Naar hoofdbladzijde / Na hoofbladsy
  Thuis/Tuis   |   Marcel Bas   |   Nieuws/Nuus   |   Vragen/Vrae   |   Links/Skakels   |   Contact/Kontak


Artikelen en bijdragen
Artikels en bydraes

De Afrikaanse taal
Die Afrikaanse taal

De Nederlandse taal
Die Nederlandse taal

Zuid-Afrika
Suid-Afrika

De Afrikaanstaligen
Die Afrikaanstaliges

De Nederlandse cultuur
Die Nederlandse kultuur

Heel-Nederland
Groot-Nederland

Europa
Europa

De volksliederen (MP3)
Die volksliedere (MP3)

Texts in English
Tekste in Engels

Het Zwarte Piet-hoekje
Die Zwarte Piet-hoekie

Grote AF-NL woordenlijst
Groot AF-NL woordelys



U kunt hier het boek bestellen





Teken of kyk na ons besoekersboek



Volg ons ook
op Facebook

De Roepstem
Die Roepstem




De Nederlanden in de 21ste Eeuw

Een toekomstgerichte verkenning
van de Nederlanden in Europa



  Door drs Ruud Bruyns


Over de ligging en de grondslag van ‘Nederland’ of de ‘Nederlanden’ zijn al veel visies bekend, maar deze zijn echter alle tijdsgebonden. Niettemin vormen al deze gedachten een welkome inspiratiebron voor toekomstige inzichten. De toekomst zelf is echter onontgonnen terrein en staat in al haar maagdelijkheid open voor de pioniers van de idealen. Deze idealen moeten echter door deze wegbereiders van de toekomstige orde concrete invulling krijgen, zodat de toekomst tegemoet kan worden gezien als het begin van een nieuwe dageraad. Ik zal op basis van mijn leesuurtjes, overpeinzingen en inzichten een consistent beeld proberen te scheppen over hoe ik het staatkundige concept ‘de Lage Landen aan de Zee’ (Pays-Bas Belgiques) inhoud zou willen geven in de komende eeuw. De eeuw, waarin nationalisten de taak hebben om een nieuwe orde te scheppen om de wereld weer leefbaar te maken en de samenleving wederom menselijk te maken. Bovenal is dit artikel de weergave van mijn visie over de positie van de Nederlanden binnen de Europese cultuur en in de Europese toekomst.

Over de grootte en de omvang van de werkelijke Nederlanden is al veel geschreven, maar er bestaat (nog steeds) geen eenduidig criterium. Dit komt, omdat er onenigheid bestaat over het ontstaan en de samenstelling van de Nederlanden. Velen zijn van mening, dat de Nederlandse taal gans het volk omvat, terwijl anderen wijzen op de lotsverbondenheid met de Walen. De territorialiteit van de Nederlanden valt echter mijns inziens terug te voeren op het simpele principe, dat de Nederlanden liggen op het breukvlak van de Germaanse en Romaanse wereld. Dat overgangsgebied is ontstaan als gevolg van de strijd tussen de Romeinse en de Germaanse wereld in West-Europa vanaf de vestiging van de Rijngrens door Caesar tot aan de Grote Volksverhuizingen. De Nederlanden lagen precies in het grensgebied van het Romeinse Rijk, waar Romaanse kolonisten zich vestigden na hun diensttijd aan de Rijn en waar Germaanse stammen zich vestigden als bondgenoten van de Romeinen. In de periode daarna bleven de Lage Landen in een grensgebied liggen tussen Frankische Rijk en het Duitse Rijk in de vorm van het Karolingische Middenrijk van Lotharius, dat op den duur werd opgedeeld door Frankrijk en het Duitse keizerrijk. Ondanks gebiedsverlies aan en onderwerpingen door Fransen en Duitsers in de daarop volgende eeuwen hebben de Nederlanders echter altijd het bewustzijn gekend anders te zijn dan de oosterburen en de zuiderburen. Dit komt enerzijds, omdat de taalgrens dwars door de Nederlanden loopt, en anderzijds omdat de werkelijke grens tussen het Franse koninkrijk en het Duitse keizerrijk door de Nederlanden heeft gelopen. De Bourgondische hertogen hebben de Nederlanden losgeweekt van beide vorstendommen, waardoor een nationaal bewustzijn zich heeft kunnen ontwikkelen. In de loop van de tijd zijn de Nederlandse gewesten los komen te staan van de Duitse natie en het Franse koninkrijk.

