige strategie gebleken, die de vrede en stabiliteit in Europa noodlottig geworden is.
Het zou deze kremlinologen en politici sieren als zij ook zouden vermelden dat de Oekraïense dappere ‘liberale democratie’, met haar verboden op oppositiepartijen en ‘pro-Russische media’, verboden op vakbonden, haar waardering voor nationaalsocialistische elementen, haar arrestaties van andersdenkenden, inhechtenisneming van Zelenski’s politieke opponenten en sanctionering van buitenlandse critici, verre van liberaal-democratisch is. Bedenk daarbij dat de Russen, dus ook Poetin, zich terdege bewust zijn van de majoritaristische onderdrukking van hun etnische broeders en geloofsgenoten in Oekraïne, terwijl ook de Russen weten dat ware democratie ‘de macht is van de meerderheid in het licht van de belangen en meningen van de minderheid’ (zie Poetins toespraak in München in 2007, onder 3.9)
6.4 Voor Rusland geen garanties
Tijdens de NAVO-uitbreidingsgolf in 1999, de uitbreidingsvoornemens uit 2008 en de destabilisatie van Oekraïne sinds 2014, is de NAVO erin geslaagd Rusland vanuit het westen militair steeds verder in het nauw te drijven. De situatie doet denken aan een omgekeerd veelvoud van de Cubacrisis in 1962. Toen waren het de VS die verklaarden dat een grens overschreden zou worden als de Sovjet-Unie kernwapens op buurland Cuba zou stationeren. Een Derde Wereldoorlog was nakende, omdat de oorspronkelijke Monroedoctrine geschonden werd (zie 6.2). Die had aanvankelijk bepaald dat Europese mogendheden geen koloniën of marionettenregimes mochten vestigen op het Amerikaanse continent.
Gedurende de Koude Oorlog beschikten wij nog over onderhandelaars op sleutelposities die een realpolitisch besef hadden van de geopolitieke machtsbelangen in Oost en West. De Amerikanen en de Sovjets verdiepten zich in die dagen in de belangen en de denkwijze van de tegenstander, om die geen aanleiding tot onverwachte acties te geven. En vooral: zij waren bereid tot diplomatieke onderhandelingen. Die leidden ertoe dat tijdens de Cubacrisis de Sovjet-Unie haar schepen rechtsomkeert liet maken en de kernwapens niet op Cuba zou plaatsen. En de VS zouden op hun beurt hun op de Sovjet-Unie gerichte kernwapens uit Turkije verwijderen.
Dit was een tijd waarin westerse leiders het belang van een mondiale machtsbalans nog erkenden. In de 21ste eeuw zijn realisme en diplomatie echter ver te zoeken: thans beperken de VS zich in hun machtsuitbreiding niet langer tot ‘enkel’ het gehele westelijk halfrond. Onder de neoconservatieve Amerikaanse Wolfowitz-doctrine uit 1992 – een verdere uitbreiding van de Monroedoctrine, die na een eerdere uitbreiding stelt dat de VS nergens ter wereld zullen dulden dat een andere mogendheid dan de Amerikaanse over een werelddeel zal kunnen heersen of er een marionettenregime zal vestigen – streven zij naar dominantie over de gehele wereld. Iedere totstandkoming van een andere militaire alliantie ter wereld zullen de VS dwarsbomen. Maar van Rusland eisen de VS dat zij lijdzaam toeziet hoe haar zusterstaat, waarmee zij een duizendjarige etnische, culturele en godsdienstige verbondenheid deelt, omgevormd wordt tot een zwaarbewapende, prowesterse, anti-Russische vazalstaat aan de Russische staatsgrens.
7 Russofobie en anti-Russische propaganda
Decennialang berichtten de westerse reguliere media slechts mondjesmaat over Rusland, en steeds met hoon of op denigrerende toon. Hoe meer Rusland uiting gaf aan haar grieven tegen de NAVO-uitbreiding, des te meer gingen westerse politici en media ertoe over Rusland negatief voor te stellen. Uit het oosten viel weinig goeds te verwachten, zo was de boodschap. En naarmate het duidelijker werd dat Rusland zich onder leiding van Vladimir Poetin aan het herstellen was, dat Rusland zich Euraziatisch heroriënteerde en de multipolariteit haar beslag kreeg, des te meerde persoon van Vladimir Poetin het in het Westen moest ontgelden. Rusland als vervreemde vennoot begon in het Westen plaats te maken voor Rusland als gevaar, met Poetin als kwade genius.
7.1 Russofobie tot 2014
Reeds in 2008 werd de angst voor Rusland opgevoerd, toen de toenmalige presidentskandidaat Hillary Clinton schamper opmerkte dat Poetin, als voormalig KGB-agent, ‘geen ziel’ zou hebben. Daarop repliceerde Poetin kalm dat eenieder die presidentskandidaat is, ‘toch op zijn minst (…) een hoofd zou moeten hebben’ (Sakwa, 60).
Na het Russische ingrijpen in Georgië in datzelfde jaar namen de westerse media en politici Poolse en vooral Georgische russofobische berichtgeving vaak klakkeloos over. Zij begonnen over ‘Russische agressie’ te schrijven. Met name de rol van Polen in de NAVO, in de persoon van de neoconservatieve minister van Buitenlandse Zaken Radosław (Radek) Sikorski, heeft ertoe geleid dat in het Westen het Russische ingrijpen in Georgië zo verkeerd mogelijk begrepen werd. ‘[Sikorski] leeft blijkbaar nog in 1939, want hij beeldt zich in dat Poetin en Merkel dezelfden zijn als Stalin en Hitler, en dat zij eropuit zijn Polen weer op te delen’, merkte een oplettend waarnemer over de Poolse minister op in de kwestie-Georgië (Sakwa, 71).
Naar aanleiding van de acties in Georgië bezocht de Britse minister van Buitenlandse Zaken, David Miliband, ook in 2008 Oekraïne en zegde hij Kiev Britse steun toe (Sakwa, 60). Oekraïne moest bij de NAVO getrokken worden, weg van de Russische invloedssfeer. Westerse mogendheden zouden zich nu toenemend inlaten met Oekraïense aangelegenheden. Uiteindelijk zouden zij het land ertoe verleiden afstand te doen van zijn neutrale positie. Vanaf dat moment was Oekraïne gedoemd het volgende epicentrum te worden van een geconstrueerde strijd voor de Amerikaanse heerschappij over Europa.
Nog in 2009 verkende de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen, de mogelijkheden tot samenwerking met de Russisch-Euraziatische Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie (CVVO). Maar toen de Verenigde Staten hier lucht van kregen, instrueerden zij hun NAVO-ambassadeur om elke toenadering te blokkeren, omdat het ‘contraproductief zou zijn voor de NAVO om zich in te laten met de CVVO: een organisatie die door Moskou in het leven geroepen was om de invloed van de VS en NAVO in de voormalige Sovjet-ruimte tegen te gaan’ (Sakwa, 64).
7.2 Russofobie vanaf 2014
Sinds de annexatie van de Krim vanaf 22 februari 2014 begon het Westen steeds dreigendere taal richting Rusland te uiten. Wat normaal was voor grote mogendheden, namelijk de bestendiging van de eigen geopolitieke invloedssfeer en het uitbouwen van een lokaal economisch en geostrategisch speelveld, werd in het geval van Rusland voorgesteld als een directe bedreiging (‘a threat’) voor de VS en dus de NAVO-bondgenoten. Het moment was aangebroken waarop niet meer de VS een bedreiging voor Rusland zou kunnen vormen; neen, de dreiging kwam nu van Rusland zelf.
Voorafgaand aan 22 februari 2014, zoals politicoloog John Mearsheimer al jaren opmerkt, gingen westerse leiders en media er nooit serieus van uit dat Rusland een bedreiging vormde. De uitbreiding van de NAVO en de EU werd tot die datum ook niet uitgelegd als een manier om ‘Rusland in bedwang te houden’ (‘containing Russia’), maar als een uitbreiding van de liberale wereldorde met zijn democratie en vrije markt. Alleen zo zou er van West- tot en met Oost-Europa een vredig conglomeraat van landen kunnen worden gevormd. (Liberale, kapitalistische landen grijpen elkaar immers niet naar de keel, zo wil een liberale wijsheid.)
Maar nu was er de ‘Oekraïne-crisis’: voor de EU en de NAVO het startsein om nog vastberadener in te zetten op oostwaartse uitbreiding met Oekraïne.
“De manier om ook de westerse burgers te laten doordringen van de noodzaak om het lot van de EU en de NAVO aan dat van Oekraïne te verbinden, was om het idee van een Russische dreiging niet alleen groter maar ook imminenter, dus Europeser, te maken.”
| |
De manier om ook de westerse burgers te laten doordringen van de noodzaak om het lot van de EU en de NAVO aan dat van Oekraïne te verbinden, was om het idee van een Russische dreiging niet alleen groter maar ook imminenter, dus Europeser, te maken. Media en politici begonnen het narratief te verspreiden dat ‘Poetin’ nu uit zou zijn op agressie in Oost-Europa, ja zelfs op het herstel van de Sovjet-Unie. Oekraïne móést dus bij het democratische kamp komen, voordat het land en bij uitbreiding Oost-Europa ten prooi zouden vallen aan Poetins rijk.
7.2.1 ‘De grootste geopolitieke ramp’
Er was echter geen bewijs te vinden voor de bewering dat Poetin uit zou zijn op het herstel van de Sovjet-Unie. Zijn beslissing om in 2008 Abchazië en Zuid-Ossetië onafhankelijk te maken van Georgië en gevolglijk als Russische protectoraten te behouden (zie 3.12), wees op veel bescheidener ambities. Rusland had er evengoed voor kunnen kiezen de regio’s als republieken in te lijven of geheel Georgië in te nemen, maar deed dat niet. Hetzelfde gold nu voor de annexatie van de Krim: Rusland had ook de hele Zwarte Zeekust of geheel Oekraïne kunnen innemen, maar deed dat niet.
Niettemin zouden media, politici en commentatoren van de NAVO-landen de komende acht jaren verhalen over een imminente dreiging blijven cultiveren door herhaaldelijk te verwijzen naar een toespraak van Poetin uit 2005. Daarin zou hij gezegd hebben dat de ineenstorting van de Sovjet-Unie de ‘grootste geopolitieke ramp van de twintigste eeuw’ was. En daarmee zou, volgens de NAVO, bewezen zijn dat Poetin de Sovjet-Unie wil herstellen.
7.2.2 Wat Poetin werkelijk zei
Wat die media, politici en commentatoren echter negeerden, was wat hij er precies mee bedoelde, wat hij daadwerkelijk zei en vooral wat de context was waarin Poetin deze uitspraak over de verloren Sovjet-Unie deed. Om te beginnen zou het onwaar zijn dat Poetin ‘de ineenstorting van de Sovjet-Unie was de grootste geopolitieke ramp van de eeuw’ zei. Volgens Ruslanddeskundige en geopolitiek analist Patrick Armstrong zei hij; ‘[D]e ineenstorting van de Sovjet-Unie was een enorme geopolitieke ramp van de eeuw’ (‘крушение Советского Союза было крупнейшей геополитической катастрофой века’). De overtreffende trap van крупный, kroepnyj, ‘groot’, staat hier zonder beperkend bijwoord самый, samyj, ‘meest’, ‘aller-’ en dus fungeert die als intensivering, ‘enorm’. Niet als overtreffing, ‘grootste’.
Het zou voor een Rus sowieso vreemd zijn te stellen dat niet de Tweede Wereldoorlog – waarin 27 miljoen inwoners van de Sovjet-Unie het leven lieten in de strijd tegen nazi-Duitsland – de grootste geopolitieke ramp van de eeuw zou zijn.
Bevreemdender is echter het gebrek aan context waarmee de westerse media, politici en commentatoren deze zin herhaaldelijk weergeven. Die context blijkt buitengewoon belangrijk te zijn.
Dit is wat Poetin zei, op 25 april 2005, voor de Federale Vergadering in Moskou. De gewraakte zin geef ik dikgedrukt weer:
‘Ik beschouw de ontwikkeling van Rusland, als vrije en democratische staat, als ons belangrijkste politieke en ideologische doel. We gebruiken deze woorden vrij vaak, maar we willen zelden onthullen hoe de diepere betekenis van waarden als vrijheid en democratie, rechtvaardigheid en rechtmatigheid, naar het leven wordt vertaald.
Ondertussen is er behoefte aan een dergelijke analyse. De objectief moeilijke processen die in Rusland gaande zijn, worden steeds meer het onderwerp van verhitte ideologische discussies. En ze hebben allemaal te maken met discussies over vrijheid en democratie. Soms hoor je dat het Russische volk, aangezien het eeuwenlang zwijgt, niet gewend is aan, of geen behoefte heeft aan, vrijheid. En om die reden wordt beweerd dat onze burgers constant toezicht nodig hebben.
Ik zou degenen die zo denken terug willen brengen naar de realiteit, naar de feiten. Om dit te doen, zal ik me nog een keer de meest recente geschiedenis van Rusland voor de geest halen.
We moeten vooral erkennen dat de ineenstorting van de Sovjet-Unie een enorme geopolitieke ramp van de eeuw was. Voor de Russische natie was het een waar drama. Tientallen miljoenen van onze medeburgers en landgenoten bevonden zich buiten Russisch grondgebied. Bovendien had de epidemie van desintegratie Rusland zelf besmet.
Individuele spaargelden werden afgeschreven en oude idealen vernietigd. Veel instellingen werden onzorgvuldig ontbonden of hervormd. Terroristische interventie en de capitulatie van Chasavjoert die daarop volgde, hebben de integriteit van het land aangetast. Oligarchische groepen – met totale controle over informatiekanalen – dienden uitsluitend hun eigen bedrijfsbelangen. Massale armoede begon beschouwd te worden als norm. En dit alles gebeurde tegen de achtergrond van een dramatische economische neergang, onstabiele financiën en een verlamming op maatschappelijk gebied.
Velen dachten, of leken destijds te denken, dat onze jonge democratie geen voortzetting was van de Russische staat, maar de uiteindelijke ineenstorting ervan: de langdurige pijn van het Sovjetsysteem.
Maar ze hadden het mis.
Dat was precies de periode waarin de belangrijke ontwikkelingen plaatsvonden in Rusland. Onze samenleving wekte niet alleen de energie van zelfbehoud op, maar ook de wil voor een nieuw en vrij leven. In die moeilijke jaren moest het volk van Rusland zowel zijn staatssoevereiniteit hooghouden als een feilloze keuze maken bij het aanstellen van een nieuwe vector van ontwikkeling in de duizend jaar van zijn geschiedenis. Het moest de moeilijkste taak volbrengen: een manier vinden om zijn eigen waarden veilig te stellen, onmiskenbare prestaties niet te verspillen en de levensvatbaarheid van de Russische democratie te bevestigen. We moesten onze eigen weg vinden om een democratische, vrije en rechtvaardige samenleving en staat op te bouwen.’
Poetin herinnert de toehoorders aan de tijd onder Boris Jeltsin, toen de Russen leerden wat het liberalisme en de democratie voor hen in petto hadden (zie 5.2). Het werd een tijd van armoede, ontgoocheling en vernedering. Poetin benoemt dit leed en erkent ook dat grote aantallen Russen zich nu extra muros bevinden. Jawel, maar bij verdere lezing blijkt dus dat hij het geweeklaag over het ineenzijgen van de Sovjet-Unie afwijst en constateert dat er een betere tijd is aangebroken voor de burgers in Rusland. Poetin steekt zijn volk vervolgens een hart onder de riem met de opmerking dat de tijd rond de ineenstorting de beste eigenschappen in het Russische volk heeft aangewakkerd. Hij merkt met trots op dat het volk veerkrachtig, levensvatbaar en inventief is. Meer niet. Geen rancune. Geen verlangen naar vroeger. Geen neo-imperialisme.
Degene die Poetin verkeerd heeft geciteerd en het zinnetje onvolledig en zonder behoorlijke context en met weglatingen geplaatst en de wereld in gestuurd heeft, is de Zweedse neoconservatieve econoom Anders Åslund, in 2010. Naar aanleiding van de toespraak constateert Åslund op creatieve wijze:
‘In zijn jaarlijkse toespraak in april 2005 ging Poetin voluit op het orgel: “de ineenstorting van de Sovjet-Unie was de grootste geopolitieke ramp van de eeuw (…) Tientallen miljoenen van onze medeburgers en landgenoten bevonden zich buiten Russisch grondgebied (…) oude idealen [werden] vernietigd.” Hij presenteerde zich als een neo-imperialist.’
Is de wens hier de vader van de gedachte?
7.2.3 ‘Duidelijke, existentiële bedreiging’
Met de annexatie van de Krim was Vladimir Poetin nu een direct gevaar voor de wereldvrede. Al vrij snel beweerde de Amerikaanse senator Roger Wicker, nadat hij Poetin met Hitler had vergeleken en hem ‘Sovjet-expansionisme nieuwe stijl’ verweet: ‘Zijn greep op het Russische presidentschap staat centraal in zijn plannen om de Russische dominantie te herstellen. Poetin beschreef de ineenstorting van de Sovjet-Unie immers ooit als “de grootste geopolitieke catastrofe” van de vorige eeuw.’ De neoconservatieve senator John McCain (zie 3.13) redeneerde hierop voort door eraan toe te voegen: ‘Hij ziet de val van de Sovjet-Unie als de “grootste geopolitieke catastrofe van de eeuw”. Hij accepteert niet dat de buurlanden van Rusland, en zeker Oekraïne, onafhankelijke landen zijn.’
In februari 2015 beweerde generaal Sir Adrian Bradshaw, de hoogste Britse officier bij de NAVO, dat Ruslands ‘expansionisme’ een ‘duidelijke, existentiële bedreiging voor ons hele wezen’ dreigde te worden. Het jaar daarop (december 2016) uitte Leon Panetta, de voormalige minister van Defensie, een soortgelijk alarm: ‘Laten we niemand voor de gek houden, Poetins grootste belang bestaat eruit de oude Sovjet-Unie te proberen te herstellen.’
