Naar hoofdbladzijde / Na hoofbladsy
  Thuis/Tuis   |   Marcel Bas   |   Nieuws/Nuus   |   Vragen/Vrae   |   Links/Skakels   |   Contact/Kontak


Artikelen en bijdragen
Artikels en bydraes

De Afrikaanse taal
Die Afrikaanse taal

De Nederlandse taal
Die Nederlandse taal

Zuid-Afrika
Suid-Afrika

De Afrikaanstaligen
Die Afrikaanstaliges

De Nederlandse cultuur
Die Nederlandse kultuur

Heel-Nederland
Groot-Nederland

Europa
Europa

De volksliederen (MP3)
Die volksliedere (MP3)

Texts in English
Tekste in Engels

Het Zwarte Piet-hoekje
Die Zwarte Piet-hoekie

Grote AF-NL woordenlijst
Groot AF-NL woordelys



U kunt hier het boek bestellen





Teken of kyk na ons besoekersboek



Volg ons ook
op Facebook

Volg ons ook op Facebook

De Roepstem
Die Roepstem




eXTReMe Tracker
De noodklok luidt voor het Afrikaans

Hoe Zuid-Afrika het kind met het badwater weggooit

Door Marcel Bas



Inhoud


  Ten geleide

  De middelmatigheid regeert

  Kind met badwater weggooien

  Verhevigde aanval op Afrikaans

  De Pretoria-farce

  Het doel heiligt alle middelen

  Kroniek v/d aanval op Afrikaans

  Oproep tot meer betrokkenheid

Oom Paul op ou Kerkplein


Het trotse standbeeld van president
Paul Kruger op Kerkplein in Pretoria:
binnenkort vervangen door dat van een
fictief Bantoe-stamhoofd?




Ek's 'n Boer in beton,
Soos Oom Paul op ou Kerkplein.
Niemand weet van my pyn,
Want dit is goed vermom.
Ek's 'n Boer in Beton...


- André Letoit


Tweeten
Twiet

  14/03/2006

Ten geleide

In Zuid-Afrika wordt die bijzondere taal, het Afrikaans, steeds verder teruggedrongen door een regering die meer geeft om het consolideren van de eigen machtspositie dan om het landsbelang en de naleving van de eigen belofte om van het multi-etnische Zuid-Afrika een vredig, stabiel en veeltalig land te maken. Niet alleen de Afrikaanse taal maar ook de Afrikaanstaligen worden steeds verder weggedrukt. Het Afrikaans maakt een onvervreemdbaar deel uit van de Zuid-Afrikaanse cultuur, maar de pesterijen en van haat vervulde uitspraken van diverse regerings- en bestuurskopstukken doen anders vermoeden. De sprekers van het Afrikaans zijn doorgaans blank en gekleurd (laatstgenoemden voortkomend uit zeventiende- en achttiende-eeuwse verbintenissen tussen blanken en slaven), en beschikken over een enorme kennis van en ervaring met het draaiende houden en naar westerse inzichten ontwikkelen van dit immense land. Over de vraag of men een Afrikaans land zou moeten verwesteren kun je redelijkerwijs van mening verschillen, maar aangezien de huidige regering zich dat in ieder geval ten doel stelt, mag je ervan uitgaan dat de ondervindingkennis van de taaie, zeer intelligente Afrikaners hierbij onmisbaar is.
Pretoria

De Afrikaner wordt tot overtollig mens gemaakt



Vreemd genoeg probeert de regering de Afrikaner tot een overtollig mens te maken. Een zeer kwalijke ontwikkeling, maar zeer begrijpelijk in een land met een ongedurige, hedonistische en deels premoderne massa die in toom gehouden moet worden volgens de absurde egalitaire wetten van de parlementaire democratie. Maar het kwalijkste is dat de bijzondere, aan ons Nederlands verwante taal Afrikaans er sterk aan prestige verloren heeft, dat ze gestigmatiseerd wordt en allerwegen weggewerkt en gediscrimineerd wordt ten gunste van het Engels. In augustus en september 2005 heb ik sinds 1998 Zuid-Afrika weer bezocht, om bij de Rhodes Universiteit in Grahamstad voor mijn opleiding informatie over het Zuid-Afrikaans Engels te verzamelen. Het land is sterk veranderd sinds 1998. Natuurlijk, je leest wel eens wat, en je krijgt e-mails van bezorgde Afrikaanssprekenden. Maar nu voelde ik de sfeer en voelde ik de bezorgdheid van nabij. Overal, in de meest liberale en onbevooroordeelde Zuid-Afrikaanse kringen waren de verzuchtingen van blank én zwart niet van de lucht. Het lijkt erop dat het pluriforme land langzaam maar zeker ten ondergaat aan massademocratie en politiek. Alle misstanden in het land zijn natuurlijk de schuld van de blanken, als we het ANC mogen geloven.

De middelmatigheid regeert

Het leeuwendeel van de wetenschappelijke, economische en medische verdiensten rust nog steeds op de schouders van Afrikaners. Stapt u eens een willekeurig ziekenhuis zoals het Tygerberghospitaal in Kaapstad binnen, en kijk naar de namen der chirurgen; u zult er 90% Afrikanernamen lezen: Du Toit, Botha, Du Plessis, Van Vollenhoven, Prinsloo, Van der Merwe, Bruwer, Conradie, Scholtz, Uys, enz. Dit is toe te schrijven aan het talent van dit volk en niet aan rassenbevoordeling in het verleden, want anders zou men ook veel Engelse namen tegenkomen. Maar de Afrikaners zijn blank, en zulk een blanke oververtegenwoordiging in een maatschappelijk segment is de regering een doorn in het oog. Men kan echter niet om deze mensen heen, en omdat ze van vitaal belang zijn, worden ze gedoogd.

