Ek's 'n Boer in beton, 
Soos Oom Paul op ou Kerkplein. 
Niemand weet van my pyn, 
Want dit is goed vermom. 
Ek's 'n Boer in Beton...
  
- André Letoit  
 
   14/03/2006
 
 
 Ten geleide
   In Zuid-Afrika wordt die bijzondere taal, het Afrikaans, steeds
      verder teruggedrongen door een regering die meer geeft om het consolideren
      van de eigen machtspositie dan om het landsbelang en de naleving van de
      eigen belofte om van het multi-etnische Zuid-Afrika een vredig, stabiel en
      veeltalig land te maken. Niet alleen de Afrikaanse taal maar ook de
      Afrikaanstaligen worden steeds verder weggedrukt. Het Afrikaans maakt een
      onvervreemdbaar deel uit van de Zuid-Afrikaanse cultuur, maar de
      pesterijen en van haat vervulde uitspraken van diverse regerings- en
      bestuurskopstukken doen anders vermoeden. De sprekers van het Afrikaans
      zijn doorgaans blank en gekleurd (laatstgenoemden voortkomend uit
      zeventiende- en achttiende-eeuwse verbintenissen tussen blanken en
      slaven), en beschikken over een enorme kennis van en ervaring met het
      draaiende houden en naar westerse inzichten ontwikkelen van dit immense
      land. Over de vraag of men een Afrikaans land zou moeten verwesteren kun
      je redelijkerwijs van mening verschillen, maar aangezien de huidige
      regering zich dat in ieder geval ten doel stelt, mag je ervan uitgaan dat
      de ondervindingkennis van de taaie, zeer intelligente Afrikaners hierbij
      onmisbaar is.
        
          
            
            
              
                 
                  De Afrikaner wordt tot overtollig mens gemaakt  |    |   
  Vreemd genoeg probeert de regering de Afrikaner tot een
      overtollig mens te maken. Een zeer kwalijke ontwikkeling, maar zeer
      begrijpelijk in een land met een ongedurige, hedonistische en  deels premoderne massa die in toom
      gehouden moet worden volgens de absurde egalitaire wetten van de
      parlementaire democratie. Maar het kwalijkste is dat de bijzondere, aan
      ons Nederlands verwante taal Afrikaans er sterk aan prestige verloren
      heeft, dat ze gestigmatiseerd wordt en allerwegen weggewerkt en
      gediscrimineerd wordt ten gunste van het Engels. In augustus en september 2005 heb ik sinds 1998
      Zuid-Afrika weer bezocht, om bij de Rhodes Universiteit in Grahamstad voor mijn opleiding informatie 
over het Zuid-Afrikaans Engels 
te verzamelen. Het land is sterk veranderd sinds 1998.
      Natuurlijk, je leest wel eens wat, en je krijgt e-mails van bezorgde
      Afrikaanssprekenden. Maar nu voelde ik de sfeer en voelde ik de bezorgdheid van nabij. Overal, in de meest 
liberale en
      onbevooroordeelde Zuid-Afrikaanse kringen waren de verzuchtingen van blank én zwart niet
      van de lucht. Het lijkt erop dat het pluriforme land langzaam maar zeker ten
      ondergaat aan massademocratie en politiek. Alle misstanden in het land zijn
      natuurlijk de schuld van de blanken, als we het ANC mogen geloven.
       
        
       De middelmatigheid regeert  
      
       Het leeuwendeel van de
      wetenschappelijke, economische en medische verdiensten rust nog steeds op
      de schouders van Afrikaners. Stapt u eens een willekeurig ziekenhuis zoals het Tygerberghospitaal in
      Kaapstad binnen, en kijk naar de namen der chirurgen; u zult er 90%
      Afrikanernamen lezen: Du Toit, Botha, Du Plessis, Van Vollenhoven,
      Prinsloo, Van der Merwe, Bruwer, Conradie, Scholtz, Uys, enz. Dit
      is toe te schrijven aan het talent van dit volk en niet aan rassenbevoordeling
in het verleden, want anders zou men ook
      veel Engelse namen tegenkomen. Maar de Afrikaners zijn blank, en zulk een
      blanke oververtegenwoordiging in een maatschappelijk segment is de
      regering een doorn in het oog. Men kan echter niet om deze mensen heen, en
      omdat ze van vitaal belang zijn, worden ze gedoogd. 
  
