Ek's 'n Boer in beton,
Soos Oom Paul op ou Kerkplein.
Niemand weet van my pyn,
Want dit is goed vermom.
Ek's 'n Boer in Beton...
- André Letoit
14/03/2006
Ten geleide
In Zuid-Afrika wordt die bijzondere taal, het Afrikaans, steeds
verder teruggedrongen door een regering die meer geeft om het consolideren
van de eigen machtspositie dan om het landsbelang en de naleving van de
eigen belofte om van het multi-etnische Zuid-Afrika een vredig, stabiel en
veeltalig land te maken. Niet alleen de Afrikaanse taal maar ook de
Afrikaanstaligen worden steeds verder weggedrukt. Het Afrikaans maakt een
onvervreemdbaar deel uit van de Zuid-Afrikaanse cultuur, maar de
pesterijen en van haat vervulde uitspraken van diverse regerings- en
bestuurskopstukken doen anders vermoeden. De sprekers van het Afrikaans
zijn doorgaans blank en gekleurd (laatstgenoemden voortkomend uit
zeventiende- en achttiende-eeuwse verbintenissen tussen blanken en
slaven), en beschikken over een enorme kennis van en ervaring met het
draaiende houden en naar westerse inzichten ontwikkelen van dit immense
land. Over de vraag of men een Afrikaans land zou moeten verwesteren kun
je redelijkerwijs van mening verschillen, maar aangezien de huidige
regering zich dat in ieder geval ten doel stelt, mag je ervan uitgaan dat
de ondervindingkennis van de taaie, zeer intelligente Afrikaners hierbij
onmisbaar is.
De Afrikaner wordt tot overtollig mens gemaakt | |
Vreemd genoeg probeert de regering de Afrikaner tot een
overtollig mens te maken. Een zeer kwalijke ontwikkeling, maar zeer
begrijpelijk in een land met een ongedurige, hedonistische en deels premoderne massa die in toom
gehouden moet worden volgens de absurde egalitaire wetten van de
parlementaire democratie. Maar het kwalijkste is dat de bijzondere, aan
ons Nederlands verwante taal Afrikaans er sterk aan prestige verloren
heeft, dat ze gestigmatiseerd wordt en allerwegen weggewerkt en
gediscrimineerd wordt ten gunste van het Engels. In augustus en september 2005 heb ik sinds 1998
Zuid-Afrika weer bezocht, om bij de Rhodes Universiteit in Grahamstad voor mijn opleiding informatie
over het Zuid-Afrikaans Engels
te verzamelen. Het land is sterk veranderd sinds 1998.
Natuurlijk, je leest wel eens wat, en je krijgt e-mails van bezorgde
Afrikaanssprekenden. Maar nu voelde ik de sfeer en voelde ik de bezorgdheid van nabij. Overal, in de meest
liberale en
onbevooroordeelde Zuid-Afrikaanse kringen waren de verzuchtingen van blank én zwart niet
van de lucht. Het lijkt erop dat het pluriforme land langzaam maar zeker ten
ondergaat aan massademocratie en politiek. Alle misstanden in het land zijn
natuurlijk de schuld van de blanken, als we het ANC mogen geloven.
De middelmatigheid regeert
Het leeuwendeel van de
wetenschappelijke, economische en medische verdiensten rust nog steeds op
de schouders van Afrikaners. Stapt u eens een willekeurig ziekenhuis zoals het Tygerberghospitaal in
Kaapstad binnen, en kijk naar de namen der chirurgen; u zult er 90%
Afrikanernamen lezen: Du Toit, Botha, Du Plessis, Van Vollenhoven,
Prinsloo, Van der Merwe, Bruwer, Conradie, Scholtz, Uys, enz. Dit
is toe te schrijven aan het talent van dit volk en niet aan rassenbevoordeling
in het verleden, want anders zou men ook
veel Engelse namen tegenkomen. Maar de Afrikaners zijn blank, en zulk een
blanke oververtegenwoordiging in een maatschappelijk segment is de
regering een doorn in het oog. Men kan echter niet om deze mensen heen, en
omdat ze van vitaal belang zijn, worden ze gedoogd.
