Naar hoofdbladzijde / Na hoofbladsy
  Thuis/Tuis   |   Marcel Bas   |   Nieuws/Nuus   |   Vragen/Vrae   |   Links/Skakels   |   Contact/Kontak


Artikelen en bijdragen
Artikels en bydraes

De Afrikaanse taal
Die Afrikaanse taal

De Nederlandse taal
Die Nederlandse taal

Zuid-Afrika
Suid-Afrika

De Afrikaanstaligen
Die Afrikaanstaliges

De Nederlandse cultuur
Die Nederlandse kultuur

Heel-Nederland
Groot-Nederland

Europa
Europa

De volksliederen (MP3)
Die volksliedere (MP3)

Texts in English
Tekste in Engels

Het Zwarte Piet-hoekje
Die Zwarte Piet-hoekie

Grote AF-NL woordenlijst
Groot AF-NL woordelys



U kunt hier het boek bestellen





Teken of kyk na ons besoekersboek



Volg ons ook
op Facebook

Volg ons ook op Facebook

De Roepstem
Die Roepstem




eXTReMe Tracker
Sporen van De Vier Heemskinderen

Gevonden in de Ardennen en in de Maasvallei


  Door drs Ruud Bruyns


Inhoud

Inleiding

De sage van de Vier Heemskinderen

De oorsprong van de sage en de Abdij van Stavelot

Mogelijke schuilplaats in de Ardennen

De Rots van Dinant en de Maasvallei

De Heemskinderen in de Franse Ardennen

Besluit



De Nederlanden

De Nederlanden.

De sage van de Vier Heemskinderen is nauw verbonden met de Nederlanden. Deze vertelling kent verscheidene varianten, maar in het Nederlandstalige deel van de Nederlanden is vooral de versie bekend waarin Aymon Heer van Dendermonde is en het Ros Beiaard uiteindelijk in de Schelde wordt verdronken. In de Ardennen is de sage van de Vier Heemkinderen (Les quatres fils d’Aymon) echter ook zeer diep verworteld in het lokaal bewustzijn. Er zijn zelfs plaatsen en landschapskenmerken, die rechtstreeks in verband worden gebracht met deze sage. In dit artikel wil ik ingaan op de oorsprong van de sage van de Vier Heemskinderen en de verwijzingen naar deze sage in de Maasvallei en de Ardennen.


De sage van de Vier Heemskinderen

Aymon is een trouwe leenman van Karel de Grote, die bovendien aan het keizerlijk hof in hoog aanzien staat, aangezien hij is getrouwd met Aye, de zus van de Frankische keizer. Samen hadden Aymon en Aye vier zonen: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. De vier zonen waren volgens hun stand voorbestemd ridders te worden en daarom kregen zij alle vier een paard. Reinout was echter zo sterk dat hij paarden per ongeluk doodde door zijn eigen kracht. Daarom werd hem aangeraden het sterke Ros Beiaard (Bayard) te temmen en zo geschiedde.

Reinouts kracht bleek ook zijn zwakte, want hij was niet in staat zijn temperament te beheersen en in een vlaag van woede doodde hij de zoon van Karel de Grote tijdens een ruzie om een schaakspel. Karel de Grote zwoer zijn zoon te wreken en Aymons kinderen – de naam is in onze taal verbasterd tot Heemskinderen – vluchtten alle vier op de sterke rug van het Ros Beiaard naar de burcht Montalbaen in de Ardense bossen waar zij zich veilig waanden voor de toorn van Karel de Grote.

Karel de Grote gijzelde echter vader Aymon, waardoor de zoons zich gedwongen zagen hun strijd te staken. Karel was bereid zich te verzoenen met de familie, indien het Ros Beiaard zou worden gedood. Er werd getracht het Ros Beiaard met molenstenen in een rivier te verdrinken, maar het ros slaagde erin de stenen te breken met zijn hoefslagen. Daarna werd het ros nogmaals, maar met met nog zwaardere stenen, in de rivier geworpen. Pas toen het Ros Beiaard zag dat zijn baas schijnbaar niet meer van hem hield brak zijn hart en verdronk het.


