Inleiding
Soms krijgen wij van lezers vragen naar aanleiding van de artikelen en essays op deze webstek. Veel vragen gaan over de de Nederlandse en Afrikaanse taal, over
de Boeren
in Argentinië en over emigratiemogelijkheden. We krijgen ook veel vertalingsverzoeken, vragen om informatie aangaande Nederlandse en Afrikaanse taal- en
cultuurbewegingen, verzoeken tot hand- en spandiensten voor taal- en cultuuractiviteiten en daaraan gekoppelde verzoeken tot het bijeenbrengen van geïnteresseerden
en gelijkgestemden.
Wij reageren daar graag en tijdig op.
Er doen over deze webstek echter ook
onjuiste beweringen de ronde, die enkel afkomstig kunnen
zijn van mensen die onze artikelen en essays niet gelezen hebben, maar die wel de behoefte hebben over de inhoud ervan te oordelen. Er zijn ook mensen die tussen
de regels door
vooral menen
te lezen wat ze erin wíllen lezen, waarna ze hun meningen over deze webstek in hun eigen geschriften als feiten aan de man brengen.
Om zowel onze gewaardeerde lezers als de vóóroordelende niet-lezers van deze webstek tegemoet te treden, hebben wij de
onderstaande lijst met duidelijke, verhelderende vragen
en antwoorden opgesteld. Ze biedt slechts een summier overzicht van de vragen die over deze webstek rijzen, dus indien u meer vragen voor ons hebt,
stuurt u ze alstublieft aan roepstem@hotmail.com. Wij zullen u graag met inlichtingen en raad ter zijde staan.
1. Wat is De Roepstem?
De Roepstem is een webstek die in 1999 is opgericht om de culturele, taalkundige en geschiedkundige verwantschap
tussen Afrikaanstaligen, Nederlanders en Belgen
(vooral Vlamingen) te benadrukken en om bewustwording daarvan onder die gemeenschappen te
verspreiden. Daarnaast ziet De Roepstem het als haar taak om in deze tijd van globalisering en
verlies aan regionale
eigenheid, taaltrots en waardering voor de eigen identiteit onder
deze bevolkingsgroepen aan te moedigen.
Uit deze taakstellingen zijn
verschillende artikelen voortgekomen, en van
lieverlee is de thematiek van de webstek uitgebreid naar onderwerpen als taalkunde, cultuurpolitiek,
Heel-Nederlandse staatskunde, maatschappijkritiek, liefde voor het eigene en Europese
tradities. De webstek is hoofdzakelijk Nederlands- en Afrikaanstalig en wordt het meest gelezen in Nederland,
België en Zuid-Afrika.
2. Is De Roepstem een blog?
Neen.
De Roepstem bestaat uit een hoofdpagina met daaronder een grote verzameling webpagina’s die sinds de oprichting met behulp van HTML-codes op een webdomein
(dit was eerst roepstem.tripod.com, en later roepstem.net) geplaatst worden. Dit is een zeer bewerkelijke methode, maar hierdoor krijgt de lezer artikelen en
essays voorgeschoteld die niet – zoals vaak in het geval van blogs – slechts kortstondig interessant, (te) vlug geschreven en te zeer gebrand op de actualiteit zijn, of
die inderhaast met veel taal- en spelfouten opgesteld worden. Artikelen bij De Roepstem gaan vaak lang mee omdat hun onderwerpen vaak vele jaren bestrijken en
omdat ze zaken vaak vanuit een hoog abstractieniveau beschouwen. Daarnaast bekijken ze de wereld vaak vanuit een ongebruikelijke invalshoek en proberen ze
zo min mogelijk
met de waan van
de dag mee te liften.
3. Kan men lid worden van De Roepstem?
Neen.
Mensen kunnen wel artikelen en essays in het Nederlands, Afrikaans, Fries, Frans, Duits of Engels insturen. Indien zij geschikt zijn voor plaatsing kunnen zij tot
volwaardige bijdragen met afbeeldingen worden omgezet en op de webstek terechtkomen. Bijdragen van lezers en geïnteresseerden krijgen alle aandacht die ze verdienen.
4. Is De Roepstem een organisatie?
5. Is De Roepstem voorstander van een onafhankelijk Vlaanderen oftewel een scheuring
van België?
Neen.
België heeft in 1830 al eens een scheuring meegemaakt: toen scheidde het huidige België zich door
toedoen van religieuze onderdrukking en Franse inmenging
af
van de rest van de Nederlanden. 60 jaar later, in 1890, scheidde Luxemburg zich van Nederland af door de
Personele Unie te ontbinden. Door deze historische gebeurtenissen
hebben de Nederlanden in hun geopolitieke mededinging veel kansen gemist. Het is nu zaak België, Nederland
en Luxemburg
integraal te
herenigen,
in plaats van het op een tweede scheuring aan te sturen. Een nieuwe naam voor deze nieuwe staat zou zijn de Nederlanden of zelfs
het Nederlands Verenigd Koninkrijk.