Hun bewegingsvrijheid
is echter beperkt: de kans is zeer klein dat het land een tweede 'dokter
Barnard' (de zeer energieke, excentrieke en geniale Afrikaner hartchirurg
die in 1967 als eerste ter wereld een geslaagde harttransplantatie
uitvoerde) zal voortbrengen.
Met de huidige hang naar middelmatigheid is de kans zeer klein dat het
land nog een genie als hartchirurg Christiaan Barnard een kans zou geven | | Immers,
in veel ziekenhuizen worden laboratoria en onderzoeksafdelingen opgeschort
omdat het doorgaans ongeïnformeerde en eerder op onmiddellijke hulp en op
onmiddellijke bevrediging van behoeften ingestelde electoraat niet
begrijpt wat die vaak blanke mensen in witte jassen uitvoeren. De regering
pikt dit op en vervangt het 'witte-jassenwerk' met pleister- en
verbanddiensten. Pleister- en verbanddiensten voeren immers gemakkelijker
herkenbare werkzaamheden uit, om maar over de herkenbaarheid van - en
vertrouwdheid met - de veranderde etnische samenstelling van de nieuwe
diensten te zwijgen. Duizenden hoogopgeleide onderzoekers zitten nu thuis.
Zoals u ziet, het racisme is springlevend in Zuid-Afrika, maar dan
omgekeerd. Des mensen aard kennende, zal racisme nooit uit Zuid-Afrika
verdwijnen. Dat is het lot van multi-etnische landen waar men
verondersteld wordt met en door elkaar te leven.
Hoe vaak heb ik in
academies en staatsinstellingen de meest begaafde en onderlegde Afrikaners
niet over de achterstelling horen klagen, terwijl zij al pratende hun
stemgeluid matigen en behoedzaam om zich heen kijken om te zien of niemand hen hoort.
Ze voelen zich ongewild en vreemdeling in eigen land. De universiteiten
die de Afrikaanse taal als medium hadden, blonken altijd uit in hoge
onderwijskwaliteit. U voelt het al: die bestaan niet meer. Niet lang
geleden zijn alle Afrikaanse universiteiten opgeheven omdat de
universiteiten opengesteld moeten zijn voor allen. Het studentenpubliek
zou anders te exclusief blijven: iedereen is gelijk, is het adagium, en
als er studenten (lees: zwarten) willen studeren die geen Afrikaans (lees:
de 'blanke' taal) begrijpen, dan moet je daarvoor je voer- en onderwijstaal
aanpassen.
"Kennelijk
houdt het gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van culturele en
intellectuele diversiteit in"
| | Kennelijk
houdt gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van intellectuele en
culturele diversiteit in.
Het gevolg is dat de Afrikaanse taal voor de
toekomstige generaties een academische basis zal moeten missen en dat deze
taal zal vervallen tot huis-tuin-en-keukentaal, mits men hier niets tegen
onderneemt. Ook Afrikaanstalige lagere scholen worden verder onder druk
gezet om hun taalbeleid te wijzigen, en dus de identiteit op te geven. U
ziet, kleur speelt nog steeds een rol, en de kostbare Afrikaanse taal
lijdt eronder. Er is nog één voormalige Afrikaanse universiteit die een
zekere mate van taaldiversiteit in stand heeft weten te houden: de
Universiteit van Stellenbosch. Maar ook nu, anno 2006, wordt die
taaldiversiteit - de laatste strohalm, want niemand durft het meer te
hebben over een exclusief Afrikaanstalige universiteit - om zeep geholpen
door de egalitaire regeringsdruk. De massa regeert en de massa heeft
altijd gelijk. Dat is nu democratie in zo'n pluriform land. Zeer
conservatieve cultuurrelativisten zullen zeggen dat een filantropisch
systeem als democratie maar beter niet overal ter wereld moet worden
ingevoerd.