Hun bewegingsvrijheid
      is echter beperkt: de kans is zeer klein dat het land een tweede 'dokter
      Barnard' (de zeer energieke, excentrieke en geniale Afrikaner hartchirurg
      die in 1967 als eerste ter wereld een geslaagde harttransplantatie
      uitvoerde) zal voortbrengen.
        
          
            
            
              
                 
                  Met de huidige hang naar middelmatigheid is de kans zeer klein dat het
land nog een genie als hartchirurg Christiaan Barnard een kans zou geven  |    |   Immers,
      in veel ziekenhuizen worden laboratoria en onderzoeksafdelingen opgeschort
      omdat het doorgaans ongeïnformeerde en eerder op onmiddellijke hulp en op
      onmiddellijke bevrediging van behoeften ingestelde electoraat niet
      begrijpt wat die vaak blanke mensen in witte jassen uitvoeren. De regering
      pikt dit op en vervangt het 'witte-jassenwerk' met pleister- en
      verbanddiensten. Pleister- en verbanddiensten voeren immers gemakkelijker
      herkenbare werkzaamheden uit, om maar over de herkenbaarheid van - en
      vertrouwdheid met - de veranderde etnische samenstelling van de nieuwe
      diensten te zwijgen. Duizenden hoogopgeleide onderzoekers zitten nu thuis.
      Zoals u ziet, het racisme is springlevend in Zuid-Afrika, maar dan
      omgekeerd. Des mensen aard kennende, zal racisme nooit uit Zuid-Afrika
      verdwijnen. Dat is het lot van multi-etnische landen waar men
      verondersteld wordt met en door elkaar te leven.  
      
  Hoe vaak heb ik in
      academies en staatsinstellingen de meest begaafde en onderlegde Afrikaners
      niet over de achterstelling horen klagen, terwijl zij al pratende hun
      stemgeluid matigen en behoedzaam om zich heen kijken om te zien of niemand hen hoort.
      Ze voelen zich ongewild en vreemdeling in eigen land. De universiteiten
      die de Afrikaanse taal als medium hadden, blonken altijd uit in hoge
      onderwijskwaliteit. U voelt het al: die bestaan niet meer. Niet lang
      geleden zijn alle Afrikaanse universiteiten opgeheven omdat de
      universiteiten opengesteld moeten zijn voor allen. Het studentenpubliek
      zou anders te exclusief blijven: iedereen is gelijk, is het adagium, en
      als er studenten (lees: zwarten) willen studeren die geen Afrikaans (lees:
      de 'blanke' taal) begrijpen, dan moet je daarvoor je voer- en onderwijstaal
      aanpassen.
        
              
| 
"Kennelijk
houdt het gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van culturele en
intellectuele diversiteit in"
                   |    |   Kennelijk
      houdt gelijkheidsstreven een radicale afschaffing van intellectuele en
      culturele diversiteit in. 
  
Het gevolg is dat de Afrikaanse taal voor de
      toekomstige generaties een academische basis zal moeten missen en dat deze
      taal zal vervallen tot huis-tuin-en-keukentaal, mits men hier niets tegen
      onderneemt. Ook Afrikaanstalige lagere scholen worden verder onder druk
      gezet om hun taalbeleid te wijzigen, en dus de identiteit op te geven. U
      ziet, kleur speelt nog steeds een rol, en de kostbare Afrikaanse taal
      lijdt eronder. Er is nog één voormalige Afrikaanse universiteit die een
      zekere mate van taaldiversiteit in stand heeft weten te houden: de
      Universiteit van Stellenbosch. Maar ook nu, anno 2006, wordt die
      taaldiversiteit - de laatste strohalm, want niemand durft het meer te
      hebben over een exclusief Afrikaanstalige universiteit - om zeep geholpen
      door de egalitaire regeringsdruk. De massa regeert en de massa heeft
      altijd gelijk. Dat is nu democratie in zo'n pluriform land. Zeer
      conservatieve cultuurrelativisten zullen zeggen dat een filantropisch
      systeem als democratie maar beter niet overal ter wereld moet worden
      ingevoerd.  
        