Hun bewegingsvrijheid is echter beperkt: de kans is zeer klein dat het land een tweede 'dokter Barnard' (de zeer energieke, excentrieke en geniale Afrikaner hartchirurg die in 1967 als eerste ter wereld een geslaagde harttransplantatie uitvoerde) zal voortbrengen.
Hartchirurg Christiaan Barnard

Met de huidige hang naar middelmatigheid is de kans zeer klein dat het land nog een genie als hartchirurg Christiaan Barnard een kans zou geven

Immers, in veel ziekenhuizen worden laboratoria en onderzoeksafdelingen opgeschort omdat het doorgaans ongeïnformeerde en eerder op onmiddellijke hulp en op onmiddellijke bevrediging van behoeften ingestelde electoraat niet begrijpt wat die vaak blanke mensen in witte jassen uitvoeren. De regering pikt dit op en vervangt het 'witte-jassenwerk' met pleister- en verbanddiensten. Pleister- en verbanddiensten voeren immers gemakkelijker herkenbare werkzaamheden uit, om maar over de herkenbaarheid van - en vertrouwdheid met - de veranderde etnische samenstelling van de nieuwe diensten te zwijgen. Duizenden hoogopgeleide onderzoekers zitten nu thuis. Zoals u ziet, het racisme is springlevend in Zuid-Afrika, maar dan omgekeerd. Des mensen aard kennende, zal racisme nooit uit Zuid-Afrika verdwijnen. Dat is het lot van multi-etnische landen waar men verondersteld wordt met en door elkaar te leven.

Hoe vaak heb ik in academies en staatsinstellingen de meest begaafde en onderlegde Afrikaners niet over de achterstelling horen klagen, terwijl zij al pratende hun stemgeluid matigen en behoedzaam om zich heen kijken om te zien of niemand hen hoort. Ze voelen zich ongewild en vreemdeling in eigen land. De universiteiten die de Afrikaanse taal als medium hadden, blonken altijd uit in hoge onderwijskwaliteit. U voelt het al: die bestaan niet meer. Niet lang geleden zijn alle Afrikaanse universiteiten opgeheven omdat de universiteiten opengesteld moeten zijn voor allen. Het studentenpubliek zou anders te exclusief blijven: iedereen is gelijk, is het adagium, en als er studenten (lees: zwarten) willen studeren die geen Afrikaans (lees: de 'blanke' taal) begrijpen, dan moet je daarvoor je voer- en onderwijstaal aanpassen.
"Kennelijk houdt het gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van culturele en intellectuele diversiteit in"

Kennelijk houdt gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van intellectuele en culturele diversiteit in.

Het gevolg is dat de Afrikaanse taal voor de toekomstige generaties een academische basis zal moeten missen en dat deze taal zal vervallen tot huis-tuin-en-keukentaal, mits men hier niets tegen onderneemt. Ook Afrikaanstalige lagere scholen worden verder onder druk gezet om hun taalbeleid te wijzigen, en dus de identiteit op te geven. U ziet, kleur speelt nog steeds een rol, en de kostbare Afrikaanse taal lijdt eronder. Er is nog één voormalige Afrikaanse universiteit die een zekere mate van taaldiversiteit in stand heeft weten te houden: de Universiteit van Stellenbosch. Maar ook nu, anno 2006, wordt die taaldiversiteit - de laatste strohalm, want niemand durft het meer te hebben over een exclusief Afrikaanstalige universiteit - om zeep geholpen door de egalitaire regeringsdruk. De massa regeert en de massa heeft altijd gelijk. Dat is nu democratie in zo'n pluriform land. Zeer conservatieve cultuurrelativisten zullen zeggen dat een filantropisch systeem als democratie maar beter niet overal ter wereld moet worden ingevoerd.

Het kind met het badwater weggooien

De Afrikaners zijn voornamelijk nakomelingen van boeren, die in het begin van de de twintigste eeuw het boerenbedrijf hunner voorvaderen voortzetten of de plaas (boerderij) verlieten om zich in de wetenschap, het landsbestuur, het leger of de politie te bekwamen. Breng eens een bezoek aan het Staatsargief in Kaapstad en u zult in de kerk- en familieboeken en in de notariële akten in dorpsregisters diezelfde, voorouderlijke, familienamen van de latere staatslieden, academici, denkers en wegbereiders tegenkomen: Botha, Van Onselen, Van Tonder, Van der Merwe, Cloete, Van Jaarsveld, Du Plessis, Du Toit, De Klerk, Hauptfleisch, enzovoorts.
Een typische opstal in Zuid-Afrika

Het is fascinerend hoeveel sluimerend talent er generatieslang was voortgebracht in de opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerderijen in de halfwoestijn, in de bergen en op de savanne

U zult beseffen dat het uitermate creatieve boerenverstand van deze achttiende- en negentiende-eeuwse agrariërs grootse dingen voortgebracht heeft. Het waren eenvoudige maar schrandere mensen met dikwijls slechts één boek in hun bezit: de Statenbijbel. Het is fascinerend te weten hoe veel sluimerend talent er generatieslang werd voortgebracht in de opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerenbedrijven in de halfwoestijn, in de bergen en op de savanne. Dit talent, gecombineerd met oude Europese Laaglandse degelijkheid, nuchterheid, eenvoud, liefde voor de eigen geboortegrond, sterke gemeenschapszin van vóór de Verlichting (opmerkelijk genoeg zonder aristocratie en met Gereformeerd gelijkheidsdenken), maakte de Afrikaner tot de drijvende kracht achter menig Zuid-Afrikaans district.

