Naar hoofdbladzijde / Na hoofbladsy
  Thuis/Tuis   |   Marcel Bas   |   Nieuws/Nuus   |   Vragen/Vrae   |   Links/Skakels   |   Contact/Kontak


Artikelen en bijdragen
Artikels en bydraes

De Afrikaanse taal
Die Afrikaanse taal

De Nederlandse taal
Die Nederlandse taal

Zuid-Afrika
Suid-Afrika

De Afrikaanstaligen
Die Afrikaanstaliges

De Nederlandse cultuur
Die Nederlandse kultuur

Heel-Nederland
Groot-Nederland

Europa
Europa

De volksliederen (MP3)
Die volksliedere (MP3)

Texts in English
Tekste in Engels

Het Zwarte Piet-hoekje
Die Zwarte Piet-hoekie

Grote AF-NL woordenlijst
Groot AF-NL woordelys



U kunt hier het boek bestellen





Volg ons ook
op Facebook

Volg ons ook op Facebook

De Roepstem
Die Roepstem




eXTReMe Tracker
Taalverslapping is taalverloedering

Adieu, verzorgd Nederlands?


Door Marcel Bas


Tweeten
Twiet

  06/11/2001
  08/04/2002


Nederlanders die van hun ouders hebben geleerd hoe ze Nederlands moesten spreken, en die op school onderricht in uitspraak hebben genoten, zal het niet ontgaan zijn dat het dagelijks taalgebruik van het Nederlands onderhevig is aan snelle verandering.

Men behoeft niet tot een vooroorlogse generatie te behoren om verschillen op te merken in de uitspraak van mensen die voor de jaren zeventig de lagere school hebben doorlopen en mensen die hun eerste schooljaren tijdens of na de jaren zeventig hebben genoten. Met name uitspraak en woordenschat lijken te zijn veranderd. Het is niet duidelijk of het onderwijs de voornaamste oorzaak is van de gesignaleerde uitspraakverschuiving, maar het valt op dat dit verschijnsel gepaard gaat met een vermindering in taalbeheersing. Woordenschat en beeldend taalgebruik is onder mensen die jonger zijn dan 30 jaar aanmerkelijk minder dan onder mensen die ouder zijn. De beheersing van spelling onder de jongeren is ook merkbaar slechter geworden. Het lijkt dus of er een verband bestaat tussen onderwijs en uitspraak. Het lijkt er ook op dat naarmate de leeftijd toeneemt, dat het verschil in uitspraak met de dertigers c.q. twintigers c.q. tieners groter is. Dit heeft als kwalijk gevolg dat de oudere mensen doorgaans beter te verstaan zijn dan de jongeren!


Een nieuwe, landelijke tongval

Laten we een concreet geval noemen. Wanneer van redelijk opgeleide Nederlanders in Zuid-Holland verwacht wordt dat zij Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) spreken, zoals in een telefoongesprek met een openbare instelling of een willekeurige onbekende, zal de spreker van de wat oudere generatie dit doorgaans doen met een uitspraak die dezelfde is bij een redelijk opgeleide, oudere spreker in, zeg, Groningen. Een jongere, redelijk opgeleide persoon uit Zuid-Holland zal echter een geheel ander accent aanwenden dan de oudere persoon dat doet. Dit zal de oudere Groninger en de oudere Zuid-Hollander opmerken. Steeds meer mensen hebben hun eigen ABN. Dit zou z'n oorzaak kunnen hebben in de streektalen die bij het bezigen van ABN worden onderdrukt maar toch bovenkomen in de uitspraak. Maar wat ook opvalt, is dat in de steden van de Randstad, van Amersfoort tot Zandvoort, van Den Helder tot Rotterdam, er een soort accent aan het ontstaan is onder mensen die nooit een streektaal hebben gesproken. Dat accent wijkt af van het accent dat bij ABN verwacht wordt. Maar het wijkt ook af van het accent dat in de streek van de spreker verwacht wordt. Onder academici, kunstenaars, IT-ers, scholieren, verslaggevers, ja zelfs mensen die omroeper zijn op radio en televisie, hoort men dit opkomende accent.