De polariteit van (het huidige) Europa, die wordt belichaamd door enerzijds Frankrijk en anderzijds Duitsland, is niet van toepassing op de Nederlanden, omdat hier de Germaanse en de Romaanse wereld samenkomen. Ik wil hier echter concreet mee zeggen, dat de mensen uit de Lage Landen aan de Zee nooit echte Duitsers en ook geen echte Fransen zijn geweest. In het verleden zijn we vaak verleid of gedwongen geweest om te kiezen tussen beiden zijden - Noords protestantisme versus Zuidelijk katholicisme, Verlichting versus Romantiek, Revolutie versus Reactie, Franse Republikeinse inslag versus Duits Aristocratische mentaliteit. Al deze zaken zijn aanwezig in de Nederlanden, al deze zaken hebben ons ooit verscheurd en steeds weer laten we ons verleiden en bedreigen door beide zijden. We moeten echter bewust voor onszelf kiezen! Kiezen voor eenheid en verscheidenheid in de Lage Landen om onze unieke eigenheid te bewaren. De eigenheid, die de Romaanse wereld en de Germaanse wereld in zich verbindt in plaats van elkaar scheidt. We vormen namelijk in onszelf en onze ontwikkeling deze verbondenheid! De Vlaamse steden in de 15de eeuw hadden dezelfde uitstraling en zelfbewustzijn als de Lombardische steden in die tijd, het Romaanse Wallonië heeft dezelfde industriële inslag als het Teutoonse Ruhrgebied en de grandeur van het Bourgondische hof straalde eens over gans Europa dank zij de economische en kunstzinnige rijkdom van de Nederlanden. Dat is niet verwonderlijk, want de Nederlanden hebben namelijk zowel de Germaanse als de Romaanse geest in zichzelf gesloten door haar unieke ontwikkeling op het breukvlak van beide werelden. De Heel-Nederlandse gedachte dient dus in het teken te staan van de dualistische aard van de Nederlanden en de eenheid met behoud van de taal, de gewoonten en de gebruiken van de lagere geledingen, en de gewesten in het bijzonder.

Daarom is er een speciale rol weggelegd voor de Heel-Nederlandse gedachte in de ontwikkeling van de Europese eenwording, omdat de Nederlanden het sluitstuk vormen die beide werelden met elkaar verbindt. Daar waar de Fransen en de Duitsers aan elkaar grenzen verschansen ze zich van achter hun fysieke en psychische verdedigingslinies met hun groteske namen, maar binnen de Nederlanden komen deze werelden samen. De gewesten en streken in de Nederlanden zijn verschillend van elkaar, maar de dualistische eigenheid van de Nederlanden vormt de sleutel voor de eenheid van de gewesten en het bewustzijn van die eigenheid de afbakening van de Nederlanden ten opzichte van haar buren. Dit is namelijk ook het geval met Zwitserland, dat op kantonnaal nivo een grote verscheidenheid heeft op allerlei gebied dat de kantons onderscheidt van elkaar, maar ook een daadwerkelijke eenheid door het eedgenootschap vanaf de 14de eeuw. In Zwitserland komen de Romaanse en Germaanse wereld ook bij elkaar, worden beide werelden verenigd door het respect voor de eigenheid van de verschillende gemeenschappen en tot een eenheid gevormd door een confederatie van berggemeenschappen. Het land heeft er bewust voor gekozen om het lot in eigen hand te nemen en überhaupt geen partij te kiezen in welk conflict dan ook! Zwitserland vormt echter net als de Nederlanden een spil binnen Europa, waar de wegen bij elkaar komen en weer vertrekken. Zulke volkslichamen personifiëren de waarachtige vrede door het respect voor de eigenheid der gewestelijke gemeenschappen en het verdedigen van de belangen van deze gemeenschappen op een vreedzame wijze.