Zo is het op alle vlakken in Zuid-Afrika: de oude kennis, arbeidsmoraal, taaiheid, spaarzaamheid, vooruitziendheid en integriteit van de Afrikaners houden het land (nog) draaiende. Het moreel van de meeste Bantoe-Afrikanen is echter duidelijk van een ander slag, uitzonderingen daargelaten. Ik wil hier niet stellen dat de Afrikanermoraal en -cultuur objectief beter is dan die van de Moentoe. (Let wel: "Moentoe" is de enkelvoudsvorm en "Bantoe" is de meervoudsvorm van het woord waamee de zwarte bevolking van Zuid-Afrika aangeduid wordt.) Binnen de traditionele stamverbanden met het Zuid-Afrikaanse klimaat en geofysieke toestand komt de Moentoe-aard prima tot z'n recht. De Moentoe is óók een Afrika-gebonden mens en heeft historisch gezien net zo veel recht op het land als de Afrikaners. Maar ervan uitgaand dat we - het voornemen der regering indachtig - van Zuid-Afrika een modern en goed presterend land willen maken, zou je toch eerder moeten kiezen voor bovengenoemde duurzame kwaliteiten van de Boer, en niet voor die van de grotendeels ontstamde Moentoe. Gemakszucht, vriendjespolitiek, kortzichtigheid, een mentaliteit van 'leven van dag tot dag' en corruptie vieren hoogtij, daar waar Afrikaners het veld moesten ruimen.

Het wegwerken van Afrikaners gebeurt in het kader van 'regstellende aksie'. Deze term is een leenvertaling van het Engelse equivalent affirmative action en duidt op de reeds meer dan tien jaren durende, te ver doorgeschoten vorm van 'positieve discriminatie'. Eigenlijk is deze verloedering ook van toepassing op de regering. Met de handel in Zuid-Afrika zit het wel goed, wat dat betreft heeft het neoliberalisme er z'n werk gedaan. Maar dat zegt weinig over de duurzaamheid en over de instituties des lands. Die brokkelen af, hedonisme grijpt om zich heen (ook dat zegt genoeg over het er goed postgevatte neoliberalisme) doch 'blanke' bedrijven en ondernemers die zich het hoofd boven water willen houden worden tot sluiting gedwongen omdat ze niet aan de etnische quota in het kader van de regstellende aksie voldoen. Werknemers die niet meedoen aan massale stakingen, worden geïntimideerd, en de baas wordt bedreigd met brandstichting van have en goed. De ver-Derde-Wereldlijking wordt tot plicht verheven (in een latere tekst zal ik eens nader ingaan op wat ik met 'Derde Wereld' [let wel: dit is niet hetzelfde als de valse term 'ontwikkelingslanden'!] bedoel).

Tot op de dag van vandaag wordt er door zwarte vakbonden en door regeringsbonzen en lieden van de corrupte en zich in rijkdom zwelgende ANC 'Jeugd' Liga nog steeds opgeroepen tot excuses van de kant van blanke mensen. Dit excuus is al vaak gedaan, en wordt ook tot in het extreme beleden door de regstellende aksie, maar aangezien de eis tot excuus ook anno 2006 nog steeds letterlijk opklinkt, krijgen we nu met de absurde situatie te maken dat afgestudeerde Afrikaners zich moeten verontschuldigen voor wat hun voorouders hebben gedaan en hoe dezen hebben genoten van blanke bevoordeling in de arbeidsmarkt. Maar hoe kun je je verontschuldigingen aanbieden voor iets dat je niet hebt gedaan of waar je niet schuldig aan bent? De mensen die nu jonger dan 35 zijn hebben nooit een andere regering dan deze gekend. Hoe lang moeten de jonge Afrikaners nog hun excuses aanbieden? Hoe lang moeten we nog bedelende blanke, werkgrage en bekwame jongeren op de straten van de steden zien?

Als je als blanke hier tegen ingaat, maak je je schuldig aan politiek incorrect gedrag, en dat is een onvergeeflijke daad als je lid bent van het Tätervolk. In Europa zijn we een beetje teruggekomen van political correctness; in Zuid-Afrika heeft men het net ontdekt. De regstellende aksie maakt dat er overal met spoed zwarte mensen móeten worden aangenomen. Kennis en moed worden verruild voor middelmatigheid en genotszucht. Dit maakt de op consumptie beluste massa nog ongeduriger. De regering staat voor een steeds zwaardere taak, naar mate zij tracht te benadrukken dat het vooruitgangsdenken hetzelfde is als materialisme en geld. Deze onhoudbare situatie heeft echter tot gevolg dat alle druk op de schouders van de blanken terecht komt. De blanke Afrikaner en de Afrikaanse taal fungeren uiteindelijk als zondebok. Boeren moeten hun landerijen af, bedrijven en staatsinstellingen moeten aan etnische quota voldoen. Het maakt dan niet uit of de nieuwe, door positieve discriminatie in het zadel geholpen werknemers geschoold zijn in wat ze gaan doen, of dat ze er affiniteit mee hebben.
Schepen van de V.O.C.

"What's this Vock?"

Zo verzuchtte de archivaris van een vermaard geschiedkundig museum tegen mij dat zijn werknemers (die er een jaar eerder, na een hoge opleiding, kwamen werken) zich afvroegen: "What is this 'Vock'?". Ze bedoelden de V.O.C., terwijl ze al geruime tijd werkten voor zijn instituut, dat de geschiedenis van Zuid-Afrika bestudeert en de in geurig leder gebonden codices en 'Daghregisters' van de Vereenigde Oostindische Compagnie koestert als schatten. Let wel: de V.O.C. is het begin van de Zuid-Afrikaanse westerse geschiedenis. De V.O.C. is een elementair onderdeel van 's lands geschiedenis.