De Oekraïense president Petro Porosjenko hield op zijn beurt vol dat het doel van Poetin niets minder was dan heel Oekraïne over te nemen.
Mede door dit soort retoriek heeft het Westen de relatie met Rusland gedurig verder verhard in plaats van het land conflictoplossend tegemoet te treden. Iedere keer als Rusland aangaf dat de NAVO-uitbreiding een existentieel gevaar voor Rusland inhield, draaiden westerse leiders en media de zaken om door ‘Poetin’ als de agressor voor te stellen. De NAVO-troepen werden nog dichter bij de Russische grenzen gebracht en de sancties werden opgevoerd. Zelfs Russische pogingen uit 2017 om de landsgrens met kandidaat-lid Georgië steeds iets op te schuiven werden steevast als ‘expansionistisch’ geduid en ‘bedreigden de veiligheid’ in de regio. Dat het de NAVO was die met haar eigen expansionisme de veiligheid in Oost-Europa verstoorde, bleef onbesproken.
Ook Ruslands neiging tot geopolitiek realisme en haar pogingen om een onafhankelijke politiek te voeren (men denke aan de bestendiging van BRICS en de Euraziatische Organisatie voor het Verdrag inzake Collectieve Veiligheid) moesten het ontgelden. In haar memoires uit 2015 vond Hillary Clinton het opportuun Ruslands realisme op te vatten als ‘een agressieve uitdaging aan het Amerikaanse leiderschap’. Dit en de totstandkoming van een Euraziatische geopolitieke ruimte vormden volgens haar de belichaming van Poetins ‘negentiende-eeuwse wereld van zero-sum realpolitik, gericht op de wederopbouw van het Russische Rijk’ door middel van Euraziatische integratie (Sakwa, 61).
7.2.4 Anti-Poetincampagne
Jarenlang zouden de geschreven media de angst verder uitwerken met titels als ‘Tsaar Poetin wil nieuw Russisch rijk’; ‘Oekraïense premier: “Poetin wil Sovjet-Unie opnieuw opbouwen”’; ‘Poetin verlangt naar de USSR’; ‘Poetins obsessie: herstel van Russisch rijk’, ‘Stop Poetin nu!’, ‘Vladimir Poetin: de vijand der wereld’, enzovoorts.
Afb. 8. – Acht jaar lang anti-Poetinpropaganda in het Westen
Acht jaar lang zijn de volkeren in het Westen getrakteerd op meer angst en meer vooroordelen ten aanzien van alles wat Russisch is. Wat er aan stereotyperingen de revue passeerde, grensde aan wat men in het Westen tegenwoordig ‘racisme’ zou noemen. Russen werden versleten als onberekenbaar, bloeddorstig, gefrustreerd en, zoals Poetin hierboven al opmerkte, gespeend van behoefte aan vrijheid. En naarmate het de westerse mogendheden duidelijk werd dat Rusland onder Poetin bezig was zich te herstellen en uit te groeien tot een concurrent van het Westen, zagen zij het als hun taak vooral zijn persoon te demoniseren.
Commentatoren, bijgestaan door Ruslandkenners, probeerden in speculatieve artikelen en griezelverhalen ‘in Poetins hoofd te kijken’ om bevestigd te zien hoe ‘agressief’ de president was. Een naam die in dezen vaak opgevoerd werd is die van Alexander Doegin (zie 5.2), nadat Anton Barbashin en Hannah Thoburn in het gerespecteerde tijdschrift Foreign Affairs deze excentrieke filosoof hadden gekwalificeerd als ‘Poetins brein’. Doegin en diens geopolitieke ideeën zouden Poetin, gedreven door dezelfde wrok en extreemrechts antimodernisme, ertoe hebben aangezet aan Oekraïne, de Europese democratieën en de VS de strijd aan te zeggen. Algauw hadden de media de bebaarde Doegin omgedoopt tot ‘Poetins Raspoetin’.
Ook academia liet van zich horen. Volgens de door de VS gefinancierde Franse historica Marlène Laruelle zou Doegins ‘fascistische’ geopolitiek door de inspanningen van Poetin nu ingang vinden in heel Rusland én in de EU. Poetin en Doegin zouden de wegbereiders van het neofascisme in Europa zijn.
Echter, in 2021 moest Laruelle toegeven dat zij Doegins rol zwaar overschat had; Poetin en de filosoof gingen al sinds 2014 niet meer met elkaar om omdat zij juist inzake Oekraïne te zeer met elkaar van mening verschilden. Volgens Doegin deed Poetin niet genoeg om het lot van de burgers in Donbas te verbeteren, terwijl Doegin, in tegenstelling tot Poetin, de nationale identiteit van Oekraïne (dat hij nog als ‘Klein-Rusland’ beschouwt) niet zou erkennen.
Spijtig genoeg is het anno 2022 nog niet tot de reguliere media van de NAVO-landen doorgedrongen dat ook zij dit griezelverhaal naar het rijk der fabelen mogen verwijzen.
Niettemin bleven commentatoren en media Poetin een veelheid aan andere onverkwikkelijke zaken in de schoenen schuiven. Gezaghebbende kranten en politici begonnen de meest morsige informanten en bedenkelijke bronnen voor vol aan te zien. Zo zou Rusland, volgens een sensatieartikel in The New York Times van juni 2020, prijzen uitreiken aan soldaten omdat zij in Afghanistan Amerikaanse soldaten zouden hebben omgelegd.
Dezelfde gezaghebbende krant beweerde een maand eerder hoe Poetin het coronavirus toestond dood en verderf in de Verenigde Staten te zaaien, omdat hij kritisch zou staan tegenover Amerikaanse wetenschap en dus niets tegen het virus zou doen. (Terwijl iedereen die het Russische nieuws had gevolgd kon weten dat de regering-Poetin ten tijde van de covid-19-pandemie een buitengewoon draconisch inentingsbeleid voerde.) Geloofwaardige bronnen hoefde de krant niet aan te dragen: het paste in het voor de westerse nieuwsconsument erlaubte narratief.
In 2016 kende de anti-Poetincampagne ook in Nederland een hoogtepunt, toen toenmalig VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra tijdens het VVD-congres van dat jaar beweerde dat hij Poetin in 2006 zelf had horen praten over ‘Groot-Rusland’:
‘Ik was medewerker. Ik was weggestopt achter in het zaaltje waarin het plaatsvond. Maar ik kon heel goed horen wat het antwoord van Vladimir Poetin was op de vraag wat hij verstond onder Groot Rusland (...) Want Groot Rusland is waar hij naar terug wil. En zijn antwoord was: dat is Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en de Baltische Staten. En oh ja, Kazachstan, dat was nice to have.’
Op 11 februari 2018 moest hij toegeven dat hij over de gebeurtenis gelogen had
en helemaal niet bij zo’n bijeenkomst aanwezig was. Premier Mark Rutte hield echter vol dat de geloofwaardigheid van Zijlstra, nu minister van Buitenlandse Zaken, niet in het geding was gekomen. Er was volgens hem ook geen sprake van nepnieuws omdat Zijlstra eigenlijk iemand anders citeerde, die wel in het zaaltje zou zijn geweest. Een dag later verklaarde degene die wel in het zaaltje was, oud-Shell-topman Jeroen van der Veer, dat de minister hem verkeerd geciteerd had, vooral waar Zijlstra op Russisch expansionisme doelde. Poetins woorden over ‘Groot Rusland’ waren alleen historisch bedoeld en Poetin had er niet mee gesuggereerd het grondgebied van Rusland te willen uitbreiden, aldus Van der Veer. Hierop trad Zijlstra af als minister.
Voor Rutte had Zijlstra wel kunnen aanblijven. Hij noemde de vorm weliswaar ‘onhandig’, maar benadrukte dat de inhoud overeind bleef. ‘We kennen de politiek van Rusland: expansief naar de omliggende staten.’ De inhoud, daar ging het om. En laat ons niet vergeten dat Zijlstra het voor een goed doel deed: de angst voor Rusland verder cultiveren.
7.2.5 Democratische russofobie
In 2017, nadat de Democratische Partij in de VS de verkiezingen had verloren, werden ‘de Russen’ ervan verdacht de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zodanig te hebben gemanipuleerd dat de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump won. Die beschuldiging bleek echter onbewezen en werd later weerlegd. Wat de beschuldiging wel bleek te zijn, was een interessant geval van projectie. Want als er één mogendheid bedreven is in het vervalsen en manipuleren van buitenlandse verkiezingen, dan zijn het de VS zelf. (U hoeft maar de Bekentenissen van een economische huurmoordenaar van John Perkins uit 2004 erop na te slaan of de woorden van de oud-directeur van de CIA, James Woolsey te beluisteren, of te lezen waar in de wereld de VS volgens de Universiteit Harvard de plaatselijke democratische processen hebben verstoord dan wel ondermijnd.)
Onbewezen of niet, in plaats van de hand in eigen boezem te steken zou de Democratische Partij door de verloren verkiezingen een diepe rancune jegens Poetin blijven koesteren. Een van de meest saillante gevallen van recente russofobie (2019) kwam eveneens uit Democratischen huize, toen de partij het zoekraken van Hunter Bidens laptop aan de Russische geheime dienst weet. Ook dit bleek onbewezen en werd later weerlegd met feiten.
7.2.6 2021-2022: ontoerekeningsvatbaar
Al deze angst moest met daden beantwoord worden: nog in 2021 voerde de NAVO haar militaire acties aan de Russische grens verder op. En Rusland reageerde door met straaljagers nabij de EU-oostgrens te vliegen en met fregatten bij Scandinavië te patrouilleren. Als reactie daar weer op liet het Westen Roemenië onder de NAVO-vlag nota bene bij de kust van Rusland oefeningen met oorlogsschepen uitvoeren (operatie Sea Shield). Ook diplomatiek – of wellicht ondiplomatiek – voerde het Westen de hitte verder op door zich doof te houden voor de Russische zorgen en protesten en het land nog steeds geen veiligheidsgaranties te bieden.
De uiteindelijke inval in Oekraïne in februari 2022 heeft Poetins imago in het Westen uiteraard geen goed gedaan. Volgens de media en de politici zou Poetin in de nieuwe oorlogssituatie niet enkel een cynische machtspoliticus en een kwade genius zijn; neen, hij zou inmiddels ook niet meer toerekeningsvatbaar zijn, terminaal ziek zijn, zijn voeling met de buitenwereld zijn kwijtgeraakt, als een eenling de adviezen van zijn bewindslieden in de wind slaan, en hij zou aan wanen lijden.
Een opmerkelijke beeldvorming, want in de rest van de wereld, dus die gevrijwaard is van de westerse nieuwsvoorziening, is er weinig te merken van een geestelijke of intellectuele achteruitgang van de Russische president. Vladimir Poetin blijft daar hoge achting genieten, en tijdens staatsbezoeken, waar hij met alle egards ontvangen wordt, maakt hij een allesbehalve verzwakte of verwarde indruk. Zijn in het Westen grotendeels genegeerde toespraak voor het Sint-Petersburgs Economisch Forum in juni 2022 toonde Poetin, net als bij de Veiligheidsconferentie in 2007 in München, als een realpolitisch leider, die met oog voor de veranderende wereld op bedaarde maar scherpe wijze de toekomstplannen voor een multipolaire wereld uiteenzette. Zoals altijd begiftigd met een enorme dossierkennis benadrukte hij nog eens het belang van het voortbestaan van soevereine staten als Rusland, als remedie tegen de globalistische westerse overmacht.
Sinds de invasie houdt de westerse berichtgeving de misvatting in leven dat alleen iemand als Poetin het in zijn hoofd zou hebben gehaald Oekraïne binnen te vallen. Het is een narratief dat voorbijgaat aan het feit dat niet alleen Poetin, maar juist zijn regering en de Doema de drijvende krachten zijn achter de Russische geopolitiek. Tel daarbij op dat het merendeel van de Russen de huidige Russische regering steunt in haar speciale militaire operatie: het aantal Russen dat zich achter de regering schaart is sinds de invasie toegenomen tot driekwart van de bevolking.
Vladimir Poetin laat zich in zijn buitenlandbeleid juist kennen door zeer behoedzaam optreden. Het is aannemelijk dat iedere Russische president, gesteld voor deze existentiële bedreiging van de nationale veiligheid, Oekraïne zou zijn binnengevallen. Bedenk dat reeds in de jaren negentig Boris Jeltsin dezelfde bezwaren tegen de oostwaartse uitbreiding van de NAVO uitte. Een afzetten of elimineren van Poetin, waar westerse politici en media op zinspelen, zou de Russische strijd tegen de westerse omsingeling allesbehalve oplossen. Integendeel: de vrees bestaat dat een opvolger veel strijdvaardiger en proactiever zal optreden dan de omzichtige Poetin. De NAVO-uitbreiding raakt nu eenmaal aan Russische veiligheidsbelangen: een kwestie waarvan de concreetheid niet afhankelijk is van wie aan het hoofd staat van de Russische regering.
7.3 Oorlogszuchtige russofobie
Ook anno 2022 beweren westerse commentatoren, zoals de buitenlandredacteur van The Guardian Simon Tisdall, op 17 juli 2022 dat Poetin ‘Europa’ wil kapotmaken. Volgens Tisdall is er maar één manier waarop het Westen hierop kan reageren: met een totale oorlog. Het is een stelling die van een hypothese uitgaat waar, wederom, geen geloofwaardige argumenten of bewijzen voor aan te dragen zijn.
Als Rusland werkelijk van plan was geweest de EU zoiets aan te doen, dan is het kras dat het land zo veel geld en moeite heeft geïnvesteerd in de bouw van de Russisch-Duitse gaspijpleiding Nord Stream 2 (waar staatsbedrijf Gazprom de grootste belanghebbende van is) om Europa van Siberisch gas te voorzien. Had Rusland de EU willen kapotmaken, dat was ze allang daarmee begonnen door de gaskranen dicht te draaien en de gasverkoop aan de BRICS-landen op te voeren. Het feit dat Rusland nú de gastoevoer naar de EU-landen vermindert, is enkel een gevolg van het anti-Russische sanctiebeleid van die landen zelf. En het zijn díé landen die zelf willen afzien van het (rechtstreeks) afnemen van Russisch gas.
Russische onwil of onvermogen om de EU van gas te voorzien komen dus niet voort uit een ouder vooropgezet anti-Europees plan. Rusland heeft geen probleem met de EU of Oekraïne an sich: Rusland heeft een probleem met de NAVO.
7.4 De gevolgen van russofobie
De angstcultuur rond Rusland en de persoon van Poetin is het Westen tot drieërlei nut. Ten eerste: door de uiteindelijke aanleiding voor de oorlog in Oekraïne geheel op het falen van één ontoerekeningsvatbare persoon te schuiven, kan het Westen de eigen verantwoordelijkheid ervoor ontlopen. Ten tweede: door de diepere oorzaak van de oorlog – het Russisch verzet tegen oostwaartse NAVO-uitbreiding – publiekelijk weg te wuiven als een poging van die ene persoon om zijn kwade neigingen mee te camoufleren, kan de NAVO zich van kritiek vrijwaren. Vervolgens schrijft ze de dreiging op het conto van Poetin en kan zij, met een nieuwe noodzaak en een nieuw elan, de oostwaartse uitbreiding eenvoudig voortzetten. En ten derde: enkel binnen dit mediaklimaat van russofobie kunnen de globalisten (zie 3.7.1) via de westerse regeringen en bedrijven de militaire en economische oorlog tegen Rusland inzetten, en voortzetten. Voor de met gemeenschapsgelden gefinancierde militaire oorlog hebben zij het gunstig oordeel van de selectief voorgelichte, angstige burgers nodig, en voor het naleven van de sancties tegen Rusland hebben zij de door media-angst aangejaagde actiebereidheid van bedrijven nodig.
Concluderend: de NAVO blijft in haar propagandaslag herhaaldelijk Ruslands structurele, legitieme bezwaren tegen de NAVO-uitbreiding wegwuiven. En net als bij de karakterisering ‘niet-uitgelokt’ probeert zij met de demonisering van ‘dictator’ Poetin, de roekeloze waanzinnige, de aandacht van de westerse burgers af te leiden van het besef dat de NAVO deze strijd zelf uitgelokt heeft. Alleen met deze angst kan de NAVO, als agressor, binnen de westerse belevingswereld de gedaante van beschermer van de vrijheid aannemen, en kunnen de VS en hun vazallen hun imperialistische oorlog tegen Rusland legitimeren.
7.5 Westerse vatbaarheid voor propaganda
Het ziet er niet naar uit dat de westerse burger binnen afzienbare tijd gevrijwaard zal zijn van de hem omringende propaganda. De anti-Russische retoriek ondervindt vanuit de westerse volkeren maar weinig weerstand omdat zij hun als vanzelfsprekend voorkomt. De onkunde ten aanzien van Rusland is er nu eenmaal groot, en mensen vinden het moeilijk Rusland te begrijpen. Onbekend maakt onbemind, en de eenzijdige en onvolledige westerse berichtgeving over Rusland buit dat uit.
Ook met betrekking tot geopolitiek blijft Rusland de westerlingen een mysterie: zij hebben geen weet van de geopolitieke belangen van Rusland. Onder de vleugels van de NAVO hebben zij het afgeleerd te denken termen van realisme, machtsbalans, conflicten en verdediging, laat staan van geopolitiek. Hun wereldbeeld lijkt vooral te draaien rond fantasieën over de verbreiding van hun opvatting van vrijheid en democratie. Het is een op het eerste gezicht open wereldbeschouwing, die gebouwd is op een ouder eurocentrisme: de ietwat naïeve gewoonte van West-Europeanen om de wereld te beoordelen vanuit een eenzijdig Europees perspectief en de West-Europese ziens- en levenswijze als wenselijk en vooral universeel te zien. Dergelijk zelfgenoegzame eurocentrisme heeft aan populariteit kunnen winnen omdat het Westen ervan uitgaat dat het de Koude Oorlog gewonnen heeft door de eigen ideologische superioriteit.
