Naar hoofdbladzijde / Na hoofbladsy
  Thuis/Tuis   |   Marcel Bas   |   Nieuws/Nuus   |   Vragen/Vrae   |   Links/Skakels   |   Contact/Kontak


Artikelen en bijdragen
Artikels en bydraes

De Afrikaanse taal
Die Afrikaanse taal

De Nederlandse taal
Die Nederlandse taal

Zuid-Afrika
Suid-Afrika

De Afrikaanstaligen
Die Afrikaanstaliges

De Nederlandse cultuur
Die Nederlandse kultuur

Heel-Nederland
Groot-Nederland

Europa
Europa

De volksliederen (MP3)
Die volksliedere (MP3)

Texts in English
Tekste in Engels

Het Zwarte Piet-hoekje
Die Zwarte Piet-hoekie

Grote AF-NL woordenlijst
Groot AF-NL woordelys



U kunt hier het boek bestellen





Teken of kyk na ons besoekersboek



Volg ons ook
op Facebook

Volg ons ook op Facebook

De Roepstem
Die Roepstem




eXTReMe Tracker
Apartheid is gelukkig al lang afgeschaft

Maar sommigen kunnen Apartheid niet missen

Door Marcel Bas



Inhoud


- Ten geleide

- Pogingen mij in verband te brengen met Apartheid

- Bronnen waaruit blijkt dat ik de Apartheid afwijs

- Beschuldigen onder het mom van informeren

- Conclusie

Apartheid

Het apartheidssysteem dwong en onderdrukte 's lands
meerderheid, en behandelde haar als tweederangs burgers




1. Ten geleide

Nadat in Zuid-Afrika in 1990 de belangrijkste Apartheidswetten afgeschaft waren, werd in 1991 officieel de gehele Apartheid afgeschaft. En in 1994, na de eerste democratische verkiezingen, kwam het ANC in het land aan de macht. Die partij zou de apartheidserfenis tenietdoen. Naar buiten toe was Apartheid erop gemikt de verschillende rassengroepen in het land uit elkaar te houden, maar in toenemende mate ging het erom het het blanke minderheidsbewind in stand te houden. Het is genoegzaam bekend dat dit beleid omstreden was vanwege zijn inherent wrede rassenwetten. Families werden uiteengereten, woonwijken platgewalst, en dit alles onder het bewind van een bange, blanke minderheid die met de niet-blanke meerderheid deed waar zij zin in had. Tot 1991.


1.1 Iedereen doet mee

Ik ben dan ook nooit voor Apartheid geweest en ik ben er zowel voor als na 1991 ook niet in geïnteresseerd geweest. Wel heb ik Apartheid hier en daar zijdelings besproken en bekritiseerd, maar steeds met een soort houding van 'mir fällt zu Apartheid nichts ein'. Ik was blij dat dat beschamende politieke systeem afgeschaft was.
"Zuid-Afrika trok mij niet vanwege de Apartheid."
En wetende dat iedereen er zijn zegje over wou doen en dat iedereen het er wel over eens was dat het systeem niet deugde, zag ik geen heil in deelname aan de massaal in Nederland beleden praktijk van het na de afschaffing jarenlang obligaat intrappen van open deuren naar de - terecht - afwijzende meningen over Apartheid. Zuid-Afrika trok mij niet vanwege de Apartheid; ik vond het belangrijker over minder (massaal) belichte onderwerpen, zoals de Zuid-Afrikaanse flora en het behoud van de Afrikaanse taal, te schrijven.


1.2 Iedereen móet mee

Vooral tijdens het presidentschap van Nelson Mandela, vanaf 9 mei 1994, heerste er in Nederland een enorm optimisme waarbinnen Mandela haast messiaanse eigenschappen toegedicht kreeg. Nederlandse politici, publicisten en opiniemakers haastten zich dan ook om goede sier met Mandela te maken door vooral de indruk te wekken dat zij de prominente ANC-er en diens partij altijd al bewonderd hadden, en het volste vertrouwen in de ANC-heerschappij hadden.

Ik niet.

Evenals gedurende de periode voorafgaand aan 1994 bepaalde ik liever mijn eigen koers en richtte ik me op mijn passies; ik bestudeerde meer dan ooit het Afrikaans en de Afrikanercultuur, maar ik kwam ook tot de slotsom dat het ANC niet het beste met het Afrikaans en haar sprekers voorhad. Ik besefte al heel vroeg dat alertheid geboden was ondanks de omwenteling en de enorm grote ANC- en Mandela-populariteit. Ik vreesde dat het ongebreidelde optimisme zou leiden tot een te onkritische houding jegens een steeds machtiger wordend ANC, dat de eigen verzoeningsbeloften aan de Afrikaanssprekende gemeenschappen begon te veronachtzamen. Ik vond dat er ruchtbaarheid moest worden gegeven aan deze scepsis en dat juist wíj, als Nederlandstaligen, ons moesten inzetten voor het Afrikaans en voor de cultuur en het welzijn van die Afrikaanstalige gemeenschappen.

Toegegeven, een deel van de Afrikaanstaligen droeg de schuld voor de Apartheid. Maar tegelijkertijd voelde ik me als Nederlander aan de Afrikaanstaligen verwant en zag ik het, tegen de stroom in, als mijn Nederlandse plicht te ageren tegen de negatieve gevolgen van het ANC-beleid voor het Afrikaans en Afrikaanstaligen.

Tegenwoordig, jaren later, zijn die negatieve gevolgen overduidelijk aanwezig en niet meer weg te denken. De taal verdwijnt uit het onderwijs, Afrikaanstalige straat- en plaatsnamen worden omgedoopt tot 'apartheidsvrije' namen en staatsdiscriminatie tegen blanken neemt groteske vormen aan. Apartheid is terug, maar dan omgekeerd. Mijn vroege oproepen tot alertheid bleken realistisch en mijn sceptische houding en kritiek zijn inmiddels gemeengoed geworden.


1.2.1 Tegenstand vanuit het polderland

Maar volgens sommigen heb ik tegelijkertijd in Nederland, met deze jarenlang consequent volgehouden grondhouding, een omstreden positie ingenomen. Immers, vanaf 1991 publiceer ik vanuit die grondhouding kritische, maatschappelijk-culturele artikelen en essays, die in diverse tijdschriften zijn verschenen. Daarin verwoord ik een doorgaans conservatief-sceptische blik op onze Europese beschaving, en natuurlijk op Zuid-Afrika. In de artikelen en essays over Zuid-Afrika bekritiseer ik er vaak het ANC, maar breek ik een lans voor het Afrikaans en haar sprekers. Hetzelfde doe ik sinds 1999 voor deze webstek, De Roepstem. Blijkbaar zijn er mensen die zich al tientallen jaren aan die geschriften ergeren.
Daarnaast reis ik sinds 1994 met enige regelmaat naar Zuid-Afrika, waar ik de Afrikaanssprekenden en hun vertegenwoordigers bezoek. Daarop volgen veel samenwerkingsverbanden, projecten en wederbezoeken. Er zijn mensen die zich eveneens al tientallen jaren aan die activiteiten ergeren.

Vooral activisten van zgn. 'antifascistische' en radicaal-linkse collectieven storen zich aan mijn initiatieven en publicaties. Dat mag natuurlijk, maar het wordt een ander verhaal als zij mij in publicaties op rommelige wijze herhaaldelijk ervan proberen te betichten voorstander te zijn van de Apartheid, zonder dat zij ook maar een citaat uit mijn werk kunnen aandragen waarmee zij aannemelijk kunnen maken dat ik inderdaad voorstander van de Apartheid zou zijn. Daarbij verbergen zij zich wijselijk achter anonimiteit of achter schuilnamen - omdat zij helemaal niets zien in een debat of een discussie waarmee zij mijn pennenvruchten aan de tand kunnen voelen.

Bedenkelijke praktijken. Het moge u duidelijk zijn met wat voor tegenstanders wij hier te maken hebben.


1.2.2 Weerwoord

Als repliek op deze lasterlijke praktijken - ik ben nooit een voorstander geweest van de Apartheid - heb ik de onderstaande tekst geschreven. Ik heb hem evenwel niet enkel geschreven om aan te tonen dat ik helemaal niets met Apartheid heb: ik heb hem ook geschreven om u een idee te geven van hoe de tactieken van deze extreemlinkse mensen werken.

Ik zal hier, om te beginnen, een overzicht geven van hun pogingen mij in verband te brengen met de Apartheid, en vervolgens zal ik elke poging becommentariëren. Ter afsluiting zal ik aan de hand van citaten uit mijn oudere en nieuwere artikelen bewijzen dat de pogingen van deze extreemlinkse 'onderzoekers' onbillijk zijn omdat ze op onwaarheden en halve waarheden gebaseerd zijn. En door het hele verhaal heen zal ik laten zien waarom mijn tegenstanders niet onverdeeld gelukkig zijn met de afschaffing van de Apartheid in 1990-1991.