De meeste V.O.C.-monumenten worden gelukkig goed onderhouden. Het toerisme speelt dan ook een belangrijke rol in Zuid-Afrika. De bakermat van de Europese geschiedenis van Zuid-Afrika, Die Kasteel in Kaapstad, staat er mooi bij maar de statige gebouwen aan de Heerengracht staan te verkommeren terwijl het straatbeeld met z'n losse stalletjes, bedelaars, dieven en overvallers doen denken aan een no-go-area.

De verhevigde aanval op het Afrikaans

Deze verdwazing en deprimerende verloedering zijn natuurlijk het topje van die gigantische ijsberg die regstellende aksie en egalitarisme heet. Maar laten we ons nu beperken tot de in heftigheid toegenomen aanval op het Afrikaans, onze dochtertaal. Het is vreemd dat er binnen nationaalgezinde en conservatieve kringen in Nederland en België zo weinig belangstelling is voor de toestand waarin het Afrikaans zich thans bevindt. Vroeger dweepten Nederlandse en Vlaamse nationalisten bijna met de Afrikaners. Kennelijk is de uitdaging niet meer zo groot om voor Zuid-Afrika in actie te komen.
Dan Roodt

Dan Roodt, een kampvechter voor het Afrikaans, in Pretoria

Je zou bijna denken dat het hun in de jaren tachtig eerder om een soort dilettantistische, schimmige sympathie voor de apartheid te doen was dan om solidariteit met de Afrikaanssprekenden. Maar juist nú is het belangrijk dat we ons broedervolk helpen. De taalkampvechter Dan Roodt van de actiegroep PRAAG heeft gezegd dat 2006 een beslissend jaar zal zijn. De strijd tegen het Afrikaans kan namelijk alleen slagen als de Afrikaanstaligen alle moed verliezen. De Britse achttiende-eeuwse filosoof Edmund Burke zei: "Het enige dat nodig is voor het kwaad om te zegevieren is dat goede mensen niets doen." De Afrikaners zijn nu al het vechten moe... Er is geen tijd te verliezen!

De taal en cultuur van de Afrikaner onderdrukker uit de twintigste eeuw wordt door de nieuwe bedeling nog steeds als symbool voor alle kwaad voorgesteld. Ook dorpen en steden met 'blanke' namen worden herdoopt om "de herinnering aan de apartheid weg te wissen". In 2005 werd besloten de naam van de trotse hoofdstad Pretoria tot Tshwane om te dopen, Pietersburg werd in 2004 Polokwane, Grahamstown werd in 2005 Makana, Transvaal is veel eerder versnipperd tot Gauteng, Mpumalanga en Limpopo, enzovoorts, enzovoorts.

De Pretoria-farce

De gemeente Pretoria heet tegenwoordig Tshwane. Over de naam Pretoria sprak burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa in 2004: "De naam Pretoria vind ik afstotelijk". Men kan zich gelukkig prijzen met zo'n burgemeester. Maar de nieuwe naam Tshwane is uit de lucht gegrepen. De officiële verklaring luidt dat er een voorman was met die naam, die tevens "wij zijn hetzelfde" zou betekenen.
"De naam Pretoria vind ik afstotelijk"

- Burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa

Komt dat even goed uit. De Zuid-Afrikaanse staatsomroep SABC (SAUK) voert een soortgelijke slagkreet: "Simunye! We are one!"

Hoe een plaatsnaam gebruikt wordt voor het ontwikkelen van de ideale mythe voor een door gelijkheidsdenken bevangen regering... Onderzoek wijst echter uit dat er reden is te twijfelen aan de juistheid van het toponiem Tshwane.

Over deze naam voor Pretoria doen veel verschillende verhalen de ronde: de ene bestuurder zegt dat er een gebied noordelijk van Pretoria lag dat Tshwane heette, de andere bestuurder zegt dat het de Bantoenaam was voor de Apiesrivier - die door Pretoria stroomt - en weer anderen zeggen dat het een benaming was voor een regendans. Wat je ook vaak hoort is dat het de oude naam van de leegte (vallei) is waarin de stad gebouwd werd, maar die bewering is historisch onhoudbaar.

De officiële reden voor de naamverandering is in ieder geval de hierboven genoemde bewering, dat het de naam van een oud een Ndebele-koning zou zijn. Hij zou de zoon zijn geweest van koning Musi. Maar er heeft hoogstwaarschijnlijk nooit een stamhoofd of koning met de naam Tshwane bestaan. En de door sommigen aangevoerde Ndebele-oorsprong voor het woord tshwane is ook onhoudbaar, omdat het een SeTswana-woord is (SeTswana is, net als Ndebele, de taal van een ander Bantoevolk). Er is in het verleden een genealogie voor de juistheid van deze naam aangevoerd, maar deze is al in de jaren veertig van de vorige eeuw door de ethnoloog Van Warmelo weerlegd en deze weerlegging is onlangs herbevestigd.

Het aannemelijkst is dat de naam Tshwane afstamt van het SeTswana-woord voor 'zwarte koe': tshwana, verbogen tot tshwane, dat op zijn beurt weer via offerandepraktijken als aanduiding gebruikt werd voor regenmakerrituelen, aldus professor N.J. Louwrens van de Universiteit van Suid-Afrika, die hiernaar onderzoek gedaan heeft. Een koe van het tshwane-ras werd dan geofferd om de weergoden gunstig te stemmen en het offeren zelf met rituelen eromheen kregen de naam van de zwarte koe. En op zijn beurt werd de ermee geassocieerde Apiesrivier weer naar het ritueel vernoemd. Ook prof. Alan Marais had dit reeds in de jaren '30 van de vorige eeuw aangetoond.