Dit gebrekkige besef van ideologische grenzen maakt westerlingen ertoe geneigd een onverdraagzame en expansieve houding aan te nemen ten aanzien van afwijkende denkwijzen in de wereld. Zij vinden het de taak van de westerse mogendheden om andere volkeren tot de liberaal-democratische levensbeschouwing te bekeren (een neiging die ontstaan is als een geseculariseerde vorm van de christelijke zending en missie, en die generaties lang gebruikt werd als legitimering voor het westers kolonialisme). Zij kunnen het zich niet indenken dat niet iedereen hun wereldbeschouwing deelt of wil delen – hardvochtige cynici en dictators daargelaten – en dat dus, bijvoorbeeld, Rusland niet gebaat zou zijn bij het liberaal-democratisch model. Dat er miljoenen Oekraïners zijn die liever aansluiting met Rusland zoeken dan dat zij zich bij het Westen en de NAVO aansluiten, is voor hen even ondenkbaar.
Westerlingen, met name de trans-Atlantisch gevormden, konden het zich binnen de NAVO en de westerse nieuwsvoorziening veroorloven zich niet meer te bekommeren om het belang van verdediging van land, territorium en het zoeken naar een mondiale machtsbalans. Zij leefden binnen de oppermachtige Amerikaanse thalassocratie (zeemacht) die wereldwijd (proxy)oorlogen tegen onwillige landen enkel op veilige afstand uitvocht – zogezegd ter verbreiding van de democratie.
Voor de Russen, die mede vanwege de NAVO qua geopolitieke invloedssfeer minder comfortabel uit de Koude Oorlog zijn gekomen, en die bij uitstek een tellurocratie (landmacht) met kwetsbare buitengrenzen vormen, is het strategisch belang van land, territorium en het bereiken van een machtsbalans juist onverminderd belangrijk gebleven. Hun levenshouding is gericht op het verdedigen en behouden van het land: ze is behoudender, spiritueler, gelatener, conservatief en past meer bij die van een verticaal geleide, gesloten samenleving. Afgezien van enkele liberalen delen veruit de meeste Russen de westerse fantasieën over het instellen van een liberale democratie in Rusland dus niet. Russen hebben door de bank genomen vrede met het vertrouwde autocratische staatsbestel dat hun immense land ook thans bijeen en soeverein houdt (zie ook 5.2).
Het Russische conservatief-soevereinistische wereldbeeld is dus niet universalistisch of expansionistisch, in tegenstelling tot het liberale westerse gedachtegoed dat ontstaan is binnen een cultuur van zeevarende kooplieden en kolonisten in den vreemde. Geopolitiek gezien is de Russische leiding dus altijd, Ruslands geopolitieke overleving indachtig, hardop blijven denken en handelen in klassieke termen van macht, militaire verdediging en realisme.
Het Westen heeft dit na de Koude Oorlog niet of verkeerd begrepen: de verharde westerse propaganda van de Amerikaanse neoconservatieven – die Russisch geopolitiek realisme wegzet als machiavellistisch en cynisch – klinkt de slecht geïnformeerde westerse massa binnen de tanende trans-Atlantische zeemacht van nu geloofwaardig in de oren. Zelfs als blijkt dat juist de westerse machtspolitiek en het Amerikaans exceptionalisme getuigen van meedogenloos en cynisch geopolitiek realisme (zie 3.6). Een cynische machtspolitiek die manifester wordt als men beseft dat de VS de Russische erkenning van de volksrepublieken Loegansk en Donetsk op 21 februari 2022 als de schending van een soevereine natie kenschetsten, nadat zij zelf jarenlang her en der de soevereiniteit van diverse landen met voeten getreden hadden. Zo was het in februari 2014 de Oekraïense soevereiniteit die het moest ontgelden, toen de VS er de staatsgreep pleegden, er een regering aanwezen, met het Verenigd Koninkrijk de instituties hadden overgenomen en er aldus bij opeenvolgende regeringen het beleid bepaalden (zie ook 3.15 en 9.6). Maar het maakt veel goed als de Verenigde Staten bij dergelijke acties woorden als ‘vrijheid’, ‘democratie’ en ‘mensenrechten’ in de mond nemen.
Binnen de ideologische en militaire werkelijkheid van de unipolaire NAVO zijn westerlingen de noodzaak van geopolitiek realisme dus ontwend. Door haar geloof in een op westerse leest geschoeide conflictvrije wereld en de inwerking van de westerse propaganda bleef het voor de massa ondenkbaar dat een categorische veronachtzaming van Russische veiligheidszorgen de opmaat kon vormen voor de huidige gewapende strijd. En ook na 24 februari 2022 is er maar weinig wat op de kritische betrokkenheid van de westerse massa kan rekenen, behalve dan de daadwerkelijke inval in Donbas. Dankzij deze Russische noodgreep blijft nu spijtig genoeg enkel het beeld over van dat grote Rusland dat de soevereiniteit van een klein, democratisch geleid land schendt. De westerse propaganda doet vervolgens de rest door Rusland naar beproefd gebruik, vrij van context, nog krachtdadiger als het kwaad af te schilderen.
De kloof tussen oost en west zal blijven en lijkt onoverbrugbaar. Iedere Russische poging tot zelfverdediging wordt door het Westen beantwoord met agressie. Waar het Westen blijft geloven in zijn kruistocht voor democratie en vrijheid, daar blijft voor de Russen het geopolitiek realisme en het belang van de militaire verdediging van land van grote relevantie. Niet voor niets staat in de ogen van Rusland het verzet tegen de NAVO-uitbreiding in Oekraïne gelijk aan de Russische strijd om overleving. Dit, in tegenstelling tot westerlingen, voor wie Oekraïne niet meer is dan een goede investering en het voorwerp van westers inclusivisme. Voor de Russische beschaving staat Oekraïne dan ook voor ‘nu of nooit’: óf we krijgen die bufferzone, óf we worden onder de voet gelopen door de NAVO, verliezen we onze status als grote mogendheid en worden we na regimewisselingen leeggezogen, of erger (zie 9.8).
8 Oorlog tegen Rusland
Inmiddels woedt de strijd in Oost- en Zuid-Oekraïne voort. Een oorlog die niet zou zijn uitgebroken als de VS niet hun zinnen hadden gezet op oostwaartse NAVO-uitbreiding. Een oorlog in ons dierbaar Europa, die inmiddels duizenden mensen het leven heeft gekost en miljoenen mensen van huis en haard verdreven heeft.
8.1 Oorlogsbeleid
Wat al in de eerste weken van de oorlog opviel, was dat wat naar buiten toe als een lokaal, Russisch-Oekraïens conflict gepresenteerd was, weldra tot een EU-oorlog gemaakt werd. Zonder aarzelen mengde de Europese Unie zich in de oorlog door partij te kiezen tégen Rusland en vóór Oekraïne, en miljarden dollars aan wapens naar Oekraïne te sturen. Hiermee mat de EU zich de rol van militaire macht aan. De snelheid waarmee van alles in gang gezet werd was op zijn zachtst gezegd opmerkelijk, maar het was volledig in navolging van de VS, die hetzelfde deden.
De EU greep het uitbreken van de oorlog aan om snel door te pakken in haar pogingen Rusland op allerlei mogelijkheden van zichzelf af te snijden en Oekraïne aan zich te binden. De Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bood in maart 2022 Oekraïne zelfs prompt het EU-lidmaatschap aan. Van zo’n actie konden de VS voorafgaand aan de oorlog alleen nog dromen. Vóór de oorlog gold zo’n besluit nog als ondenkbaar en onverstandig, met name omdat Oekraïne te boek staat als een van de drie meest corrupte landen ter wereld. (Om nog te zwijgen van de verre van liberale Oekraïense democratie met haar openlijk racistische grondwet.) Tel daarbij op dat met name in Nederland de bevolking in 2016 duidelijk had aangegeven tegen ook maar een EU-associatieverdrag met Oekraïne te zijn.
Al deze haken en ogen zijn inmiddels, mede dankzij de inzet van de politici en de endemische nieuwsvoorziening binnen de EU, vakkundig weggepoetst. Er zijn nog maar weinig commentatoren die eraan durven te memoreren dat Oekraïne zwaar corrupt is en niet zal kunnen voldoen aan de Kopenhagen-criteria van de EU.
De Europese Unie had tevens in samenspraak met de regering-Biden terstond een pakket zware sancties paraat, variërend van een boycot op Russische olie en steenkool, het confisqueren van Russische tegoeden en het door middel van Swift blokkeren van betaalverkeer van en naar Rusland tot, zoals gezegd, het op zwart zetten van de Russische nieuwskanalen. En, zoals van tevoren overeengekomen tussen Duitsland en de VS, beëindigde bondskanselier Olaf Scholz de medewerking aan de geplande Russische gastoevoer via de pijpleiding Nord Stream 2.
In feite probeerde de EU Rusland zo veel mogelijk af te snijden van de eigen energiemarkt. Het was al met al een voortvarende actie die tegemoetkwam aan een oude wens van de Verenigde Staten, die zichzelf – en niet het nabijgelegen Rusland – zien als de grote gasleverancier voor Europa. De Verenigde Staten hadden al in 2019 te kennen gegeven alles in het werk te zullen stellen om de pijpleiding te stoppen. Om deze reden hadden de Verenigde Staten in 2019 sancties uitgevaardigd tegen al wie aan Nord Stream 2 zou meewerken. En nu steunen de VS dan de oorlog tegen Rusland, waarbij de sancties opgevoerd en het hele Nord Stream-project gestaakt worden.
8.2 Liever geen vrede
Gedurende de eerste maanden van de oorlog bleek tevens dat de VS en haar NAVO-partners een oplossing voor het conflict in Oekraïne niet wenselijk vonden: liever lieten zij de wapens spreken. Nog eind maart 2022 hield Vladimir Zelenski in Istanboel, onder de coördinatie van de Israëlische premier Naftali Bennett en Duitse diplomaten, vredesbesprekingen met de Russen. Maar net nadat Zelenski op de Oekraïense televisie had medegedeeld dat hij met de Russen een overeenkomst had laten opstellen waarin Zelenski toezegde de Oekraïense neutraliteit te zullen herstellen en de Minsk-akkoorden te zullen respecteren, en de Russen Oekraïne toezegden veiligheidsgaranties te bieden, werd Zelenski door de Britse premier Boris Johnson teruggefloten. Johnson was namens de VS eropuit gestuurd om Zelenski op andere gedachten te brengen: Oekraïne kan de oorlog tegen Rusland winnen, en het Westen zou Zelenski alle daarvoor benodigde wapens en geld leveren. Hierop brak Zelenski eenzijdig de voor 90 procent afgeronde vredesonderhandelingen af. Bennett en de onderhandelaars bleven verbijsterd achter.
Tot op heden blijft de westerse weigerachtige houding, met de Amerikaanse dovemansorentactiek van 26 januari 2022 (zie 4.4), van kracht. En hoewel Rusland bereid blijft tot verregaande vredesonderhandelingen, verzwijgen de politici en reguliere media van de NAVO-landen de afgebroken vredesbesprekingen in Istanboel: zij houden hun bevolkingen voor dat Vladimir Poetin niet genegen zou zijn tot vredesonderhandelingen, laat staan dat er met hem te onderhandelen valt.
8.3 Andermaal: expansionisme en imperialisme
In de vierde week van de oorlog rukten Russische troepen plotseling op naar Kiev. Westerse media riepen dat Rusland, na Kiev, nu heel Oekraïne zou innemen. Maar niet lang daarna trok het Russische leger zich terug, omdat de vredesbesprekingen in Istanboel (zie 8.2) zich in een doorslaggevende fase bevonden. Wat de Russen met de omsingeling van Kiev hadden beoogd, was om Zelenski’s regering tijdens de besprekingen zodanig onder druk te zetten dat zij ermee zou instemmen haar relatie met het Westen te herzien en de Oekraïense neutraliteit te herstellen. De Russen waren succesvol in deze aanpak, want niet lang daarna zou de Oekraïense regering dus aan de druk toegeven.
Op de grond slaagden de Russische strijdkrachten met hun mars op Kiev erin de Oekraïense strijdkrachten zover te krijgen dat zij hun aandacht en troepen rond de hoofdstad concentreerden, en niet in Donbas. Hierdoor ondervonden de Russen minder weerstand bij hun militaire acties in deze oostelijke streek. Tijdens de actie maakte het Russische leger ook communicatieknooppunten rond de hoofdstad onklaar, teneinde het verloop van de speciale militaire operatie in de Donbas en het zuiden nog verder te vergemakkelijken.
De mars op Kiev maakte deel uit van een Russische tactiek die het Westen niet kon of wilde begrijpen. Zo beweerde de nieuwsvoorziening in het Westen dat de Russen genoodzaakt waren zich uit Kiev terug te trekken omdat het Oekraïense leger hun de baas zou zijn. Had het leger zich niet met onze steun zo heldhaftig verweerd, dan zou Rusland heel Oekraïne hebben ingenomen, klonk het. Want dat zou het plan van Poetin zijn.
Een curieuze, stellig gemaakte bewering, waar werkelijk geen bewijs voor is. Ook de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer gelooft niet dat Rusland van plan was heel het gigantische Oekraïne onder de voet te lopen, in te lijven en deel te maken van de Russische Federatie. Rusland had daarvoor lang niet genoeg troepen (190.000 man) ingezet, laat staan genoeg reservetroepen beschikbaar. Bovendien had Rusland niet veel geïnvesteerd in vernieuwing van het oorlogsmaterieel. Dit wijst er nogmaals op dat de invasie op een vrij impulsief besluit berust (zie 4.4).
De bewering dat Rusland heel Oekraïne wil innemen is niet alleen ongegrond, ze onderschat ook de realiteitszin van de Russische regering. Door heel Oekraïne te veroveren, inclusief het westelijkere Oekraïense hartland van de nationalistische en prowesterse oblasti, zou Rusland zich een tweede Afghanistan-nederlaag (1979-1989) op de hals halen. De bevolking zou een langdurige, uitputtende (guerrilla)strijd tegen de bezetter voeren en Rusland zou tot in de lengte der dagen door de Amerikanen gesteunde opstanden moeten neerslaan. Neen, Rusland concentreert zich niet op vijandelijke gebieden: een blik in de geschiedenis van de Russische Federatie toont aan dat Rusland in haar nood Russischgezinde gebieden aan zich bindt (zie 3.12 en 3.14). Rusland is niet de Verenigde Staten, die onverrichter zake de aftocht slaan nadat ze zijn vastgelopen in kansloze, overzeese avonturen als Afghanistan, Syrië en Irak.
Een blik op de interactieve landkaart van Oekraïne bevestigt de Russische onwil om heel het land te beheersen (zie afb. 10). Rusland is bezig in Oekraïne de cruciale bufferzone (zie 3.10, 3.11, 3.12 en 4.1) van het arbitrair tot stand gekomen Oekraïense grondgebied uit te kerven. Die bufferzone komt, zoals voorzien, overeen met Novorossija, dat tsarina Katharina de Grote in 1774 op de Ottomanen veroverd had (Lieven, 2006, 30) en liet bevolken door goedgezinde volkeren, wier nakomelingen tot op heden Russisch georiënteerd zijn.
Afb. 10. – 3 september 2022: de door Rusland gecontroleerde
gebieden zijn roze gemarkeerd. (Bron: Ukraine interactive map)
Wellicht ten overvloede: ook anno 2022 is het doel van de totstandbrenging van deze bufferzones tweeërlei: ten eerste voorkomen dat geheel Oekraïne een NAVO-proxy (NAVO-gevolmachtigde) op Ruslands grenzen wordt – en dus dat de NAVO te dichtbij komt –, en ten tweede het volbrengen van de irredentistische opdracht tot bescherming van de bevolking in Donbas en aan de Zwarte Zeekust. Want hoewel het Westen en Oekraïne de beloften uit de Minsk-akkoorden, om de bevolking in Donbas te beschermen en haar een vorm van autonomie toe te kennen (zie 4.3) niet geëerbiedigd hebben, is Rusland ze allerminst vergeten. Met haar speciale militaire operatie implementeert Rusland op dit moment in feite unilateraal en met harde hand de Minsk-akkoorden, door de bevolking van Donbas en de Zwarte Zeekust te bevrijden uit de handen van het Oekraïense regime.
Het andere doel van de speciale militaire operatie is, zoals aangekondigd, het omvormen van de rest van Oekraïne tot disfunctionele staat (zie 3.14). Aangezien Zelenski en het Westen niet van zins zijn Oekraïne conform de Minsk-akkoorden weer tot neutrale staat te maken, proberen de Russen de Oekraïense rompstaat successievelijk voor zichzelf onschadelijk, en voor het Westen vleugellam en waardeloos te maken. Dit doen zij onder andere door in en rond steden de energievoorziening, de economische centra en de infrastructuur te vernietigen.
Uiteraard is het langetermijndoel van deze bufferzones en de neutralisatie van Oekraïne nog steeds het bereiken van enig herstel van evenwicht in de mondiale machtspolitiek, en bestendiging van de door het Westen betwiste Russische geopolitieke ruimte. Deze zijn en blijven tot op heden de hoofdredenen voor de Russische speciale militaire operatie, en die hebben, wederom, niets met Russische expansiedrang en imperialisme te maken.
9 De Amerikaanse oorlog
9.1 Opeenstapeling van fouten?
Deze Europese ramp overziende, dringt zich de vraag op waarom de Verenigde Staten het zover hebben laten komen. Vanwaar die anti-Russische propaganda? Vanwaar die dovemansorentactiek? Waarom bleef de NAVO ondanks alle waarschuwingen richting Rusland oprukken? En vooral: wisten de Amerikanen niet dat ze Oekraïne, door het overmoedig te maken en tegen Rusland op te zetten, in deze ellende zouden storten? Waarom hebben zij het verlies van zovele Europese mensenlevens geriskeerd? Is het allemaal te wijten aan hubris, een foute inschatting of misschien allebei, zoals in februari 2014, toen de Verenigde Staten Rusland naar verluidt verkeerd hadden ingeschat?