2. Pogingen mij in verband te brengen met de Apartheid

2.1 Pogingen van voor 2010

2.1.1 Een poging uit 1997

De eerste keer dat ik opzettelijk in verband gebracht werd met Apartheid, was in december 1997. In het actieblad De Fabel van de Illegaal van die maand stond:

      Vanaf 1993 is Bas ook bestuurslid van de jongerenafdeling van de Nederlands-Zuidafrikaanse Werkgemeenschap (NZAW). Ook schrijft hij regelmatig in het blad "Zuid-Afrika Nu" van de NZAW. De NZAW is een felle pro-apartheidsorganisatie die zich na de omwenteling in Zuid-Afrika wat gematigder is gaan opstellen.

      Bron: De Fabel van de Illegaal, december 1997.

Let u vooral op deze zin: “De NZAW is een felle pro-apartheidsorganisatie die zich na de omwenteling in Zuid-Afrika wat gematigder is gaan opstellen.” Het is opmerkelijk dat de auteur van het artikel, ene Gerrit de Wit – waarschijnlijk de schuilnaam van de Leidse activist met de (onsuccesvol geheim gehouden) naam Arjan Pont - anno 1997 Apartheid erbij haalt en de tegenwoordige tijd gebruikt (“de NZAW is een felle pro-apartheidsorganisatie…”).
Dit is raar, want in 1997 was de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Werkgemeenschap geen "pro-apartheidsorganisatie" meer, laat staan een “felle”. Immers, in 1991 was Apartheid helemaal afgeschaft en in 1994 was het ANC aan de macht en ging men nog voortvarender verder met het afbreken van de gevolgen van de Apartheid. Het lijkt me vreemd
"Het lijkt me vreemd dat de NZAW zich anno 1997 nog zou hebben ingezet voor de verdediging van een reeds in de periode 1990-1991 ten grave gedragen systeem."
dat een organisatie als de NZAW zich anno 1997 nog zou hebben ingezet voor de verdediging van een reeds in de periode 1990-1991 ten grave gedragen systeem. Ik vraag me af hoe "De Wit" zich de bestaansreden van een pro-apartheidsorganisatie in een post-apartheidstijdperk voorstelt. Zo'n organisatie zou, op z'n zachtst gezegd, iets anachronistisch in zich dragen.

Ikzelf ben pas in 1991 tot de NZAW toegetreden, dus pas toen de Apartheid in Zuid-Afrika officieel was afgeschaft. Tijdens een algemene vergadering - ik meen in 1994 - vernam ik van de toen aftredende voorzitter, mevrouw A. Slaa-de Jong, dat zij als NZAW-voorzitter inderdaad in de jaren tachtig ervoor gekozen had te ageren tegen de boycot tegen Zuid-Afrika en het land op allerlei manieren cultureel en politiek te steunen, ook als dat betekende dat zij de zgn. grote Apartheid (d.i. het onderbrengen van de verschillende rassen in bepaalde gebieden) moest verdedigen. De zgn. kleine Apartheid (gescheiden toiletten, zwembaden, parken, stranden, enz.) wees mevrouw Slaa echter af.

Die algemene vergadering was een interessante terugblik, want zij gaf mij een kijkje in de woelige periode die ik als knaap niet had meebeleefd. Ik denk niet dat ikzelf in de jaren tachtig moreel gezien bereid of in staat zou zijn geweest de apartheidspolitiek te verdedigen, hoezeer ik ook van het Afrikaans hield en hoezeer ik het ook eens zou zijn geweest met de pogingen van de NZAW om vooral niet mee te doen met de boycot tegen Zuid-Afrika. Maar ik besef dat dit hypothetisch gepraat achteraf is. Hoe dan ook, de besluitvorming aangaande het verdedigen van de Apartheid vond binnen de NZAW vóór mijn tijd plaats.
Mij dunkt dat de NZAW voor 1991 veeleer een pro-Zuid-Afrikaanse organisatie was dan een "pro-apartheidsorganisatie". Zuid-Afrika was de hoofdzaak en Apartheid was een netelige bijzaak, zo niet een complicatie.

Uit vergaderingen binnen het NZAW-Jongerenbestuur werd mij duidelijk dat de NZAW na de officiële afschaffing van Apartheid in 1991 snel inzag in dat de politieke realiteit ingrijpend veranderd was. Ten gevolge van de afschaffing speelde Apartheid ten tijde van het verschijnen van "Gerrit de Wits" artikel in 1997 voor haar al jaren geen rol meer in het bepalen van een politieke positie. Ze bleef evenwel kritisch over het ANC schrijven, en terecht. Maar de tijd van strijd en pressie was voorbij, en ik denk dat de NZAW-ers, evenals ik, destijds blij waren dat het systeem afgeschaft was en dat Zuid-Afrika en Sarie Marais langzaam weer normaal bespreekbaar konden worden. Daar ging het mij althans om: de Afrikaners en Zuid-Afrika moesten uit de taboesfeer getrokken worden, en nu was het zover. We organiseerden Zuid-Afrika-beurzen, Zuid-Afrika-barbecues, ambassadeurs als Albert Nothnagel en Zach de Beer (in mijn tijd geen voorstanders van Apartheid) kwamen spreken, en Apartheid lag achter ons.

Ter zijde: in 1994 was ik hoopvol doch sceptisch over een goede toekomst voor Zuid-Afrika. Ik heb op 9 mei 1994 - toen Mandela tot president werd beëdigd -
Zuid-Afrikaanse ambassade in Nederland

De Zuid-Afrikaanse ambassade aan de Wassenaarseweg in Den Haag

op de Zuid-Afrikaanse ambassade nog meegefeest met Zuid-Afrikanen van diverse pluimage en ras. Het was een mooie tijd: mensen waren blij omdat een nieuwe toekomst aan de einder leek te gloren. Ik maakte in dat jaar mijn eerste reis naar Zuid-Afrika. Toen spoedig daarna bleek hoe de nieuwe bedeling zich al kort na de verkiezingen liet leiden door wrok jegens de Afrikaanse taal en haar sprekers, had mijn sceptische houding plaatsgemaakt voor pessimisme en kritiek.

Hoe dan ook, zoals ik eerder aangaf, ben ik pas na de afschaffing van de Apartheid begunstiger geworden van de NZAW. Dit moment heb ik overigens niet bewust uitgekozen: de houding van de NZAW t.a.v. de Apartheid heeft bij mij namelijk nooit een rol gespeeld in mijn overwegingen om actief te worden voor de NZAW. De NZAW was voor mij de meest uitgesproken pro-Afrikaanse organisatie en Apartheid was immiddels irrelevant geworden. Maar dat noemt mijnheer “De Wit” niet.

Ik kan me dan ook niet herinneren dat er in mijn tijd pro-apartheidsartikelen verschenen in het NZAW-blad Zuid-Afrika Nú. Zulke artikelen zouden mij nogal bevreemd hebben en mij sowieso als mosterd na de maaltijd gesmaakt hebben. Als de NZAW nog anno 1991 een, al dan niet felle, “pro-apartheidsorganisatie” zou zijn geweest, zou ik er zeker niet toe zijn toegetreden. Ik vraag me af of mijnheer "De Wit" al die mensen die nu tot de NZAW toetreden ook nog van pro-apartheidsstandpunten zou betichten.


2.1.2 Een poging uit 2007

Tien jaar later, in 2007, probeert "Gerrit de Wit" het nog eens. Ik neem u mee naar zijn rubriek “Wat schrijft rechts?” van het extreemlinkse actieblaadje Alert!. Daarin goochelt hij met tijdsbegrippen terwijl hij mij noemt in het kader van een lobbyactie van de Stichting Taalverdediging in 2007. Ik stond aan het hoofd van een delegatie waarmee wij de Zuid-Afrikaanse ambassadrice om een gunst vroegen:

      Verder is het opmerkelijk om te lezen dat een delegatie van Taalverdediging onlangs op audiëntie ging bij de gekleurde Zuid-Afrikaanse ambassadrice. Daar pleitte men voor het uitzenden van het Zuid-Afrikaanse jeugdjournaal in het Afrikaans, in die op het Nederlands lijkende taal die ooit in Zuid-Afrika geïntroduceerd werd door de witte Nederlandse boeren die de zwarte bevolking daarop eeuwenlang in een racistische wurggreep hielden. En wie stond aan het hoofd van die delegatie? Dat was Marcel Bas. En laat Bas nu net actief geweest zijn bij de rechts-extremistische Nederlandsche Studentenvereniging, het Oud Strijders Legioen, de NZAW, een organisatie die destijds voor de apartheid was. Helaas voor Bas zijn de tijden veranderd.

      Bron: Alert!, nummer 2, juni-september 2007.

Let vooral op het tendentieuze, rassenreductionistische “gekleurde Zuid-Afrikaanse ambassadrice”. En let ook op de door "De Wit" opzettelijk ouderwets gemaakte spelling van de Nederlandse Studentenvereniging. Hij schrijft “Nederlandsche”. Ook in andere artikelen bedient hij zich consequent van deze uit de lucht gegrepen schrijfwijze. De spelling roept bij de lezer vervreemding op en suggereert dat de vereniging niet meer van deze tijd is. Zo doet "De Wit" een indirect beroep op het algemeen aangehangen vooroordeel dat moderniteit nastrevenswaardig is. En van zulk een werelds ideaal kan zo'n anachronistische studentenvereniging natuurlijk geen deel uitmaken. De spelling Nederlandsche is in ieder geval fout.