Wat blijft er over van de betekenis "Wij zijn hetzelfde", die aan het woord Tshwane wordt toegedicht? Niets. Het Ndebele-werkwoord 'Tswa-ná', dat inderdaad "hetzelfde zijn" betekent, houdt hoegenaamd geen etymologisch verband met de oude naam van de Apiesrivier, dus ook op taalkundig gebied is de stadsnaam met diens betekenis volledig verzonnen. We hebben hier te maken met pure, antihistorische propaganda.

Het absurde is nu dat er dit jaar (2006) een standbeeld in Pretoria wordt opgericht van deze fictieve hoofdman 'Tshwane'. Sterker nog; het zou de plaats moeten innemen van de Transvaalse president Paul Kruger op Kerkplein. Het heeft er alles van dat dit een langlopend, zwaar gefingeerd misverstand is, dat verheven wordt tot een opsteker voor een nieuwe identiteit, teneinde de Afrikanercultuur uit het straatbeeld te bannen.
'n Swart bees

De van stal gehaalde hoofdman Tshwane heeft nooit bestaan. De natiebouwers zouden nader aan de waarheid handelen indien er een standbeeld van een zwarte koe op Kerkplein in Pretoria zou verrijzen

Nu we van professor N.J. Louwrens en diens academische voorgangers weten dat de naam van de rivier en van het ritueel vernoemd zijn naar een ras van de zwarte koeien, zou men nader aan de waarheid handelen indien er een standbeeld van een koe op Kerkplein zou verrijzen, om de nieuwe naam Tshwane enigszins te personifiëren.

De Bantoes hebben niet de stad gesticht, maar de Boeren waren dat, die haar vernoemden naar Andries Pretorius. Overigens zien de huidige koningen van het Ndebele-volk ook niets in de nieuwe naam. Zij hebben persberichten uitgevaardigd waarin ze openlijk de voorkeur geven aan de Afrikaanse naam Pretoria. Er is zelfs een televisieactie van enkele energieke Afrikaner zangers geweest om de naam Pretoria te behouden. Het ziet ernaar uit dat alles gewoon doorgaat, omdat de naam Pretoria volgens het stadsbestuur aan de apartheid zou herinneren. Zo ziet u: om een prille natie een nieuwe identiteit te verlenen mag je best een mythe verzinnen.

Het doel heiligt alle middelen

Immers, wat anno 2004 een in 1855 aan een Boerenpionier opgedragen naam te maken heeft met de reeds in 1990 afgeschafte Apartheid, of met een gefrustreerde behoefte om één egalitaire natie te zijn, kan alleen in de revolutionaire geest van de ANC-eenpartijstaat begrepen worden. Feiten zijn niet zo belangrijk als je de geschiedenis met verzinsels kunt wegpoetsen. Dat kennen we wel van andere revolutionaire bewegingen in de wereld. Het allerbelangrijkste is uiteraard dat Tshwane idealiter "Wij zijn hetzelfde" betekent. Als je niet wilt meedoen aan een ideaal, dan hoor je er niet bij. Zo kennen we de revolutionairen weer: het doel heiligt alle middelen.

Een ander voorbeeld: over de naam Grahamstown zei president Thabo Mbeki in mei 2005 dat de stad vernoemd is naar "een slachter". Tja, wat verwacht je anders van een succesvol militair? Nu heet de stad dus Makana, tot ergernis van vele inwoners van die oude, typisch Victoriaanse universiteitsstad. Naamsveranderingen kosten veel geld en energie, terwijl de armoede, corruptie en verloedering toenemen. De laatste tijd lijkt deze symboolpolitiek ook bij de zwarte kiezers niet meer te werken. "Weggegooid geld en verwarrende naamsveranderingen", roepen zwarte taxichauffeurs. Naamveranderingen kosten miljoenen. Andere zwarten lachen er maar om.

Terug naar het gebruik van het Afrikaans: ambtelijke publicaties worden ook slechts zelden nog in het Engels én in het Afrikaans opgesteld en gedrukt. Het is alles Engels. Gemeentelijke brieven aan burgers (ook in gemeenten waar de meeste mensen Afrikaanstalig zijn), kennisgevingsborden, enz. Dit leidt vaak tot verwarring en irritatie. Ook de kleurlingen komen sterk in het verweer tegen deze anglofilie, al zijn zij met weinigen.
"Bij veel prestigieuze hotelketens mag er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige muziek meer worden gedraaid."

Reeds in 2000 werden de parlementaire verslagen slechts in het Engels opgesteld. Maar het Afrikaans is geen exclusief 'blanke' taal. Ook dit is de regering een doorn in het oog; nuances zijn altijd lastig als je een agenda hebt. Zoals gezegd spreken miljoenen kleurlingen ook de taal, maar heeft de taal mede zijn oorsprong in de monden van zeventiende- en achttiende-eeuwse anderstaligen en andersrassigen.

Bij veel prestigieuze hotelketens mag er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige muziek meer worden ten gehore gebracht worden. Muziek die van het Tätervolk afkomstig is - zelfs als een Afrikaanse zanger in de nadagen van de Apartheid nog een peuter was die in 't ledikant met z'n tenen speelde - mag niet klinken in etablissementen waar toeristen komen. De gevoelige ballades en de prachtige gezongen dichtkunst van en door kunstenaars als Theuns Jordaan en Pieter Smith worden geweerd. Zo wordt toeristen een van de kleurrijke kanten van het Zuid-Afrikaanse culturele leven onthouden. Maar Afrikaner muziek is óók Afrika!