Poldernederlands

Neerlandicus Jan Stroop heeft dit verschijnsel een naam gegeven: Poldernederlands. Het is een grootstedelijk accent dat vooral voorkomt onder hoger opgeleide, jonge vrouwen, maar dat nu ook toenemend in de uitspraak van mannen wordt gehoord. De heel snelle verbreiding van dit accent is deels te wijten aan de media en aan de maatschappelijke functies van de sprekers die dit verspreiden. Omdat het hoger opgeleide mensen zijn, zijn ze veel meer mobiel en dus minder afhankelijk van woongemeenschappen waar middenstanders of arbeiders wel hun natuurlijke woon- en werkomgeving hebben. Stroop viel dit accent voor het eerst op toen hij merkte dat alle vrouwelijke gasten van het programma De Plantage van Hanneke Groenteman een uniform, van het ABN of streektalen afwijkend Nederlands spraken. Daarna hoorde hij het ook Trijntje Oosterhuis spreken; zij sprak op de Vijf Meiviering van 1996 de dichterlijke zin: "De verleiden taaid van aurlog is vreide." Wat ze bedoelde was natuurlijk 'De verleden tijd van oorlog is vrede'. Daarna hoorde Stroop, die overigens correct ABN spreekt, opeens allerwegen, op elke televisiezender, op elke radiozender, zeg maar op elke hoek van een straat, dit accent!
Kort nadat Stroops boek 'Poldernederlands; Waardoor het ABN verdwijnt' in het licht was gegeven was hij te gast bij Paul de Leeuw in diens avondprogramma Laat De Leeuw, alwaar hij De Leeuw een aardige spiegel voorhield; naast - ten geleide van het onderwerp - een geluidsvoorbeeld van de rede van Trijntje Oosterhuis ten gehore te hebben gebracht, liet hij een strofe van het lied Blijf bij mij van De Leeuw en Ruth Jacott spelen. Paul de Leeuw besefte uiteindelijk waar de neerlandicus op doelde toen hij besefte dat hijzelf 'Blaaif baai maai ' had gezongen!


Kenmerken

Een beestje moet nu eenmaal een naam hebben om (h)erkend te worden en U zult zien dat het geen overdreven stelling is als we zeggen dat je het Poldernederlands werkelijk overal hoort. Terwijl er uitspraakregels zijn, net zo goed dat er spellingregels zijn! Waarom worden kinderen tijdens lessen Nederlands daar niet op aangesproken wanneer ze dit kauwgomaccent op scholen ontwikkelen?
Daar kom ik later op terug. De meest opvallende kenmerken van Poldernederlands zijn de verschuivingen van diftongen; bij de fonemen (dit zijn de te verwachten, in het gehoor geaccepteerde en geregistreerde uitspraakvormen) /ei/ en /ij/ treffen we de allofonen (dit zijn de gehoorde versies/afwijkingen van het foneem) [aai] of zelfs [ai], en het foneem /ui/ wordt een allofoon [au].
Zo heeft het Poldernederlands ook extra diftongen! Immers, het foneem /oo/ wordt een allofoon [eu] of [au] ([eugen] / [augen, auk], [au ja]?) en de /ee/ wordt een [ei]. De /aa/ komt mij vaak voor als een [ae].