9.2 Rusland van Europa isoleren
Men moet zich geen illusies maken over de doelmatigheid waarmee de VS Rusland tot de oorlog uitgelokt hebben. Dit rampzalige beleid is weloverwogen tot stand gekomen: de waarschuwingen van experts en gezanten waren welbekend, maar zijn doelbewust in de wind geslagen.
Sinds in de jaren negentig de contouren van de multipolaire wereld onder invloed van opkomende mogendheden zichtbaar werden, heeft Amerika geprobeerd haar unipolaire status met man en macht te behouden. Nog steeds dulden de VS op het wereldtoneel geen concurrentie van opkomende mogendheden (zie 6.2 en 6.4). Het zich onder Vladimir Poetin herstellende Rusland, dat economisch steeds sterker wordt, de VS kan beconcurreren en in staat is een alternatieve geopolitiek te voeren, moet in hun ogen geneutraliseerd worden. Dat kan enkel slagen door de persoon van Poetin uit de weg te ruimen, desnoods door oorlog. Van die oorlog, een proxyoorlog in Oekraïne, zijn wij nu getuige.
Ook Europa moet niet te machtig worden of een alternatieve koers varen. Al sinds de Duitse eenwording in 1871 is het de grootste angst van de VS dat Rusland en Duitsland met elkaar zouden kunnen samenwerken en elkaar zouden kunnen versterken. Zo’n machtsblok zou een machtig Europa tot stand kunnen brengen, waardoor de rol van de VS uitgespeeld zou raken. Uiteindelijk zou Europa een economische en militaire bedreiging voor de VS kunnen vormen. De VS proberen dus al anderhalve eeuw lang Rusland te isoleren van Duitsland – en bij uitbreiding van Europa.
9.2.1 De kwestie-Duitsland
Deze strategie werd in 2015 uiteengezet door George Friedman. Friedman is de oprichter van de Amerikaanse geopolitieke inlichtingen- en analysedienst Stratfor (vaak ‘de schaduw-CIA’ genoemd). In zijn hoedanigheid van CEO en inlichtingenofficier van de organisatie legt hij in twee toespraken (hier en hier) uit wat de plannen van de Verenigde Staten voor Europa en Rusland zijn.
Friedman stelt dat volgens de VS Duitsland ‘Europa’s fundamentele fout’ is, omdat het land ‘zowel economisch sterk als geopolitiek kwetsbaar’ is. De VS moeten erop toezien dat Duitsland
niet losraakt van zijn banden met de EU, anders zou het opnieuw naar Rusland kunnen kijken en de Amerikaanse belangen in gevaar brengen (denk aan de reden voor de Amerikaanse permanente militaire bezetting van het grote Duitsland onder 3.2, en de EU als Amerikaans geopolitiek project onder 6.2).
Friedman merkt op dat de Duitsers ‘een heel complexe band met de Russen’ hebben, en dat het dus ‘de prioriteit van de Verenigde Staten [is] om te voorkomen dat Duits kapitaal en Duitse technologieën zich verenigen met Russische grondstoffen en arbeid’. Dit was eeuwenlang ‘de grote vrees van de Verenigde Staten’. Hun oerangst is ‘een hegemoon die er alle natuurlijke grondstoffen van Europa kan controleren. Een eeuw lang, tijdens de Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog, was het buitenlandbeleid van de VS erop gericht zoiets te voorkomen.’
‘Degene die mij kan vertellen wat de Duitsers gaan doen, die kan mij de geschiedenis van de komende twintig jaar vertellen. Maar helaas hebben de Duitsers nog geen keuze gemaakt. En dat is altijd het probleem van Duitsland geweest: economisch enorm machtig, geopolitiek erg breekbaar, en nooit echt in staat die twee met elkaar te verzoenen’, aldus Friedman.
9.2.2 Cordon sanitaire om Rusland
Het is voor de VS dus van groot belang Rusland en de EU van elkaar te scheiden. Volgens Friedman proberen de VS dit, onder andere, door een cordon sanitaire rondom Rusland te trekken. In Europa loopt dat cordon tussen het Balticum en de Zwarte Zee: dus vanaf de basis van het schiereiland Europa. Mede hiermee kunnen de VS de Europese Unie ervan weerhouden dat zij beleid voert dat tegen de Amerikaanse belangen ingaat.
Militair gezien verstevigen de VS dit cordon sanitaire door Oekraïne te bewapenen en haar leger te trainen en, buiten de NAVO en de EU om, de oostelijke NAVO-lidstaten Polen, Bulgarije, Roemenië en de Baltische staten van wapens te voorzien (zie 4.2). Via de Amerikaanse generaal Hodges onderhouden de VS dus afzonderlijke, bilaterale betrekkingen met deze Oost-Europese lidstaten (zie Poetins rede onder 4.4). Met dit cordon sanitaire ‘maken de VS aan de Russen duidelijk dat zelfs als jullie Oekraïne terug zullen verwerven, dat wij jullie zullen stoppen. En dit gebeurt buiten de NAVO om, zonder enige verwachting op hulp van de Europeanen. De Europeanen worden hierin weer irrelevant.’ (Met ‘de Europeanen’ bedoelt Friedman de EU. We zagen deze strategische aandacht voor afzonderlijke Oost-Europese lidstaten al in 2003, toen minister van Defensie Donald Rumsfeld verklaarde in de Irakoorlog beter zaken te kunnen doen met Oost-Europa dan met het ‘oude Europa’ – MB.)
Van dit cordon sanitaire is ‘Rusland zich bewust. Rusland gelooft dat de Verenigde Staten de Russische Federatie proberen te breken’, zegt Friedman. Maar tegelijkertijd moet Rusland voor haar veiligheid juist in het Westen de zaken op orde hebben: de bufferstaten Oekraïne en Wit-Rusland bevinden zich daar. Dat betekent dat de eerdergenoemde demarcatielijn met het Westen (zie onder 3.11) in de ogen van de Russen niet overschreden kan worden. Daarom kan Rusland enkel ‘leven met een neutraal Oekraïne, maar niet met een prowesters Oekraïne’. (Dit is niet helemaal waar: Rusland heeft er vrede mee dat Oekraïne lid kan worden van de EU, maar kan niet accepteren dat het land lid van de NAVO zou worden – MB.)
9.2.3 Europese staten tegen elkaar uitspelen
Ten slotte, over het controleren van Eurazië merkt Friedman op dat hoewel de VS alle zeeën beheersen en een rijk in handen hebben, zij niet overal kunnen interveniëren. In plaats daarvan moeten zij hier en daar ingrijpen en toeslaan om vijanden uit balans te brengen, en ervoor zorgen dat er in ons werelddeel verdeeldheid heerst zodat de Amerikanen er een officier kunnen aanwijzen:
‘De Verenigde Staten hebben een fundamenteel belang. Zij beheersen alle wereldzeëen: dat is geen andere mogendheid nog gelukt. Daardoor kunnen wij bij volkeren invasies uitvoeren, en kunnen zij bij ons geen invasies uitvoeren. Heel fijn is dat. Dus machtsbehoud over de zee en de ruimte ligt aan de basis van onze macht. De beste manier om een vijandelijke vloot te verslaan, is door deze niet te laten bouwen. De manier waarop de Britten ervoor zorgden dat geen enkele Europese mogendheid een vloot kon bouwen, is door ervoor te zorgen dat de Europeanen elkaar naar de keel vliegen. Het beleid dat ik zou aanbevelen (inzake Europa en Rusland – MB) is het beleid dat Ronald Reagan voerde ten aanzien van Iran en Irak. Hij financierde beide partijen, zodat ze tegen elkaar zouden vechten en niet tegen ons. Dit was cynisch, het was zeker niet moreel, het werkte. (…) Groot-Brittannië bezette India niet, het nam verschillende Indiase staten in beslag en zette ze tegen elkaar op en leverde een paar Britse officieren voor een Indiaas leger.’
Voor de VS was de ‘officier’ de hierboven genoemde generaal voor Europa, Ben Hodges.
De VS hebben dus geen belang bij een vreedzame co-existentie tussen de EU en Rusland. Zodra wij in vrede met elkaar leven, dreigt de rol van de VS uitgespeeld te raken en smeden Rusland en Europa een machtig verbond. Dus spelen de VS de Europese staten tegen elkaar uit, zetten zij ze op tegen Rusland, en proberen zij Rusland te omsingelen en onder meer van de EU te isoleren.
9.3 Hybride oorlogsstrategie
Deze isoleringspogingen vereisten een lange adem. De VS hebben daarvoor zowel in Oekraïne en Georgië als in Syrië (een Russische bondgenoot met havens aan de Middellandse Zee) zogeheten hybride oorlogen gevoerd. Deze hybride oorlogen hebben tot doel het aansturen op regimewisselingen, zodat die landen economische (kapitalistische), politieke (liberale) en militaire (NAVO-)bondgenoten van de VS zouden worden. Het voordeel is dat er bij zulke oorlogsvoering geen Amerikaanse manschappen aan te pas komen.
Volgens de Moskouse politicoloog Andrew Korybko (2015) bestaat Amerikaanse hybride oorlogsvoering uit twee processen. Eerst organiseren de VS in de landen een zogeheten zachte poging tot staatsgreep, bijvoorbeeld bij wijze van een kleurenrevolutie. Die bestaat uit het aanwakkeren van onvrede onder de bevolking, het verspreiden van desinformatie, oproepen tot meer democratie, hameren op de naleving van westerse waarden, demonisering van de zittende macht of mogendheid, de inzet van ngo’s en (extremistische) revolutionaire groeperingen.
Verloopt die staatsgreep niet (helemaal) succesvol, dan zetten de VS een harde staatsgreep in (Korybko, 2015, 10): compleet met de onconventionele oorlogsvoering via scherpschutters en het creëren van chaos. In het geval van Syrië heeft het Russische leger in 2017 de onconventionele oorlog de kop weten in te drukken. In Oekraïne is dat de Russen in 2014, zoals bekend, niet gelukt.
9.4 Rusland uitputten en aan het wankelen brengen
Het aanvankelijke doel van deze hybride oorlogen was dus destabilisatie van Syrië en Oekraïne, gevolgd door regimewisselingen. Maar het uiteindelijke doel, de ‘hoofdprijs’, bevindt zich oostelijker: Rusland. Die proberen de VS mede via Syrië te isoleren en via Oekraïne (vroeger ook via Georgië en Tsjetsjenië) te destabiliseren. China zal de volgende te destabiliseren grote concurrent op de lijst zijn, maar die zal via de reeds vergevorderde Amerikaanse militaire omsingeling vanuit de Stille Oceaan, Taiwan, strengere sancties en, in het ergste geval, via Rusland worden aangepakt. Maar in het kader van de huidige oorlog zal ik mij tot de beoogde destabilisatie van Rusland beperken.
De gebeurtenissen vanaf 2014 laten met betrekking tot Rusland een drieledige destabilisatiestrategie zien: de NAVO intimideert Rusland met wapens en oorlogstrainingen in Oekraïne; de VS en de EU voeren de informatieoorlog tegen Rusland verder op (zie 7.2); zij stellen zware economische sancties tegen Rusland in.
Deze strategie werd drie jaren vóór de oorlog nog op toegankelijke wijze uitgewerkt door de Rand Corporation. Rand Corp. is een advieslichaam voor het Pentagon en wordt voor drie vierde gefinancierd door het Amerikaanse leger. Ze gaat er prat op dat ze heeft geholpen bij het uitstippelen van de kosteneffectieve strategie waarmee de Verenigde Staten de Koude Oorlog konden winnen. Toen dwongen de VS de Sovjet-Unie ertoe in Afghanistan al haar middelen te verbruiken in een slopende militaire confrontatie met de door de VS in het leven geroepen en militair uitgeruste Moedjaheddien. Dit succesvolle model heeft geleid tot het Rand Corp-plan uit 2019, getiteld Overextending and Unbalancing Russia – Assessing the Impact of Cost-Imposing Sanctions (‘Rusland overbelasten en uit evenwicht brengen – Beoordeling van de impact van kostenverhogende sancties’). De titel verraadt het doel: Rusland dwingen zichzelf door uitgaven te overbelasten zodat zij omvergeworpen kan worden.
Hier volgen de aanbevelingen uit het plan.
9.4.1 Economische oorlog
Rusland moet internationaal worden aangevallen op haar sterkste kant: haar economie, die sterk afhankelijk is van de aardgas- en olie-export (blz. 3). Bedrijven en banken moeten deze export boycotten en tegelijkertijd moet de EU ertoe worden aangezet de invoer van Russisch aardgas terug te brengen, en dit aardgas te vervangen door vloeibaar aardgas. (Dit veel duurdere vloeibaar aardgas moet uit de VS komen, hetgeen de economie van Amerika als netto-exporteur van aardgas weer ten goede komt – zie ook 8.1.)
9.4.2 Informatieoorlog
Gelijktijdig moeten de VS in Rusland en daarbuiten een mediacampagne voeren die in het binnenland protesten tegen de regering aanmoedigt en in het buitenland het imago van Rusland ondermijnt (blz. 5). Rand Corp. noemt de volgende punten: ‘Het vertrouwen in het Russische kiesstelsel verlagen (…) De perceptie creëren dat het regime het algemeen belang niet nastreeft (…) Binnenlandse protesten en ander geweldloos verzet aanmoedigen (…) Het imago van Rusland in het buitenland ondermijnen.’ (Blz. 5.)
Bevordering van het liberaal maken van Ruslands bondgenoot Wit-Rusland vindt de Rand Corp. niet opportuun, omdat dat een te krachtige Russische tegenreactie zou kunnen uitlokken, ‘die zou resulteren in een algehele verslechtering van de veiligheidsomgeving in Europa en een tegenslag voor het Amerikaanse beleid’ (blz. 4).
9.4.3 Militaire inzet
En dan de militaire kant van de Rand Corp.-strategie. De Europese NAVO-landen moeten hun strijdkrachten uitbreiden en in een anti-Russische opstelling brengen. De NAVO moet oorlogstrainingen aan de grens met Rusland houden en bommenwerpers herpositioneren binnen het bereik van belangrijke strategische Russische doelen. Ook moeten er tactische kernwapens op locaties in Europa en Azië ingezet worden (blz. 7) en moet de Amerikaanse marine duidelijker aanwezig zijn in de Zwarte Zee (blz. 8).
Vervolgens kunnen de VS, door wapenhulppakketten aan Oekraïne te leveren, ‘Ruslands grootste externe kwetsbaarheid uitbuiten’. ‘Maar’, zo voegt de Rand Corp. eraan toe, ‘iedere toename aan levering van Amerikaanse militaire wapens en advies aan Oekraïne moet zorgvuldig worden afgestemd teneinde de kosten voor Rusland, van het in stand houden van haar bestaande verbintenis, te verhogen zonder een veel groter conflict uit te lokken waaruit Rusland, door haar nabijheid, aanzienlijke voordelen zou kunnen halen’ (blz. 4).
Verder: ‘Het veroveren van Transnistrië en het verdrijven van de Russische troepen uit de regio zou een klap zijn voor het Russische prestige, maar het zou Moskou ook geld besparen en mogelijk extra kosten met zich meebrengen voor de Verenigde Staten en hun bondgenoten.’ (Blz. 4.) Rand concludeert, onder andere met betrekking tot de Amerikaanse acties in Oekraïne: ‘Door elke optie zorgvuldig af te stemmen om het gewenste effect te verkrijgen, zal uiteindelijk Rusland de hoogste prijs betalen in haar confrontatie met de VS, maar zullen de VS en hun bondgenoten omvangrijke middelen moeten investeren om die van andere doeleinden af te leiden’ (blz. 12.).
Die confrontatie met de VS zien we zich nu ontvouwen in Oekraïne: het ‘veel grotere conflict’ is dan toch uitgelokt. De meeste van de aanbevelingen van Rand Corp. zijn, zoals we weten, al opgevolgd.
9.4.4 Inspelen op zwakke en sterke plekken
Rand speelt dus in op zowel de zwakte van Rusland (Oekraïne en Ruslands ‘diepe angst’ [blz. 2] voor haar veiligheid) als de kracht van Rusland (haar op energie-export gebaseerde economie). Ze raadt de Amerikaanse regering en het Pentagon aan om Rusland zover te krijgen dat ze, verschrikt door westerse bewapening van Oekraïne, verzand raakt in een kostbare, eindeloze wapenwedloop om haar nationale veiligheid. Ondertussen moeten westerse sancties op de vitale Russische export haar economie verzwakken. Beide moeten Rusland zo ver verzwakken dat de bevolking, geïnspireerd door de negatieve westerse propaganda, aan een regimewisseling toe zal zijn.
Wij zien in de aanloop naar de huidige oorlog dat de Verenigde Staten en hun bondgenoten inderdaad Ruslands zwakke en sterke plekken tot het uiterste hebben beproefd. Nadat de VS Oekraïne de afgelopen jaren hebben bewapend, dus op een manier die ‘zorgvuldig afgestemd is zodat de kosten voor Rusland opgevoerd worden’, zag Rusland zich genoodzaakt in te grijpen. Het land kon geen kant meer op: het zat vast in de vanuit Europa en Azië steeds strakker aangetrokken politieke, economische en militaire wurggreep van de VS en de NAVO, terwijl het ter oren gekomen was dat een groot door de NAVO gesteund offensief tegen de bevolking in de Donbas aanstaande was.
Vanaf dat moment zouden Rusland en het Westen oog in oog met elkaar staan.
9.5 Proxyoorlog tegen Rusland
Het gedrag van de VS voorafgaand aan de oorlog – dus het goed opleiden en uitrusten van de Oekraïense strijdkrachten, de diplomatieke onwil, de dovemansorentactiek en de vijandige taal – wijst erop dat de VS de oorlog op het Oekraïense slagveld lang hadden voorzien. De Oekraïense vlakten zijn precies de plaats waar zij Rusland willen ontmoeten. Daar kunnen de VS hun verzwakkingsstrategie stringenter en directer op Rusland toepassen, totdat Rusland ineenzijgt. Conform de geslaagde strategie van Rand Corp. in Afghanistan kan deze verzwakking alleen slagen als Rusland, net als de Sovjet-Unie destijds, zo lang mogelijk in een wapenwedloop verstrikt raakt totdat ze uitgeput raakt.