Hier en daar is men nog niet afgestapt van het drukken van formulieren en stukken in het Engels en het Afrikaans. Dit kun je toeschrijven aan de macht der gewoonte en aan enkele nog trotse Afrikaanstaligen. Bijvoorbeeld bij de politie, de douane, het leger en andere instanties. Dit leidt kennelijk tot woedende reacties bij verscheidene leidersfiguren. Zo zei op 29 januari 2006 een militaire rechter, lt. kol. Mbulelo Kenneth Mandela, in het militaire hof dat hij het "walgelijk" vindt "dat er nog steeds verklaringen voor het hof in het Afrikaans voorgelegd worden". Hij viel uit tegen ene sergeant John Jerome Jones, omdat de militaire politie de verklaringen van Jones in het Afrikaans had afgenomen. De inmiddels hoogbejaarde, prominentere naamgenoot van de rechter zou nooit zo tegen deze Zuid-Afrikaanse taal zijn uitgevallen. Nelson Mandela was een vriend van het Afrikaans, vergeleken bij het huidige klimaat.

Deze voorbeelden lijken triviaal, maar elk voorval, elke wijziging is er een van vele per jaar, en het gaat al tien jaar zo voort. Het draagt bij aan vernietiging van het Afrikaans - een verschraling en verharding - en het wordt vele Afrikaanssprekenden te heet onder de voeten. Vermogende Afrikaners trekken massaal naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en het Verenigd Koninkrijk omdat men zich ongewenst voelt. Bijna de helft van de artsen in Saskatchewan (Canada) is Zuid-Afrikaans waarvan het grootste deel Afrikaanssprekend is!

Kleine kroniek van de aanval op het Afrikaans

Tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika in augustus en september 2005 heb ik niet alleen onderzoek gedaan naar taal, maar ook krantenknipsels uit de plaatselijke Afrikaanse dagbladen verzameld. Van enkele knipsels heb ik hieronder de inhoud voor u overgetypt. Wat opvalt is anti-Afrikaanse en anti-blanke sfeer die eruit ademt. Maar hier en daar kunnen we een lichtpuntje ontdekken. Alle gebeurtenissen komen uit de dagbladen Beeld en Die Burger, en uit de zondagskrant Rapport, op twee na: ik begin namelijk met Stef Bos en Herman van Veen op de staatsradiozender Radio Sonder Grense, en en helemaal onderaan plak ik een bericht van de webstek van dagblad Die Volksblad uit februari 2006.

    * De in Zuid-Afrika populaire Herman van Veen heeft Zuid-Afrika in september 2005 bezocht voor zijn optreden "Hoed af". In vraaggesprekken op de radio spreekt hij kalm en voorzichtig Nederlands. In dezelfde maand was Stef Bos ook in Zuid-Afrika. Hij heeft zich een hybride Nederlandse variant van het Afrikaans aangeleerd, die nogal gekunsteld klinkt. Dit soort optredens is echter van groot belang voor hoe men over de eigen verschopte taal denkt.

    * Op 14 augustus 2005 was het 130 jaar geleden dat het Genootskap vir Regte Afrikaners werd opgericht. Deze organisatie verhief het Afrikaans van gesproken tot ook geschreven taal. Het ANC liet een persbericht uitgaan waarin het de taal feliciteerde met de verjaardag. De krant Die Burger houdt het ANC nauwlettend in de gaten om te zien of de felicitatie gemeend is. Kampvechter Dan Roodt noemt het "'n agterbakse gelukwensing."

    * Mbulelo Goniwe, de fractieaanvoerder van het ANC in het parlement hield in het Afrikaans een rede, waarin hij in het kader van het 130-jarige jubileum zei: "Die ANC is dankbaar dat Afrikaans die afgelope dekade die stigma van verdrukkerstaal kon afwerp en in die volksmond ontwikkel het tot algemene spreektaal van 'n vinnig (vinnig = snel - MRB) groeiende taalgemeenskap." Verder zei hij dat het ANC zich ervoor zal inzetten om het Afrikaans te behouden, net als bij de overige 11 officiële talen. Het ziet er echter naar uit dat het ANC liever de taal als verdruktentaal ziet.

    * Prof. Jonathan Jansen, lid van de Bruinmense-gemeenschap en decaan van de faculteit Opvoedkunde (Opvoedkunde is onderwijs in de brede zin des woords) aan de Universiteit van Pretoria, zei op 3 september 2005 in zijn toespraak Die probleem met die Afrikaner echter dat Afrikaners een grote fout maken als zij denken dat de zwarte nationalistische politici iets menen van de toezeggingen om iets wezenlijks te doen aan de bevordering of bescherming van het Afrikaans. Hij zegt dat de taal na 1994 voor Afrikaners het belangrijkste middel geworden was voor de vorming van een nieuw Afrikanernationalisme. Dat is negatief, omdat de taal door Afrikaners gebruikt wordt als vermomming voor een raciale strijd, zegt hij. Jansen stelt dat dat het Afrikaans an sich omstreden maakt, en dat het ANC niets om het voortbestaan van die taal geeft, omdat er veel bitterheid onder zwarte mensen heerst vanwege de onderdrukkende rol die de taal in de jaren '70 had, en omdat het Afrikaans verhoudingsgewijs meer geschreven, onderwezen en gebruikt wordt dan andere Afrika-talen. Het ziet ernaar uit dat het Afrikaans in een tangconstructie gevangen zit, omdat de machthebbers bij de afbraak van het Afrikaans weldegelijk raciale motieven hebben.