Dit alles hangt samen met de verlaging van de uitspraak van klinkers. Dit betekent dat de tong zich bij de uitspraak in een lagere houding bevindt dan voorgeschreven is. Probeer het maar eens; een 'ei' vereist wat inspanning, wat samentrekking van de tong - de rug van de tong - die naar het verhemelte moet worden gebracht en de kiezen moet aanraken. Als je de tong echter ontspannen en laag houdt, verandert de 'ei', /Ei/, vanzelf in een [ai]. De /o/, die vereist dat de lippen gerond worden en dat de tong naar achteren wordt getrokken, wordt alras een [au] of [eu] wanneer hij slap blijft en op de bodem van de mond blijft liggen. Je kunt zeggen dat over de gehele linie de tong zich ontspant bij de realisering van het Poldernederlands. Slapheid, dus!
Stemhebbende medeklinkers verliezen hun stem aan het begin (de Anlaut) van een woord. Zo wordt /voor/ [foor] en /even/ wordt [efe]. Of, eigenlijk, [eife]. Zo'n (/zoon/) wordt [saun]. Interessant is dat meestal de 'Gooise r' in het Poldernederlands als eind-r dient.
Wat ook steeds vaker gehoord kan horen bij vrouwenstemmen op radio en televisie is het vervagen van de eind-l en de l die voorafgaat aan een medeklinker. Zo hoor je [Ik bêuw de freimdelingedienst] i.p.v. /Ik bel.../ en [Saai is maain kraamowp] i.p.v.: /Zij is mijn kraamhulp/. Dit laatste heb ik van een reclame uit 2002 voor Zilveren Kruis-Achmea waar een moeder van achterin de twintig en een kraamhulp om de beurt hun tekst opzeggen. Het zal U niet verbazen dat de kraamhulp, die ergens achterin de vijftig is, gewoon /kraamhulp/ zegt en verder ook niet haar woorden inslikt of er op los aait.
En zo gaat het voort.


Poldernederlands als NT2

De afgelopen weken beluister ik CD's en cassettebanden voor buitenlanders die aan de Universiteit Leiden Nederlandkunde studeren. De CD's en banden zijn begeleidend studiemateriaal bij de cursus Nederlands en vormen de buitenlander in zijn of haar verwerving van uitspraak, prosodie en woordenschat. Het zal U niet verbazen dat met name de jongere vrouwenstemmen op de geluidsdragers geen onderscheid maken tussen de fonemen /v/ en /f/, dat een /oo/ meer als een weke [au] klinkt, dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de fonemen /au/ en /ou/ (die klinken allebei als een [aau]), dat de /ei/ - net als de /ij/ - als een weeïge [aai] voortgebracht wordt en dat de /aa/ een soort [ae] is. Frappant is dat op de geluidsdragers de stem van een - naar mijn inschatting - 65-jarige dame weer een heel normale, goed gearticuleerde ABN-uitspraak voortbrengt. De jongere stemmen praten, net als hun evenknieën in het dagelijkse leven, meer binnensmonds, in iets wat Stroop Poldernederlands zou noemen. Het is maar goed dat het Poldernederlands in luistermateriaal wordt gehoord, zodat de nieuwkomers goed beslagen ten ijs komen wanneer zij met dit nieuwe accent worden geconfronteerd.

Substraattaal van de Straat

Men kan goed begrijpen dat een accent als 'variant' op het ABN is ingegeven door een recessief geworden streektaal. Een soort substraattaal van de straat? Maar dan kun je nog steeds gemakkelijk leren correct te spreken als je goed, doortastend taalonderwijs op school krijgt, zoals dat vroeger het geval was. Daar ontbreekt het dus aan, want wat door veel mensen als ABN wordt gezien is in feite Poldernederlands; bij mensen die Nederlands onderwijzen maar die dit algemeen dialect spreken, wordt niet bemerkt dat ze eigenlijk geen ABN spreken en derhalve ook geen ABN kunnen onderwijzen. Kennelijk wordt taalonderwijs al voldoende geacht als men leert te verwoorden wat men voelt en wat men vindt, zonder veel aandacht te schenken aan de uitspraak van de taal.
De schoonheid en de voornaamheid van de Nederlandse taal is ondergeschikt aan het gezegde. Dat is normaal, maar dit voertuig van de geest verwordt nu tot een bleek vehikel. De Nederlandse taal kan zo prachtig klinken en een beetje fantasievolle geest kan de taal als een waar kunstvoorwerp hanteren als ze met zorg wordt gebezigd. De teneur moet hand in hand met het vehikel gaan. Als in een rede of gesprek het ene ondervertegenwoordigd is, zal het andere niet bij de toehoorder aankomen en is er wat gezegd wordt, niet goed opgevangen. Op scholen wordt er helaas veel te weinig aandacht besteed aan de dictie; de prosodie en het accent van wat gezegd wordt. Een oorspronkelijk Haagse - thans Antwerpse - kennis van mij kan zich levendig herinneren dat de lerares hem op de lagere school de uitspraak aanleerde. Toen hij namelijk over een 'taille' sprak maar 'talje' zei, sprak ze hem daarop aan: "Wat zei je? Zoiets heet 'taille'" (dus zonder 'l' - MRB). Sindsdien zei hij 'taille' op de enig juiste manier. Dergelijke doeltreffende acties zouden nu 's kinds vrijheid beperken en zijn individuele ontwikkeling afremmen. Althans, zo wordt er thans geredeneerd.