       Het kind met het badwater weggooien  
      
  De Afrikaners zijn
      voornamelijk nakomelingen van boeren, die in het begin van de de twintigste eeuw het boerenbedrijf
hunner voorvaderen voortzetten of de plaas
      (boerderij) verlieten om zich in de wetenschap, het landsbestuur, het leger of de politie te
      bekwamen. Breng eens een bezoek aan het Staatsargief in Kaapstad en u zult
      in de kerk- en familieboeken en in de notariële akten in dorpsregisters
      diezelfde, voorouderlijke, familienamen van de latere staatslieden, academici,
denkers en wegbereiders tegenkomen: Botha, Van Onselen, Van Tonder, Van der Merwe,
Cloete, Van Jaarsveld, Du Plessis, Du Toit, De Klerk, Hauptfleisch, enzovoorts.
        
          
            
            
              
                 
                  Het is fascinerend hoeveel sluimerend talent er generatieslang was
voortgebracht in de opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerderijen in de halfwoestijn, in de bergen
en op de savanne  |    |   U
      zult beseffen dat het uitermate creatieve boerenverstand van deze
      achttiende- en negentiende-eeuwse agrariërs grootse dingen voortgebracht
      heeft. Het waren eenvoudige maar schrandere mensen met dikwijls slechts
      één boek in hun bezit: de Statenbijbel. Het is fascinerend te weten hoe
      veel sluimerend talent er generatieslang werd voortgebracht in de
      opstallen van de reusachtige, afgelegen omheinde boerenbedrijven in de
      halfwoestijn, in de bergen en op de savanne. Dit talent, gecombineerd met
      oude Europese Laaglandse degelijkheid, nuchterheid, eenvoud, liefde voor
      de eigen geboortegrond, sterke gemeenschapszin van vóór de Verlichting
      (opmerkelijk genoeg zonder aristocratie en met Gereformeerd
      gelijkheidsdenken), maakte de Afrikaner tot de drijvende kracht achter
      menig Zuid-Afrikaans district.  
      
  Zo is het op alle
      vlakken in Zuid-Afrika: de oude kennis, arbeidsmoraal, taaiheid,
      spaarzaamheid, vooruitziendheid en integriteit van de Afrikaners houden
      het land (nog) draaiende. Het moreel van de meeste Bantoe-Afrikanen is
      echter duidelijk van een ander slag, uitzonderingen daargelaten. Ik wil
      hier niet stellen dat de Afrikanermoraal en -cultuur objectief beter is
      dan die van de Moentoe. (Let wel: "Moentoe" is de enkelvoudsvorm en
      "Bantoe" is de meervoudsvorm van het woord waamee de zwarte bevolking van
      Zuid-Afrika aangeduid wordt.) Binnen de traditionele stamverbanden met het
      Zuid-Afrikaanse klimaat en geofysieke toestand komt de Moentoe-aard prima tot z'n recht. De
      Moentoe is óók een Afrika-gebonden mens en heeft historisch gezien net zo
      veel recht op het land als de Afrikaners. Maar ervan uitgaand dat we - het voornemen der
      regering indachtig - van Zuid-Afrika een modern en goed presterend land
      willen maken, zou je toch eerder moeten kiezen voor bovengenoemde duurzame
      kwaliteiten van de Boer, en niet voor die van de grotendeels ontstamde
      Moentoe. Gemakszucht, vriendjespolitiek, kortzichtigheid, een mentaliteit
      van 'leven van dag tot dag' en corruptie vieren hoogtij, daar waar
      Afrikaners het veld moesten ruimen. 
  Het wegwerken van Afrikaners gebeurt
      in het kader van 'regstellende aksie'. Deze term is een leenvertaling van
      het Engelse equivalent affirmative action en duidt op de reeds meer dan
      tien jaren durende, te ver doorgeschoten vorm van 'positieve
      discriminatie'. Eigenlijk is deze verloedering ook van toepassing op de
      regering. Met de handel in Zuid-Afrika zit het wel goed, wat dat betreft
      heeft het neoliberalisme er z'n werk gedaan. Maar dat zegt weinig over de
      duurzaamheid en over de instituties des lands. Die brokkelen af, hedonisme
      grijpt om zich heen (ook dat zegt genoeg over het er goed postgevatte
      neoliberalisme) doch 'blanke' bedrijven en ondernemers die zich het hoofd
      boven water willen houden worden tot sluiting gedwongen omdat ze niet aan
      de etnische quota in het kader van de regstellende aksie voldoen. Werknemers
die niet meedoen aan massale stakingen, worden geïntimideerd, en de baas wordt bedreigd
met brandstichting van have en goed. De
      ver-Derde-Wereldlijking wordt tot plicht verheven (in een latere tekst zal
      ik eens nader ingaan op wat ik met 'Derde Wereld' [let wel: dit is niet
       hetzelfde als de valse term
      'ontwikkelingslanden'!] bedoel).
  Tot op de dag van vandaag wordt er door zwarte vakbonden en door regeringsbonzen en lieden van de corrupte en zich in rijkdom zwelgende ANC 'Jeugd' Liga nog steeds opgeroepen tot excuses van de kant van blanke mensen. Dit excuus is al vaak gedaan, en wordt ook tot in het extreme beleden door de regstellende aksie, maar aangezien de eis tot excuus ook anno 2006 nog steeds letterlijk opklinkt, krijgen we nu met de absurde situatie te maken dat afgestudeerde Afrikaners zich moeten verontschuldigen voor wat hun voorouders hebben gedaan en hoe dezen hebben genoten van blanke bevoordeling in de arbeidsmarkt. Maar hoe kun je je verontschuldigingen aanbieden voor iets dat je niet hebt gedaan of waar je niet schuldig aan bent? De mensen die nu jonger dan 35 zijn hebben nooit een andere regering dan deze gekend. Hoe lang moeten de jonge 
Afrikaners nog hun excuses aanbieden? Hoe lang moeten we nog bedelende blanke, werkgrage en bekwame jongeren op de straten van de steden zien?  
      