Deze uitputtingsoorlog is een klassieke Amerikaanse proxyoorlog: één partij, in dit geval de VS, laat een andere partij, Oekraïne, als gevolmachtigde een oorlog voeren, en treedt daarbij enkel op als achterman. De VS leveren de economische, ideologische, logistieke en militaire steun, zodat er geen Amerikaanse manschappen of Amerikaans territoir aan te pas hoeven te komen. De Amerikaanse regeringen kozen voor deze strategie omdat er in de Verenigde Staten weinig politiek draagvlak zou zijn voor nog een overzeese missie met verlies van Amerikaanse mensenlevens. Maar door in Europa de angst voor Rusland aan te wakkeren, zijn de VS erin geslaagd ook Groot-Brittannië en de de EU-lidstaten bereid te vinden de oorlog mede te financieren en offers te brengen. Het aantal huurlingen vanuit de EU en het Verenigd Koninkrijk in Oekraïne is aanzienlijk. Het resultaat is een kosteneffectieve Amerikaanse oorlog bij volmacht, met Oekraïne en de EU in de voorste linie, gekoppeld aan een kosteneffectieve Amerikaanse destabilisatiecampagne en economische sancties tegen Rusland.
Amerikaanse politici maken geen geheim van deze proxyoorlogstactiek.
In 2016 spraken de neoconservatieve Amerikaanse senatoren Lindsey Graham en John McCain
de Oekraïense soldaten toe, waarin Graham zei: ‘Jullie strijd is onze strijd. 2017 wordt het jaar van onze aanval. We gaan allemaal terug naar Washington en we zullen de zaak tegen Rusland doordrukken. We hebben genoeg van die Russische agressie. Het wordt tijd dat zij een zwaardere prijs gaan betalen.’
Het Amerikaanse Congreslid Adam Schiff sprak in 2020 dat de VS Rusland in Oekraïne gaan bevechten, en ‘niet hier’:
‘Het belangrijkste is dat de militaire hulp die we Oekraïne bieden, de Amerikaanse nationale veiligheidsbelangen in de regio en daarbuiten helpt beschermen en bevorderen. Amerika heeft er blijvend belang bij het Russische expansionisme een halt toe te roepen en zich te verzetten tegen de pogingen van welke natie ook, om de landkaart van Europa opnieuw in te richten door middel van militair geweld, ook al hebben we daar tienduizenden troepen gestationeerd. Bovendien, zoals een getuige het stelde tijdens onze inbeschuldigingstelling, helpen de Verenigde Staten Oekraïne en haar volk zodat we Rusland daar kunnen bevechten en we Rusland niet hier hoeven te bevechten.’
En op 11 mei 2022 verklaarde Congreslid Dan Crenshaw desgevraagd waarom hij een dag eerder had ingestemd met nog eens 40 miljard dollar ‘hulp’ aan Oekraïne: ‘Omdat investeren in de vernietiging van het leger van onze tegenstander, zonder ook maar één Amerikaanse soldaat te verliezen, mij een goed idee lijkt.’
Het feit dat de NAVO zich in deze strijd volledig bij de VS heeft aangesloten en Oekraïne met regelmaat miljarden euro’s aan wapentuig en ondersteuning toedeelt, is andermaal een weerlegging van de ook nu nog gehoorde bewering dat de NAVO een ‘defensieve’ organisatie voor haar lidstaten zou zijn (zie 3.8). Zelfs de NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg erkende op 30 juni 2022 dat de NAVO zich al sinds 2014 heeft voorbereid op een confrontatie met Rusland.
Wat in de westerse media – om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen – nog steeds als een oorlog om Oekraïne gepresenteerd wordt, is en blijft een Amerikaanse oorlog bij volmacht tegen Rusland, ten koste van de Oekraïners. Een oorlog in Europa waarbij de EU, die voor haar buitenlandbeleid van de VS afhankelijk blijft, als plaatselijke aanjager geldt. De VS en de EU leveren wapens en laten Oekraïners sterven om zoveel mogelijk Russen te doden.
Het is de vraag wanneer de Oekraïners beseffen dat zij voor de VS een oorlog aan het uitvechten zijn. Een oorlog die zo lang mogelijk moet duren. Wanneer komen de EU-lidstaten ervoor uit dat dit niet hun oorlog is? Schrijver dezes besefte vanaf dag één dat dit een Amerikaanse proxyoorlog tegen Rusland was, The Washington Post besefte het op 10 maart, Michael Ignatieff besefte het op 22 maart, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, noemde het op 26 april en The New Yorker op 1 mei 2022. Wie volgt?
9.6 VS hebben aangestuurd op oorlog
Aan de hand van het chronologisch verloop van de gebeurtenissen voorafgaand aan de oorlog, valt de uitgestippelde strategie van de Amerikaanse regering en advieslichamen als Stratfor en Rand Corp. duidelijk waar te nemen. De VS passen de economische, geopolitieke, ideologische, informatie- en militaire maatregelen toe, door: een cordon sanitaire rond Rusland te sluiten; regimewisseling bij Russische bondgenoten aan te wakkeren; russofobie in het Westen aan te wakkeren; Rusland militair te omsingelen en te intimideren; ‘beledigingendiplomatie’ op te voeren; langdurige sancties in te stellen; Russische geopolitieke belangen categorisch verkeerd uit te leggen; Rusland stringenter te isoleren; doof te blijven voor Russische grieven; aanvoer van oorlogsmaterieel en de oorlogstaal op te voeren.
Uiteindelijk, in de laatste fase na januari 2021, sinds het aantreden van Joe Biden als president, meende de Amerikaanse regering de Russische voorstellen tot onderhandeling andermaal te negeren, Rusland verder te provoceren met wapens aan haar kwetsbare westgrens, Oekraïne verder tegen Rusland op te zetten, nog meer versmorende sancties in te stellen en Rusland in een oorlog te lokken.
Let wel: in 2019 werd Vladimir Zelenski bij overgrote meerderheid (73 procent) tot president verkozen op speerpunten die, na de rampzalige Porosjenko-tijd, vrede met Rusland hadden moeten bewerkstelligen. Zelenski was niet bijzonder geïnteresseerd in NAVO-toetreding, wilde vrede en normalisering van de banden met Rusland, en hij beloofde, als hij president zou worden, de neutraliteit te herstellen en de Minsk-akkoorden (zie 4.3) na te leven.
Alles veranderde echter toen hij in 2021 anti-Russische taal begon uit te slaan, de Russische taal afschafte in het onderwijs en aandrong op NAVO-toetreding. Deze curieuze draai – een verbreken van verkiezingsbeloften – is enkel te begrijpen als we beseffen dat kort daarvoor, in januari, de Democraat Joe Biden verkozen was tot president van de Verenigde Staten. Van Joe Biden was te voorspellen dat hij, als president, een bijzondere belangstelling voor Oekraïne aan de dag zou leggen en zich verregaand zou inlaten met de Oekraïense politiek. De Democratische Partij was tijdens de regering-Trump sterk anti-Russisch geworden, en reeds onder president Barack Obama was vicepresident Biden, vervuld van anti-Russische sentimenten, in het bijzonder belast met de portefeuille Oekraïne. Hij had een instrumentele rol gespeeld in de gewelddadige regimewisseling van 2014, en zowel hij als zijn zoon Hunter Biden had sindsdien veel lucratieve zaken in de makkelijk corrumpeerbare marionettenstaat lopen.
In hun ambities om Oekraïne tegen Rusland op te stoken hadden de VS reeds in 2008 eigenhandig de NAVO ingezet. Het waren de VS die tijdens de NAVO-top in dat jaar de kandidatuur van Oekraïne en Georgië doordrukten, terwijl landen als België, Nederland, Frankrijk en Duitsland tegen waren (zie 3.10). Maar Amerika was en is de machtigste factor binnen de NAVO, en de overige lidstaten zijn praktisch cliëntenstaten. Dus in de praktijk is de NAVO eraan gehouden datgene uit te voeren wat de Verenigde Staten willen. 2022 zou het moment inluiden waarop de VS Oekraïne militair konden inzetten tegen Rusland.
De Russen begrijpen al te goed dat het de VS zijn die successievelijk erin geslaagd zijn Oekraïne als wapen tegen Rusland in te zetten. Zij beseffen dus ook dat als zij hun grieven over de NAVO-uitbreiding kenbaar willen maken, dat zij zich tot president Biden en diens neoconservatieve minister van Buitenlandse Zaken Blinken moeten richten. Niet tot de tot onderhandeling genegen Franse president Emmanuel Macron of iemand als de NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg. Biden en Blinken geven echter niet thuis, dus krijgt Poetin steeds met Europese gesprekpartners te maken, terwijl iedereen weet dat de beslissingsbevoegdheid niet bij hen, maar in Washington ligt.
9.7 Na verzwakking regimewisseling
Een vreedzame oplossing voor dit conflict zal dus niet van de Amerikanen komen. Er is Amerika en haar aanjagers te veel aan gelegen deze oorlog te laten voortduren. Reeds in maart 2022, in een inmiddels van YouTube weggecensureerd gesprek concludeerde het Amerikaanse oud-Congreslid en reserviste Tulsi Gabbard: ‘Er is niets aan de regering-Biden dat bijgedragen heeft aan een verbetering of de-escalatie van deze situatie. Daarom is de enige conclusie die ik kan trekken (…) dat wat zich voor onze ogen voltrekt [deze oorlog in Oekraïne], precies is wat ze willen laten voortgaan.’
En in wat op een verspreking lijkt, liet de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin zich eind april 2022 ontvallen dat de VS willen dat Rusland in de oorlog ‘zodanig verzwakt raakt, dat zij nooit meer zoiets kan uithalen als het binnenvallen van Oekraïne’.
Viktor Orbán erkende in zijn moedige toespraak in Băile Tuşnad op 23 juli 2022 dat de sancties tegen Rusland er niet zozeer op gemikt zijn het land zodanig te verzwakken dat het uit Oekraïne vertrekt, maar dat ze ingesteld zijn om Rusland zelf zodanig te verzwakken dat het leiderschap in Rusland erdoor gedestabiliseerd raakt.
Het is dan geen wonder dat de Russen de westerse pogingen tot destabilisatie van Oekraïne vanaf 2008 met argusogen hebben bekeken. Al vanaf september 2013 konden zij vernemen wat het uiteindelijke doel was van de verwestersing van Oekraïne. Carl Gershman, van de uit de CIA voortgekomen en door het Amerikaanse Congres betaalde, wereldwijd opererende National Endowment for Democracy (zie 3.13), schreef dat jaar in The Washington Post: ‘De keuze van Oekraïne om zich bij Europa aan te sluiten, zal de ondergang van de ideologie van het Russische imperialisme, die Poetin vertegenwoordigt, versnellen.’ Hij voegde eraan toe: ‘Ook de Russen staan voor een keuze, en Poetin zou wel eens aan de verliezende kant staan, niet alleen in het nabije buitenland, maar ook binnen Rusland zelf.’ (Mearsheimer in Foreign Affairs, Sept/Oct 2014, blz. 80.)
Begrijpelijkerwijs, en terecht, heeft de Russische regering in 2015 de National Endownment for Democracy uit Rusland verbannen.
Volgens de VS is regimewisseling in Rusland gunstig voor de liberale wereldorde. Maar ze zal wel offers vergen van de westerse bevolkingen. In antwoord op de vraag wat de Amerikaanse regering tegen al die gezinnen zegt die vanwege de sancties geen benzine meer kunnen bekostigen, antwoordde regeringsadviseur Brian Deese in juli 2022: ‘Het gaat hier om de toekomst van de liberale wereldorde en we moeten standvastig blijven.’ De Russen beseffen dat die ‘liberale wereldorde’ niet meer is dan een synoniem voor het Amerikaanse imperium. Zij staan nu voor de keuze: steun Poetin of steun de ondergang van Rusland.
9.8 Na regimewisseling: Rusland opdelen
Nadat Rusland via Oekraïne is verzwakt en tot een regimewisseling heeft moeten overgaan, dient het land vervolgens opgedeeld te worden in kleinere staten. Het is een oude wens van westerse mogendheden: Adolf Hitler fantaseerde al in Mein Kampf erover. De eerste neoconservatieve prominent die na de Koude Oorlog het Amerikaanse belang in opdeling het duidelijkst verwoordde, was de van oorsprong Poolse, russofobische, politiek wetenschapper en geostrateeg Zbigniew Brzeziński (zie 3.10). Brzeziński was nationaal veiligheidsadviseur voor president Jimmy Carter en buitenlandadviseur voor president Barack Obama. Net als zijn inspirator Halford McKinder, de grondlegger van de Angelsaksische geopolitiek, gelooft hij dat het in de geopolitiek draait om de confrontatie tussen de zeemacht (de VS en hun vazallen) en de landmacht (Eurazië met het Russische hartland). (Zie 7.5.)
In zijn beknopt geschreven maar invloedrijke boekje The Grand Chessboard (1997) erkent Brzeziński dat de Amerikaanse zeemacht pas wereldheerschappij zal kunnen bereiken als zij het Euraziatische continent beheerst. Hij voert aan dat het belangrijkste strategische doel van de Verenigde Staten eruit bestaat hun invloed in Centraal-Azië en de post-Sovjetruimte uit te breiden, en dan voornamelijk naar Rusland, omdat zij het grootste gebied van deze grondstoffenrijke ruimte beslaat. En dan gaat het erom dat de VS moeten verhoeden dat Europa, Rusland en China met elkaar gaan samenwerken. Evenals George Friedman onder 9.2.3 stelt Brzeziński dan ook dat de VS er belang bij hebben dat er geen vrede maar onrust heerst op ons continent. Onderlinge oorlogen weerhouden de Euraziatische mogendheden ervan hun krachten te verenigen, zodat de Verenigde Staten (mede)zeggenschap over grote delen van Eurazië kunnen behouden. (De Verenigde Staten kunnen dan optreden als zowel aanstichter als beslechter van conflicten.)
Brzeziński benadrukt het belang van een opdeling van Rusland. Hij suggereert dat Eurazië er beter van zou worden als Rusland zou opgaan in drie losse republieken. Die zouden, afgescheiden van Rusland, disfunctioneel zijn en niet in staat zich te verdedigen tegen westerse machten. Amerika zou deze strategie de komende tijd moeten aanmoedigen, omdat alleen zo’n Rusland zal afzien van ‘imperiale verlokkingen’ (Brzezinski, 1997, 202-3).
Oekraïne beschouwt hij als het laatste bastion van het ‘Russische rijk’. Alleen de definitieve scheiding van Oekraïne van Rusland en de vestiging aldaar van een prowesterse politieke elite zullen de Verenigde Staten tot voordeel zijn. Daarom vormt Oekraïne ‘een nieuwe en belangrijke ruimte op het Euraziatische schaakbord, (…) een geopolitieke spil, omdat haar voortbestaan als onafhankelijk land zal helpen om Rusland om te vormen. Zonder Oekraïne zal Rusland ophouden een Euraziatisch rijk te zijn’. (46) Hij waarschuwt ervoor dat als Rusland de controle over Oekraïne terugkrijgt, dat ‘Rusland daardoor automatisch weer de middelen krijgt om een machtige imperiale staat te worden, die Europa en Azië omspant’ (blz. 46).
Zoiets is uiteraard onwenselijk, omdat alleen de VS de status als hegemoon toekomt.
Ook tijdens het uiteenvallen van de Sovjet-Unie leefde deze wens in de VS. In zijn memoires, Duty (2015), roept de voormalige minister van Defensie en voormalige chef van de CIA, Robert Gates (zie 3.9), in herinnering dat de toenmalige neoconservatieve vicepresident, Dick Cheney (die rijk is geworden van de Amerikaanse oorlog in Irak), hem zei dat hij niet alleen de Sovjet-Unie wilde laten ontmantelen, maar ook Rusland zelf (Gates, 2015, 125).
De ideeën van Brzeziński en Friedman, en de beginselverklaring van het Project for the New American Century (zie 3.7.1), kunnen we beschouwen als de openbare verklaringen van het Amerikaans neoconservatief buitenlandbeleid. Al sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie pleiten de neoconservatieven binnen het Amerikaanse State Department en het ministerie van Defensie voor het ontmantelen en opdelen van Rusland in makkelijker te beheersen staatjes. Anno 2022 verwachten zij dat Rusland – als gevolg van fel, door de NAVO aangejaagd Oekraïens verzet en het gecombineerde gewicht van economische sancties – een volledige militaire nederlaag zou lijden. De Russen zouden vervolgens hun troepen uit Oekraïne terugtrekken en de ontevreden, gedesillusioneerde bevolking zou de regering van Verenigd Rusland en haar belanghebbenden onder massale protesten verdrijven. Daarna zou Rusland haar groot-Russische traditie vaarwel zeggen, haar geopolitieke ambities in Eurazië opgeven en de westerse politieke, maatschappelijke, economische en ideologische modellen omarmen. Binnen het hierdoor ontstane binnenlandse machtsvacuüm zou vervolgens, onder auspiciën van de VS, de Russische Federatie bij wijze van balkanisering uiteenvallen in verschillende prowesterse staatjes, die dan bereid zijn hun land en grondstoffen aan de globalisten in het Westen prijs te geven. Er zal dan niet meer zoiets als Russische aardolie en aardgas meer bestaan, maar enkel Tataarse olie, Jamal-Nenetsisch aardgas en Irkoetsk-aardgas. En Rusland zoals wij haar kennen zal dus ophouden te bestaan.