Dit betekent echter in geen geval de rechtvaardiging van de staat België en al helemaal geen pleidooi voor staatsnationalisme! De staat België is namelijk ontstaan als een geopolitieke schepping in dienst van de strategische belangen van de Europese grootmachten, waarin het dienst doet als bufferstaat en exponent van de Franse beschaving. De staat België is dus de antithese van het waarachtige Nederland, omdat het ten eerste sinds 1830 de nationale rechten van de Nederlandssprekende gewesten op grove wijze schendt, ten tweede de Lage Landen sinds 1830 in de wurggreep van de grootmachten houdt doordat haar bestaan de eenheid van de Nederlanden verhindert, en ten derde de staatsmacht van bovenaf laat prevaleren aan de volkswerkzaamheid van onderaf. Ook Nederland is echter niet zonder schuld, omdat deze staat zich kwijt van haar taak om de Nederlandse gewesten te verenigen en zich bezondigd aan het centralisme, waartegen het met succes in opstand was gekomen in de 16de eeuw. Beide staten dienen dan ook te verdwijnen door hun de macht te ontnemen en terug te geven aan de lagere geledingen van de samenleving. Dat houdt concreet in, dat de gewesten, de gemeenten en de overige lage geledingen wederom een belangrijke rol moeten gaan spelen in het bewustzijn van het volk, zodat de nieuwe Nederlanden op de stevige grondvesten van de volksgemeenschap gebouwd kan worden. Hierdoor zullen de belangen en de eigenheid van het volk voortaan voorop staan, doordat de macht bij het volk zal liggen met de nadruk op de lagere geledingen. De hogere geledingen behoren daarom juist in dienst te staan van de lagere geledingen, omdat zij zo de soevereiniteit van het volk hierdoor belichamen door de oorspronkelijke functie van hun bestaan - het bestendigen van de maatschappelijke orde en het vertegenwoordigen van de belangen van de volksgemeenschap.

De Nederlanden zijn mijns inziens dus geen vastomlijnd gebied of een taalgemeenschap, maar een bewustzijn van de eigenheid van de landstalen en de gewesten. Wij behoren onszelf toe en zullen zelf onze toekomst inhoud geven door te streven naar de eenheid van de Lage Landen aan de Zee. Zowel de Waalse, de Friese als de Nederlandse gemeenschap behoren tot het Dietse Rijk, omdat juist de Heel-Nederlandse gedachte ontstaan is door de uitdrukkelijke wens om onszelf te willen blijven zonder onze eigenheid te verliezen. Hierdoor zullen de Nederlanden allereerst in het teken staan van de rechten van zowel de nationale, als de gewestelijke en de lagere geledingen, omdat die rechten de eigenheid en vooral de eenheid van de Nederlanden moeten belichamen. Juist het zelfbewustzijn van het volk van de Lage Landen aan de Zee en de belichaming van dat bewustzijn door alle geledingen van de gemeenschap is de grondslag voor de Heel-Nederlandse gedachte van de 21ste eeuw. Noch de bezetting door de Fransen tussen 1795-1815, noch de bezetting door de Duitsers tussen 1940-1945 heeft de Nederlanden namelijk bij respectievelijk de Franse of Duitse cultuurwereld kunnen voegen. Elke keer triomfeerde het zelfbewustzijn en de saamhorigheid van de Nederlanders, waardoor de eerste keer het Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830), en de tweede keer de Benelux als (doodgeboren) kindje van vooroorlogse ideeën ontstond. Beide pogingen om de eenheid van de Nederlanden te bestendigen mislukten echter door de geopolitieke en economische belangen van Duitsland, Frankrijk en Engeland bij de verdeeldheid van de Lage Landen. Zowel het huidige Nederland als het ontstane België zijn hiervan het resultaat. De Hollandse republikeinse inslag en de Belgische monarchistische constructie vormen slechts pionnen op het geopolitieke schaakspel der grootmachten. Alleen de eenheid van de Nederlanden kan ons uit deze wurggreep redden, omdat zij beroep doet op het bewustzijn en vooral de grootsheid van de Nederlanden!