  Als je als blanke hier
      tegen ingaat, maak je je schuldig aan politiek incorrect gedrag, en dat is
      een onvergeeflijke daad als je lid bent van het Tätervolk. In Europa zijn
      we een beetje teruggekomen van political correctness; in Zuid-Afrika heeft
      men het net ontdekt. De regstellende aksie maakt dat er overal met spoed
      zwarte mensen móeten worden aangenomen. Kennis en moed worden verruild
      voor middelmatigheid en genotszucht. Dit maakt de op consumptie beluste
      massa nog ongeduriger. De regering staat voor een steeds zwaardere taak,
      naar mate zij tracht te benadrukken dat het vooruitgangsdenken hetzelfde
      is als materialisme en geld. Deze onhoudbare situatie heeft echter tot
      gevolg dat alle druk op de schouders van de blanken terecht komt. De
      blanke Afrikaner en de Afrikaanse taal fungeren uiteindelijk als zondebok.
      Boeren moeten hun landerijen af, bedrijven en staatsinstellingen moeten
      aan etnische quota voldoen. Het maakt dan niet uit of de nieuwe, door
positieve discriminatie in het zadel geholpen werknemers
      geschoold zijn in wat ze gaan doen, of dat ze er affiniteit mee hebben.
        
          
            
            
              
                 
                  "What's this Vock?"  |    |   
Zo
      verzuchtte de archivaris van een vermaard geschiedkundig museum tegen mij dat
      zijn werknemers (die er een jaar eerder, na een hoge opleiding, kwamen
      werken) zich afvroegen: "What is this 'Vock'?". Ze bedoelden de V.O.C.,
      terwijl ze al geruime tijd werkten voor zijn instituut, dat de
      geschiedenis van Zuid-Afrika bestudeert en de in geurig leder gebonden
      codices en 'Daghregisters' van de Vereenigde Oostindische Compagnie
      koestert als schatten. Let wel: de V.O.C. is het begin van de
      Zuid-Afrikaanse westerse geschiedenis. De V.O.C. is een elementair
      onderdeel van 's lands geschiedenis. 
  