Het kind met het badwater weggooien
De Afrikaners zijn
voornamelijk nakomelingen van boeren, die in het begin van de de twintigste eeuw het boerenbedrijf
hunner voorvaderen voortzetten of de plaas
(boerderij) verlieten om zich in de wetenschap, het landsbestuur, het leger of de politie te
bekwamen. Breng eens een bezoek aan het Staatsargief in Kaapstad en u zult
in de kerk- en familieboeken en in de notariële akten in dorpsregisters
diezelfde, voorouderlijke, familienamen van de latere staatslieden, academici,
denkers en wegbereiders tegenkomen: Botha, Van Onselen, Van Tonder, Van der Merwe,
Cloete, Van Jaarsveld, Du Plessis, Du Toit, De Klerk, Hauptfleisch, enzovoorts.
Het is fascinerend hoeveel sluimerend talent er generatieslang was
voortgebracht in de opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerderijen in de halfwoestijn, in de bergen
en op de savanne | | U
zult beseffen dat het uitermate creatieve boerenverstand van deze
achttiende- en negentiende-eeuwse agrariërs grootse dingen voortgebracht
heeft. Het waren eenvoudige maar schrandere mensen met dikwijls slechts
één boek in hun bezit: de Statenbijbel. Het is fascinerend te weten hoe
veel sluimerend talent er generatieslang werd voortgebracht in de
opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerenbedrijven in de
halfwoestijn, in de bergen en op de savanne. Dit talent, gecombineerd met
oude Europese Laaglandse degelijkheid, nuchterheid, eenvoud, liefde voor
de eigen geboortegrond, sterke gemeenschapszin van vóór de Verlichting
(opmerkelijk genoeg zonder aristocratie en met Gereformeerd
gelijkheidsdenken), maakte de Afrikaner tot de drijvende kracht achter
menig Zuid-Afrikaans district.
Zo is het op alle
vlakken in Zuid-Afrika: de oude kennis, arbeidsmoraal, taaiheid,
spaarzaamheid, vooruitziendheid en integriteit van de Afrikaners houden
het land (nog) draaiende. Het moreel van de meeste Bantoe-Afrikanen is
echter duidelijk van een ander slag, uitzonderingen daargelaten. Ik wil
hier niet stellen dat de Afrikanermoraal en -cultuur objectief beter is
dan die van de Moentoe. (Let wel: "Moentoe" is de enkelvoudsvorm en
"Bantoe" is de meervoudsvorm van het woord waamee de zwarte bevolking van
Zuid-Afrika aangeduid wordt.) Binnen de traditionele stamverbanden met het
Zuid-Afrikaanse klimaat en geofysieke toestand komt de Moentoe-aard prima tot z'n recht. De
Moentoe is óók een Afrika-gebonden mens en heeft historisch gezien net zo
veel recht op het land als de Afrikaners. Maar ervan uitgaand dat we - het voornemen der
regering indachtig - van Zuid-Afrika een modern en goed presterend land
willen maken, zou je toch eerder moeten kiezen voor bovengenoemde duurzame
kwaliteiten van de Boer, en niet voor die van de grotendeels ontstamde
Moentoe. Gemakszucht, vriendjespolitiek, kortzichtigheid, een mentaliteit
van 'leven van dag tot dag' en corruptie vieren hoogtij, daar waar
Afrikaners het veld moesten ruimen.