2.1.2.1 (Denk)fouten en selectieve weergaven

Laat ons enkele onderdelen uit het citaat nader bekijken.

Ten eerste noemt "De Wit" in het bovenstaande citaat dat de NZAW “destijds” voor de Apartheid was. "Destijds"? Naar welk tijdsgewricht verwijst dit bijwoord? Wederom vermeldt hij niet dat de Apartheid bij de NZAW inmiddels geen rol meer speelde toen ik actief werd – dus toen ik begon te schrijven. Ik begon daarmee in 1992, hetgeen de zo nauwlettende 'onderzoeker' van mijn activiteiten als geen ander kan weten. Als "destijds" naar mijn tijd bij de NZAW moet verwijzen, dan hebben we het over de post-apartheidsperiode. Maar de tijd wordt juist niet nader bepaald, dus kan "destijds" evengoed naar de apartheidsperiode verwijzen en wordt mijn betrokkenheid bij de NZAW met minstens een jaar vervroegd, en omstredener gemaakt. Maar dat laat hij uit tactische overwegingen voor de onwetende lezer in het midden.

Ten tweede zijn de Afrikaners geen “witte Nederlandse boeren” maar bestaat hun herkomst in de eerste plaats uit Duitsers, in de tweede plaats uit Nederlanders, in de derde plaats uit Fransen, en daarna uit Aziatische en inheemse slaven.

Ten derde is de Afrikaanse taal vanuit door zeelieden gesproken Hollandse dialecten
"De Afrikaanse taal is niet "geïntroduceerd" door "witte" boeren, maar ter plekke ontwikkeld door alle mensen die haar spraken: blanken en gekleurden, dus."
mede gevormd door die slaven. Als taalkundige heb ik veel onderzoek gedaan naar de oorsprong en de ontwikkeling van het Afrikaans, en als wetenschappers op dit gebied het over een ding eens zijn, dan is het wel over het feit dat het Afrikaans niet "geïntroduceerd" is door "witte" boeren maar dat ze in de zeventiende eeuw uit een mengeling van (aangeleerde) Hollandse dialecten, inheemse Khoikhoi-dialecten en slaventalen ter plekke ontwikkeld is door alle mensen die haar spraken: blanken en gekleurden, dus.

Ten vierde verzwijgt hij uiteraard dat onze delegatie in haar opdracht geslaagd was. De ambassadrice stond namelijk heel welwillend tegenover onze wens dat het Zuid-Afrikaanse jeugdjournaal,
Nieuwsbrief

Kids News zendt nu ook uit in het Afrikaans (klik op afbeelding voor grotere weergave).

Kids News genaamd, ook in het Afrikaans zou uitzenden. Daar heeft zij zich bij de Zuid-Afrikaanse omroep uiteindelijk voor ingezet, en Kids News zendt sinds 2007 dan ook uit in het Afrikaans. In datzelfde jaar heeft de Nieuwsbrief Taalverdediging, die "Gerrit de Wit" elk kwartaal getrouw leest, aan de hand van een krantenbericht in de Zuid-Afrikaanse krant Volksblad melding van dit heuglijke besluit gedaan: zie afbeelding links.

Ten vijfde suggereert "Gerrit de Wit" met zijn laatste zin dat ik het zou betreuren dat de blanken niet meer de scepter over het land zwaaien. Zo'n bewering is ongehoord en zou onrecht aan mijn activiteiten doen. Ik zou me er boos om kunnen maken, ware het niet dat deze geheimzinnige 'onderzoeker' bewust zaken verdraait en regelmatig zijn oordeel stoelt op zaken waar hij weinig van afweet.

We zien dus dat het betoog van "Gerrit" bestaat uit een zeer selectieve weergave van de feiten en uit onkunde. Ook vinden we er (denk)fouten waarvan het merendeel moedwillig tot stand lijkt te zijn gekomen.


2.2 Pogingen van na 2010

2.2.1 Een poging uit 2011

Nog een poging mij in verband te brengen met Apartheid kwam van een anoniem schrijver uit dezelfde hoek. Op 16 februari 2011 publiceerde deze persoon op de 'antifascistische' webstek KAFKA (acroniem van Kollektief Anti-Fascistisch/-Kapitalistisch Archief) een associatief stuk met de titel Rechtsextremisten actief bij de PVV. De titel is in dezen belangrijk: die suggereert niet alleen dat de in het artikel beschreven personen, onder wie ik, allen extreemrechts zouden zijn, maar ik word op die manier ook in verband gebracht met alle mensen in het artikel die actief zouden zijn voor de Partij voor de Vrijheid. Opmerkelijk, want ik houd niet van politieke partijen en alle in het artikel bijeengebrachte mensen zeggen me ook niets. In ieder geval is het verband gelegd, en daar gaat het de schrijver om. Het artikel begint met enkele zinnen over handelsbeurzen (de auteur van het artikel noemt deze "beursen") die de NZAW medio jaren negentig organiseerde, waarna de auteur weer met de Apartheid aan de haal gaat:

      Omdat de Apartheid in Zuid-Afrika in de jaren daarvoor was afgeschaft, richtte de NZAW zich ook meer op culturele banden met blanke Zuid-Afrikanen en op de taalverwantschap met het Afrikaans. Toch was de betrokkenheid met de politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika daarmee niet verdwenen. In 1997 organiseerde de NZAW nog een bijeenkomst met de Apartheidsgeneraal Viljoen die met zijn politieke partij Vrijheidsfront aan de weg timmerde. In de jaren negentig werd er vanuit Zuid-Afrika een onderzoek ingesteld om de geldstromen van het Apartheidsregime naar de NZAW en soortgelijke belangenclubs te onderzoeken. Het NZAW was in 1963 immers opgericht met steun van het Apartheidsregime en werd vooral in de jaren zeventig en tachtig gezien als belangenbehartiger van Apartheid. In 2010 sprak Marcel Bas van de NZAW nog op een bijeenkomst over Zuid-Afrika van het extreemrechtse Voorpost.

      Bron: KAFKA, 16 februari 2011.

De taalfout is van de auteur zelf.

Bovenstaand citaat heeft het over activiteiten uit 1995 en 2010. Dat ik op verzoek van de NZAW, 19 jaar na de volledige afschaffing van de Apartheid, een toespraak voor Voorpost gaf, is kennelijk een faux-pas voor de 'antifascisten'.“Quid tum? “, om met Cicero te spreken. Ik ben bereid aan n'importe welk publiek mijn visie op de wereld uit de doeken te doen. Wie weet hebben ze er iets aan. De toespraak ging overigens over de voor het Afrikaans verslechterde toestand en het wel en wee van het Afrikanervolk. Wederom niets vergoelijkends aangaande de Apartheid.

Er wordt in het artikel wel subtiel gerefereerd aan de afschaffing van de Apartheid door er gewag van te maken dat “de NZAW zich ook meer op culturele banden met blanke Zuid-Afrikanen en op de taalverwantschap met het Afrikaans“ ging richten. En? Dus? Bleef de NZAW daarnaast stug pro-apartheidsacties voeren? Het wordt gesteld noch ontkracht. Ik wil KAFKA hier best over inlichten, maar eerdere verzoeken tot rechtzetting leren mij dat des schrijvers belangstelling niet zo ver zal reiken.


2.2.2 Nog een poging uit 2011

Eveneens uit de koker van de KAFKA verscheen wat later, op 31 juli 2011, een artikel waarin weer affiniteit met Apartheid gesuggereerd wordt. Daarin stelt een anonieme schrijver dat de heer Erik van Goor en ik in de jaren negentig actief waren “bij de pro-apartheid organisatie NZAW-Jongeren” (taalfouten zijn van de auteur). Verder: “De Nederlands-Zuid-Afrikaanse Werkgemeenschap was in de hoogtijdagen van het blanke regime in Zuid-Afrika een pleitbezorger van de apartheid. De organisatie had een actieve jongerenafdeling waar Bas en Van Goor functies bekleedden.”
Bron: KAFKA, 31 juni 2011.

Wederom wordt de NZAW enkel met Apartheid in verband gebracht, en door mijn actieve betrokkenheid bij de jongerenafdeling van de NZAW in één adem te noemen met de hoogtijdagen van het blanke regime (dit zijn – naar ik aanneem - de jaren tachtig), wordt gesuggereerd dat ik gedurende die zwarte periode uit de Zuid-Afrikaanse geschiedenis actief pleitbezorger was van het systeem dat gedwongen rassenscheiding en onderdrukking van zwarte emancipatiebewegingen doorvoerde.

En dan:

      Na het verdwijnen van het apartheidssysteem is er op initiatief van extreemrechtse krachten in Zuid-Afrika een blanke enclave ontstaan in het afgelegen dorp Orania. Marcel Bas is er op bezoek geweest en ontving ook een delegatie in Nederland in 2006. In maart 2010 bezochten vertegenwoordigers van Orania ons land opnieuw. In Veenendaal sprak Marcel Bas een bijeenkomst rondom hun bezoek toe.

      Bron: KAFKA, 31 juni 2011.