De meeste V.O.C.-monumenten worden gelukkig
      goed onderhouden. Het toerisme speelt dan ook een belangrijke rol in Zuid-Afrika.
De bakermat van de Europese geschiedenis van
      Zuid-Afrika, Die Kasteel in Kaapstad, staat er mooi bij maar de statige
      gebouwen aan de Heerengracht staan te verkommeren terwijl het straatbeeld
      met z'n losse stalletjes, bedelaars, dieven en overvallers doen denken aan
      een no-go-area.  
        
       De verhevigde aanval op het Afrikaans  
      
  Deze verdwazing en
      deprimerende verloedering zijn natuurlijk het topje van die gigantische
      ijsberg die regstellende aksie en egalitarisme heet. Maar laten we ons nu
      beperken tot de in heftigheid toegenomen aanval op het Afrikaans, onze
      dochtertaal. Het is vreemd dat er binnen nationaalgezinde en conservatieve
      kringen in Nederland en België zo weinig belangstelling is voor de
      toestand waarin het Afrikaans zich thans bevindt. Vroeger dweepten
      Nederlandse en Vlaamse nationalisten bijna met de Afrikaners. Kennelijk is
      de uitdaging niet meer zo groot om voor Zuid-Afrika in actie te komen.
        
          
            
            
              
                 
                  Dan Roodt, een kampvechter voor het Afrikaans, in Pretoria  |    |   Je
      zou bijna denken dat het hun in de jaren tachtig eerder om een soort
      dilettantistische, schimmige sympathie voor de apartheid te doen was dan
      om solidariteit met de Afrikaanssprekenden. Maar juist nú is het
      belangrijk dat we ons broedervolk helpen. De taalkampvechter Dan Roodt van
      de actiegroep PRAAG heeft gezegd dat 2006 een beslissend jaar zal zijn. De
      strijd tegen het Afrikaans kan namelijk alleen slagen als de
      Afrikaanstaligen alle moed verliezen. De Britse achttiende-eeuwse filosoof
      Edmund Burke zei: "Het enige dat nodig is voor het kwaad om te zegevieren
      is dat goede mensen niets doen." De Afrikaners zijn nu al het vechten
      moe... Er is geen tijd te verliezen!  
      
  De taal en cultuur van
      de Afrikaner onderdrukker uit de twintigste eeuw wordt door de nieuwe
      bedeling nog steeds als symbool voor alle kwaad voorgesteld. Ook dorpen en
      steden met 'blanke' namen worden herdoopt om "de herinnering aan de
      apartheid weg te wissen". In 2005 werd besloten de naam van de
trotse hoofdstad Pretoria tot Tshwane om te dopen, Pietersburg werd in 2004 Polokwane,
Grahamstown werd in 2005
      Makana, Transvaal is veel eerder versnipperd tot Gauteng, Mpumalanga en
      Limpopo, enzovoorts, enzovoorts.  
        
       De
      Pretoria-farce  
      
  De gemeente Pretoria heet tegenwoordig Tshwane. Over de naam Pretoria
      sprak burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa in 2004: "De naam Pretoria vind ik afstotelijk".
      Men kan zich gelukkig prijzen met zo'n burgemeester. Maar de nieuwe naam
      Tshwane is uit de lucht gegrepen. De officiële verklaring luidt dat er een
      voorman was met die naam, die tevens "wij zijn hetzelfde" zou betekenen.
        
              
"De naam Pretoria vind ik afstotelijk" 
 - Burgemeester Vader Smangaliso Mkhatshwa
                   |    |   
Komt dat even goed uit. De Zuid-Afrikaanse staatsomroep SABC (SAUK) voert een soortgelijke slagkreet: 
"Simunye! We are one!" 
  Hoe een plaatsnaam gebruikt wordt voor het ontwikkelen van de
      ideale mythe voor een door gelijkheidsdenken bevangen regering... Onderzoek
      wijst echter uit dat er reden is te twijfelen aan de juistheid van het toponiem Tshwane. 
  
Over deze naam voor Pretoria doen
      veel verschillende verhalen de ronde: de ene bestuurder zegt dat er
      een gebied noordelijk van Pretoria lag dat Tshwane heette, de andere bestuurder zegt dat het
      de Bantoenaam was voor de Apiesrivier - die door Pretoria stroomt - en
      weer anderen zeggen dat het een benaming was voor een regendans. Wat je
      ook vaak hoort is dat het de oude naam van de leegte (vallei) is waarin de
      stad gebouwd werd, maar die bewering is historisch onhoudbaar.  
      