Het wegwerken van Afrikaners gebeurt
in het kader van 'regstellende aksie'. Deze term is een leenvertaling van
het Engelse equivalent affirmative action en duidt op de reeds meer dan
tien jaren durende, te ver doorgeschoten vorm van 'positieve
discriminatie'. Eigenlijk is deze verloedering ook van toepassing op de
regering. Met de handel in Zuid-Afrika zit het wel goed, wat dat betreft
heeft het neoliberalisme er z'n werk gedaan. Maar dat zegt weinig over de
duurzaamheid en over de instituties des lands. Die brokkelen af, hedonisme
grijpt om zich heen (ook dat zegt genoeg over het er goed postgevatte
neoliberalisme) doch 'blanke' bedrijven en ondernemers die zich het hoofd
boven water willen houden worden tot sluiting gedwongen omdat ze niet aan
de etnische quota in het kader van de regstellende aksie voldoen. Werknemers
die niet meedoen aan massale stakingen, worden geïntimideerd, en de baas wordt bedreigd
met brandstichting van have en goed. De
ver-Derde-Wereldlijking wordt tot plicht verheven (in een latere tekst zal
ik eens nader ingaan op wat ik met 'Derde Wereld' [let wel: dit is niet
hetzelfde als de valse term
'ontwikkelingslanden'!] bedoel).
Tot op de dag van vandaag wordt er door zwarte vakbonden en door regeringsbonzen en lieden van de corrupte en zich in rijkdom zwelgende ANC 'Jeugd' Liga nog steeds opgeroepen tot excuses van de kant van blanke mensen. Dit excuus is al vaak gedaan, en wordt ook tot in het extreme beleden door de regstellende aksie, maar aangezien de eis tot excuus ook anno 2006 nog steeds letterlijk opklinkt, krijgen we nu met de absurde situatie te maken dat afgestudeerde Afrikaners zich moeten verontschuldigen voor wat hun voorouders hebben gedaan en hoe dezen hebben genoten van blanke bevoordeling in de arbeidsmarkt. Maar hoe kun je je verontschuldigingen aanbieden voor iets dat je niet hebt gedaan of waar je niet schuldig aan bent? De mensen die nu jonger dan 35 zijn hebben nooit een andere regering dan deze gekend. Hoe lang moeten de jonge
Afrikaners nog hun excuses aanbieden? Hoe lang moeten we nog bedelende blanke, werkgrage en bekwame jongeren op de straten van de steden zien?
Als je als blanke hier
tegen ingaat, maak je je schuldig aan politiek incorrect gedrag, en dat is
een onvergeeflijke daad als je lid bent van het Tätervolk. In Europa zijn
we een beetje teruggekomen van political correctness; in Zuid-Afrika heeft
men het net ontdekt. De regstellende aksie maakt dat er overal met spoed
zwarte mensen móeten worden aangenomen. Kennis en moed worden verruild
voor middelmatigheid en genotszucht. Dit maakt de op consumptie beluste
massa nog ongeduriger. De regering staat voor een steeds zwaardere taak,
naar mate zij tracht te benadrukken dat het vooruitgangsdenken hetzelfde
is als materialisme en geld. Deze onhoudbare situatie heeft echter tot
gevolg dat alle druk op de schouders van de blanken terecht komt. De
blanke Afrikaner en de Afrikaanse taal fungeren uiteindelijk als zondebok.
Boeren moeten hun landerijen af, bedrijven en staatsinstellingen moeten
aan etnische quota voldoen. Het maakt dan niet uit of de nieuwe, door
positieve discriminatie in het zadel geholpen werknemers
geschoold zijn in wat ze gaan doen, of dat ze er affiniteit mee hebben.
"What's this Vock?" | |
Zo
verzuchtte de archivaris van een vermaard geschiedkundig museum tegen mij dat
zijn werknemers (die er een jaar eerder, na een hoge opleiding, kwamen
werken) zich afvroegen: "What is this 'Vock'?". Ze bedoelden de V.O.C.,
terwijl ze al geruime tijd werkten voor zijn instituut, dat de
geschiedenis van Zuid-Afrika bestudeert en de in geurig leder gebonden
codices en 'Daghregisters' van de Vereenigde Oostindische Compagnie
koestert als schatten. Let wel: de V.O.C. is het begin van de
Zuid-Afrikaanse westerse geschiedenis. De V.O.C. is een elementair
onderdeel van 's lands geschiedenis.