De Nederlanden behoren niettemin tot de Germaanse wereld van het Noorden. Op zijn minst vanwege haar sleutelpositie aan de Noordzee als de binnenzee der Noordse volkeren van Europa, maar vooral door de samenstelling van het Nederlandse volk. Germaanse stamverbonden zijn tijdens en na de (gedeeltelijke) Romeinse bezetting de Lage Landen binnengetrokken, en hebben in de daarop volgende eeuwen de dorpen, de steden, de streken en de gewesten hun eigenheid meegegeven. In het westen en het noorden vestigden zich de Friezen met hun legendarische koning Radboud, in het oosten vestigden zich de Saksen met hun stoutmoedige hertog Widukind en in het zuiden vestigden zich de Franken onder leiding van de illustere hoofdman Syagrius. Wat betreft afkomst behoren de Nederlanders onbetwist tot de Germaanse tak van de Europese boom, maar door hun grenspositie vormen ze een brug tussen de Germaanse en de Romaanse wereld vanwege hun unieke geografische ligging in de delta van de Rijn, Maas en Schelde en aan de zee. Het land heeft de Nederlanden verbonden met de continentale Romaanse machten, maar de zee heeft de Lage Landen altijd al verbonden met de maritieme Germaanse wereld, waartoe de Nederlanders zelf ook toe behoorden. Daar waar de zee de Nederlanden altijd veel voorspoed heeft gebracht, is de territoriale integriteit daarentegen altijd een zorg geweest voor de Lage Landen. De Lage Landen liggen namelijk op een strategische positie en vormen een economische sleutelgebied binnen Europa, maar bovenal zijn ze verdeeld. Hierdoor vormden ze een gemakkelijke prooi voor ambitieuze vorsten en machtige rijken in de loop van de geschiedenis, waardoor er verscheidene gewesten ons ontvallen zijn door de agressie van de buurstaten en het gebrek aan eensgezindheid in de Nederlanden.

De Nederlanden vormen enerzijds het grensgebied van de Romaanse en de Germaanse wereld, en anderzijds het knooppunt van deze culturen De Lag Landen aan de Zee hebben echter in de loop van de eeuwen een eigen identiteit ontwikkeld, ondanks het feit, dat ze meerdere malen dreigde te vergaan aan de veroveringen en de verleidingen van beide beschavingen. Toch prevaleerde de vrijheidszin en de solidariteit van de gewesten en de lagere geledingen ten opzichte van de eenheid - eenheid in de verscheidenheid van de gewesten. Het Heel-Nederlandse streven heeft altijd al in het teken gestaan van de bestendiging van de eenheid en het behoud van de vrijheid en verscheidenheid van de lagere geledingen. De afzonderlijke eigenheid en vrijheid kan immers alleen beschermd worden door het streven naar een samenhangende eenheid - de Nederlanden. Binnen de rijksgedachte is er plaats voor de belangen en de eigenheid van de landstalen. Daar waar in het centrum de Nederlandse (streek)talen overheersen, zo overheersen aan de randgebieden de Luxemburgse landstaal in Luxemburg, de Saksische landstaal in Drente en Groningen, en de Waalse landstaal in de Ardennen, Luik en Henegouwen - in het oosten laat zich namelijk de invloed vanuit Duitsland merken en in het zuiden is de Franse cultuurwereld net om de hoek. Vlaanderen en Friesland nemen in dit geheel een bijzondere positie in door hun sterke culturele en politieke bewustzijn - beiden geven sterke uitingen van taalbewustzijn en het bewustzijn van de culturele eigenheid.