  De officiële reden voor de naamverandering 
is in ieder geval de hierboven genoemde bewering, dat het de naam van
      een oud een Ndebele-koning zou zijn. Hij zou de zoon zijn geweest van koning
      Musi. Maar er heeft hoogstwaarschijnlijk nooit een stamhoofd of koning met de naam Tshwane bestaan.
      En de door sommigen aangevoerde Ndebele-oorsprong voor het woord tshwane  is ook onhoudbaar, omdat het
 een SeTswana-woord is 
(SeTswana is, net als Ndebele, de taal van een ander Bantoevolk).  Er is in het
      verleden een genealogie voor de juistheid van deze naam aangevoerd, maar
      deze is al in de jaren veertig van de vorige eeuw door de ethnoloog Van
      Warmelo weerlegd en deze weerlegging is onlangs herbevestigd. 
  
Het aannemelijkst is dat
      de naam Tshwane afstamt
      van het SeTswana-woord voor 'zwarte koe': tshwana, verbogen tot tshwane,
      dat op zijn beurt weer via offerandepraktijken als aanduiding gebruikt
      werd voor regenmakerrituelen, aldus professor N.J. Louwrens van de
      Universiteit van Suid-Afrika, die hiernaar onderzoek gedaan heeft. Een koe
      van het tshwane-ras werd dan geofferd om de weergoden gunstig te stemmen
      en het offeren zelf met rituelen eromheen kregen de naam van de zwarte
      koe. En op zijn beurt werd de ermee geassocieerde Apiesrivier weer naar het ritueel vernoemd.
      Ook prof. Alan Marais had dit reeds in de jaren '30 van de vorige eeuw
      aangetoond.  
      
  Wat blijft er over van
      de betekenis "Wij zijn hetzelfde", die aan het woord Tshwane wordt
      toegedicht? Niets. Het Ndebele-werkwoord 'Tswa-ná', dat inderdaad
      "hetzelfde zijn" betekent, houdt hoegenaamd geen etymologisch verband met
      de oude naam van de Apiesrivier, dus ook op taalkundig gebied is de
      stadsnaam met diens betekenis volledig verzonnen. We hebben hier te maken
      met pure, antihistorische propaganda. 
Het absurde is nu dat er dit jaar (2006) een standbeeld in Pretoria wordt opgericht van deze fictieve hoofdman 'Tshwane'. Sterker
      nog; het zou de plaats moeten innemen van de Transvaalse president Paul
      Kruger op Kerkplein. Het heeft er alles van dat dit een langlopend, zwaar
      gefingeerd misverstand is, dat verheven wordt tot een opsteker voor een
      nieuwe identiteit, teneinde de Afrikanercultuur uit het straatbeeld te bannen.
 
        
          
            
            
              
                 
                  De van stal gehaalde hoofdman Tshwane heeft nooit bestaan. De natiebouwers zouden nader aan de waarheid handelen indien er een standbeeld van een zwarte koe op Kerkplein in Pretoria zou verrijzen  |    |   
Nu we van professor N.J. Louwrens en diens academische voorgangers weten dat de naam van de rivier en van het ritueel
vernoemd zijn naar een ras van
      de zwarte koeien, zou men nader aan de waarheid
      handelen indien er een standbeeld van een koe op Kerkplein zou
      verrijzen, om de nieuwe naam Tshwane enigszins te personifiëren.
De Bantoes hebben niet
      de stad gesticht, maar de Boeren waren dat, die haar vernoemden naar
      Andries Pretorius. Overigens zien de huidige koningen van het Ndebele-volk
      ook niets in de nieuwe naam. Zij hebben persberichten uitgevaardigd
      waarin ze openlijk de voorkeur geven aan de Afrikaanse naam Pretoria.
Er is zelfs een televisieactie van enkele energieke Afrikaner zangers geweest
om de naam Pretoria te behouden. Het
      ziet ernaar uit dat alles gewoon doorgaat, omdat de naam Pretoria volgens
      het stadsbestuur aan de apartheid zou herinneren. Zo ziet u: om een prille
      natie een nieuwe identiteit te verlenen mag je best een mythe
      verzinnen.   
        