De meeste V.O.C.-monumenten worden gelukkig
goed onderhouden. Het toerisme speelt dan ook een belangrijke rol in Zuid-Afrika.
De bakermat van de Europese geschiedenis van
Zuid-Afrika, Die Kasteel in Kaapstad, staat er mooi bij maar de statige
gebouwen aan de Heerengracht staan te verkommeren terwijl het straatbeeld
met z'n losse stalletjes, bedelaars, dieven en overvallers doen denken aan
een no-go-area.
De verhevigde aanval op het Afrikaans
Deze verdwazing en
deprimerende verloedering zijn natuurlijk het topje van die gigantische
ijsberg die regstellende aksie en egalitarisme heet. Maar laten we ons nu
beperken tot de in heftigheid toegenomen aanval op het Afrikaans, onze
dochtertaal. Het is vreemd dat er binnen nationaalgezinde en conservatieve
kringen in Nederland en België zo weinig belangstelling is voor de
toestand waarin het Afrikaans zich thans bevindt. Vroeger dweepten
Nederlandse en Vlaamse nationalisten bijna met de Afrikaners. Kennelijk is
de uitdaging niet meer zo groot om voor Zuid-Afrika in actie te komen.
Dan Roodt, een kampvechter voor het Afrikaans, in Pretoria | | Je
zou bijna denken dat het hun in de jaren tachtig eerder om een soort
dilettantistische, schimmige sympathie voor de apartheid te doen was dan
om solidariteit met de Afrikaanssprekenden. Maar juist nú is het
belangrijk dat we ons broedervolk helpen. De taalkampvechter Dan Roodt van
de actiegroep PRAAG heeft gezegd dat 2006 een beslissend jaar zal zijn. De
strijd tegen het Afrikaans kan namelijk alleen slagen als de
Afrikaanstaligen alle moed verliezen. De Britse achttiende-eeuwse filosoof
Edmund Burke zei: "Het enige dat nodig is voor het kwaad om te zegevieren
is dat goede mensen niets doen." De Afrikaners zijn nu al het vechten
moe... Er is geen tijd te verliezen!
De taal en cultuur van
de Afrikaner onderdrukker uit de twintigste eeuw wordt door de nieuwe
bedeling nog steeds als symbool voor alle kwaad voorgesteld. Ook dorpen en
steden met 'blanke' namen worden herdoopt om "de herinnering aan de
apartheid weg te wissen". In 2005 werd besloten de naam van de
trotse hoofdstad Pretoria tot Tshwane om te dopen, Pietersburg werd in 2004 Polokwane,
Grahamstown werd in 2005
Makana, Transvaal is veel eerder versnipperd tot Gauteng, Mpumalanga en
Limpopo, enzovoorts, enzovoorts.
De
Pretoria-farce
De gemeente Pretoria heet tegenwoordig Tshwane. Over de naam Pretoria
sprak burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa in 2004: "De naam Pretoria vind ik afstotelijk".
Men kan zich gelukkig prijzen met zo'n burgemeester. Maar de nieuwe naam
Tshwane is uit de lucht gegrepen. De officiële verklaring luidt dat er een
voorman was met die naam, die tevens "wij zijn hetzelfde" zou betekenen.
"De naam Pretoria vind ik afstotelijk"
- Burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa
| |
Komt dat even goed uit. De Zuid-Afrikaanse staatsomroep SABC (SAUK) voert een soortgelijke slagkreet:
"Simunye! We are one!"
Hoe een plaatsnaam gebruikt wordt voor het ontwikkelen van de
ideale mythe voor een door gelijkheidsdenken bevangen regering... Onderzoek
wijst echter uit dat er reden is te twijfelen aan de juistheid van het toponiem Tshwane.
Over deze naam voor Pretoria doen
veel verschillende verhalen de ronde: de ene bestuurder zegt dat er
een gebied noordelijk van Pretoria lag dat Tshwane heette, de andere bestuurder zegt dat het
de Bantoenaam was voor de Apiesrivier - die door Pretoria stroomt - en
weer anderen zeggen dat het een benaming was voor een regendans. Wat je
ook vaak hoort is dat het de oude naam van de leegte (vallei) is waarin de
stad gebouwd werd, maar die bewering is historisch onhoudbaar.