Egalitarisme in maatschappij als mede-oorzaak

De voornaamste reden hiervoor is mijns inziens de angst om als leraar als discriminerend aangemerkt te worden wanneer men iemand op zijn accent aanspreekt. Een andere reden is ook het werkelijk egalitaristisch denken; elk accent is goed.
Accenten zouden wel eens kunnen aangeven tot welke maatschappelijke laag een leerling behoort en in deze samenleving van egalitarisme is iedereen gelijk en dus in beginsel hetzelfde. Mensen met een accent dat een laag sociaal milieu zou kunnen verraden moeten ontzien worden. In die zin zouden ook mensen met een voorbeeldig ABN-accent in hun waarde moeten worden gelaten, indien we dit egalitarisme van de spraak consequent doorgevoerd zien. Maar de praktijk wijst anders uit. Leerlingen, maar ook de meeste andere mensen, die een accentloos Nederlands bezigen en netjes en verzorgd articuleren, krijgen het predikaat van 'bekakt praten'. Kinderen die correct ABN spreken worden om hun bekakte taal gepest. Dit verklaart hoe het komt dat in de meeste gevallen binnen één generatie de articulatie van netjes naar verslapt verschuift. Ouders spreken netjes terwijl de kinderen het kauwgomaccent van de straat of de scholen verkiezen. Wat vroeger hielp bij het verwerven van een goede spraak was het geregeld horen van ABN in de directe omgeving en tot voor kort hielpen de media televisie, radio en bioscoop ook bij deze taalverwerving.
Vanwege de behoefte om niet langer een meerwaarde toe te kennen aan een accent als het Algemeen Beschaafd Nederlands heeft men ook maar gebroken met de waardeoordeelversterkende term Algemeen Beschaafd Nederlands; Standaardnederlands is de nieuwe term, die in de praktijk slechts in de geschreven taal een imperatieve waarde kent. De uitspraak werd langzaamaan minder belangrijk dan het geschreven Nederlands. En dan merken we; het Poldernederlands dringt door tot in alle lagen van de samenleving en van de auditieve media kan men wat dit betreft niet meer op aan. Acteurs, omproepers en andere publieke figuren hebben nu ook last van een slappe mond.


Jongeren bijeen

Jongeren verkeren veel meer en veel langer met elkaar dan hun ouders en grootouders dat deden. Studiefinanciering voor kinderen van alle lagen der maatschappij en het vrij vervoer voor studenten heeft veroorzaakt dat jongeren langer studeren; ze hebben meer tijd om met elkaar een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen en ze kunnen gemakkelijker naar diverse plekken binnen Nederland reizen, waardoor beïnvloeding over en weer groot is. Ze pikken overal een accentje van mee, een woordje hier en daar. De groep waar ze weken lang mee optrekken oefent druk uit op hun uitspraak. Zo is de taal van de groep veel invloedrijker geworden dan de taal van de ouders. Dit draagt bij aan het verdwijnen van het ABN.