Wat een valse voorstelling van zaken. Orania is in december 1990, in het proces van de officiële afschaffing van de Apartheid, opgericht. De stichting geldt tot op heden juist als een van de voor het Afrikanervolk hoopvolle initiatieven in Zuid-Afrika. Orania is niet opzettelijk een “blanke enclave”; ze is een Afrikanerenclave. En ja, Afrikaners zijn nu eenmaal blank. Over dat element in de definitie van “Afrikaner” zijn zelfs antropologen het eens. Friezen zijn ook blank. En Pygmeeën zijn zwart. Zo gaat dat in deze diverse wereld. En als je individuen van een bepaald volk op een grondgebied concentreert, is de kans klein dat je er een grote raciale verscheidenheid zult aantreffen.

Orania is een goed, positief initiatief, maar ook dit dorp wordt vaak door critici opzettelijk in verband gebracht met het apartheidssysteem. De grote overeenkomst tussen Orania en de oude apartheidsstaat is dat er in beide gevallen door Afrikaners gepoogd wordt zo afzonderlijk mogelijk van andere volkeren te leven. Het zoeken naar eigen culturele domeinen is een kenmerkende en natuurlijke reactie bij minderheidsvolkeren; het is zelfs meestal de voorwaarde voor hun voortbestaan. Vele volkeren zoals de Joden in Europa, de Zevenburger Saksen in Transsylvanië en zowel de Bhil als de Toda in India zijn de Afrikaners in deze reactie voorgegaan. Zij proberen hun groep zo oorspronkelijk en anders mogelijk te houden.

Het koesteren van groepsidentiteiten is van overal en van alle tijden, of die identiteit nu geënt is op klasse, status of etniciteit. De sociaal psycholoog Henri Tajfel heeft hier in 1978 een interessant onderzoek naar gedaan, aan de hand waarvan hij een belangrijk verband heeft gelegd tussen groepsidentiteit en het “anders-zijn”. Hiertoe ontwikkelde hij zijn theorie van Sociale Identiteit (SID). Die theorie beschrijft, onder andere (ik beperk mij hier maar tot een deel ervan), hoe wij binnen een groep van binnenuit zullen proberen verschillen te minimaliseren. Maar zodra er een onderscheid tussen (etnische) groepen gemaakt kan worden, zal ons gedrag juist de verschillen tussen die groepen proberen te accentueren. Het eerste gebeurt door t.o.v. elkaar een accommoderende houding aan te nemen door al te opvallende kenmerken op het gebied van taalgebruik, kleding, mogelijk nonconformistische gedachten en andere idiosyncratische eigenschappen, uit te vlakken. Het tweede gebeurt echter door een juist divergerende houding, door als groep die contrasterende kenmerken als taalgebruik, kleding en nonconformistische gedachten aan te dikken teneinde zich van de andere groep af te kunnen zetten. De behoefte van de Afrikaners om zich als etnische groep c.q. volk zo authentiek mogelijk te houden, is in dit licht heel begrijpelijk, gezien de multi-etnische samenstelling van Zuid-Afrika.

We hebben culturele afbakening als een overeenkomst tussen Orania en de oude apartheidsstaat genoemd; het grote verschil tussen Orania en de Zuid-Afrikaanse apartheidsstaat van voor 1991 is echter dat Orania geen rassensegregatie kent. Daar telt in de
Oraniavlag

De vlag van Orania, gebaseerd op het ontwerp van kunstenares Elly Holm

praktijk of je deel bent van het Afrikanervolk, terwijl het in het oude Zuid-Afrika erom ging of je blank of niet-blank was. Een ander groot verschil met de oude apartheidsstaat is dat de mensen op Orania geheel vrijwillig, uit eigen beweging daar zijn gaan wonen. In het oude Zuid-Afrika kon je niet overal wonen en werden mensen onder dwang afgevoerd naar aangewezen, dikwijls onrendabele gebieden. Dit waren woongebieden aan de randen van de steden (lokasies) en Bantoestans of thuislanden. In Orania staat het de Afrikaners echter vrij er te leven, te werken en te wonen. En aan de andere kant wordt er niemand gedwongen te verhuizen. Zoals wij Nederlanders in Nederland baas zijn binnen eigen land, zo hebben in Orania de Afrikaners als Zuid-Afrikaanse etnische minderheid de geruststellende verzekering dat zij er baas zijn in eigen dorp. Apartheid hield afdrijving van bovenaf in, maar Orania staat voor zelfbeschikking van onderaf.

Hier is niets omstredens aan. Vrijwillige zelfafdrijving is zelfs door de Zuid-Afrikaanse grondwet aangemoedigd: ingevolge artikel 235 van de Zuid-Afrikaanse grondwet hebben alle taal- en cultuurgroepen het recht tot zelfbeschikking binnen een territoriale entiteit. Dus hebben Bruinmense (ten tijde van de Apartheid “Kleurlingen” genoemd) en Zoeloes soortgelijke gemeenschappen gesticht, en hebben de Afrikaners de gemeenschappen Kleinfontein nabij Pretoria en Orania nabij Hopetown opgericht. Is dat Apartheid? Neen, het is grondwettelijk ondersteunde, zelfverkozen zelfbeschikking van etnische groepen die verder niemand tot last zijn en die misschien andere etnische gemeenschappen zouden kunnen inspireren tot hetzelfde te doen.

Nee, voor geïnstitutionaliseerde rassendiscriminatie kunnen we het beste bij de Zuid-Afrikaanse overheid anno 2013 een kijkje nemen, waar blanken bij wet van de arbeidsmarkt geweerd worden op grond van hun huidskleur.


2.2.3 Nóg een poging uit 2011

Op 29 juli 2011 verscheen in alle landelijke en regionale dagbladen een ANP-bericht over de duizenden argeloze ontvangers, onder wie mij, van zeer ongewenste spam. In het krantenbericht werd even aan mijn Zuid-Afrikaanse activiteiten gerefereerd, maar werd ook de mening van een medewerker van de "antifascistische onderzoeksgroep" KAFKA opgetekend:

      Volgens Peter van Gent van de antifascistische onderzoeksgroep Kafka is de Voorschotenaar actief bij de 'pro-apartheidsbeweging' NZAW, onderhoudt hij warme banden met het exclusief blanke dorp Orania in Zuid-Afrika en geeft hij lezingen voor de extreemrechtse actiegroep Voorpost. Dat klopt, zegt Bas, maar volgens hem is de NZAW na het einde van de apartheid veranderd in een 'gezelligheidsvereniging'.

      Bron: De Stentor, 29 juli 2011.

Van hetzelfde laken een pak. En we zien een nieuwe naam: Peter van Gent. Dit is ook een schuilnaam van de 'antifascistische' burelen. Het is mij enkele keren overkomen dat verslaggevers de bevindingen van dit soort "antifascistische onderzoeksgroepen" voetstoots overnamen terwijl ze niet de moeite namen mij ook te raadplegen (dat kranten deze activisten als journalistieke bron au sérieux nemen is zeer bedenkelijk te noemen). Maar ditmaal paste de journalist hoor en wederhoor toe. In dit stukje wordt gesuggereerd dat Orania kennelijk geen Afrikanerdorp meer is. Nee, het zou een dorp zijn waar je op huidskleur gekeurd wordt. Dit is, zoals ik heb geprobeerd aan te tonen, onwaar.

U kunt in bovenstaande aanhaling wel zien dat ik heb gepoogd duidelijk te maken dat de NZAW zich niet met Apartheid bezighoudt. Ze organiseert nu vooral braaivleise (Z.A. barbecues), uitstapjes, toespraken en ze schrijft over Zuid-Afrika, zoals ze dat ook tijdens mijn toetreding deed. En het is hoopgevend dat de journalist met behulp van enkele aanhalingstekens - 'pro-apartheidsbeweging' - aangeeft dat die kwalificatie voor de rekening van "Peter van Gent" komt. Verder kunt u ontdekken dat die ene lezing voor Voorpost (zie aanhaling onder 2.2.1) op wonderlijke wijze vermenigvuldigd is met een onbepaald hoger aantal ('... en geeft hij lezingen voor de extreemrechtse actiegroep Voorpost'). Het is duidelijk dat ik hier verkeerd geciteerd ben, want op de bewering dat ik meer dan één lezing voor Voorpost zou hebben gehouden, heb ik beslist niet 'Dat klopt' gezegd. Maar goed, zoals gezegd geef ik voor iedereen lezingen; of dat nu linkse, rechtse of apolitieke clubs zijn. Zolang ze zich maar aan de in dit land geldende Grondwet houden.

Nog diezelfde dag ontving ik via Twitter een tweet van ene Ewout Klei, die zich destijds tooide met de kwalificatie “Intellectueel in opleiding”. Daarin probeerde dit heerschap met behulp van de 'tag' #apartheid mij eveneens in verband te brengen met dit achterhaalde Zuid-Afrikaanse systeem. Nadien heeft hij, dan weer getooid met de kwalificatie "Politiek historicus" zonder aanwijsbare aanleiding, via Twitter geregeld felle ad hominem-speldenprikjes aan mij uitgedeeld en mij expliciet een voorstander van de Apartheid genoemd. Bronnen waarmee deze grillige jongeman zijn beweringen kon staven, heeft hij tot nog toe niet kunnen geven. Zelfs niet nadat ik hem op Twitter heb uitgenodigd aan de hand van bronnen te bewijzen dat hij over mij niet loog.
Je zou toch zeggen dat integriteit best belangrijk is voor een politiek historicus.