    * Tot 16 augustus 2005 verscheen het beroemde vogelboek Roberts' Birds of Southern Africa in het Engels en het Afrikaans. Thans niet meer. Professor Morné du Plessis (nota bene zelf een Afrikaner), directeur van het Percy Fitzpatrick-instituut voor ornithologie in Afrika, zegt dat het besluit genomen móest worden omdat men de kosten wou drukken. Dus wint het Engels. Het gaat feitelijk om het noemen van de Afrikaanse naam naast de Engelse in hetzelfde boek. Het is te hopen dat de Afrikaanstaligen dit boek boycotten en in plaats daarvan het boek Penvere (uitg. Protea Boekhuis) aanschaffen.

    * Het Bosveld Wildlewe-Rockfees met Afrikaanstalige muziek vond in augustus plaats.

    * Op 15 augustus overlijdt de bekroonde Afrikaanse dichteres Ina Rousseau op 79-jarige leeftijd.

    * "Afrikaanssprekendes wil bruikbaar wees", zegt Pierre du Preez in een ingezonden brief in Die Burger op 18 augustus 2005. In antwoord op politiek correcte stemmen vanuit de eigen Afrikaanssprekende gemeenschap die zeggen dat ze een ondergeschikte rol zouden moeten spelen, stelt hij: "Met ons taal, dagblaaie en gemeenskap wil ons oral wees waar ons bruikbaar is. Dit is wat sin aan jou bestaan gee." Een buitenkans voor een Afrikaans land dat zo graag wil meedoen in de vaart der volkeren, zou je denken. Maar het ziet ernaar uit dat het ANC liever het kind met het badwater weggooit dan dat het de zelfingenomenheid inslikt.

    * De ruggengraat van de Afrikaanssprekende gemeenschap - en van Zuid-Afrika - zijn de boeren. Om Zimbabwaanse toestanden te voorkomen (daar is bijna de gehele boerenstand door gestuurde intimidatie en onteigening vernietigd omdat de meeste boeren nu eenmaal blank waren) gedoogt men de boeren, maar niet zonder hen te tarten. Grondhervorming (het verdelen van boerengrond aan zwarten), arbeidswetten (het gebruik van boerderijarbeiders moet aldus gereguleerd worden: per jaar moet het salaris van de arbeiders met 10% verhoogd worden) en verhoogde grondbelasting maakt het boerenleven steeds zwaarder. Daarnaast zijn elementaire agrarische behoeften duurder geworden. De 16-jarige Koot Prinsloo verzucht op 17 augustus: "Hoe kan die regering boere dwing om al hierdie soort bykomende uitgawes aan te gaan te midde van laer produsentepryse en hoer insetkoste? Besef hulle nie dit kan lei tot 'n finansiële ramp nie?" Ook de veelvuldige, uiterst bloedige en sadistische moorden van zwarten op blanke boeren lijken aangezet door dezelfde afgunst jegens blanken; een nieuwsonderwerp waar de staatsomroep erg weinig aandacht voor heeft. Op 4 september verklaarde minister Thoko Didiza dat de regering 30% van de 'beschikbare' commerciële landbouwgrond vóór 2015 overgedragen wil hebben. De meeste landbouwgrond hebben de Afrikaners in het verleden door verdragen verkregen of simpelweg door zich op onbewoond land te vestigen. Dus slechts een minderheid van de landerijen was ooit verkregen uit land van families die ten tijde van de blanke onderdrukking van hun land werden verdreven. Maar hoewel blank en zwart beseffen dat de vakkennis, doelmatigheid en ijver van één Boer niet geëvenaard kan worden door een hele Bantoefamilie, gaat het ANC door met de landoverdracht.

    Castle Hill Museum

    Ook het oude stadscentrum van Port Elizabeth overgeleverd aan de penoze (foto: het oudste huis in PE)

    * De Ierse zakenman Ken Denton heeft het oude stadscentrum van Port Elizabeth opgekocht om er de boel schoon te vegen en het nog tot 1998 zo mooie en gezellige gebied te herstellen. Oude gebouwen, voorheen knusse buurtschappen, stadsgezichten en de veiligheid hebben ernstig te lijden onder de huidige ontwikkelingen. Evenals in alle andere steden (Kaapstad incluis) mijden blanken de stadscentra en worden oude gebouwen niet meer onderhouden. Oude gebouwen herinneren immers aan de blanke overheersing. Niet elke stad heeft echter een Engelse zakenman achter de hand die de gevolgen van de ANC-beleidsprioriteiten kan remmen. Iedereen was hoopvol toen bekend werd dat Denton zich over de oude gebouwtjes zou ontfermen. De meest recente berichten melden echter dat Denton de boel laat verloederen en dat de vele monumentale, oude, pittoreske Victoriaanse huisjes worden overgeleverd aan krakers, misdadigers, verkrachters, de penoze en gelukszoekers. De Demokratiese Alliansie heeft hem gemaand hierin verandering te brengen. De nette mensen zijn overigens allang vertrokken. Zo vergaat het elk stadscentrum; uiteindelijk zijn het plekken waar niemand zich meer waagt, met als gevolg dat het culturele en uitgaansleven zich naar winkelcentra van de buitenwijken verplaatst.

    * Een van Zuid-Afrika's oudste scholen, het Muir-Kollege, werd op vrijdag 2 september omgedoopt tot het Enoch Sontonga-kollege. Sontonga was de de schrijver van het nieuwe volkslied "Nkosi Sikelel' iAfrika". Tijdens de naamsveranderingplechtigheid braken er rellen uit tussen de onderwijsvakbond SADOU en de politie. Motief: slechte arbeidsomstandigheden.