De oorsprong van de sage en de Abdij van Stavelot

De sage van de Vier Heemskinderen maakt deel uit van de fragmentarisch bewaarde roman ‘Reinout van Montalbaen’. Tijdens de Middeleeuwen circuleerde het verhaal waarschijnlijk in dichtvorm en werd het door rondreizende verhalenvertellers als zodanig voorgedragen. Pas in de 13de eeuw werd het verhaal in dichtvorm opgetekend, waarna het verhaal pas in de 15de eeuw in prozavorm verscheen.

Het verhaal van de Vier Heemskinderen is vrijwel zeker in de Franse hofcultuur ontstaan onder de titel ‘Renaut de Montauban’, aangezien de hoofse literatuur in Frankrijk sowieso meer ontwikkeld was. Toch moeten we mijns inziens ook weer niet al te ver van huis zoeken voor de oorsprong van de sage ‘Les quatres fils d’Aymon’ (De Vier Heemskinderen), want veel plaatsen die in de sage worden genoemd zich bevinden in de Ardennen. Zo heeft volgens lokale vertellingen in Marcourt, een plaats aan de Ourthe, de wieg van de Vier Heemskinderen gestaan.

Er wordt vaak verondersteld dat de Vita Sancti Agilolfi, die is opgetekend in de Ardense abdij van Stavelot ten grondslag ligt aan het verhaal, waarbij de tijd van Karel de Grote dient als achtergrond van de gebeurtenissen. Het is niet onwaarschijnlijk dat de sage van de Vier Heemskinderen verwant is aan de heiligenlevens, die destijds in de Ardense kloosters werden opgetekend.

De abdij van Stavelot is gesticht in 648 door Remaclus, abt van het klooster te Solignac in Aquitanië. Hij kreeg van koning Sigebert III van Austrasië een stuk bos in de Ardennen om hem in staat te stellen dit deel van het rijk te kerstenen. Tot 980 was er een rivaliteit tussen de abdijen van Stavelot en Malmédy, die door keizer Otto III in het voordeel van Stavelot werd beslist. De abdij van Stavelot genoot stond tijdens de Middeleeuwen een groot aanzien. Een van de overblijfselen van dit roemrijke verleden, de zogenoemde Bijbel van Stavelot uit de 11de eeuw, ligt tegenwoordig in het British Museum in Londen opgeslagen.


Mogelijke schuilplaats in de Ardennen

In de sage van de Vier Heemskinderen zoeken Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout hun toevlucht in de Ardennen voor de toorn van de machtigste heerser van West-Europa. Vanuit daar zouden zij zich verzetten tegen Karel de Grote. Dit verzet van de vier legendarische broers heeft eeuwenlang de Ardenners geïnspireerd. De bossen in de Ardennen leenden zich goed voor lokaal verzet op kleine schaal, met andere woorden: guerrilla. Aan het einde van de 18de eeuw hadden de Fransen hun handen vol aan het neerslaan van opstanden in het departement dat zij niet voor niets de Wouden (Les Fôrets) noemden. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er vaak expliciet verwezen naar de Vier Heemskinderen en het Ardense verzet, dat wezenlijke successen boekte. Zo werden in september 1944 de Duitsers tijdens hun terugtocht naar Duitsland overal in de Ardennen overvallen

Een kasteel dat heden ten dage in verband wordt gebracht als toevluchtsoord is het kasteel met de eigenaardige naam Poilvache (koeienhaar) in de gemeente Yvoir.
Ruïne van Kasteel Poilvache

Ruïne van Kasteel Poilvache

Het kasteel voldoet aan de overgeleverde omschrijving dat het toevluchtsoord situeert op een rotsachtige heuvel nabij de Maas. Het ontstaan van de verdedigingswerken op de lokatie van Poilvache wordt meestal teruggevoerd op de periode van de Grote Volksverhuizing (ca. 450-600). De eerste bron over dit kasteel is opgetekend in 1228, toen er werd gesproken over ‘chastiau d'émeraude’ oftewel het Smaragdkasteel, omdat het kasteel destijds werd omringd door de smaragdgroene Ardense bossen. Het imposante kasteel werd in 1430 door de bisschop van Luik verwoest na eeuwen een strategische rol te hebben vervuld voor diverse heren.