      
  Het
      doel heiligt alle middelen
        
      
  Immers, wat anno 2004 een in
      1855 aan een Boerenpionier opgedragen naam te maken heeft met de reeds in
      1990 afgeschafte Apartheid, of met een gefrustreerde behoefte om één
      egalitaire natie te zijn, kan alleen in de revolutionaire geest van de
      ANC-eenpartijstaat begrepen worden. Feiten zijn niet zo belangrijk als je de 
geschiedenis met verzinsels kunt wegpoetsen. Dat kennen we wel van andere
      revolutionaire bewegingen in de wereld. Het allerbelangrijkste is uiteraard dat 
Tshwane idealiter "Wij zijn hetzelfde" betekent. Als je niet wilt meedoen aan 
een ideaal, dan hoor je er niet bij. Zo kennen we de revolutionairen weer: het doel heiligt alle middelen.
  Een ander voorbeeld: over de naam
      Grahamstown zei president Thabo Mbeki in mei 2005 dat de stad vernoemd is
      naar "een slachter". Tja, wat verwacht je anders van een succesvol
      militair? Nu heet de stad dus Makana, tot ergernis van vele inwoners van die
      oude, typisch Victoriaanse universiteitsstad. Naamsveranderingen kosten
      veel geld en energie, terwijl de armoede, corruptie en verloedering
      toenemen. De laatste tijd lijkt deze symboolpolitiek ook bij de zwarte
      kiezers niet meer te werken. "Weggegooid geld en verwarrende
      naamsveranderingen", roepen zwarte taxichauffeurs. Naamveranderingen
      kosten miljoenen. Andere zwarten lachen er maar om.  
      
  Terug naar het gebruik
      van het Afrikaans: ambtelijke publicaties worden ook slechts zelden nog in
      het Engels én in het Afrikaans opgesteld en gedrukt. Het is alles Engels.
      Gemeentelijke brieven aan burgers (ook in gemeenten waar de meeste mensen
      Afrikaanstalig zijn), kennisgevingsborden, enz. Dit leidt vaak tot
      verwarring en irritatie. Ook de kleurlingen komen sterk in het verweer
      tegen deze anglofilie, al zijn zij met weinigen.
        
              
| 
"Bij veel prestigieuze hotelketens mag
      er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige
      muziek meer worden gedraaid."
                   |    |   Reeds
      in 2000 werden de parlementaire verslagen slechts in het Engels opgesteld.
      Maar het Afrikaans is geen exclusief 'blanke' taal. Ook dit is de regering
      een doorn in het oog; nuances zijn altijd lastig als je een agenda hebt.
      Zoals gezegd spreken miljoenen kleurlingen ook de taal, maar heeft de taal
      mede zijn oorsprong in de monden van zeventiende- en achttiende-eeuwse
      anderstaligen en andersrassigen.   
      
  Bij veel prestigieuze hotelketens mag
      er van het huidige management in de café's en foyers geen Afrikaanstalige
      muziek meer worden ten gehore gebracht worden. Muziek die van het Tätervolk afkomstig is - zelfs als een Afrikaanse
      zanger in de nadagen van de Apartheid nog een peuter was die in 't
      ledikant met z'n tenen speelde - mag niet klinken in etablissementen waar
      toeristen komen. De gevoelige ballades en de prachtige gezongen dichtkunst
      van en door kunstenaars als Theuns Jordaan en Pieter Smith worden geweerd.
      Zo wordt toeristen een van de kleurrijke kanten van het Zuid-Afrikaanse
      culturele leven onthouden. Maar Afrikaner muziek is óók Afrika!
  