Nog op 23 juni 2022, in de vierde maand van de oorlog, hield een Amerikaanse regeringsinstantie, de Helsinki Commission, een Congresbriefing. Niet over hoe vrede bereikt kan worden, maar over de manieren waarop Rusland als land kan worden opgedeeld, bij wijze van wat de commissie noemt ‘dekolonisatie’. ‘Een morele en strategische opdracht’, volgens de briefing. De deelnemers drongen er bij de regering-Biden op aan meer steun te geven aan afscheidingsbewegingen binnen Rusland en in de Russische diaspora. Zij opperden dat talrijke republieken in de Russische Federatie onafhankelijkheid moeten verwerven, waaronder Tsjetsjenië, Tatarstan en Dagestan, evenals historische gebieden die eeuwen geleden bestonden, zoals Tsjerkessië in de Kaukasus.
Deze pogingen om Rusland op haar knieën te dwingen teneinde de Amerikaanse wereldhegemonie te behouden, maken deel uit van Amerikaanse pogingen om heel Eurazië te destabiliseren en door verdeling en aantasting van onderscheidenlijke nationale soevereiniteiten vleugellam te maken. Heeft het opdelen van Rusland onder andere het frustreren van onderlinge gas- en olietoevoer binnen Europa en Azië tot doel; het uitdagen en van lieverlee uitschakelen van China heeft nu, op korte termijn, tot doel het frustreren van grootse Europees-Chinese samenwerkingsverbanden, zoals de Nieuwe Zijderoute.
10 De oorlog in perspectief
De oorlog in Oekraïne is een directe reactie op de verhevigde pogingen van de VS om Rusland in het nauw te drijven en te destabiliseren. Het tijdstip waarop de VS deze verheviging heeft ingezet kan niet los gezien worden van de ingrijpende geopolitieke verschuivingen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan.
10.1 Het verval stuiten
Het Westen verkeert namelijk al geruime tijd in verval. Zijn Amerikaanse, op schuldcreatie gebaseerde monetair-economische systeem – het fiatgeldsysteem – is sinds de kredietcrisis van 2008 ernstig verzwakt geraakt en loopt thans op zijn einde. Zo is China, geschrokken van het onbetrouwbare Amerikaanse financiële systeem, sinds 2008 gestopt met het kopen van Amerikaanse staatsobligaties waarmee de VS altijd hun schulden konden dekken. Ondanks hun torenhoge, immer groeiende staatsschuld voeren de VS ook anno 2022 geen bezuinigingen door en blijven zij dollars bijdrukken om de economie draaiende te houden. Het land staat een zeer ernstige recessie te wachten, en als het valt zal het westerse landen met zich meesleuren.
Er bestaat het risico dat westerlingen, in hun armoedeval, zullen beseffen dat zij en hun regeringen verslaafd waren geraakt aan dezelfde fictieve rijkdom die de VS te gronde gericht heeft. Uiteindelijk, zo vrezen de westerse globalistische elites, zouden de malaise en ontgoocheling over het westers politiek-economisch model de westerse mogendheden van binnenuit kunnen uithollen en zo tot ernstige destabilisatie kunnen leiden.
Daarentegen heeft Rusland zich onder Poetin de afgelopen jaren schuldenvrij gemaakt. Dit enorme land kent een veel betrouwbaarder, onder andere op delfstoffen als onderpand gebaseerd monetair-economisch stelsel. Ook de groei van China als economische reus groter dan de VS, en de opkomst van het BRICS-initiatief – waar inmiddels 40 procent van de wereldhandel plaatsvindt – plus de door de VS aangejaagde Sino-Russische toenadering, zullen het Westen nog verder van zijn eens unipolaire positie verdringen.
De Verenigde Staten en hun globalistische clientèle zijn echter niet van zins te erkennen dat hun unipolaire moment voorbij is. Door China sinds 2008 als een bedreiging, ‘a threat’ te beschouwen, en Rusland via de Oekraïense ‘geopolitieke spil’ uit te schakelen en op een later stadium een machtsgreep te doen naar de Russische rijkdommen, hopen zij hun eigen val te stuiten. Het is dan voor de VS en de globalisten uiteraard van groot belang dat Europa, inclusief de EU, zich in deze machtsgreep achter de VS schaart en zich ook tegen Rusland (en China) keert.
10.1.1 Energietoevoer afsnijden
Echter, Europa is op meerdere terreinen onlosmakelijk verbonden met Rusland. Na 2014 bleef het risico bestaan dat de EU, met name Duitsland, zich in een Amerikaanse confrontatie met Rusland niet onverdeeld achter Amerika zou scharen en uit behoefte aan energie en samenwerking weer toenadering tot Rusland zou kunnen zoeken (zie 9.2.2 en 9.2.3). Dus hebben de VS de afgelopen jaren Europese medewerking afgedwongen door de EU van Rusland af te zonderen, het cordon sanitaire rond Rusland verder aan te trekken, de Russische handel en energietoevoer naar Europa af te snijden, en zo weer de macht over Europa te bestendigen. Tot veler verbazing gaf de Duitse bondskanselier Scholz volledig gehoor aan die Amerikaanse wens, door kort na de inval in Oekraïne het Nord Stream 2-project stop te zetten (zie 8.1).
Maar ook in 2022 bleef voor de Amerikanen de kans dat Duitsland en de EU zich in tijden van crisis toch ertoe zouden laten verleiden Russisch gas af te nemen, een reëel risico. Dus beslisten de VS ook dit jaar voor de EU. Op 7 februari, nog voordat de Russische speciale militaire operatie in gang gezet was, zegde president Joe Biden in het bijzijn van de Duitse bondskanselier toe de gaspijpleiding te zullen sluiten: ‘Als Rusland de invasie begint, dan zal er zoals gezegd geen Nord Stream 2 meer zijn. Wij zullen daar een eind aan maken.’ En op de vraag hoe de VS dat eigenhandig denken te doen, antwoordde hij: ‘Ik beloof u dat wij daartoe in staat zullen zijn.’ De vernederde Duitse bondskanselier kon slechts toekijken.
Naschrift op 8 februari 2023. De VS waren inderdaad daartoe in staat. Eind 2021 zou de CIA de Noorse marine opdracht geven om onder het mom van de BALTOPS-NAVO-oefeningen bij het Deense eiland Bornholm in juni 2022 tijdbommen op de Nord Stream 2-gaspijpleiding te plaatsen, hetgeen geschiedde. Op 26 september 2022 werden de explosieven vanaf een Noors vliegtuig elektronisch tot ontploffing gebracht. En reeds een dag daarna, op 27 september, zouden Polen en Noorwegen de Noorse gaspijpleiding Baltic Pipe feestelijk inhuldigen, die Europa zogezegd minder afhankelijk zou moeten maken van Russisch gas. Zoals verwacht probeerden de politici en reguliere media van de NAVO-landen algauw Rusland als de schuldige van de aanslagen aan te wijzen, totdat ook zij beseften dat de daders niet gezocht konden worden bij Rusland, dat de grootste belanghebbende en investeerder in de Nord Stream-gaspijpleidingen was. De daders moesten gezocht worden bij de grootste belanghebbenden van de vernietiging ervan, de VS. Om begrijpelijke redenen willen de VS en de EU geen onderzoek instellen naar de daders van deze aanslag op een burgerdoel – die als oorlogsmisdaad gekwalificeerd kan worden.
| |
Niet lang daarna zouden de aanvallen op de bevolking in Donbas opgeschroefd worden, en moest Rusland de invasie in gang zetten.
Waar wij dus thans getuigen van zijn, is een imperialistische Amerikaanse oorlog om land en grondstoffen, met behulp van de NAVO, bijgestaan door Amerika’s globalistische clientèle, geoutsourcet aan Oekraïne. De inzet: de beheersing van Europa en uiteindelijk de verovering van Eurazië via Rusland.
10.2 Twijfel aan ‘niet-uitgelokt’
De westerse intimidatie heeft Rusland tot de huidige oorlog gedreven. Het is duidelijk waar Sergej Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, op doelde toen hij in maart 2022 over de oorlog opmerkte: ‘Het gaat niet om Oekraïne. Dit is het eindresultaat van het beleid dat het Westen sinds de vroege jaren ’90 heeft gevoerd nadat het besefte dat Rusland niet gehoorzaam zou zijn en een eigen mening had.’
In 1999 en 2004 was Rusland te zwak om tegenwicht te bieden aan de NAVO-uitbreiding richting haar grenzen. Daar maakten de VS dankbaar gebruik van. Maar die tijden zijn voorbij, en dus zetten de VS hardere middelen in om de greep op Rusland terug te krijgen.
Er zijn enkelingen die ervoor uitkomen dat zij de Russische zorgen begrijpen en beseffen dat enkel tegemoetkoming aan die zorgen vrede kan brengen. Zij suggereren zelfs dat de inval in Oekraïne uitgelokt is. In zijn eerdergenoemde voordracht in Băile Tuşnad legt de Hongaarse eerste minister Viktor Orbán precies de vinger op de wonde.
Hij erkent openlijk dat de kern van het conflict bij de Verenigde Staten en Rusland ligt. En dan vooral bij de oostwaartse uitbreiding van de door de VS gedomineerde NAVO. Orbán: ‘Aangezien Rusland veiligheidsgaranties wil, kan deze oorlog enkel beëindigd worden met vredesbesprekingen tussen Rusland en Amerika.’ Dit kan echter pas na de Amerikaanse verkiezingen, voegt hij eraan toe.
In de tussentijd, vindt Orbán, ‘in plaats van holle berichten over overwinningen’ te verspreiden, ‘moeten westerlingen een nieuwe strategie ontwikkelen’. Beweringen dat de Russen in hun speciale militaire operatie niet bij de Oekraïense grens zouden stoppen, wijst hij van de hand als ‘Oekraïense propaganda’. Orbán ziet in de speciale militaire operatie geen expansionisme.
In de westerse media wordt Orbáns visie op de oorlog, die hij terecht ‘niet onze oorlog’ noemt, nauwelijks besproken. In de plaats daarvan gaat alle aandacht uit naar zijn uitspraken tegen vermenging van Hongaren met andere rassen.
Ook paus Franciscus laat, op 14 juni, voorzichtigjes doorklinken dat de oorlog in Oekraïne ‘ergens misschien uitgelokt’ was. En op hun beurt zien China en Servië duidelijke parallellen tussen de bombardementen op Servië in 1999 en de Amerikaanse provocaties in Oekraïne van vandaag.
“De enige reden waarom westerse media en instanties enkel over Oekraïne kunnen schrijven mits zij de Russische militaire operatie een ‘niet-uitgelokte militaire aanval’ noemen, is omdat de aanval uitgelokt is.”
| |
De enige reden waarom westerse media en instanties enkel over Oekraïne kunnen schrijven mits zij de Russische militaire operatie een ‘niet-uitgelokte militaire aanval’ noemen, is omdat de aanval uitgelokt is. Feitelijk iedereen met enig verstand en met inzicht in geopolitiek ziet dat in.
Inmiddels heeft de oorlog aan duizenden mensen het leven gekost. Daar komt bij dat Europa, vanwege haar eigen oorlogssancties tegen Russische aardolie en aardgas, een gigantisch energietekort over zich afgeroepen heeft. Intussen weigert het Westen onderhandelingen zodat het miljarden dollars en euro’s aan wapens naar Oekraïne kan blijven sturen om er de proxyoorlog te laten voortduren.
10.3 Gevaarlijk spel
Het doel van de Amerikaanse bemoeienis in Oekraïne was uiteraard nooit de verdediging van Oekraïne, laat staan het behoud van de Oekraïense soevereiniteit. De gebeurtenissen in 2014 hebben ons geleerd dat het doel juist de opheffing van de Oekraïense soevereiniteit was, zodat het land thans zowel politiek als militair kan fungeren als Amerika’s springplank naar Rusland.
De oorlog en de sancties hebben Rusland echter niet op haar knieën kunnen dwingen. Het ineenzijgen van de Russische economie en het instorten van het zogezegd zieltogende Russische leger blijven vooralsnog uit. Twee doelen hebben de Amerikanen met de oorlog inmiddels al wel bereikt: de schoorstenen van het militair-industrieel complex kunnen voorlopig blijven roken, en de neoconservatieven zijn politiek relevanter dan ooit. Omdat de VS en de NAVO moeten vasthouden aan het verhaal dat Rusland niet tot onderhandelingen genegen zou zijn, moet Oekraïne blijven doorvechten, desnoods ‘tot de laatste Oekraïner’. President Zelenski gaat hierin mee, door zijn bevolking de onrealistische verwachting voor te houden dat de door Rusland veroverde gebieden terug bij Oekraïne zullen komen: de Krim incluis.
Nu doet zich de vreemde situatie voor dat Oekraïne enkel kan blijven doorvechten zolang het Westen het land met geld, leningen en wapens steunt. Een grimmige escalatie is het gevolg, want hoe meer het Westen de oorlog opvoert en vredesbesprekingen uitsluit, des te ambitieuzer de doelstellingen van de Russen worden: de hoeveelheid land die Zelenski belooft te heroveren op de Russen groeit naarmate hij namens de NAVO blijft doorvechten.
Zolang de VS en de NAVO wapens blijven leveren en zich niet terugtrekken zal de oorlog voortduren en blijft Rusland, zoals aangekondigd, de Oekraïense infrastructuur en economische knooppunten bombarderen, totdat zij het land onschadelijk gemaakt heeft. Inmiddels heeft Rusland voor haar territoriale veiligheid een brede strook land op Oekraïne veroverd. Dit alles betekent het einde van Oekraïne als levensvatbare staat. Want zonder de havens aan de Zwarte Zee, de industrie en grondstoffen in de Donbas en een behoorlijke infrastructuur zal de Oekraïense economie ten onder gaan. De miljarden Amerikaanse dollars van de afgelopen jaren aan omkoperij en investeringen in de zware industrie, verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Rusland heeft al menigmaal verklaard dat zij het ten koste van talrijke mensenlevens bevrijde land nooit zal opgeven. Wat bij de westerse aanjagers van de oorlog niet wil beklijven is dat Rusland deze nabijheid van de NAVO blijft opvatten als een existentiële bedreiging. De Russische Federatie kan het zich dus eenvoudig niet veroorloven de oorlog tegen Amerika en haar NAVO-cliëntenstaten te verliezen. Voor Rusland, in tegenstelling tot de VS, is deze oorlog geen oorlog van keuze of van ideologie. Het is een oorlog waarin Rusland vecht voor haar voortbestaan als land, en voor haar eigen geopolitieke ruimte.
“Het is een oorlog waarin Rusland vecht voor haar voortbestaan als land, en voor haar eigen geopolitieke ruimte.”
| |
Rusland zal nog liever de atoombom laten vallen dan zich gewonnen geven. En daarmee bevinden we ons in Europa, te midden van alle westerse heroïsche oorlogstaal en oorlogspropaganda, in een buitengewoon gevaarlijke situatie. Want wat onze aanjagers van de oorlog weigeren in te zien, is dat hoe meer Rusland zich bedreigd voelt, des te groter de kans wordt dat dit in een kernoorlog uitmondt. Volgens de Russische militaire doctrine uit 2010 kan Rusland kernwapens inzetten als het bestaan van de Russische staat bedreigd wordt door de inzet van vijandelijke kernwapens en/of conventionele wapens.
10.4 Westerse sancties keren als boemerang terug
De flinke voornemens tot boycot ten spijt, blijken maar weinig afnemers zonder Russisch aardgas, aardolie, graan en kunstmest te kunnen. Van hen heeft Rusland geëist dat zij voortaan in roebels betalen. Een gedurfd maar geniaal besluit. Onder andere dit heeft tot gevolg gehad dat, in tegenstelling tot de vooruitzichten van het Rand Corp.-plan, de roebel enorm in waarde is gestegen. De Russische economie herstelt zich hierdoor, en Rusland kan de strijd tegen de NAVO blijven bekostigen en zelfs opvoeren.
De robuuste roebel brengt echter ook met zich mee dat de dollar als mondiale munt heeft afgedaan. De overmatige inzet van sancties heeft veel landen verder ertoe aangezet een parallel financieel systeem op te bouwen en hun zakenpartners te verenigen rond niet-dollarvaluta’s. Met ingang van de invasie hebben de VS beslag gelegd op de 600 miljard Amerikaanse staatsobligaties die de Russen tegoed hadden, en daarmee de dollar als werreldreservemunt de nek omgedraaid. Want vanaf dat moment was de dollar meer dan ooit een politieke munt. Ook werd Rusland de toegang tot het internationale betaalsysteem Swift eenzijdig ontzegd, dus heeft Rusland met de BRICS-landen alternatieven bedacht. Met het voortschrijden van deze economische oorlog heeft Rusland gaandeweg bemerkt dat dit afstappen van de dollar niet alleen voor Rusland voordelen inhoudt, maar ook voor het opkomende multipolaire Euraziatische blok. In tegenstelling tot de dollar, die sinds 1971 van de goudstandaard afgestapt is en tot een vertrouwensmunt gemaakt is waar schulden worden gedekt door geld bij te drukken, staat de roebel nog voor daadwerkelijke commodity’s: aardolie, aardgas, steenkool, goud.
Rusland heeft daarnaast ook technische hulp in het Oosten gevonden en nieuwe afzetmarkten voor haar aardgas aangeboord, terwijl zij anderzijds de toevoer naar Europa van dat gas stelselmatig kan afbouwen.
Een eigenaardige situatie doet zich nu voor. De EU-leiders (met uitzondering van de Hongaarse Viktor Orbán, die wél het belang van zijn volk vooropstelt) hebben immers besloten dat wij, behalve dat wij duur Amerikaans gas moeten inkopen, geen Russisch gas willen kopen. Maar toch kopen we het, en wel via China in de vorm van veel duurder vloeibaar gas. Dit gaat als volgt in zijn werk: onze sancties houden de prijzen voor energie hoog, Rusland exporteert haar in prijs gestegen aardgas naar China, China verwerkt het en slaat het op, berekent daar vervolgens een percentage (een ‘mark-up’) over, en exporteert dit nog duurdere gas als vloeibaar aardgas weer naar de EU. Dankzij deze prijsstijgingen van aardgas kan Rusland nu minder aardgas uitvoeren en er meer dan ooit aan verdienen. Ook van de anti-Russische aardoliesancties, met hun prijzenplafondconstructie binnen de EU, profiteert Rusland op soortgelijke wijze. De energiesancties treffen de EU dus veel zwaarder dan Rusland.