Niet alleen de verschuiling van de Vier Heemskinderen levert veel stof op voor lokale legendes, maar ook de ontvluchting op de rug van het befaamde Ros Beiaard is een rijke bron voor verhalen. Zo ligt er nabij het Ardense plaatsje Wéris in het hart van de Ardennen een langgerekte steen met een brede groef. Deze groef zou volgens lokale vertellingen zijn ontstaan toen het Ros Beiaard zich afzette om een reuzesprong te maken naar het plaatsje Durbuy, vijf kilometer verderop. Het landschap waarin deze steen ligt - te midden van vele soortgelijke grote stenen - staat dan ook bekend als het ‘Pays Bayard’.


De Rots van Dinant en de Maasvallei

Nadat de Vier Heemskinderen uit hun vesting in de Ardense wouden werden verdreven vluchtten zij op de rug van het beroemde Ros Beiaard, een fragment dat op talloze wijzen door de eeuwen heen is afgebeeld. Daarbij zou het Ros Beiaard de rivier de Maas in één sprong zijn overgesprongen. De steile oever nabij Dinant leent zich uitstekend voor een dergelijke vertelling, mede door de aanwezigheid van de beroemde de Rots Beiaard (Rocher Bayard), een naaldvorminge rotspunt die het Ros Beiaard met één hoefslag zou hebben gespleten, toen het zich afzette voor de sprong. Al sinds 1355 draagt deze rotsformatie de naam ‘Rocher Bayard’.

Tevens wordt de rivier de Maas in direct verband gebracht met de sage van de Vier Heemskinderen. Karel de Grote zou, zoals hierboven vermeld, volgens de lokale vertelling hebben bevolen het Ros Beiaard met behulp van stenen te verdrinken in de Maas. Deze versie wint aan geloofwaardigheid door de aanwezigheid van grote stenenpartijen aan de oevers van de Maas in de tegenstelling tot de Schelde, die door een laagland stroomt. In ieder geval wordt in de lokale folklore de vlucht van de Vier Heemskinderen en de verdrinking van het Ros Beiaard direct in verband gebracht met de aanwezige landschapskenmerken van de Maasvallei.

In de stad Namen zijn ook talrijke verwijzingen naar de Vier Heemskinderen. Zo is er een modern kunstwerk aan de oevers van de Maas, dat de vlucht van de Vier Heemskinderen op de rug van het ros Beiaard uitbeeld. In Namen zelf werden er in de Middeleeuwen namelijk processies gehouden waarin er een afbeelding werd meegedragen van een reusachtig Ros Beiaard met de Vier Heemskinderen. In 1997 pakte de lokale folkoregroep FolkNam deze traditie weer op door een optocht te organiseren met een replica van het Ros Beiaard zoals dat in de Middeleeuwen werd rondgedragen door de straten van Namen.


De Heemskinderen in de Franse Ardennen

De legende van de Vier Heemskinderen voert ons van het hart van de Ardennen nabij Stavelot via de Maasvallei naar de Franse Ardennen, waar ook veel sporen zijn te vinden. Zo is er in de buurt van het stadje Monthermé in het plaatsje Bogny-sur-Meuse een imposante rotsformatie, dat de ‘Vier Heemskinderen’ wordt genoemd omdat er vier kleinere rotsen op een grote bergrug te zien zijn. Volgens een van de versies van de sage bouwden de Vier heemskinderen hun eerste kasteel aan de samenloop van de rivieren de Maas en de Semois, nabij Monthermé. Ter herinnering aan de beroemde lokale sage is er ter plaatse ook een imposant beeld geplaatst van het Ros Beiaard, dat uitkijkt over de Franse Ardennen. Sinds het midden van de jaren `90 van de 20ste eeuw wordt er zelfs een ‘Folk Festival Aymon’ georganiseerd in Bogny-sur-Meuse.