Zowel de Vlamingen als de Friezen zijn echter beide Nederlanders, niet zozeer in taalkundig opzicht, maar wel in historisch opzicht. Beide gewesten hebben immers binnen de geschiedenis van de Nederlanden in staatkundig opzicht altijd al een relatief onafhankelijke positie ingenomen, beide gewesten hebben zich succesvol verzet tegen het opdringen van een dominante cultuur binnen de vorming van de nationale staten in de 19de eeuw, en beide gewesten hebben dit verzet inhoud gegeven door de nadruk te leggen op hun culturele eigenheid. Hiermee wil ik zeggen, dat het hedendaagse nationalisme de nadruk moet leggen op de eigenheid van de geledingen waaruit een volk is opgebouwd en daarmee moet het taalnationalisme van de 19de en de 20ste eeuw vaarwel gezegd worden. Dat taalnationalisme was namelijk eerder een staatsnationalistische uitdrukking van de vestiging van een gecentraliseerde eenheidscultuur in het kader van natievorming dan van het behoud van de eigenheid. Taalnationalisme is echter in wezen niet slecht - ze behoudt zelfs een wezenlijk onderdeel van de identiteit - maar men moet zich hoeden voor standaardisering en uniformering van de taal, en zeker wanneer het ten diensten is van een hogere staatkundige eenheid! De taal is niet gans het volk of anderszins absoluut, maar het maakt wel onlosmakelijk deel uit van de identiteit, die in haar wezen uit meerdere componenten bestaat. ‘Heel-Nederlands’ staat in mijn ogen niet voor een taalkundige eenheid in de Nederlanden, maar voor de eigenheid en de vrijheid van de Nederlandse gewesten.

De Nederlanden liggen verborgen in de wil van het volk van de Lage Landen aan de Zee om hun eigenheid en vrijheid te behouden ten opzichte van de machtige buurstaten, die ieder deel uitmaken van respectievelijk de Romaanse en de Germaanse wereld. Die beide werelden komen in de Nederlanden samen en omdat we met beiden vertrouwd zijn, zijn beiden binnen ons volk met elkaar verbonden. Beide werelden gaan namelijk in elkaar over binnen het deltagebied van de Nederlanden, waardoor de gewesten (en de lagere geledingen) in zichzelf een bijzondere eigenheid hebben. Dit komt, doordat ze op dat breukvlak liggen, waardoor ze enerzijds verbonden zijn met de Romaanse of Germaanse wereld en anderzijds zich ervan onderscheiden door hun specifieke eigenheid. Deze specifieke culturele taalkundige en etnische eigenheid liggen aan de grondslag van de identiteit der Nederlanders vanaf plaatselijk tot gewestelijk niveau. De Nederlanden hebben echter een historische ontwikkeling doorgemaakt, waardoor het bewustzijn is ontstaan om de vrijheid en de eigenheid van de gewesten en de gemeenten in de delta van de Schelde, de Maas en de Rijn te bewaren en te beschermen tegen vorsten en staten. Dit zal mijns inziens het uitgangspunt moeten zijn voor de vereniging van de Nederlanden in de 21ste eeuw als zijnde enerzijds het bewaren van de volksgemeenschap en het land, waarin zij leeft als de grondslag van al het handelen en anderzijds de vervolmaking van de Nederlanden als regionale macht binnen Europa.



Ruud Bruyns is Nederlands historicus en is verbonden aan diverse culturele en politieke organisaties.


Hierdie bladsy is gepubliseer op 6 Maart 2002.




Tweeten
Twiet




  Naar boven  |  Marcel Bas, Voorschoten, Nederland   |  © Kopierecht M.R. Bas   |   Volg ons ook op Facebook   Stuur ons een bericht / Stuur ons