De westerse pogingen om Rusland te gronde te richten zijn, derhalve, als een boemerang teruggekeerd op het bord van de westerse burgers.
10.5 Versnelde geopolitieke verschuivingen
Iets anders waar de Amerikanen het tegenovergestelde effect mee hebben gesorteerd, zijn hun langdurige pogingen om Rusland economisch en geopolitiek te isoleren. Terwijl de mondiale dollar-macht van de VS afneemt, neemt ook hun geopolitieke macht af. Slechts weinig landen gaven gehoor aan de oproep van de VS om Rusland vanwege de oorlog te gronde te boycotten. 165 van de 195 landen ter wereld steunen de sancties tegen Rusland niet. Een blik op de wereldkaart (afb. 13) toont aan dat enkel de westerse landen de sancties tegen Rusland steunen.
De BRICS-landen en het mondiale Zuiden, die de mondiale meerderheid vormen, blijven ondanks Amerikaanse dreigementen en belerende staatsbezoeken aan de kant van Rusland staan of onthouden zich, uit angst voor Amerikaanse represailles, van een stem tegen Rusland. Dankzij de oorlog en sancties tegen Rusland keren zij nu niet alleen de unipolaire hegemoon van weleer de rug toe, maar ontwikkelen zij momenteel in hoog tempo met elkaar alternatieve economische, politieke en geostrategische vormen van samenwerking, weg van het Westen.
Afb. 13. – De sanctielanden (groen) tegenover
Rusland (blauw) en de rest van de wereld.
10.5.1 BRICS-landen stellen zich teweer
Zuid-Afrika. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken kwam in augustus 2022 naar Zuid-Afrika om Naledi Pandor, zijn Zuid-Afrikaanse evenknie, te vragen de VS te steunen in hun acties tegen Rusland. Zuid-Afrika is steeds neutraal gebleven ten aanzien van het conflict met Rusland, dat haar partner is in de BRICS-landengroep, en dus onthield het land zich van zijn stem bij de VN over de invasie in Oekraïne. Naledi Pandor zei tijdens de aansluitende persconferentie dat sommigen in het Westen Zuid-Afrika onder druk zetten om zich aan te passen aan het westers beleid ten aanzien van Oekraïne.
Mevrouw Pandor uitte ook kritiek op het in april aangenomen Amerikaanse wetsvoorstel ‘Countering Malign Russian Activities in Africa Act’, dat sommige Afrikaanse leiders beschouwen als een middel om Afrikaanse landen, die zich niet aan de Oekraïne-beleidslijn houden, te straffen:
‘Van sommige van onze partners in Europa en elders ondervonden we een gevoel van neerbuigend pesten – “Je kiest dit, of anders.” En de recente wetgeving die door het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten van Amerika is aangenomen, vonden we een zeer ongelukkige wet.’
Waarnemers constateren dat zulke openhartige opmerkingen tijdens de persconferentie er een blijk van zijn dat de ontmoeting achter gesloten deuren tussen de VS en Zuid-Afrikaanse partijen heel moeilijk moet zijn geweest. De VS proberen Zuid-Afrika aan hun kant te krijgen, maar Zuid-Afrika geeft niet thuis. (In zulke gevallen grijpen de VS vaak naar hardere middelen, zoals zware diplomatieke druk en uiteindelijk het uitvaardigen van sancties waar ook de EU zich aan moet houden.) Enkele weken later kwam Igor Setsjin, Poetins tweede man, in het geheim op staatsbezoek. Het is aannemelijk dat de Zuid-Afrikaanse regering hem met veel meer welwillendheid tegemoet getreden heeft.
India en Rusland. India en Rusland blijven eveneens de banden aanhalen. Ook in India probeerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken de regering mee te krijgen in de economische sancties tegen Rusland. Zulke sancties zouden voor het land echter zeer nadelig uitpakken: India heeft de goedkope Russische energie hard nodig. Tijdens de onderhandelingen in april 2022, tussen Blinken en de Indiase premier Modi, toen bleek dat India weigerde mee te doen, dreigde Blinken een boekje open te doen over mensenrechtenschendingen in India. Modi gaf echter niet toe en intensiveerde de import en de export met Rusland. Blinken ving bot.
Rusland en China. Rusland en China hebben ook succesvol toenadering tot elkaar gezocht. Dat is bijzonder, aangezien Rusland altijd meer genegen was zich te richten op het Westen dan op de rivaal China. Het leek de Russen altijd logischer dat de VS hun bondgenoot zou worden tegen China – iets waar ook de VS belangen bij zouden hebben, aangezien China Amerika's werkelijke, grootste concurrent is. Maar met zijn gedrag naar Rusland toe heeft het Westen nu Rusland in de armen van China gedreven en de geslaagde Amerikaanse toenadering tot China uit 1972 van (de realpolitische, nota bene) oud-minister Henry Kissinger tenietgedaan. Ook de grote Chinese mogendheid krijgt immers toenemend te maken met Amerikaanse en globalistische destabilisatiepogingen in de vorm van gecultiveerde sinofobie, plotseling toegenomen westerse zorg om de mensenrechtensituatie in China, Amerikaanse ‘democratiseringsacties’ op Taiwan, Amerikaanse militaire provocaties in de Chinese kustwateren en oproepen tot sancties.
Maar China laat zich niet intimideren. Wie herinnert zich niet de hubris waarmee de Amerikaanse veiligheidsadviseur Jake Sullivan op 14 maart 2022 naar Rome toog om de Chinese delegatie te overtuigen van sancties tegen Rusland, daags nadat hij via de media datzelfde China ervoor had ‘gewaarschuwd’ Rusland geen steun te geven? ‘We zullen niet toestaan dat dat doorgaat, en niet toestaan dat er vanuit welk land ter wereld ook een reddingslijn naar Rusland gelegd wordt die tegen de economische sancties ingaat.’ China nam het, met de welbekende oosterse plaatsvervangende schaamte, voor kennisgeving aan.
Saoedi-Arabië. Het meest veelzeggend voor de geopolitieke verschuiving is wel de keuze van Saoedi-Arabië, dat belangstelling heeft getoond voor een BRICS-lidmaatschap. De voornoemde goudontkoppeling van de dollar in 1971 vereiste dat de VS de waarde van de dollar aan aardolie uit Saoedi-Arabië zou koppelen (de totstandkoming van de petrodollar). Dit kon slagen zolang de olie-exporterende landen olie en gas verplicht in dollars zouden verhandelen. Echter, in de nasleep van de oorlog in Oekraïne – die president Biden nota bene ontketend had om de al langer ingezette verzwakking van de VS en de dollar te stuiten – trekt Saoedi-Arabië zich terug in het BRICS-verband, vermindert het de olieproductie en sluit het met allerlei landen contracten die niet in dollars genoteerd worden.
Toen Biden de Saoedische kroonprins in maart, bij intensivering van de oorlog, rechtstreeks telefonisch probeerde te bereiken, nam de kroonprins de telefoon niet op, en toen Biden de Verenigde Arabische Emiraten probeerde te bereiken, namen die evenmin de telefoon op. Daarop toog de Amerikaanse president na een verhitte Amerikaanse lobbyactie in juli naar Saoedi-Arabië om de kroonprins op andere gedachten te brengen. Biden oogstte gemengd succes bij de zich kil opstellende Saoedi’s, die niet te spreken zijn over Amerika’s geopolitieke gedrag in het Midden-Oosten. Enkele dagen later zou de kroonprins bevestigen dat hij daarna ook met Poetin gesproken had, waarbij hij juist de warme banden met Rusland benadrukte.
De dedollarisatie gaat nu harder dan ooit voort en Rusland nam het voortouw hierin. Het is niet ondenkbaar dat Saoedi-Arabië Rusland hierin zal volgen, nadat het de olie-export aan de BRICS-landen zal hebben gekoppeld.
Wij zijn thans getuigen van een BRICS-opstand tegen de petrodollar. Het is een buitengewoon onbetrouwbare munt gebleken, omdat de VS hem steeds inzetten als politiek dwangmiddel, als sanctiemiddel tegen onwillige landen, terwijl zij hem naar believen kunnen inflateren en deflateren. Met name Rusland en China gaan, met hun enorme goudvoorraden, in de nabije toekomst een bom plaatsen onder de petrodollar. Het is denkbaar dat de BRICS-landen, gestimuleerd door het Saoedi-Arabische afscheid van de dollar, binnen afzienbare tijd met een eigen, door goud gedekte valuta zullen komen.
Op deze manier bewegen de opkomende economieën, aangespoord door de oorlog en de westerse hypocrisie, weg van de unipolaire wereld, waar alles om de dollar en schuldcreatie draait (zie 10.1). Zij brengen een multipolaire wereld tot stand waarbij gescheiden economische en monetaire systemen met elkaar kunnen gaan concurreren, en waar landen zich niet meer door de Verenigde Staten en hun financiële systeem laten intimideren.
Er staan ons wereldwijd grote veranderingen te wachten, met op ons continent meer oorlogen in het verschiet zolang de VS hier de dienst blijven uitmaken. Vooral nu de westerse financiën er zo slecht voor staan, met enorme schulden en met zowel de dollar als de euro die door niets worden gedekt, kan het Westen de woorden van Halford Mackinder en Brzeziński (zie 9.8) en hun nadruk op het belang van Eurazië, niet vergeten. De VS en hun globalisten zullen zich meer dan ooit genoodzaakt voelen om, zolang zij nog over voldoende macht beschikken, tot meer bloedige (proxy)acties tegen onwillige, soevereine Euraziatische grootmachten over te gaan. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.
10.5.2 Veerkracht onderschat
Waar de Amerikanen zich eveneens op verkeken hebben, is de veerkracht van de Russische economie. Zoals uit het Rand Corp.-plan op te maken valt, richten de economische sancties zich op de Russische export van energie. Dit komt doordat Rusland decennialang, in de ogen van de Amerikaanse beleidsmakers en oorlogshitsers als senator John McCain, niet meer was dan een ‘tankstation vermomd als staat’, dat omvergeworpen kon worden als het Westen de olie- en gasimport zou stopzetten. Dit bleek, wederom, een inschattingsfout te zijn. Onder de regering-Poetin heeft de Russische economie zich gediversifieerd tot een economie met veel buffers en specialisaties.
Bepaalde sectoren in Rusland lijden wel degelijk onder de sancties, maar laat ons daarbij niet de inherente economische veerkracht van de Russen zelf onderschatten. In tegenstelling tot westerlingen weten Russen nog wat schaarste is en hebben zij door de eeuwen heen geleerd zich voor hun levensonderhoud niet te veel op de staat te verlaten, maar (in plaats van hypotheken) investeringen, reserves en alternatieve inkomsten achter de hand te houden. Het is een veerkracht, een behoedzaamheid en een besef, waar ook de Oost-Europese burger nog over beschikt, maar die de westerse burger zich met het oog op de komende tijden van schaarste en toenemende staatscontrole helemaal opnieuw zal moeten aanleren.
10.5.3 Nieuwe mondiale werkelijkheid
China, Rusland, India en het mondiale Zuiden – de mondiale meerderheid – bundelen hun krachten en geven vorm aan een nieuwe mondiale werkelijkheid, die nu sneller tot stand komt dankzij Bidens oorlog tegen Rusland in Oekraïne. Dit afscheid van de westerse hegemonie wordt the Great Bifurcation, oftewel de Grote Splitsing, genoemd. Het is in feite de versnelde bestendiging van de reeds opkomende multipolaire wereld. Zoals een geboorte gepaard gaat met baringsweeën, zo gaan grote verschuivingen op het wereldtoneel altijd gepaard met pijn en leed. Ditmaal zullen wij, de Europeanen die in de greep zijn van de VS, degenen zijn die pijn lijden.
10.6 Westen heeft zichzelf geïsoleerd
In plaats van Rusland te isoleren, heeft het Westen zichzelf geïsoleerd.
De wereld die volgens De Volkskrant eensgezind tegen ‘Poetler’ opstond (zie 2), blijkt bij nader inzien uit minder dan een zesde van de wereld te bestaan: de westerse alliantie telt 1,5 miljard mensen, tegenover 6 miljard mensen in het mondiale Zuiden en de BRICS-landen. Dat hadden de meeste Europese leiders, in hun trouw aan de VS, niet voorzien. Dit isolement, met zijn aankomende schaarste aan voedsel, kunstmest en energie uit het Oosten, zal rampzalige gevolgen hebben voor de westerse samenlevingen. Zij zijn het slachtoffer van een grove misrekening van hun leiders, die enkel te verklaren valt als een gevolg van de hubris waarmee die leiders, onder leiding van de machtsbeluste Verenigde Staten, bedwelmd door het eigen morele gelijk, dachten de wereld met zich mee te krijgen.
10.6.1 Ultieme poging: ‘dit is ónze strijd’
De oorlogskosten voor de EU lopen op en een zekere ‘Oekraïne-vermoeidheid’ slaat al toe onder de westerse burgers. Dit is rampzalig voor de Europese leiders, omdat zij feitelijk hun politieke lot verbonden hebben aan de uitkomst van de oorlog.
Zij waren er zo vast van overtuigd dat zij Rusland op haar knieën konden dwingen, dat het hun opportuun leek in de strijd de energievoorziening en dus het welzijn van de eigen burgers in de waagschaal te stellen.
Maar nu hun opzet dreigt te mislukken, rest hun niets anders dan alles op alles te zetten om de oorlog te winnen. Dus slaan zij nu nog hardere oorlogstaal uit richting Rusland. En uiteraard voeren zij de strijd in Oekraïne op: met meer geldstromen en wapenleveranties, maar niet zonder te proberen ons, de bevolking, achter zich te krijgen. De westerse propaganda maakt overuren. Zij proberen nu zelfs met wonderlijke omdraaiingen van oorzaak en gevolg Poetin de schuld te geven van de gevolgen van hun mislukte sancties. En eensgezind presenteren de Europese leiders nu de Oekraïense strijd expliciet als onze strijd. Een absurde voorstelling van zaken wordt ons nu gegeven: de Amerikaanse oorlog tegen Rusland zou nu een strijd om onze waarden zijn. Een strijd om het behoud van onze democratie, óf een toegeven aan de Russische autocratie.
Zo merkte op 19 augustus, tijdens een Tweede Wereldoorlogherdenking, de Franse president Emmanuel Macron op dat de resulterende energie- en economische crisis waarmee Europa geconfronteerd wordt, nog lang niet voorbij is. Maar, zo voegde hij eraan toe, dit is eigenlijk ‘de prijs van onze vrijheid en onze waarden’.
Zes dagen later gaf Jaap de Hoop Scheffer (zie 3.10 en 6.3) in navolging van Europese leiders de luisteraars van Radio 1 mee: ‘Oekraïners vechten ónze oorlog, voor onze waarden. En daarom moeten we ze blijven steunen.’ En op 29 augustus beweerde de Duitse bondskanselier Olaf Scholz nog in Praag dat Europa Poetin een doorn in het oog zou zijn, omdat Europeanen wars zijn van onderwerping en verovering.
10.6.2 Zelfisolatie die de wereld onverschillig laat
Dit alles verhult natuurlijk dat de Europese leiders tijd rekken en vurig hopen dat het slagveld hun politieke lot nog gunstig zal bepalen. Ieder jaar krijgen de westerse burgers te maken met koude seizoenen en stijgende stookkosten, terwijl de koopkracht daalt naarmate de vervaardiging van gebruiksprodukten duurder wordt. Het gevaar dat steeds meer westerse burgers ondanks de oorlogspropaganda zullen beseffen waar hun leiders mee bezig zijn, komt ieder jaar naderbij. Zij zullen beseffen dat hun leiders in feite een oorlog tegen Rusland begonnen zijn, dat die de gevolgen van de sancties zelf over de bevolking afgeroepen hebben, en dat zij door de sancties te steunen de belangen van Oekraïne als Amerikaanse gevolmachtigde boven die van hun burgers hebben gesteld. (Bedenk daarbij dat de EU extra energietekorten te wachten stonden wegens de veel te optimistisch doorgevoerde Green Deal-afspraken en de Duitse mislukte Energiewende.) Geen burger heeft er belang bij nu, ten koste van de eigen levenskwaliteit, een oorlog tegen Rusland te faciliteren. Er is een reëel gevaar dat, bij voortduring, de groeiende energiecrisis de westerse samenlevingen ernstig zal ontwrichten en tot volksopstanden zal leiden, met succesvolle, rechtse revolutionaire bewegingen tot gevolg.
In ons grondstoffenarme continent staan wij dus acuut voor een energie-, voedsel- en grondstoffencrisis, terwijl wij Nord Stream 2 stevig gesloten houden en de Verenigde Staten, deze netto-exporteur van aardgas, zich met hun schaliegas en andere grondstoffen achter de Atlantische Oceaan verschansen. De VS en de Amerikaanse megacorporaties hebben voorlopig weer hun greep op Europa versterkt en Duitsland, en dus de EU, compleet van Rusland en diens olie en gas afgesneden. Dit, terwijl de VS hun veel duurdere olie en vloeibaar gas aan de EU kunnen verkopen en zelf aan de stijgende inflatie proberen te ontkomen door de eigen bedrijven te subsidiëren teneinde deze weer mededingend te maken in de veranderde wereldmarkt.
Moge hieruit één onvoorzien neveneffect bij de VS goed beklijven: de gekoesterde unipolaire wereld van de Verenigde Staten van Amerika en de globalisten is met hun oorlog finaal tot een einde gekomen.
Vooralsnog lijken onze EU-leiders niet helemaal in staat dit te erkennen. Hoe lang duurt het voordat zij zullen toegeven dat hun Amerikaanse oorlog tegen Rusland en onze offers ons de kop gaan kosten, terwijl die de rest van de wereld compleet onverschillig laten?