Naast grote landschapkenmerken zijn er ook kleinere verwijzingen naar de Vier Heemskinderen. Nabij het plaatsje Omont is het bos van Anlier, waarin vier eiken dicht tegen elkaar staan als waren zij aan één stronk uitsproten. Deze formatie van eikenbomen wordt in de volksmond de Vier Heemskinderen genoemd. In diverse Nederlandstalige brochures voor toerisme in de Franse Ardennen wordt ook expliciet verwezen naar de sporen van de Vier Heemskinderen in deze streek, in de wetenschap dat deze sage ook binnen het Nederlandstalige gebied van Noordwest-Europa een ruime bekendheid geniet.

De meest interessante verwijzing naar de Vier Heemskinderen, die overigens niet in de toeristeninformatie van de Franse Ardennen of enige andere bron wordt vermeld, is die in het stadje Charleville-Mezières aan de Maas. Dit stadje, dat beroemd is als geboorteplaats van Arthur Rimbaud, herbergt ook het jaarlijkse mondiale marionettenfestival. Het opvoeren van marionetten werd tijdens de Tweede Wereldoorlog populair als verzet tegen de Duitsers. Door middel van marionetten kon men immers indirect met schijnbaar onschuldig vermaak kritiek leveren op de bezetter en zijn collaborateurs.

Het pronkstuk van het marionettenstadje is een reusachtige koperen figuur die elk uur een deel van de sage van de Vier Heesmkinderen opvoert middels een marionettenspel, ook wel de 'grand marionettiste’ genoemd. Het 12 meter hoge uurwerk is door Jacques Monestier gebouwd in de gevel van het 'Institut de la Marionette’, nadat hij in 1988 het idee had geopperd tijdens het internationale marionettenfestival om een reuzenmarionettist te bouwen. Uiteraard werd de lokale legende van de Vier Heemskinderen aangegrepen als thema voor de reuzenmarionettist, die in 1991 plechtig werd onthuld. De legende van de Vier Heemskinderen wordt door de ‘grande marionettiste’ in twaalf scènes van elk een paar minuten verteld.


Besluit

De sage van de Vier Heemskinderen is diep geworteld in de Ardennen en de Maasvallei. Zo doen er niet alleen talloze lokale verhalen de ronde over de mogelijke schuilplaatsen van de Vier Heemskinderen, maar ook over de fameuze vlucht van de vier broers op het Ros Beiaard. Vooral dat laatste heeft veel toponiemen opgeleverd, die wijd verbreid zijn over de Ardennen, zoals de ‘Rochers Bayards’. Daarbij is er feitelijk geen verschil tussen de Belgische en de Franse Ardennen, omdat de legende van de Vier Heemskinderen verbonden is aan de historie en het landschap van de Ardennen. Ook het fameuze Belgische legeronderdeel ‘Ardense jagers’ heeft in zijn lijflied een verwijzing naar de Vier Heemskinderen om de heldhaftige reputatie met een mythisch sausje te overgieten. Heden ten dage wordt de sage aangegrepen om toeristen te lokken, waarbij in Nederlandstalige reisgidsen expliciet wordt verwezen naar deze sage, omdat deze verondersteld wordt bekend te zijn onder de Nederlandstaligen. In breder verband kunnen we dan ook stellen dat deze sage deel uitmaakt van een Heel-Nederlands cultureel bewustzijn.


21 januari 2008




Tweeten
Twiet



  Naar boven  |  Marcel Bas, Voorschoten, Nederland   |  © Kopierecht M.R. Bas   |   Volg ons ook op Facebook   Stuur ons een bericht / Stuur ons