6. Is De Roepstem antiglobalistisch?
7. Is De Roepstem voorstander van de apartheid?
Neen.
Het is waar dat De Roepstem zelden positief bericht over het ANC, dat nog steeds als de post- of anti-apartheidsregeringspartij bekend staat. Maar het feit dat een partij
zich tegen een afkeurenswaardig systeem heeft verzet, maakt haar niet verheven boven kritiek.
Daarentegen stelt de webstek zich wel ronduit gunstig op t.a.v. de Afrikaners - de bevolkingsgroep die tijdens
het apartheidsregime het machtigst
was en die het
regime in stand hield, maar neemt De Roepstem het ook op
voor de niet-blanke Afrikaanstalige bevolkingsgroepen. De webstek is dus vooral pro-Afrikaans, en geenszins een voorstander van de apartheid of van de oude bedeling ten
tijde van dat systeem.
Daarnaast ondersteunt De Roepstem die Afrikaanstalige gemeenschappen die grondgebied voor zichzelf ontwikkelen waarop, in navolging van
het Zuid-Afrikaanse grondwetsartikel 185, de eigen taal
en cultuur een veilige haven kunnen vinden. Wij wijzen op gemeenschappen als Orania (door Afrikaners opgericht), Eersterust (door Bruinmense opgericht) en
Kleinfontein (door Afrikaners opgericht). Ook Mnyameni, door Xhosa's opgericht in de Oost-Kaap, verdient speciale aandacht. Critici vinden dat deze initiatieven op de apartheid gelijken, maar die vergelijking is onrechtvaardig:
apartheid was gestoeld op dwang en op marginalisering van niet-blanken. Initiatieven als Orania en Eersterust zijn gestoeld op zelfbeschikkingsrecht voor gemeenschappen die voor zichzelf willen beginnen en niemand tot last
willen zijn.
Het thema 'apartheid' krijgt dan ook zelden aandacht in de
artikelen op De Roepstem. Sinds de oprichting van de webstek in 1999 was apartheid al bijna negen jaar afgeschaft en speelde het politiek systeem sowieso allang geen rol meer. Wij wijdden ons aan het in de schijnwerpers zetten van de Afrikaners en de Afrikaanse taal, vrij van de herinnering aan apartheid. En daarbij stelden wij vanaf het begin het Afrikaans-onvriendelijke beleid van het ANC aan de
kaak, terwijl de meeste commentatoren in Nederland en Vlaanderen zich, onder de indruk van de toen heersende Mandela-cultus, onthielden van negatieve kritiek op de partij.
Het feit dat het ANC voor een groot deel uit de anti-apartheidsbeweging is voortgekomen en nog steeds haar legitimering meent te ontlenen aan haar strijd tegen dat systeem,
betekent dus niet automatisch dat
het ANC de juiste beslissingen neemt. En omgekeerd betekent dat anti-apartheidsverleden van het
ANC evenmin dat haar tegenstanders als vanzelf pro-apartheid zijn. Toch maken veel slecht geïnformeerde (meestal bij voorbaat slecht lezende maar snel oordelende)
critici van De Roepstem
al dan niet moedwillig deze denkfout, en menen zij De Roepstem te kunnen diskwalificeren als apartheidsnostalgisch of als een pro-apartheidsclub.
Voor meer informatie over de hardnekkigheid waarmee critici van De Roepstem opzettelijk naar apartheid blijven verwijzen, zie het artikel van Marcel Bas 'Apartheid is gelukkig al lang afgeschaft'.
8. Is De Roepstem racistisch?
Neen.
De Roepstem is vooral geïnteresseerd in de bredere Nederlandse cultuur en talen (Nederlands, Afrikaans, Picardisch, Henegouws, Fries, enz.) en inzonderheid in
het behoud van de volkeren in Zuidelijk Afrika die Afrikaans spreken; blank, bruin en anderskleurig.
9. Is De Roepstem taalpuristisch?
10. Is De Roepstem gelieerd aan bepaalde politieke of maatschappelijke organisaties?
Neen.
Hoewel auteurs van De Roepstem leden of begunstigers kunnen zijn van politieke en/of maatschappelijke organisaties, hoewel zij schrijven voor tijdschriften, en
hoewel er soms artikelen in De Roepstem verschijnen die ook elders gepubliceerd zijn, bestaat er geen belangenverstrengeling met overige media en organisaties.
De Roepstem is onafhankelijk, niet-commercieel en staat niet in dienst van organisaties.
11. Waarom voert De Roepstem oranje-blanje-bleu?
Omdat de Princevlag (ook Prinsenvlag) uit die drie kleuren bestaat. De Princevlag was de vlag waaronder
de Orangisten van de
Nederlandse Opstand (16de eeuw) ten strijde trokken
tegen de Spaanse scharen. Hij werd uiteindelijk gevoerd als vlag van de Verenigde Zeventien
Provinciën en de daaraan verbonden organisaties, zoals de Vereenigde Oost-Indische-Compagnie (V.O.C.) en de West-Indische Compagnie (W.I.C.). De kleuren zijn dus
het symbool
voor de bij De Roepstem veelvuldig benadrukte eenheid
tussen Nederland, België en Luxemburg.