Enkele maanden nadien betichtte nog iemand anders mij op Twitter - ins Blaue hinein - ervan voor Apartheid te zijn. Ik vroeg hem daarop welke bronnen, waaruit zou blijken dat ik voor de Apartheid zou zijn, hij heeft gevonden. Daarop moest hij het antwoord schuldig blijven. Maar hij had wel zo zijn redenen dit te beweren: ik uitte namelijk al jaren kritiek op het ANC en de nieuwe bedeling, en op internet staat het een en ander over mij geschreven. Vanaf dat moment besefte ik hoe makkelijk de denkfout gemaakt kon worden en dat wellicht het stadium aangebroken was waarop mensen bovenstaande artikeltjes begonnen na te praten. De lukrake associaties van mensen begonnen een eigen leven te leiden.


2.3. Verhaaltjes die een eigen leven beginnen te leiden

Een voorbeeld van het eigen leven dat dergelijke associaties met Apartheid begonnen te leiden: in juni 2013 verscheen een webstekje met daarop namen van mensen die op WikiPedia actief zijn, maar die ook extreemrechts zouden zijn. De titel van de webstek is nlwiki. Mijn naam verschijnt er ook: “Marcel Bas, een jarenlang propagandist van het Zuidafrikaanse apartheidsbewind.” (Foutieve interpunctie is van de schrijver zelf). Bron: nlwiki.wordpress.com, 11 juni 2013.

Men behoeft zich niet lang af te vragen welke bronnen schrijver dezes voor deze bewering geraadpleegd heeft. U ziet de ontwikkeling voortkruipen: aanvankelijk las de, wederom anonieme, schrijver waarschijnlijk hier en daar dat ik in verband gebracht kan worden met Apartheid, doch nu scherpt hij het zelf aan met de bewering dat ikzelf al “jarenlang” propaganda maakte voor dat inmiddels afgeschafte, Zuid-Afrikaanse regime. Dus niet alleen wordt er nu een rechtstreeks verband gelegd tussen mij en Apartheid. Nee, met de erin geslopen bewering dat ze jarenlang namens het apartheidsbewind verricht werden, worden mijn “propaganda-activiteiten” ook nog eens met enkele jaren vervroegd; dat moet minstens tot diep in de jaren tachtig zijn geweest. 1984? Dan was ik er op mijn dertiende of veertiende vroeg bij.


2.4 Een poging uit 2013: ’Strijders voor de Apartheid’

Het recentste voorbeeld betreft een KAFKA-artikel uit 10 augustus 2013, geschreven door een anoniem 'onderzoeker'. De bizarre inhoud ervan heeft mij ertoe gebracht dit stuk te schrijven. Het KAFKA-artikel draagt een in dit kader zeer toepasselijke titel, die tegelijkertijd de indruk wekt dat iedereen die er beschreven wordt, een strijder voor Apartheid is. De titel is Strijders voor Apartheid – 20 jaar te laat. De verse lezer ervan zal zich zeker afvragen wat voor wereldvreemde figuren zich na 20 jaar ANC-bewind nog willen inzetten voor Apartheid. Staat er misschien in dat 'we' reeds in 1980 propaganda voor het blanke apartheidsbewind begonnen te maken? En dat 'we' anno 2013, 22 jaar na de volledige afschaffing van Apartheid, maar niet kunnen wennen aan het feit dat er op onze diensten geen prijs meer gesteld wordt?
Er staat het volgende over mij:

      Was er binnen de NZAW eerst sprake van begrip kweken voor het ‘samenlevingsbeleid’, wat in de praktijk gedwongen rassenscheiding betekende, inmiddels gaat het de vereniging vooral om het kennis nemen van Afrikaanse taal en cultuur. Maar die radicale draai heeft niet iedereen binnen de NZAW gemaakt. Een belangrijk NZAW-lid is Marcel Bas uit Voorschoten. Marcel Bas was in de jaren ’90 jarenlang bestuurslid van de NZAW-jongeren en de NZAW zelf.
En verder:
      Ook hield hij recent nog, in 2010 namens de NZAW een spreekbeurt over Zuid-Afrika bij Voorpost in Den Haag.

      Een andere recente activiteit van Marcel Bas is zijn betrokkenheid bij de Orania-beweging. Orania is een Zuid-Afrikaans dorpje dat is opgericht na de vrijlating van Nelson Mandela. In dat dorpje wordt geprobeerd om de Apartheid in zeker zin om te draaien. Met de democratische veranderingen was het duidelijk dat de mogelijkheden om zwarte Zuid-Afrikanen te verbannen uit belangrijke gebieden in Zuid-Afrika ten einde kwam. De oprichters van Orania konden de zwarte bevolking niet meer achter prikkeldraad zetten, wilden zelf niet onder een ANC-regering leven en kozen er voor om in een zelf opgezette raszuivere blanke gemeenschap te gaan wonen. het uiteindelijke doel is om een deel van Zuid-Afrika in handen te krijgen voor dit doel. Maar van veel gebiedsuitbreiding is nog geen sprake geweest. Het stadje bestaat tot op de dag van vandaag en is ideologisch nog steeds gegrondvest op racistische uitgangspunten.

      In 2006 bezocht Marcel Bas het stadje voor het eerst, vlak nadat hij zelf een Oraniadelegatie een bezoek van Orania-vertegenwoordigers aan Nederland. Dat had toen nog weinig succes. De bijeenkomsten werden vooral bezocht door vrienden van Marcel Bas en Voorpost-aanhangers.

      Bron: KAFKA, 10 augustus 2013.

De taalfout en de foutieve interpunctie zijn van de auteur zelf.

Er zijn veel onjuistheden en denkfouten uit deze hetzerige tekst te halen. Maar ik zal me hieronder beperken tot slechts enkele nadere beschouwingen van het bovenstaande:

“Was er binnen de NZAW eerst sprake van begrip kweken voor het ‘samenlevingsbeleid’, wat in de praktijk gedwongen rassenscheiding betekende, inmiddels gaat het de vereniging vooral om het kennis nemen van Afrikaanse taal en cultuur. Maar die radicale draai heeft niet iedereen binnen de NZAW gemaakt. Een belangrijk NZAW-lid is Marcel Bas uit Voorschoten.”
Hiermee wordt gesuggereerd dat ik een van die NZAW-ers was die niet meegegaan waren met een “radicale draai”, dus met het afscheid van de Apartheid. Ik heb aangetoond dat dit om meerdere redenen pertinent onwaar is. Ik heb die draai niet meegemaakt omdat ik die nooit heb hoeven maken (ik was immers nooit voorstander van Apartheid), en omdat die draai bij de NZAW al voor mijn toetreding gemaakt was. Ik heb bij NZAW-ers eigenlijk nog nooit verlangen naar Apartheid of gedwongen segregatie opgemerkt.

“De oprichters van Orania konden de zwarte bevolking niet meer achter prikkeldraad zetten, wilden zelf niet onder een ANC-regering leven en kozen er voor om in een zelf opgezette raszuivere blanke gemeenschap te gaan wonen.”
De taalfout is, zoals gezegd, van de auteur zelf.
Wat er over Orania staat, behoeft heel wat nuances: Carel Boshoff III, de oprichter van Orania, gold reeds vanaf 1985 als een andersdenkende, noch verligte, noch verkrampte, maar trotse Afrikaner. Hij was dus moeilijk te plaatsen, en daar houden mensen vaak niet van. Immers, in 1985 verklaarde hij openlijk dat Apartheid niet meer vol te houden of te rechtvaardigen viel. Hij bewonderde de zwarte culturen, terwijl zijn broeders inderdaad opriepen tot het “achter prikkeldraad zetten” van andere rassen. Het hypocriete aan Apartheid was dat blanken, in hun comfortabele blanke woonwijken, ver van zwarten gehouden moesten worden, behalve als de blanken behoefte hadden aan zwarte goedkope arbeid. Aan deze vernederende praktijken zou Boshoff met Orania een einde maken. Daarom heeft men er enkel volkseie (volkseigen) arbeid.

Carel Boshoff III

Carel Boshoff III

In zijn denken voerde de oude theoloog reeds in de jaren tachtig de consequenties van etnische zelfbeschikking voor alle volkeren zó ver door, dat hij het beter vond als de Afrikaners ook een thuisland zouden krijgen. Dit betekende de facto dat de Afrikaners van lieverlee de almacht over de Zuid-Afrikaanse staat zouden moeten opgeven. Daar zag de Nasionale Party geen brood in, en koos ze voor de oude, beproefde, arrogante tactiek: 'We moeten alle volkeren afdrijven en hun thuislanden geven, en wij houden de steden en de beste grond voor onszelf.' En anno 2013 zijn de Afrikaners de verliezers.

En wederom wordt in dit stuk van de ‘antifascisten’ van KAFKA het Afrikanerschap gereduceerd tot blank zijn. Steeds zie je hoe de 'onderzoekers' hun curieuze beheptheid met ras en hun obsessie met de Apartheid aan den dag leggen, terwijl zij het belang van ras juist ontkennen en een blinde vlek lijken te hebben voor het belang van cultuur en voor het natuurlijke verlangen naar geborgenheid onder je eigen mensen. Om nog te zwijgen van het verlangen naar veiligheid in Zuid-Afrika.