De officiële reden voor de naamverandering
is in ieder geval de hierboven genoemde bewering, dat het de naam van
een oud een Ndebele-koning zou zijn. Hij zou de zoon zijn geweest van koning
Musi. Maar er heeft hoogstwaarschijnlijk nooit een stamhoofd of koning met de naam Tshwane bestaan.
En de door sommigen aangevoerde Ndebele-oorsprong voor het woord tshwane is ook onhoudbaar, omdat het
een SeTswana-woord is
(SeTswana is, net als Ndebele, de taal van een ander Bantoevolk). Er is in het
verleden een genealogie voor de juistheid van deze naam aangevoerd, maar
deze is al in de jaren veertig van de vorige eeuw door de ethnoloog Van
Warmelo weerlegd en deze weerlegging is onlangs herbevestigd.
Het aannemelijkst is dat
de naam Tshwane afstamt
van het SeTswana-woord voor 'zwarte koe': tshwana, verbogen tot tshwane,
dat op zijn beurt weer via offerandepraktijken als aanduiding gebruikt
werd voor regenmakerrituelen, aldus professor N.J. Louwrens van de
Universiteit van Suid-Afrika, die hiernaar onderzoek gedaan heeft. Een koe
van het tshwane-ras werd dan geofferd om de weergoden gunstig te stemmen
en het offeren zelf met rituelen eromheen kregen de naam van de zwarte
koe. En op zijn beurt werd de ermee geassocieerde Apiesrivier weer naar het ritueel vernoemd.
Ook prof. Alan Marais had dit reeds in de jaren '30 van de vorige eeuw
aangetoond.
Wat blijft er over van
de betekenis "Wij zijn hetzelfde", die aan het woord Tshwane wordt
toegedicht? Niets. Het Ndebele-werkwoord 'Tswa-ná', dat inderdaad
"hetzelfde zijn" betekent, houdt hoegenaamd geen etymologisch verband met
de oude naam van de Apiesrivier, dus ook op taalkundig gebied is de
stadsnaam met diens betekenis volledig verzonnen. We hebben hier te maken
met pure, antihistorische propaganda.
Het absurde is nu dat er dit jaar (2006) een standbeeld in Pretoria wordt opgericht van deze fictieve hoofdman 'Tshwane'. Sterker
nog; het zou de plaats moeten innemen van de Transvaalse president Paul
Kruger op Kerkplein. Het heeft er alles van dat dit een langlopend, zwaar
gefingeerd misverstand is, dat verheven wordt tot een opsteker voor een
nieuwe identiteit, teneinde de Afrikanercultuur uit het straatbeeld te bannen.
De van stal gehaalde hoofdman Tshwane heeft nooit bestaan. De natiebouwers zouden nader aan de waarheid handelen indien er een standbeeld van een zwarte koe op Kerkplein in Pretoria zou verrijzen | |
Nu we van professor N.J. Louwrens en diens academische voorgangers weten dat de naam van de rivier en van het ritueel
vernoemd zijn naar een ras van
de zwarte koeien, zou men nader aan de waarheid
handelen indien er een standbeeld van een koe op Kerkplein zou
verrijzen, om de nieuwe naam Tshwane enigszins te personifiëren.
De Bantoes hebben niet
de stad gesticht, maar de Boeren waren dat, die haar vernoemden naar
Andries Pretorius. Overigens zien de huidige koningen van het Ndebele-volk
ook niets in de nieuwe naam. Zij hebben persberichten uitgevaardigd
waarin ze openlijk de voorkeur geven aan de Afrikaanse naam Pretoria.