Maar deze driekleur benadrukt ook de verwantschap van de Afrikaanstaligen in Zuidelijk Afrika met de Nederlandstaligen.
Aangezien de Afrikaanstaligen een belangrijk deel van hun geschiedenis aan de V.O.C. te danken hebben, werd en wordt oranje-wit-blauw vaak gevoerd door
Afrikaanstalige organisaties in Zuid-Afrika, zoals de Orania Beweging, PRAAG en, in gewijzigde vorm, de Vry Afrikaner-beweging. Met deze kleuren konden en kunnen zij
voor hun identiteit uitkomen en zich organiseren.
Hoewel de Princevlag later zijn oorspronkelijke betekenis heeft verloren omdat hij in gewijzigde vorm vaak voor bedenkelijke politieke doeleinden is gebruikt - ik noem het blanke bewind in Zuid-Afrika tussen
1928 en 1994, de Nederlandse NSB en latere ultranationalistische politieke partijen en organisaties in Nederland - blijft hij zeer waardevol als onmiskenbaar en onmisbaar symbool
van de
Heel-Nederlandse
identiteit van de volkeren binnen Nederland, België, Luxemburg en Zuidelijk Afrika. Hij markeert de onderlinge verbondenheid tussen de Beneluxvolkeren en de
Afrikaanstalige volkeren. De vlag is dus heel oud en is ons dierbaar, ongeacht wat politici
ermee uithalen, en hoezeer de zestiende- en zeventiende-eeuwse geschiedenis van de vlag ook ondergesneeuwd is geraakt.
Cultuur en identiteit gaan boven politiek. Ongeacht politieke stemmingmakerij - die van het beperkt historisch geheugen onder Nederlanders profiteert - zullen wij dus de vlag blijven voeren, in de hoop dat ook andere culturele initiatieven
zich ermee zullen tooien.
12. Besteedt De Roepstem ook aandacht aan Afrikaners in de diaspora?
Neen.
Afrikaners zijn - de naam zegt het al - Afrikaans, en enkel in Afrika kunnen ze als volk overleven. Hoewel hun voorouders uit Europa komen, ligt hun wezen -
hun eigenheid,
hun volksschap - in Afrika.
Afrikaners die geëmigreerd zijn zullen ongetwijfeld nog trots zijn op hun Afrikanerschap en op hun taal, maar aangezien het gros der emigranten
naar Engels- en Nederlandstalige landen vertrekt, gaan zij zonder taalproblemen heel snel op in de samenleving van het nieuwe vaderland. Binnen twee
generaties is de Afrikaanse taal voor het Engels of het Nederlands ingeruild - en vergeten. Hun kinderen stichten gezinnen waar het Afrikaans geen rol meer speelt.
Dit is begrijpelijk.
Aan de andere kant hebben de Afrikaanstalige gemeenschappen in Zuidelijk Afrika een zo groot mogelijke populatie nodig om de eigen taal en cultuur levenskrachtig
te houden. Met meer mensen sta je sterker. Als Afrikaners massaal naar het buitenland verhuizen, zal de continuïteit van het Afrikanervolk voor de toekomstige
generaties der wijkelingen
voorgoed verdwenen zijn. Want het belangrijkste onderdeel van de Afrikaneridentiteit is wel haar taal, ín Afrika.
Voor de individuen in kwestie zal de grote trek ongetwijfeld een opluchting zijn; zij hoeven niet meer te leven in een land waar zij op elke straathoek moeten
omkijken en waar
zij op de arbeidsmarkt op grond van hun huidskleur benadeeld worden. Maar voor
de Afrikaner volksgemeenschap is de diaspora een verlies aan levenskracht die zij niet gemakkelijk te boven zal komen. Het volk is ooit al ernstig uitgedund,
tussen 1899 en 1902. Dit zou een tweede aderlating zijn.
Daarom richten wij ons niet op Afrikaners in het buitenland. 'Expats', zoals zij in het Engels heten, zijn voor het Afrikanerschap
niet meer van
belang. Het verleden, het heden en de toekomst voor het Afrikanervolk liggen in Afrika.
Laat Afrikaners het liefst in Zuidelijk Afrika blijven. In plaats van verre emigratie
zou men een vertrek naar bestaande Afrikanergemeenschappen in Mozambique kunnen overwegen.
Maar het beste alternatief is vertrek naar de Zuid-Afrikaanse Afrikanerenclave Orania. Daar hoeft men niet steeds om te kijken uit angst om belaagd te worden, en daar doet men aan
volkseigen
arbeid. Daar
heeft het Afrikanervolk grotere overlevingskansen dan in Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië - en Nederland en Vlaanderen.
1 januari 2014
|