Het 'Algemeen Plat' en Verengelsing
Hier raken we een ander verschijnsel; het doordringen van duidelijk plat klinkende accenten doet zich ook meer en meer voor in alle lagen der samenleving. Ik noem dit maar gemakshalve het Algemeen Plat. Dit is een soort algemeen plat dat aan het ontstaan is onder jongeren, vooral mannen, dat het beste te omschrijven is als een grovere vorm van het Poldernederlands. Het is een accent dat vooral sterk is wanneer er met bravoure wordt gesproken, wanneer men uitgaat, etc. Het Poldernederlands is daarbij vergeleken een milde vorm van ABN-verlies omdat dat in uitspraak nog nader staat aan de ABN-voorschriften. Aangezien dit Algemeen Plat nog te regionaal verschilt, is dit interessanter als sociologisch onderwerp dan als taalkundig onderwerp. Een algehele verslapping, onverschilligheid en gebrek aan waardering voor het verzorgde ligt hieraan ten grondslag. Veel mensen willen snel praten en niet nadenken over wat ze zeggen. Wat moet worden opgemerkt is het verlies aan lipbewegingen. Bij het spreken van dit accent kan men volstaan met het op en neer bewegen van de kaken zonder de lipspieren hierbij de betrekken. Een /oo/ wordt zo ook een [au], maar dan een van de korte soort. Hetzelfde geldt voor alle andere lange klinkers en diftongen die in het Poldernederlands anders wat langer klinken. Bij dit Algemeen Plat worden ze allemaal kort en de mond hangt er slap bij.
Omdat de sprekers worden overvoerd met Amerikaanse films en series komen er ongewild woorden uit die films bij hen op wanneer zij naar woorden zoeken. Verengelsing van deze aard dringt door tot in elk vlak van het dagelijks leven, want men identificeert zich met Amerikaanse rapkunstenaars, met Amerikaanse acteurs en met wat het massavermaak ons verder ook biedt. Rapperskleding en rapperstaalgebruik ("fucking", "moederneuker", "moederneukende", "hij zit met z'n aars op die party", "get real, man", "shut up!", enz.) zijn in. Zo komt het voor dat er erg vaak gegrepen wordt naar een Amerikaans woord (niet Brits Engels!) wanneer een Nederlands woord het meest voor de hand had moeten liggen. Het stadium dat het gebruik van Amerikaanse woorden een uitdaging was, bij wijze van grap, is al lang voorbij. Amerikaanse woorden 'are here to stay'.

Het zich nu rap ontwikkelende Algemeen Plat wordt gevormd binnen groepen jongeren van de straat en in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Vooral in het middelbaar beroepsonderwijs is het aandeel allochtonen uit de Maghreb-landen en Turkije bijzonder groot. De accenten van deze allochtonen kleuren de accenten van de ontvankelijke autochtone jongeren binnen dit soort groepen. Zo ontstaat het zgn. 'Murks'; een jongerentaal die opvallend Marokkaans klinkt vanwege het overdreven stemhebbend foneem /z/, de scherpe [s], de overdadig harde [g] en uitdrukkingen als [Iss goed] waar je iets anders zou verwachten. Het kan niet gekker; Nederlandse jongeren die de accenten overnemen van Noord-Afrikanen.


In de Paulitiek

Maar laten we teruggaan naar het Poldernederlands. Ook politici spreken van alles. Het mooiste voorbeeld van Poldernederlands geeft GroenLinks-kamerlid Marijke Vos. Agnes Kant van de Socialistische (vroeger Socialistiese) Partij is een duidelijk spreekster ervan. Een vakbondsleider als de heer Van den Berg van de Spoorwegvakbond FNV-Bondgenoten was tijdens de spoorwegstakingen van 2001 elke dag te horen, terwijl hij het meest rauwe Poldernederlands bouwde ([baauwde]) dat je je kunt voorstellen. [Aaigeluk saain we het sat. Ik weit niet hoe lang we nog met deize acties daur kunnen gaan, maar de Spaurweigen schaainen met deize derreksie gein cõsessies te willen doen].