Het laatste citaat uit dit kafkaëske artikel is: “De bijeenkomsten werden vooral bezocht door vrienden van Marcel Bas en Voorpost-aanhangers.”
Dat zou ik niet kunnen beoordelen. De meeste bezoekers kende ik niet, dus het zou zomaar kunnen dat dat deel der bezoekers bestond uit Voorpost-aanhangers die er gezamenlijk naartoe getogen waren. Wie weet. Ik houd me niet bezig met Voorpost.


2.5 Een poging vanuit academia: dr. Ben Khumalo-Seegelken

Het bontst maakt dr. Ben Khumalo-Seegelken uit Duitsland het, al probeert hij mijn webstek en niet mij persoonlijk van pro-apartheidsacties te betichten. Deze voor het apartheidsbewind naar Duitsland gevluchte Zuid-Afrikaan noemt op online gezette Word-bestanden (klik hier voor een kopie van het document) mijn webstek De Roepstem in 2010 in een voetnoot, in één adem met de webstek van de paramilitaire, zeer extremistische en gewelddadige Afrikaner Weerstandsbeweging (AWB). Deze voetnoot verwijst naar, wat hij noemt, de "reactionairen onder de vroegere voorvechters van de Apartheid":

    "Besorgniserregender ist jedoch die Beobachtung: Ewiggestrige unter früheren Verfechtern der Apartheid[2] entziehen sich jeglicher auch nur geringer konstruktivkritischer Mitwirkung im nach-apartheid-Alltag und streben einem eigenen „Volksstaat“ – einem „neue(n) Israel“ wie einige von ihnen gelegentlich dazu erklären – auf südafrikanischem Territorium an, in dem „Nicht-Weiße“ endgültig nichts mehr verloren hätten – einem Staat im Staate, eine Art Wiedererrichtung des gerade überwundenen Ausbeutungs- und Entmenschlichungssystems der Apartheid. Dem allseits angestrebten Zueinanderfinden wird von ihnen nur Hohn und Spott entgegengebracht und eine schroffe Absage erteilt.
    [2] Vgl.: Boerevryheid http://www.boerevryheid.co.za/voorblad/ ; Afrikaner Weerstandsbeweging (AWB) http://www.awb.co.za/afrikaans.htm ; De roepstem / Die roepstem http://www.roepstem.net/"

    Bronnen: Dr. Ben Khumalo-Seegelken, Transformation – Rückwärtstrend – Unterwanderung, http://www.benkhumalo-seegelken.de/dokumente/Transformation-Rueckwaertstrend-Unterwanderung.doc en Demokratie in Südafrika, http://www.benkhumalo-seegelken.de/dokumente/Demokratie-in-Suedafrika.pdf

    Bronnen bezocht op 19 oktober 2013.

Hier wordt dus beweerd dat De Roepstem gerekend moet worden tot de reactionairen ("Ewiggestrige" wil zoveel zeggen als 'mensen die niet met hun tijd meegaan') onder die vroegere voorvechters van de Apartheid, die zich tegenwoordig zouden onttrekken aan het leveren van een opbouwende bijdrage aan het Nieuwe Zuid-Afrika, terwijl zij vol hoon en spot dergelijke interraciale toenaderingen veroordelen en ook nog eens streven naar de oprichting van een blanke volksstaat.

Naar aanleiding van deze rancuneuze associatiepoging heb ik op 27 oktober 2013 de weledelgeleerde Herr Doktor Ben Khumalo-Seegelken in een bericht, met het onderwerp "Frage eines Ewiggestrigen", het volgende gevraagd:

    "Sehr geehrter Herr Dr. Khumalo-Seegelken!

    zu meinem Erstaunen habe ich heute auf Ihrer Webseite die folgenden Sätze und Fussnote gelesen:

    (hier verschijnen dan zijn citaat plus voetnoot die ik voor u hierboven heb weergegeven)

    Sie behaupten daher dass ich ein früherer Verfechter der Apartheid sei. Sie implizieren dass ich auch während der Apartheid ein Befürworter dieses südafrikanischen Systems war.

    Hieraus deduziere ich drei Prämissen:

    1. Ich war Befürworter der Apartheid
    2. Ich war Verfechter der Apartheid
    3. 1 und 2 gelten auch heutzutage ("Ewiggestriger")

    Auf welche Quellen können Sie sich stützen, um Ihre Aussagen zu belegen? Wo wird behauptet dass ich überhaupt ein Befürworter, ja ein Verfechter der Apartheid sei? Und welche Quelle behauptet dass ich sogar vor 1991 dieses System verfocht?

    Ich sehe Ihrer Antwort mit Interesse entgegen.

    Mit freundlichen Grüssen,

    Marcel Bas."


Naschrift op 13 januari 2014: tot op de dag van vandaag wacht ik op zijn antwoord op mijn vraag welke bronnen hij voor deze beweringen heeft geraadpleegd. Wel ontvang ik sinds 27 oktober 2013 zijn nieuwsbrieven, die veel informatie over de Apartheid, gelijkheid, gerechtigheid en pogingen tot verwerking van het apartheidsverleden bevatten.



3. Bronnen waaruit blijkt dat ik de Apartheid afwijs

Als deze activisten werkelijk geïnteresseerd zouden zijn geweest in het samenstellen van een informatief artikel over wat ik van Apartheid vind, hadden ze heel eenvoudig informatie kunnen putten uit de door mijzelf in 1999 in het leven geroepen webstek De Roepstem, waar u nu uit leest. Maar zoals u ziet: er wordt nergens uit deze webstek geciteerd.

Op verschillende plekken, hier op www.roepstem.net, doe ik kort melding van Apartheid. Daar valt te lezen wat ik van het systeem vond en vind. Mijn afwijzende oordeel over Apartheid is al die jaren onveranderd gebleven. Dat zal blijken uit de volgende bloemlezing uit mijn vrijelijk toegankelijke, overal te raadplegen webstek.


3.1 Citaat uit 1999

In 1999 schrijf ik over de wreedheid en de blanke rassensuperioriteit die kenmerkend waren voor Apartheid:

      De thuislandenpolitiek alsmede andere facetten van de apartheidspolitiek kenden zeer negatieve kanten waar men bijvoorbeeld Xhosa's aantrof die hardhandig werden verdreven, van de gebieden waar zij daarvoor woonden, om de thuislandenpolitiek uit te voeren. Men kan verschillen van mening over de oprechtheid der argumenten waarmee de architecten van de Apartheid dit systeem invoerden, maar eerlijkheid gebiedt toch eenieder te zeggen dat het voor velen werkelijk de beste oplossing leek voor zulk een complex land, doch weer anderen zagen het als een welkome manier om dictatoriale neigingen en het gevoel van blanke superioriteit op negroïde volkeren te botvieren en deze te onderdrukken of de macht niet te hoeven delen met de meerderheid van Zuid-Afrika. Het probleem met Apartheid was dat de machtspositie van de blanken voor velen van hen een vrijbrief was om zwarten eronder te houden.
      Bron: “Julle Nederlanders vermoor julle eie taal!”, www.roepstem.net/erasmus.html: 6 september 1999.

3.2 Citaat uit 2000

In een artikel over president Paul Kruger ga ik in op de geschiedenis van de Afrikaner pioniersgeest in Afrika. Gesterkt door gewonnen veldslagen tegen zwarte stammen en door te geloven dat die overwinningen een onderdeel vormden van Gods plan voor de Afrikanerpioniers, gingen zij en hun nazaten ervan uit dat zij afstand moesten bewaren tot de zwarte volkeren, maar dat zij ook voorbestemd waren tot het onderwerpen van deze demografische meerderheid. Het Britse Rijk nam al in de negentiende en de vroeg twintigste eeuw wetten aan die in rassenscheiding voorzagen, maar de aan deze gewonnen veldslagen ontsproten geest zou uiteindelijk het fanatisme voeden waarmee de Apartheid van na 1948 vormgegeven werd:

      Deze teleologische overtuiging en het systeem van lagers optrekken tegen vijandelijke groepen heeft daarna generaties lang opgeld gedaan. De Afrikaner aard is voor een groot deel gevormd door deze gebeurtenissen. Dat heeft van hen een trots, vitaal volk met grootse plannen gemaakt, maar het heeft later ook voor ellende gezorgd bij de mensen die niet tot dat volk behoorden. De behoefte aan zelfverdediging en het zich afschermen vindt misschien wel zijn groteske hoogtepunt bij de toepassing van de wetten die de apartheidsfilosofie moesten realiseren.
      Bron: Paul Kruger en de geschiedenis van een volk, www.roepstem.net/kruger.html: 31 mei 2000.

3.3 Nog een citaat uit 2000

Hier stel ik de doortraptheid van Apartheid aan de kaak:

      De Nederlander Verwoerd was een van de weinige echte idealisten op gebied. Zijn oprechte waardering voor de zwarte culturen en zijn inspanningen om de apartheidsfilosofie doorgang te laten vinden werden door het gros van het kader van de Nasionale Party slechts gezien als manieren om zwarten buiten de steden te houden (angst voor het Swart Gevaar) en de economische vooruitgang onder de blanken te houden.
      Bron: ANC-cultuurimperialisme bedreigt Afrikanercultuur, www.roepstem.net/kultuur.html: 6 september 2000.