  
      
  Hier en daar is men nog
      niet afgestapt van het drukken van formulieren en stukken in het Engels en
      het Afrikaans. Dit kun je toeschrijven aan de macht der gewoonte en aan
      enkele nog trotse Afrikaanstaligen. Bijvoorbeeld bij de politie, de
      douane, het leger en andere instanties. Dit leidt kennelijk tot woedende
      reacties bij verscheidene leidersfiguren. Zo zei op 29 januari 2006 een
      militaire rechter, lt. kol. Mbulelo Kenneth Mandela, in het militaire hof
      dat hij het "walgelijk" vindt "dat er nog steeds verklaringen voor het hof
      in het Afrikaans voorgelegd worden". Hij viel uit tegen ene sergeant John
      Jerome Jones, omdat de militaire politie de verklaringen van Jones in het
      Afrikaans had afgenomen. De inmiddels hoogbejaarde, prominentere
      naamgenoot van de rechter zou nooit zo tegen deze Zuid-Afrikaanse taal
      zijn uitgevallen. Nelson Mandela was een vriend van het Afrikaans,
      vergeleken bij het huidige klimaat.
  Deze voorbeelden lijken triviaal, maar elk voorval,
      elke wijziging is er een van vele per jaar, en het gaat al tien jaar zo
      voort. Het draagt bij aan vernietiging van het Afrikaans - een
      verschraling en verharding - en het wordt vele Afrikaanssprekenden te heet
      onder de voeten. Vermogende Afrikaners trekken massaal naar Australië,
      Nieuw-Zeeland, Canada en het Verenigd Koninkrijk omdat men zich ongewenst
      voelt. Bijna de helft van de artsen in Saskatchewan (Canada) is
      Zuid-Afrikaans waarvan het grootste deel Afrikaanssprekend is!  
        
       Kleine kroniek van de aanval op het Afrikaans
   Tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika in augustus en september 
2005 heb ik niet alleen onderzoek gedaan naar taal, maar ook krantenknipsels uit de plaatselijke Afrikaanse dagbladen verzameld.
 Van enkele knipsels heb ik hieronder de inhoud voor u overgetypt. Wat opvalt is anti-Afrikaanse en anti-blanke sfeer 
die eruit ademt. Maar hier en daar kunnen we een lichtpuntje ontdekken. Alle gebeurtenissen komen uit de dagbladen Beeld
 en
      Die Burger, en uit de zondagskrant Rapport, op twee na: ik begin namelijk met Stef Bos en Herman van
 Veen op de 
staatsradiozender Radio 
Sonder Grense, en en helemaal onderaan plak ik een bericht van 
de webstek van dagblad Die Volksblad uit
      februari 2006.    
       
       * De in
        Zuid-Afrika populaire Herman van Veen heeft Zuid-Afrika in september
        2005 bezocht voor zijn optreden "Hoed af". In vraaggesprekken op de
        radio spreekt hij kalm en voorzichtig Nederlands. In dezelfde maand was
        Stef Bos ook in Zuid-Afrika. Hij heeft zich een hybride Nederlandse
        variant van het Afrikaans aangeleerd, die nogal gekunsteld klinkt. Dit
        soort optredens is echter van groot belang voor hoe men over de eigen
        verschopte taal denkt.
 
 * Op 14 augustus 2005 was het 130 jaar geleden
        dat het Genootskap vir Regte Afrikaners werd opgericht. Deze organisatie
        verhief het Afrikaans van gesproken tot ook geschreven taal. Het ANC
        liet een persbericht uitgaan waarin het de taal feliciteerde met de
        verjaardag. De krant Die Burger houdt het ANC nauwlettend in de gaten om
        te zien of de felicitatie gemeend is. Kampvechter Dan Roodt noemt het
        "'n agterbakse gelukwensing."
 
  * Mbulelo Goniwe, de fractieaanvoerder van het
        ANC in het parlement hield in het Afrikaans een rede, waarin hij in het
        kader van het 130-jarige jubileum zei: "Die ANC is dankbaar dat
        Afrikaans die afgelope dekade die stigma van verdrukkerstaal kon afwerp
        en in die volksmond ontwikkel het tot algemene spreektaal van 'n vinnig
        (vinnig = snel - MRB) groeiende taalgemeenskap." Verder zei hij dat het
        ANC zich ervoor zal inzetten om het Afrikaans te behouden, net als bij
        de overige 11 officiële talen. Het ziet er echter naar uit dat het ANC liever
de taal als verdruktentaal ziet. 
          |