Het volk naar de mond praten


Was het tot in de late jaren tachtig nog zo dat omroepers en presentatoren werden gekeurd op hun accent (ze moesten bijvoorbeeld een intensieve welsprekendheidcursus volgen mochten ze het volk toespreken), thans maakt het gewoon niet meer uit.

Ik kan me herinneren dat ik me reeds in de jaren tachtig ergerde aan het algemene accent dat presentatoren en omroepers van de Evangelische Omroep hadden. Dat had bijna alles gemeen met Poldernederlands. Wim de Knijff, Jan van den Bosch en de programma-aankondigster met de bril (ik kan me dus de naam niet meer herinneren) hadden dit accent met de [aai] en [eu]. Afwijkend was wel dat ze allemaal een alveolaire (voorin de mond, van de verhemelterug net achter de voortanden) /r/ hadden; zoals dat vroeger voor het ABN voorgeschreven werd. Ik vermoed dat dat samenhing met de streek waar de presentatoren vandaan zouden konden komen, nl. de Zeeuwse eilanden en Gelderland, waar ook het zwaartepunt van de EO-achterban te vinden is. Tegenwoordig vindt de EO het niet meer zo belangrijk of iemand zo spreekt, laat staan dat hij correct spreekt. Sommige nieuwe presentatoren spreken zelfs ronduit(?) plat. Presentator Bert van Leeuwen is de jongste - en mogelijk laatste - van de mensen met het zachte EO-accent van weleer, al is zijn zijn /r/ erg Goois. Zijn accent is dus een soort van Poldernederlands, 't is nogal glad en 't doet denken aan het Rotterdamse accent. Maar de EO deed dit niet bewust; men vond het meestal blijken van verfijndheid [zeu te spreikan]. Het EO-accent klonk veel weker dan het Poldernederlands en was sectarisch te noemen. Anders is dat nu, omdat omroepen het leuker vinden om grof te klinken.
Op commerciële zenders als Yorin en RTL4 wordt schijnbaar nooit meer op spreekvaardigheid getoetst of naar welsprekendheid gevraagd bij het in dienst nemen van omroepers en presentatoren. Dit heeft natuurlijk heel andere oorzaken dan alleen de geleidelijke taalverschuiving binnen de samenleving. Dit heeft veeleer te maken met de toenemende visualisering van de belevingswereld van de Nederlander. Een knappe meid met een kauwgomaccent trekt nu eenmaal meer kijkers dan Hans van Willigenburg (die overigens erg mooi spreekt). Commerciële zenders zijn er natuurlijk in de eerste plaats om vermaak en vooral heel veel niets (x3) over het beeldscherm uit te storten, teneinde mensen (=consumenten) zo lang mogelijk op hun zender afgestemd te houden, zodat hun hersenen iets meepikken van hun reclameblokken. In zulke gevallen kunnen de zenders maar beter het volk naar de mond praten, zo wordt er kennelijk geredeneerd. Als de organisaties achter de commerciële zenders spraakverschuivingen binnen de doelgroepen waarnemen dan zullen zij zich deze verschuiving eigen maken en deze toepassen als instrument om de kijker een herkenbaar beeld voor te schotelen, i.p.v. te pogen bij te dragen aan verheffing van het volk. Maar goed, daar gaat het al zeer lang niet meer om in medialand. De massa regeert want er is geld bij te verdienen. De massa houdt zichzelf in stand, laat zich vormen en inspireert zichzelf.


"Hè toe nou, arbeiders, doe niet zo eng" (naar: Fons Jansen)

Het klinkt tegenwoordig vreemd in onze oren als een socialistenleider met eloquentie zijn betoog versterkt. Een Willem Drees sr, een Joop den Uyl bezigden beiden een onberispelijk Nederlands. Zij hadden iets van een leider. Maar nu praat een beetje 'man van het volk' met het volk mee. Zo kunnen we in de Tweede Kamer van de toekomst misschien een 'team' van politici verwelkomen dat echt na aan het volk staat, voor zover dat nog iets uitmaakt na de definitieve afwenteling van nationale soevereiniteit aan Brussel en Straatsburg.