3.4 Citaat uit 2001

Een jaar later breng ik Apartheid in verband met imperialisme en zinspeel ik op de corrumperende uitwerking van Apartheid op het hele land:

      Toen nationalisme veranderde in patriottisme om uiteindelijk te verworden tot een expansiedrift, ingegeven door de behoefte de rest van Zuid-Afrika te beheersen en niet slechts het eigen volk, ontstond er een scheefgroei. De jammerlijke gevolgen daarvan zijn tot op de dag van vandaag merkbaar in Zuid-Afrika. Het Afrikanernationalisme is vanaf 1948 verkocht voor een Afrikanerimperialisme. De Afrikaner verloor zijn onschuld door het apartheidssysteem en de Afrikaner wereldbeschouwing en staatsinrichting op te dringen aan niet-Afrikaners. Tegenwoordig keert deze machtswellust van weleer zich tegen diezelfde Afrikaner.
      Bron: Het herstel van een vertrapte taal en cultuur, www.roepstem.net/boer.html: 30 december 2001.

3.4.1 Nog een citaat uit dit artikel uit 2001

Even verderop, in een voetnoot, beargumenteer ik dat de Afrikaners weliswaar nationalistisch begonnen waren, maar dat Apartheid vanuit een onrealistisch basisconcept, machtswellust, economisch gewin, onverschilligheid, dwang en onderdrukking in stand gehouden werd, ten nadele van die onderdrukte bevolkingsmeerderheid:

      De Boeren huldigden de onrealistische idee van het scheppen van aparte woongebieden voor 80% van de bevolking, en niet voor zichzelf. Daarbij dienden mensen te worden afgevoerd en/of gedwongen te vertrekken naar de gebieden die de Afrikaners wenselijk achtten voor deze mensen. De Boeren wilden niet verhuizen en konden blijven waar de meeste inkomsten te derven waren. Ondanks dat de machthebbers zich zo bezighielden met het op een afstand houden van de Bantoes overheerste toch een onverschilligheid t.o.v. het culturele welzijn van de Bantoes. Tot grote frustratie van laatstgenoemde groep.
      (...)
      De politiek van afdrijving en afscherming van de eigen groep van de (zwarte) meerderheid heette Apartheid, de manier waarop dat gebeurde was onderdrukking. Het ging allemaal om macht en economisch gewin, in plaats van het oorspronkelijke doel van het nationalisme, te weten, de eigen taal en de eigen cultuur veilig te stellen.
      Bron: Het herstel van een vertrapte taal en cultuur, www.roepstem.net/boer.html: 30 december 2001.

3.5 Citaat uit 2003

Twee jaar later refereer ik aan de rampzalige uitwerking die de door machtsovervloed gevoede Apartheid op het land had:

      Ons weet almal wat die rampsalige gevolge was van hierdie rasse- en tuislandepolitiek; Apartheid in hierdie outokratiese vorm moés eenvoudig ingestort het. ‘n Elite met oneweredig baie mag moés die beheer oor die land verloor het.
      Bron: Afrikaans, die sondebok, www.roepstem.net/sondebok.html: 25 juli 2003.

3.6 Citaat uit 2008

Naar aanleiding van een door mij bijgewoonde discussie op Orania, over de voorbeeldfunctie van deze embryonische volksstaat voor andere volkeren, stip ik in 2008 aan hoe de Afrikaner verwend geraakt was tijdens de blanke heerschappij:

      Moet de Afrikaner weer in staat gesteld worden de situatie niet alleen voor hemzelf beter te maken maar ook voor de minderheidsvolkeren? M.a.w.: kan het Orania-Afrikanermodel van identitaire zelfbeschikking als een model voor de overige volkeren in Zuid-Afrika fungeren? Het waren punten waarover Carel iv Boshoff filosofeerde in zijn redevoering over de Afrikaner van na de Apartheid, die hij "Die Derde Afrikaner" noemt. De Eerste Afrikaner was de pionierende, zeer traditioneel levende en trotse Afrikaner die in 1902 (na de Anglo-Boerenoorlog) ten val gekomen was, de Tweede was de trotse Afrikaner die zich vanuit het Britse Rijk losworstelde en met name tussen 1948 en 1990 zijn hoogtijdagen van macht beleefde - en verwend raakte. En de Derde Afrikaner leeft nu; hij moet, na 1994, ontdaan van alle macht en eigenlijk in een zeer penibele situatie, zijn draai weer vinden.
      Bron: Bezoek aan Zuid-Afrika in 2007, www.roepstem.net/bezoek_2007.html: 8 januari 2008)

3.7 Citaat uit 2012

In 2012 schrijf ik over de juistheid van het afschaffen van Apartheid en noem ik het anti-apartheidsmotief edelmoedig:

      Enkele motieven van de activisten à la Van Dis c.s. waren weliswaar edelmoedig: Apartheid moest beëindigd worden. De situatie waarin een blanke minderheid de rest onderdrukte of op z'n minst naar eigen hand wou zetten, was een absurde en vaak wrede.
      Bron: Adriaan van Dis’ eenzame strijd, www.roepstem.net/adriaan_van_dis.html: 26 april 2012.

3.8 Tot slot een kanttekening uit 2005

En, zeven jaar eerder, over het toenmalige gebrek aan belangstelling voor Zuid-Afrika onder Nederlandse en Vlaamse nationalisten, nadat de Apartheid was afgeschaft (dus niet over mensen zoals ik, die zich na 1991 voor de Afrikaanssprekenden bleven inzetten omdat wij sowieso niets in Apartheid zagen):

      Vroeger dweepten Nederlandse en Vlaamse nationalisten bijna met de Afrikaners. Kennelijk is de uitdaging niet meer zo groot om voor Zuid-Afrika in actie te komen. Je zou bijna denken dat het hun in de jaren tachtig eerder om een soort dilettantistische, schimmige sympathie voor de apartheid te doen was dan om solidariteit met de Afrikaanssprekenden.
      Bron: De noodklok luidt voor het Afrikaans, www.roepstem.net/noodklok.html: 14 maart 2005.


Al deze artikelen zijn geschreven en op internet verschenen voordat KAFKA's meest onlangse associatiepoging op augustus 2013 verscheen. En heel wat van mijn apartheidskritische uitspraken zijn voor 2010 verschenen, terwijl de meeste associatiepogingen na 2010 zijn verschenen. Mijn artikelen zijn moedwillig genegeerd.



4. Beschuldigen onder het mom van informeren

4.1 Schuld door associatie

Zolang er meer dan twee mensen bestaan kan er een individu zijn dat tegen de stroom in gaat. Veel mensen houden niet van types die steeds hun eigen koers varen en die, ongestoord door massaal aangehangen idealen en utopieën, onwenselijke zaken blootleggen. Zulke personen passen niet makkelijk in het zwart-witte wereldbeeld. Is het dan niettemin billijk als zulke dwarsdenkers op grond van hun standpunten aan de
"Redelijkerwijs zou je dan een inhoudelijk debat verwachten. "
tand gevoeld zouden worden zodat de discussie een bepaald denkniveau zou kunnen bereiken? Uitspraken zouden dan op hun inhoud beoordeeld worden en critici zouden dan aan die uitspraken moeten refereren, en redelijkerwijs zou je dan een inhoudelijk debat kunnen verwachten. Bij de bovengenoemde ‘onderzoekers’ komt een dergelijke werkwijze echter niet op. Zij willen helemaal geen debat met hun tegenstanders aangaan; zij willen beschuldigen zodat de andersdenkende geïsoleerd raakt. Zij bedrijven politiek.

Het zal u zijn opgevallen dat hun tactiek bestaat uit het uitvergroten van bestaande banden, maar ook het suggereren van banden met omstreden personen en organisaties en/of van parallellen met juist omstreden personen en organisaties. In de Verenigde Staten noemt men de uitkomst van deze aanpak guilt by association. Schuld door associatie, dus. Een manier waarop we de denkwijze achter schuld door associatie kunnen blootleggen is door een kijkje te nemen bij de Logica. Hieronder volgt een voorbeeld van een vorm van syllogisme inzake Apartheid:

  • Premisse 1: Het Zuid-Afrikaanse bewind was blank, rechts en bekritiseerde het ANC
  • Premisse 2: Het Zuid-Afrikaanse bewind was voor Apartheid
  • Premisse 3: Marcel Bas is blank, rechts en bekritiseert het ANC
  • Conclusie: Marcel Bas is voor Apartheid

Meerdere van zulke syllogismen zijn op mij uitgeprobeerd. In het bovenstaande geval zou je “Het Zuid-Afrikaanse bewind” uit premissen 1 en 2 evengoed kunnen vervangen met “de NZAW”, en je zou de eigenschappen en actie genoemd in premisse 3 kunnen vervangen met “is begunstiger van de NZAW”, waarbij dan de relevante informatie over afschaffing van de Apartheid en het tijdstip van mijn toetreden wijselijk verzwegen worden.