Er is zelfs een televisieactie van enkele energieke Afrikaner zangers geweest
om de naam Pretoria te behouden. Het
ziet ernaar uit dat alles gewoon doorgaat, omdat de naam Pretoria volgens
het stadsbestuur aan de apartheid zou herinneren. Zo ziet u: om een prille
natie een nieuwe identiteit te verlenen mag je best een mythe
verzinnen.
Het
doel heiligt alle middelen
Immers, wat anno 2004 een in
1855 aan een Boerenpionier opgedragen naam te maken heeft met de reeds in
1990 afgeschafte Apartheid, of met een gefrustreerde behoefte om één
egalitaire natie te zijn, kan alleen in de revolutionaire geest van de
ANC-eenpartijstaat begrepen worden. Feiten zijn niet zo belangrijk als je de
geschiedenis met verzinsels kunt wegpoetsen. Dat kennen we wel van andere
revolutionaire bewegingen in de wereld. Het allerbelangrijkste is uiteraard dat
Tshwane idealiter "Wij zijn hetzelfde" betekent. Als je niet wilt meedoen aan
een ideaal, dan hoor je er niet bij. Zo kennen we de revolutionairen weer: het doel heiligt alle middelen.
Een ander voorbeeld: over de naam
Grahamstown zei president Thabo Mbeki in mei 2005 dat de stad vernoemd is
naar "een slachter". Tja, wat verwacht je anders van een succesvol
militair? Nu heet de stad dus Makana, tot ergernis van vele inwoners van die
oude, typisch Victoriaanse universiteitsstad. Naamsveranderingen kosten
veel geld en energie, terwijl de armoede, corruptie en verloedering
toenemen. De laatste tijd lijkt deze symboolpolitiek ook bij de zwarte
kiezers niet meer te werken. "Weggegooid geld en verwarrende
naamsveranderingen", roepen zwarte taxichauffeurs. Naamveranderingen
kosten miljoenen. Andere zwarten lachen er maar om.
Terug naar het gebruik
van het Afrikaans: ambtelijke publicaties worden ook slechts zelden nog in
het Engels én in het Afrikaans opgesteld en gedrukt. Het is alles Engels.
Gemeentelijke brieven aan burgers (ook in gemeenten waar de meeste mensen
Afrikaanstalig zijn), kennisgevingsborden, enz. Dit leidt vaak tot
verwarring en irritatie. Ook de kleurlingen komen sterk in het verweer
tegen deze anglofilie, al zijn zij met weinigen.
"Bij veel prestigieuze hotelketens mag
er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige
muziek meer worden gedraaid."
| | Reeds
in 2000 werden de parlementaire verslagen slechts in het Engels opgesteld.
Maar het Afrikaans is geen exclusief 'blanke' taal. Ook dit is de regering
een doorn in het oog; nuances zijn altijd lastig als je een agenda hebt.
Zoals gezegd spreken miljoenen kleurlingen ook de taal, maar heeft de taal
mede zijn oorsprong in de monden van zeventiende- en achttiende-eeuwse
anderstaligen en andersrassigen.
Bij veel prestigieuze hotelketens mag
er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige
muziek meer worden ten gehore gebracht worden. Muziek die van het Tätervolk afkomstig is - zelfs als een Afrikaanse
zanger in de nadagen van de Apartheid nog een peuter was die in 't
ledikant met z'n tenen speelde - mag niet klinken in etablissementen waar
toeristen komen. De gevoelige ballades en de prachtige gezongen dichtkunst
van en door kunstenaars als Theuns Jordaan en Pieter Smith worden geweerd.
Zo wordt toeristen een van de kleurrijke kanten van het Zuid-Afrikaanse
culturele leven onthouden. Maar Afrikaner muziek is óók Afrika!