    * De Zuid-Afrikaanse omroep SABC zegt dat het Afrikaanstalige journaal op de televisiezender SABC2 de meeste - en steeds meer - kijkers trekt, ondanks klachten over regeringspropaganda en over de nieuwslezer Eben Jansen. Gemiddeld 1,446 miljoen mensen hebben in de laatste week van augustus 2005 naar het Afrikaanse nieuws gekeken, vergeleken met 1,285 miljoen in dezelfde week in 2004. Het Afrikaanse nieuws is nog steeds het populairste nieuwsbulletin van het land en gemiddeld 467.000 meer mensen kijken ernaar dan naar het nieuws in het Engels op SABC3. Toch zijn veruit de meeste uitzendingen in Zuid-Afrika het Engels.

    * I.s.m. de zondagskrant Rapport organiseert de Afrikanerbond (AB) ook voor 2006 het Rapport Onderwys Fonds (ROF) voor Afrikaanstalige studenten om Afrikaanstalig, hoogwaardig onderwijs te krijgen. In 2004 kreeg men 350 aanvragen voor studiebeurzen binnen, in 2005 waren het er 800. Men heeft echter geld voor slechts 150 studenten. De bank Sanlam heeft het project met veel geld gesteund. Het is een echt zelfhulpproject waaraan iedereen kan deelnemen en dat de hoogst denkbare opbrengst kan opleveren: opgeleide jonge mensen die werk kunnen krijgen en die niet overzee hoeven te gaan om daar hun kansen te zoeken. Vele andere Afrikaner prominenten binnen de pers en het bankwezen steunen het project. Dit zou een zeer succesvol project kunnen worden.

    * Februari 2006: i.s.m. ondergetekende heeft de Nederlandse Stichting Taalverdediging middels een schrijven in het Afrikaans geklaagd bij de SABC. De staatsomroep wil het met gelden van de Nederlandse Postcodeloterij het Zuid-Afrikaanse jeugdjournaal in het Engels en enkele grote en kleinere Bantoetalen uitzenden, echter niet in het Afrikaans. De Nederlandse organisatie Free Voice, die de jeugdjournaals ontwikkelt, heeft al eerder bot gevangen bij het verzoek het ook in het Afrikaans uit te zenden. Taalverdediging vindt dit ongehoord en verwacht dat de SABC zal zwichten onder de druk door het Nederlandse donatieland. De Nederlandse actie kwam in alle Afrikaanstalige kranten van Zuid-Afrika.


Oproep tot meer betrokkenheid vanuit de Nederlanden

Nu wordt het Afrikaans nog gesproken door 6 miljoen mensen. Dit zal ongetwijfeld afnemen als de taal voortgaat met het verliezen van het prestige. Historisch taalkundigen hebben een lijn ontdekt: talen die in het verleden zijn verdwenen of die thans verdwijnen, worden overvleugeld door andere talen, omdat de eigen taal aan prestige heeft verloren. Als een taal een belangrijke machtsbasis verliest, zoals een welwillende regering, dan hangt het helemaal af van de sprekers en van enkele prominenten en 'aristocraten van de ziel' of de taal de tand des tijds zal doorstaan. In Zuid-Afrika wordt de taal ook nog eens zwaar gestigmatiseerd, wat - in lijn met wat historische taalkundigen hebben bevonden - verdere achteruitgang slechts zal bespoedigen.
Pretoria bly Pretoria

Er is veel tegenkanting tegen de dreigende naamverandering van Pretoria in Tshwane. Het zou onvoorstelbaar zijn als deze kwestie de Nederlandstaligen in de Lage Landen koud zou laten

Iedere weldenkende Nederlander en Vlaming met een beetje gevoel voor verwantschap en vaderlandse trots moet beseffen dat het zo niet verder kan gaan in Zuid-Afrika.

Meer steun vanuit het buitenland kan het hellend vlak misschien horizontaal trekken. Het is onze plicht, als stamlanden waaruit het Afrikaans is ontstaan, iets te veranderen aan de gevolgen die de stigmatisering voor het Afrikaans heeft. Stuur ingezonden brieven naar Zuid-Afrikaanse media, bestudeer de taal, probeer zo veel mogelijk Nederlands of Afrikaans te spreken tijdens uw vakanties in Zuid-Afrika, doneer geld aan Afrikaanse actiegroepen, word actief. De vele bij ons binnengekomen adhesiebetuigingen op bovengenoemde taalactie vanuit Nederland laten zien dat men ons in Zuid-Afrika nodig heeft. Aanvankelijk zullen Afrikaanstaligen ietwat gereserveerd staan tegenover bemoeienis vanuit Nederland en België. Ik neem het ze niet kwalijk, na tientallen jaren van fanatiek Nederlands boycotbeleid tegen Zuid-Afrika, waarbij eeuwen verwantschap verloochend moesten worden. Maar u zult zien; het is echt de moeite waard. Niemand in de wereld zal de Afrikaanstaligen, blank of gekleurd, willen helpen behalve het volk dat de taal aan de zuidpunt van Afrika heeft voortgebracht. En dat zijn wij.

Marcel Bas

Dit artikel is ook, onder de naam Alarmklok voor het Afrikaans, verschenen bij Open Orthodoxie , een paleoconservatief genootschap; het is in verkorte versie verschenen in het maartnummer (2006) van het Nederlands-Belgische maandblad Delta van de Werkgemeenschap Lage Landen, en het is verschenen op de webstek van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen, OVV.


Hierdie artikel is geskryf in Maart 2006 en gepubliseer op Woensdag 14 Maart 2006.




Tweeten
Twiet




  Naar boven  |  Marcel Bas, Voorschoten, Nederland   |  © Kopierecht M.R. Bas   |   Volg ons ook op Facebook   Stuur ons een bericht / Stuur ons