Algehele vergroving in de omgang; afname verfijndheid

De oorzaak ligt dus in verminderde kwaliteit van het taalonderricht aan de scholen, het langdurig bijeen zijn van jongerengemeenschappen en onverschilligheid. Men raakt ál minder geïnteresseerd in het Nederlands, waar Nederland voor staat, de vaderlandse geschiedenis en wat dies meer zij. Al deze symptomen, tezamen met het verval van het Nederlandse accent, de woordenschat en grammatica, vinden hun primaire oorzaak in het onderwijs waar kinderen niet worden aangesproken op hun accenten, hun vocabulaire en hun gedrag. Hand in hand met deze taalverloedering en de afname aan nationaal bewustzijn gaat een verharding van de manieren. Mensen worden steeds minder hoffelijk, men praat luid op openbare plaatsen (trein, bus, bioscoop, etc.), men neemt niet de moeite zorgvuldig te praten. Etiquette verdwijnt, verfijndheid en stijl leggen het loodje. In 't kort; onverschilligheid en verslapping vormen nu de etiquette van het dagelijks verkeer.


Mammoetwet

Als taalgevoelige personen kunnen velen slechts roepen in de woestijn. Jan Stroop poogt in alle gevallen zich in zijn boek te onthouden van het vellen van een waardeoordeel over de taalverloedering, maar we weten natuurlijk dat het waarnemen en constateren van volstrekt onnodige verslapping van onze taal met onaangename gevoelens gepaard gaat. Een oplossing voor de voortschrijdende taalverloedering ligt misschien erin dat we leren juist wel een mening hierover te uiten. Het is niet erg om te zeggen dat Poldernederlands, Murks en Algemeen Plat ronduit lelijk klinken en dat door de vrijblijvendheid in het taalonderwijs van na de jaren zestig er een verval is opgetreden. Veel mensen, onder wie professor Bob Smalhout, hebben hierover in het openbaar hun mening gegeven. Smalhout wijt de taalverloedering overigens aan de invoering van de Mammoetwet in 1963. Die Wet leidde tot het het tegenwoordige gebrek aan geschiedkundig besef en een onderschatting van wat het belang is van algemene ontwikkeling. Hij imiteerde in zijn talrijke toespraken in den lande al vaak het Poldernederlands, toen dit nog helemaal niet zo genoemd werd door Stroop! De zogeheten 'agogen' bezigden dit al, aldus Smalhout. De vervallen taal is zelfs doorgedrongen tot in televisie, politiek en het onderwijzend personeel. De Mammoetwet schafte het doortastend taalonderwijs af en de Vaderlandse Geschiedenis als vak. Hierdoor zijn de daaropvolgende generaties van schoolgaande kinderen enigszins vervreemd van hun nationale erfenis. Eeuwig zonde.

Er zijn natuurlijk grote groepen mensen die niet begrijpen waar iemand zich aan kan storen als hij of zij merkt dat het Nederlands door onverschilligheid of andere oorzaken kleurlozer en onverzorgder wordt. Natuurlijk, uiteindelijk gaat het er gewoon om of je hart hebt voor je taal; dat je je bewust bent van uitspraak, verstaanbaarheid en schoonheid ter zake. Verengelsing, slappe monden en ruwheid veranderen het hedendaagse Nederlands en dat is erg jammer, want het zo'n mooie, bijzondere taal! Waarom is dat jammer? Omdat het Nederlands een taal is om lief te hebben. Het is eigen aan de spreker van zijn moedertaal om die eigen taal te koesteren. Dat kunnen alleen de sprekers zelf doen.

Marcel Bas, Voorschoten.



Hierdie bladsy is gepubliseer op 6 November 2001,
laaste bygewerk op 8 April 2002.




Tweeten
Twiet




  Naar boven  |  Marcel Bas, Voorschoten, Nederland   |  © Kopierecht M.R. Bas   |   Volg ons ook op Facebook   Stuur ons een bericht / Stuur ons