Hier en daar is men nog
niet afgestapt van het drukken van formulieren en stukken in het Engels en
het Afrikaans. Dit kun je toeschrijven aan de macht der gewoonte en aan
enkele nog trotse Afrikaanstaligen. Bijvoorbeeld bij de politie, de
douane, het leger en andere instanties. Dit leidt kennelijk tot woedende
reacties bij verscheidene leidersfiguren. Zo zei op 29 januari 2006 een
militaire rechter, lt. kol. Mbulelo Kenneth Mandela, in het militaire hof
dat hij het "walgelijk" vindt "dat er nog steeds verklaringen voor het hof
in het Afrikaans voorgelegd worden". Hij viel uit tegen ene sergeant John
Jerome Jones, omdat de militaire politie de verklaringen van Jones in het
Afrikaans had afgenomen. De inmiddels hoogbejaarde, prominentere
naamgenoot van de rechter zou nooit zo tegen deze Zuid-Afrikaanse taal
zijn uitgevallen. Nelson Mandela was een vriend van het Afrikaans,
vergeleken bij het huidige klimaat.
Deze voorbeelden lijken triviaal, maar elk voorval,
elke wijziging is er een van vele per jaar, en het gaat al tien jaar zo
voort. Het draagt bij aan vernietiging van het Afrikaans - een
verschraling en verharding - en het wordt vele Afrikaanssprekenden te heet
onder de voeten. Vermogende Afrikaners trekken massaal naar Australië,
Nieuw-Zeeland, Canada en het Verenigd Koninkrijk omdat men zich ongewenst
voelt. Bijna de helft van de artsen in Saskatchewan (Canada) is
Zuid-Afrikaans waarvan het grootste deel Afrikaanssprekend is!
Kleine kroniek van de aanval op het Afrikaans
Tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika in augustus en september
2005 heb ik niet alleen onderzoek gedaan naar taal, maar ook krantenknipsels uit de plaatselijke Afrikaanse dagbladen verzameld.
Van enkele knipsels heb ik hieronder de inhoud voor u overgetypt. Wat opvalt is anti-Afrikaanse en anti-blanke sfeer
die eruit ademt. Maar hier en daar kunnen we een lichtpuntje ontdekken. Alle gebeurtenissen komen uit de dagbladen Beeld
en
Die Burger, en uit de zondagskrant Rapport, op twee na: ik begin namelijk met Stef Bos en Herman van
Veen op de
staatsradiozender Radio
Sonder Grense, en en helemaal onderaan plak ik een bericht van
de webstek van dagblad Die Volksblad uit
februari 2006.
* De in
Zuid-Afrika populaire Herman van Veen heeft Zuid-Afrika in september
2005 bezocht voor zijn optreden "Hoed af". In vraaggesprekken op de
radio spreekt hij kalm en voorzichtig Nederlands. In dezelfde maand was
Stef Bos ook in Zuid-Afrika. Hij heeft zich een hybride Nederlandse
variant van het Afrikaans aangeleerd, die nogal gekunsteld klinkt. Dit
soort optredens is echter van groot belang voor hoe men over de eigen
verschopte taal denkt.
* Op 14 augustus 2005 was het 130 jaar geleden
dat het Genootskap vir Regte Afrikaners werd opgericht. Deze organisatie
verhief het Afrikaans van gesproken tot ook geschreven taal. Het ANC
liet een persbericht uitgaan waarin het de taal feliciteerde met de
verjaardag. De krant Die Burger houdt het ANC nauwlettend in de gaten om
te zien of de felicitatie gemeend is. Kampvechter Dan Roodt noemt het
"'n agterbakse gelukwensing."
* Mbulelo Goniwe, de fractieaanvoerder van het
ANC in het parlement hield in het Afrikaans een rede, waarin hij in het
kader van het 130-jarige jubileum zei: "Die ANC is dankbaar dat
Afrikaans die afgelope dekade die stigma van verdrukkerstaal kon afwerp
en in die volksmond ontwikkel het tot algemene spreektaal van 'n vinnig
(vinnig = snel - MRB) groeiende taalgemeenskap." Verder zei hij dat het
ANC zich ervoor zal inzetten om het Afrikaans te behouden, net als bij
de overige 11 officiële talen. Het ziet er echter naar uit dat het ANC liever
de taal als verdruktentaal ziet.
|