De bijzondere, selectieve nieuwsvoorziening die ons nog steeds in de EU verstrekt wordt, beantwoordt in ieder geval wel aan het isolement waar het Westen zich in verstrikt heeft. Een endemische simulatiewereld – de Amerikaanse voorgeschreven werkelijkheid – blijft vooralsnog ons deel. [3]
10.7 Een duivels, meedogenloos plan
De VS voeren een militaire oorlog in Europa en ten koste van Europa, zonder zelf gevaar te lopen of manschappen in te hoeven zetten. Het is Joe Bidens oorlog, die duizenden mensen het leven kost. Het is een oorlog waarin ons grote buurland Rusland nog steeds in een overlevingsstrijd tot uitputting gedwongen moet worden. Dat Europa daarbij ernstig gedestabiliseerd raakt en Oekraïne, zoals aangekondigd, met aanvallen op economie en infrastructuur tot een disfunctionele staat gereduceerd wordt, neemt mijnheer Biden voor lief. De VS hebben geen boodschap aan het Russische veiligheidsbelang en vrede in Europa. Zij zullen blijven proberen met oorlogsretoriek en gescherm met hyperwaarden als ‘vrijheid’ en ‘democratie’, en met ‘Russische agressie’, Europa uit de Russische invloedssfeer te trekken. Net zolang tot de VS Europa finaal hebben afgesneden van de broodnodige grondstoffen die haar natuurlijke grote buur haar had kunnen leveren.
De VS en de globalisten vechten voor hun eigenbelang, niet voor democratie. Zij vechten tegen de dreigende ineenstorting van hun unipolaire wereldmacht en de val van de dollar. Het is feitelijk de oorlog van een kleine elite om het behoud van haar macht en geld. De landen die de Amerikaanse rol van wereldpolitiemacht bedreigen en streven naar een multipolaire wereld, zoals Rusland en China, moeten verslagen worden voordat Amerika het niet meer alleen voor het zeggen heeft.
“Onze kinderen en kleinkinderen zullen 2022 leren kennen als het moment waarop een Europese beschaving zichzelf de nek heeft omgedraaid door zich, uit misrekende loyaliteit aan trans-Atlantische machtswellust en bedrog, van Eurazië af te scheiden.”
| |
Zelfvernietiging van Oekraïne en zelfverlamming van de EU inzetten om de multipolaire wereld een halt toe te roepen: welk een duivels, meedogenloos plan. Maar dit plan zal een averechtse uitwerking hebben op degenen die belang dachten te hebben bij de uitvoering ervan.
Onze kinderen en kleinkinderen zullen 2022 leren kennen als het moment waarop een Europese beschaving zichzelf de nek heeft omgedraaid door zich, uit misrekende loyaliteit aan trans-Atlantische machtswellust en bedrog, van Eurazië af te scheiden. Hun geschiedschrijving zal niet zachtzinnig oordelen over dit verraad aan hun werelddeel.
11 Vrede met Rusland is vrede, mét Rusland
Dit is geen strijd tussen autocratie en democratie; geen strijd tussen Russische knechtschap en westerse vrijheid; geen strijd tussen Euraziatisch ‘expansionisme’ en westerse nationale soevereiniteit. Het is evenmin de strijd om de bevrijding van Oekraïne. Neen, het is de oorlog van de VS en de globalisten tegen Eurazië, via Oekraïne en de EU. Het is hun oorlog tegen het onafhankelijke Rusland, tegen de nakende mondiale multipolariteit, met de vernietiging van Oekraïne als schadepost. En hoe men het ook wendt of keert, Europa is de grote verliezer in dit alles.
Daarmee weten wij dat het enkel de Verenigde Staten van Amerika en hun globalistische clientèle zijn die belang hebben bij deze oorlog. Zij proberen hem te laten voortduren en de vrede in Europa te frustreren, met het doel om voor zichzelf orde op zaken te stellen in ons deel van de wereld. Zij willen zelfs de inzet van een kernbom riskeren. Voor Europa is hier de beslissende rol weggelegd. Want zolang wij, Europeanen, de Verenigde Staten de kans geven ons continent zo te destabiliseren, dan zal ook het probleem rond de veronachtzaamde Russische veiligheidsbelangen onopgelost blijven. Alleen door op vrede in te zetten zullen wij uit deze impasse kunnen geraken.
De eerste vredesdaad die de Europese landen moeten stellen is dan ook Rusland niet langer te verketteren en haar niet ervan te weerhouden haar bufferzone in Oekraïne tot stand te brengen. Dit moet gebeuren door op korte termijn de sancties tegen Rusland en onze steun aan het Oekraïense leger te staken, de aanvoer van Amerikaanse wapens tegen te houden en de strijdende partijen aan te moedigen vredesbesprekingen te houden. De oorlog zal hierdoor snel ten einde zijn. Het zal een ongekend positief gebaar jegens Rusland zijn: het is nog niet te laat voor een behoedzame ontspanning tussen ons en onze grote buur.
Vervolgens dienen de Europese staten rest-Oekraïne weer op te bouwen. Wederopbouw zal veel tijd en geld kosten, maar dit zijn zij aan dit getergde land verschuldigd. Ook dienen zij structureel – dus politiek, economisch, cultureel, militair én ideologisch – afstand te nemen van de Verenigde Staten en hun intimidatiepogingen alhier. Want of we het nu willen of niet, Europa maakt geografisch gezien deel uit van Eurazië. Wij zijn nauw verwant aan de Russen en op meerdere terreinen zijn wij onlosmakelijk verbonden met Rusland.
Tot in de lengte der dagen zullen wij, met Duitsland voorop, voor onze nationale belangen onze blik op Rusland blijven richten. De Verenigde Staten kunnen steeds weer proberen, door middel van oorlogen, Europa van Rusland los te rukken en de aloude Duits-Russische energieband door te snijden, maar Rusland blijft voor ons een factor van belang. Zeker nu het tijdperk waarin de hele wereld de oren laat hangen naar het Westen, voorgoed voorbij is.
Onmin met Rusland is voor ons dus buitengewoon contraproductief, dom en onverstandig.
“Dit betekent dat de relevantie van de NAVO, deze anti-Europese, Amerikaanse militaire wurggreep, staat en valt bij de hardnekkige destructieve Europese behoefte zich Rusland tegen het harnas in te jagen om bij de VS in het gevlij te komen.”
| |
De Verenigde Staten, daarentegen, zijn irrelevant en bevinden zich aan de andere kant van de oceaan.
Deze tanende supermacht is voor ons geopolitiek gezien enkel van belang zolang wij als Europeanen de Amerikanen dat belang toekennen. Dit betekent dat de relevantie van de NAVO, deze anti-Europese, Amerikaanse militaire wurggreep, staat en valt bij de hardnekkige destructieve Europese behoefte zich Rusland tegen het harnas in te jagen om bij de VS in het gevlij te komen.
Wij dienen derhalve voor eens en voor altijd te beseffen dat wij zonder Rusland verloren zijn: zowel op veiligheidsgebied als op het gebied van de broodnodige toevoer van grondstoffen. Laat Europa de Verenigde Staten vaarwel zeggen en kiezen voor de grotere Europese overleving. Europese landen dienen hun NAVO-lidmaatschap op te zeggen, toenadering tot Rusland te zoeken en met haar, in goed vertrouwen, een gezamenlijk Europees veiligheids- en handelssysteem tot stand te brengen. Dan zal het niet langer van belang zijn of Oekraïne wel of niet neutraal wordt: het rompdeel van Oekraïne zal sowieso deel uitmaken van het grotere Europese Huis van het huidige Europa en Rusland.
Het grotere Europese Huis moet bij voorkeur zonder de Europese Unie tot stand komen. Dit expansionistische, onzalige West-Europese samenwerkingsinitiatief, dat koste wat kost Rusland niet tot Europa wil rekenen, is verworden tot een postmoderne dwingeland die – nog afgezien van zijn monetair en economisch wanbeleid – zich ten detrimente van de onderscheidenlijke soevereiniteiten en mentaliteiten van haar lidstaten, allerlei rechten en bevoegdheden aanmeet die bij de natiestaten behoren te liggen. De EU dient dus te worden opgeheven en plaats te maken voor losse, bi- of multilaterale overeenkomsten, zodat de Europese natiestaten, conform het Euraziatische multipolaire wereldbeeld, hun robuuste soevereiniteit kunnen herwinnen en die verder vormgeven.
Dit proces van pacificatie met onze Russische buur zal jaren duren, en het zal het uiterste vergen van diplomaten en regeringsleiders. Het gecultiveerde wantrouwen tussen Rusland en Europa poetst men niet zomaar weg. Daarnaast bestaat de kans dat de Verenigde Staten een regelrechte oorlog tegen Europa zouden kunnen ontketenen als ons werelddeel stappen zou ondernemen om zich te ontworstelen aan de NAVO en om de EU te ontmantelen. Laat ons echter erop vertrouwen dat de Verenigde Staten dan te verzwakt zullen zijn en dat wij bij Rusland te zijner tijd weer zo veel goede wil zullen hebben opgebouwd, dat zij ons ter zijde zal staan als het tot een conflict zou komen met onze tegenstander, de Verenigde Staten.
Voetnoten
[1] De benaming neoconservatief voor deze lieden is wellicht misleidend. Het feit dat zij zich thuis voelen bij zowel de linkse Democratische Partij als de rechtse Republikeinse Partij is in dezen al veelzeggend. Zij zijn allesbehalve conservatief, maar liberaal. Historisch gezien komen de neoconservatieven voort uit de hoofdzakelijk joodse, anti-stalinistische immigrantenbeweging van liberalen en linksen uit het negentiende- en twintigste-eeuwse Russische Rijk. In onze tijd hebben zij zich ontpopt als militante liberalen die met het Amerikaanse staatsapparaat en de Amerikaanse normen en waarden in de hand op agressieve wijze hun wereldbeschouwing en de Amerikaanse militaire macht wereldwijd trachten uit te breiden en te doen gelden. Daarbij leggen zij om begrijpelijke redenen een opvallende belangstelling voor Rusland en haar bodemschatten aan de dag.
Terug naar de plaats in de tekst.
[2] Naschrift van 10 december 2022: ook de mede-initiator en medeondertekenaar van de Minsk-akkoorden, de Duitse ex-bondskanselier Angela Merkel, heeft inmiddels toegegeven dat de Minsk-overeenkomsten van 2014 en 2015 eigenlijk een poging waren om Oekraïne tijd te geven om sterker te worden. Dit is bevestigd door Frankrijks voormalige president en eveneens medeondertekenaar François Hollande.
Terug naar de plaats in de tekst.
[3]
Intussen blijft de westerse propaganda doordraaien. Nog steeds negeren de reguliere media binnen de NAVO-landen de Russische belangen en de Russische kant van de zaak, of bespreken ze deze ouder gewoonte met achterdocht, hoon of verontwaardiging, en voeren ze de krantenkolommen en nieuwsbulletins met leugens. De stroom aan talloze publicaties die enkel sympathiek over de Oekraïense zijde berichten, houdt eveneens aan.
Er was in augustus 2022 een vernietigend rapport van Amnesty International voor nodig om heel even de westerse media ervan te doen doordringen dat Oekraïne zich structureel schuldig maakt aan schendingen van het oorlogsrecht. De westerse burgers waren geschokt. Die reactie was geheel de verdienste van de westerse nieuwsvoorziening, want als de burgers ook toegang hadden gehad tot het nieuws van de verboden Russische kant, dan hadden zij al in april kunnen weten dat het Oekraïense leger met regelmaat vanuit dichtbevolkte wijken aanvallen uitvoert, en scholen, kleuterscholen en flatgebouwen vol burgers als menselijke schilden gebruikt, met vele burgerdoden tot gevolg.
Na publicatie reageerden de Oekraïense leiders woedend. Niet op de schenders van het oorlogsrecht maar op de boodschapper, Amnesty International. Het was moedig van Amnesty om dwars door de omerta heen deze feiten naar buiten te brengen. Wel moest de mensenrechtenorganisatie haar Oekraïense voorzitter ontslaan en werd ze ertoe gedwongen aan Oekraïne haar excuses voor het rapport aan te bieden. Dat deed Amnesty, maar van de bevindingen in het rapport nam ze niets terug.
De EU-nieuwsvoorziening stelt nog steeds hagiografieën op om het imago van Zelenski, zolang dit nog kan, tot dat van sterrenstatus te verheffen. Berichten vanuit de Oekraïense nieuwsburelen worden klakkeloos overgenomen zodat Oekraïense missers en oorlogsmisdaden verzwegen worden of de Russen toegeschreven worden (zoals de bewering dat de Russen de kerncentrale van Zaporozje zouden hebben beschoten – dagen nadat ze die veroverd hadden en dus zelf in handen hadden –, of de bewering dat het zich uit Boetsja terugtrekkende Russische leger verantwoordelijk was voor de standrechtelijke executies van burgers – terwijl die in der waarheid represailles waren van de Oekraïense Azov-eenheid ‘Safari’ tegen vermeende pro-Russische burgers); Oekraïense overwinninkjes worden breed uitgemeten als zegepralen; Oekraïense wapenfeiten worden verzonnen (zoals het ‘Spook van Kiev’, het heldenverzet op Slangeneiland); Zelenski verschijnt voor Europese parlementen en voor de camera van Annie Leibovitz; de uitspraken en internationale successen van Sergei Lavrov, Dmitri Peskov en Vladimir Poetin worden genegeerd; russofobie en Hitler-vergelijkingen blijven de huiskamers binnenstromen en andersdenkende journalisten, politici en vloggers wordt het leven zuur gemaakt.
Al sinds maart horen wij in de EU dat het Russische leger zou zijn vastgelopen in een slepende oorlog, dat ‘Poetin’ de oorlog aan het verliezen is, dat Oekraïne aan de winnende hand is en dat het moreel van de Russische strijdkrachten op een dieptepunt zou staan. Tegelijkertijd blijven ook hardnekkige berichten doorkomen dat Russische regimenten de ene na de andere stad, en het ene na het andere dorp, veroveren. Het zijn wapenfeiten die blijvende gevolgen hebben voor de landkaart van Oost-Europa en die vroeger of later, als nieuwe realiteiten, wereldkundig gemaakt móéten worden. Ze vergen het uiterste van de redekundige vindingrijkheid der westerse nieuwsredacties die betrokken zijn bij het overeind houden van de informatie-simulatiewereld.
De totstandbrenging überhaupt, van een afgeschermde EU-nieuwsvoorziening, door onder andere Russische nieuwskanalen op zwart te zetten, is een uitermate bedenkelijke actie, en wel om drie redenen. Ten eerste is het instellen van censuur voor oorlogsdoeleinden compleet misplaatst aangezien de EU niet in staat van oorlog verkeert. Rusland heeft zelfs aan niemand de oorlog verklaard. Ten tweede is de Europese Commissie helemaal niet bevoegd om op eigen houtje (oorlogs)censuur in te stellen: hiertoe moeten eerst de EU-lidstaten unaniem hebben besloten. En ten derde schendt de EU met de censuur openlijk het recht op vrijheid van informatie, dat als een van de pijlers van de door de EU voorgestane liberale wereldorde geldt.
Een veeg teken voor de toekomst van het Europese machtsblok, temeer daar niemand tegen deze actie in verzet lijkt te komen: welke liberale principes worden er bij de volgende crisis opgeofferd?
Laat ons ons over de naleving van de liberale waarden van de EU dus geen illusies maken. Evenals in het geval van het Amerikaans exceptionalisme, schendt de EU de liberale principes zodra ze haar macht moet consolideren. De oorlog vormt daar een goede aanleiding voor, en juist in de oorlog heeft de EU bepaald niet stilgezeten:
1. De EU onteigent bezittingen van Russen in de EU;
2. De EU blokkeert bankrekeningen van Russen en bevriest hun geld;
3. De EU blokkeert geldverkeer van en naar Rusland;
4. De EU verbiedt handel met Rusland;
5. De EU eist van energiebedrijven een prijzenplafond;
6. De EU censureert zonder last of ruggenspraak informatievoorziening;
7. Antidemocratische tendensen in Oekraïne worden gedoogd;
8. De EU steunt nationaalsocialistische milities in Oekraïne;
9. De EU financiert en stimuleert er nationale soevereiniteit en monistisch volksnationalisme.
Met acties 1 tot en met 9 treedt de EU de belangrijkste liberale ‘Europese’ uitgangs- en beleidspunten met voeten. Men denke aan privébezit, vrij verkeer van kapitaal, internationalisme (en dus anti-volksnationalisme), uitholling van de soevereiniteit van de natiestaten en eerbiediging van de vrijheid van informatie en meningsuiting.
Terug naar de plaats in de tekst.
Geraadpleegde literatuur
Brzezinski, Zbigniew, The Grand Chessboard: American Primacy and its Geostrategic Imperatives. New York: Basic Books, 2016 (eerste druk 1997).
Dugin, Alexander, The Fourth Political Theory. London: Arktos, 2012.
Galen Carpenter, Ted, NATO: Dangerous Dinosaur. Washington: Cato Institute, 2019.
Gates, Robert M., Duty: Memoirs of a Secretary at War. New York: Alfred A. Knopf, 2014.
Hitler, Adolf, Mein Kampf. New York: First Mariner Books, 1999 (eerste druk 1925).
Korybko, Andrew, Hybrid Wars: The Indirect Adaptive Approach to Regime Change. Moskou: People’s Friendship University of Russia, 2015.
Lieven, Dominic, The Cambridge History of Russia: Volume II, Imperial Russia, 1689–1917. Cambridge: Cambridge University Press, 2006.
Mearsheimer, John, The Tragedy of Great Power Politics. New York: University of Chicago, 2001.
Mearsheimer, John (2015) Why the Ukraine crisis is the West’s fault: The liberal delusions that provoked Putin. Foreign Affairs 93(5), 77-84, 85-89 (blz. 4 op Mearsheimers website).
Sakwa, Richard, Frontline Ukraine: Crisis in the Borderlands. London: I.B. Tauris, 2014.
Marcel Bas, Voorschoten, 3 september 2022.
E-mail: Marcel Bas
|