De redenering achter schuld door associatie voert aan dat de eigenschappen van de een dankzij een irrelevant verband de onlosmakelijke eigenschappen van de ander zijn. Deze drogreden werkt vooral erg goed als hij een beroep kan doen op emoties bij de lezer. De meeste lezers voelen zich emotioneel ongemakkelijk bij Apartheid, en met die wetenschap noemen de extreemlinkse ‘onderzoekers’ mij doelbewust in een adem met Apartheid. Telkens weer.

Schuld door associatie is dus een sterk sociale vorm van syllogisme, die bijvoorbeeld ten grondslag ligt aan het ontstaan van negatieve vooroordelen en, gevolglijk, stereotypen. Vooroordelen hebben een belangrijke functie in het inzichtelijk en begrijpelijk maken van de wereld wanneer er onvoldoende informatie voorhanden is. Maar ze kunnen nog steeds drogredenen zijn.

Daarom moet je bij het opstellen van een artikel over een individu, volgens goed gebruik, eerst beschikken over betrouwbare biografische gegevens en bronnen over die persoon. Die kun je onder meer bij de persoon in kwestie inwinnen. Zo gaat het bij vraaggesprekken: informatie krijg je uit eerste hand, bij de persoon zelf. De bovenstaande extreemlinkse ‘onderzoekers’ gaan echter nooit bij de persoon in kwestie te rade. Zij hebben daar helemaal geen belang bij.


4.2 Het betrekkelijke van "banden"

Bepaalde "banden" worden niet genoemd: drie jaar geleden heb ik met een Leidse kraker en Ludwig, een inwoner van Orania, een presentatie voor een grote groep links-anarchistische Leidse krakers georganiseerd. De presentatie ging over aardschepen: dit zijn in de grond gegraven, o.m. uit afval en natuurlijke materialen opgetrokken woningen die CO2-neutraal zijn. De avond was een groot succes, we hebben er veganistisch gegeten, druk gediscussieerd en de links-rechtstegenstellingen leken er, in het kraakpand, als sneeuw voor de zon te verdwijnen.
Aardschip in Engeland

Een aardschip in Engeland

Hoewel ik geen voorstander ben van kraken, ga ik al vele jaren goed om met een van de krakers. We waarderen de originaliteit van elkaars standpunten. De bovengenoemde opmerkelijke krakersbijeenkomst zal echter door de 'onderzoekers' niet genoemd worden omdat dat soort "banden" - met het Leidse linkse kraakmilieu nota bene - de 'antifascisten' veel te dichtbij aan hun eigen biotoop komt.

Maar het zegt verder zo weinig: ik ken enkele VVD-ers en SP-ers met wie ik leuk omga en met wie ik boeken lees. Het zou veel te ver voeren deze contacten als "banden" met de VVD én met de SP aan te merken. Als je leden van een organisatie kent, hoef je het niet op alle punten met die mensen en hun organisatie eens te zijn. Als ik zou weten dat een van mijn vrienden actief lid is van een radicale partij als D'66, zou ik niet minder graag met hem over politiek willen praten of zou ik er niet van afzien met hem iets op poten zetten dat ons beider passie heeft. Ik zie het probleem van al die 'banden' niet.


5. Conclusie

Het ziet ernaar uit dat de ‘onderzoekers’ zich iets heel anders van de taak tot informeren voorstellen dan ik dat doe. "Laat nooit de feiten een goed verhaal in de weg staan", zei Mark Twain al. Een activist als "Gerrit de Wit" kan aan dat adagium een puntje zuigen.
"Laat nooit de feiten een goed verhaal in de weg staan."
- Mark Twain
Voortdurend worden mijn activiteiten met rassenwaan in verband gebracht door toespelingen op ras te maken. Afrikaners worden gereduceerd tot blanke of witte mensen en van een ambassadrice wordt gezegd dat ze "gekleurd" is. Een makkelijkere manier om iemand te proberen te diskwalificeren is er niet: als er een manier is waarop de 'onderzoekers' mensen zoals ik met Apartheid, racisme of fascisme in verband kunnen brengen, dan doen zij dat. Maar als er bronnen zijn die dat verband kunnen logenstraffen, verzwijgen zij die. En alles wordt met een ad-hominem-saus overgoten, zonder op de inhoud van hetgeen ik beschrijf in te hoeven gaan. Makkelijk, zwak en oninteger.

Verder valt het op dat men, over de gehele linie, met betrekking tot Apartheid veel meer in het verleden leeft dan ik. In mijn wereldbeeld speelt - en speelde - het systeem nauwelijks een rol.
KAFKA

Logo van het 'antifascistische' groepje KAFKA

Des te meer speelt het een rol in hun levens. Hebben ze Apartheid psychologisch misschien niet kunnen verwerken? Maar het zijn toch gewoon Nederlanders? Of was het schrikbeeld der Apartheid misschien te bruikbaar om er zomaar afstand van te doen in hun kruistocht tegen 'extreemrechts'? Hun teksten tonen in elk geval aan dat hun er veel aan gelegen is mij met redekundige kunstgrepen meer dan 22 jaar na afschaffing in verband te proberen brengen met Apartheid. Wat hebben die mensen toch met Apartheid?

Het doel moge duidelijk zijn: het gaat in dezen om welbewuste pogingen tot beschadiging van andersdenkenden zoals ik. Deze activisten hebben de Apartheid hard nodig, en hopen haar nog lang te kunnen gebruiken als stok om mee te slaan. Daarom gelukt het hen niet zich te verzoenen met de afschaffing van de Apartheid, en daarom blijven ze maar met die Apartheid op de proppen komen. Een publicist zoals ik, die jarenlang
" Deze activisten hebben de Apartheid hard nodig, en hopen haar nog lang te kunnen gebruiken als stok om mee te slaan. "
ongebruikelijke meningen verkondigt of die middels zijn schrijven de publieke opinie in een voor extreemlinks ongewenste richting zou kunnen sturen, moet gestopt worden.

Een andersdenkende moet niet op zijn eigen woorden aangevallen worden, maar moet persoonlijk gediskwalificeerd worden door hem zo publiekelijk mogelijk in verband te brengen met wat andere individuen of systemen hebben uitgevreten. Ongegêneerd door hun gebrek aan kennis en integriteit passen de activisten een rommelige redekunst toe, en doen de gehaaste kranten en luie napraters de rest. Zo gaat de rommelige redekunst als feit een eigen leven leiden, waarna ik mij moet bezighouden met te bewijzen dat beweringen over mij en over waar ik voor sta niet kloppen. Je zou toch denken dat in dezen de bewijslast bij de beweerders ligt en niet bij mij.

Het onvermogen bronnen aan te voeren voor hun aantijgingen is uiteraard een rode draad bij dit soort redekunst, of ze nu van zelfverklaarde antifascisten, een zelfverklaarde intellectueel in opleiding of een uit Zuid-Afrika afkomstig gepromoveerd academicus komen. Zijn ze dan niet geïnteresseerd in hoe het echt zit? Neen.

Het feit dat zowel activisten als niet-activisten zich aan deze makkelijke laster bezondigen toont simpelweg aan dat er mensen zijn die het maar moeilijk vinden mij te plaatsen in hokjes die overeenstemmen met hun dichotome wereldbeeld. Daarnaast hebben zij zo hun persoonlijke en politieke
KAFKA

De Leidenaar Arjan Pont alias "Gerrit de Wit"

belangen erbij om, met Apartheid in de hand, mijn integriteit openlijk aan te tasten. Het zal hun ongetwijfeld het gevoel geven aan de 'juiste kant' te staan van de geschiedenis en van wat betamelijk is. Wie gelooft er nou niet in vrijheid, gelijkheid, broederschap? En eenmaal knus verenigd aan de 'juiste' kant mag je als antiracist, antifascist en strijder voor jouw rechtvaardigheid natuurlijk heel ver gaan. Het doel heiligt alle middelen.

Arjan Pont alias "Gerrit de Wit" en mijn anonieme en pseudonieme tegenstanders kunnen, met de last van de Apartheid in de hand, proberen mij als onafhankelijk denkend, pro-Afrikaans publicist te diskwalificeren, maar ik laat al twintig jaar de feiten en mijn teksten eenvoudig voor henzelf spreken. Daaruit blijkt hoe irrelevant Apartheid altijd voor mijn activiteiten was, en hoe bevrijdend de afschaffing ervan was voor de inmiddels geheel genormaliseerde Nederlandse relatie met de Afrikaanstaligen. Wat een vooruitgang.
Maar dan moeten mensen wel eerst die teksten (willen) lezen!

We mogen dus om meerdere redenen blij zijn dat de Apartheid in 1991 afgeschaft was. Acties voor het Afrikanervolk mógen weer, en Apartheid als moderne lakmoesproef voor integriteit is slechts deel van het verre verleden.

Om met Arjan Pont - pardon - "Gerrit de Wit" te spreken: Helaas, voor de antifascistische 'onderzoekers', zijn de tijden veranderd. Zij zijn 22 jaar te laat.

Ik niet.


Marcel Bas

Marcel Bas



Artikel geplaatst op 21 augustus 2013 en bijgewerkt op 8 december 2013.
Artikel geplaas op 21 Augustus 2013 en bygewerk op 8 Desember 2013.




Tweeten
Twiet




  Naar boven  |  Marcel Bas, Voorschoten, Nederland   |  © Kopierecht M.R. Bas   |   Volg ons ook op Facebook   Stuur ons een bericht / Stuur ons