Hoe 't bedrijfsleven 't Nederlands veronachtzaamt
Deur Mike Erasmus en Marcel Bas
Menu:
Deel een: "Julle vermoor jul eie Nederlandse taal!"
Deel twee:
Nabeschouwing Brief Erasmus
26/08/1999
06/09/1999
De houding van het bedrijfsleven t.a.v. de eigen
taal
Deel een: "Julle vermoor jul eie Nederlandse taal!"
Voorwoord van de redactie: Terwijl in Vlaanderen en
Zuid-Afrika de Nederlandse talen zich gesteund voelen door sprekers die hun
moedertaal koesteren en in stand houden, laat het bedrijfsleven in het
Koninkrijk der Nederlanden - de enige staat ter wereld waar het Nederlands op
zowel officieel als demografisch vlak het belangrijkst, het machtigst en het
best vertegenwoordigd is - de Nederlandse 'trots' op de eigen taal
karikaturesk aan de wereld zien. Op 29 augustus 1999 was een groot deel van de
uitzending van het Nederlandse actualiteitenprogramma NOVA gewijd aan
de neiging die in de grote bedrijven bestaat: Engels wordt daar
actief de voertaal.. Daaruit volgde een lauwe discussie omtrent
de levensduur van het Nederlands. Als het al bij de bedrijven begint; waar is
het einde?
De ene taalkundige schatte dat het Nederlands nog een eeuw te
leven had, de ander zei dat je dat nooit kunt inschatten, maar dat het
Nederlands, zij het verengelst, waarschijnlijk langer dan die halve eeuw zal
bestaan. Ter illustratie van deze menging der talen liet hetzelfde programma
een bewoner van een multiculturele wijk in Nederland aan het 'woord' die den
volke toonde hoe verengelst en beïnvloed door andere (immigranten-)talen zijn
Nederlands al niet was.
Hoe actueel is deze problematiek niet in Zuid-Afrika!
En
hoe machteloos voelen de sprekers van de daar gesproken taal in kwestie - het
Afrikaans - zich niet! Maar bovenal; hoe anders liggen de machtsverhoudingen
in Nederland bij volk en taal en hoe duidelijk laat Nederland zien dat de door
vele zich reactionair opstellende cultuurconservatieve Nederlanders verzonnen
uitspraak 'weg met ons', om soortgelijke gebeurtenissen rond taal en cultuur
mee aan te duiden, nog steeds opgeld lijkt te doen! Zuid-Afrikanen kunnen niet
meer alleen over hun taal beslissen, de Nederlanders juist wél.
Zeer
verbaasd en verontrust over deze typische houding schreef de naar Nederland
geëmigreerde Zuid-Afrikaan Michiel Erasmus een brief naar de gratis krant
Metro van maandag 30 augustus. Zijn brief was geschreven en geplaatst
in zijn moedertaal; het Afrikaans.
"Julle vermoor jul eie Nederlandse
taal!"
"Een brief in het Zuid-Afrikaans.
Ek verwys na die vraag
oor Engels as bedryfstaal in Nederland (metro, 25-8-1999). Ek kom van 'n
land waar daar elf amptelike tale is. Ja, elf tale. Die feite is dat
Afrikaans geografies gewyse die mees verspreide taal in SA is, gevolg deur
Engels en dan 9 ander provinsiale tale. Logies, in so'n Babelse verwarring
het jy seker ten minste twéé gemeenskaplike tale nodig? Volgens die
'demokratiese' grondwet van SA moet iedere en elke taal gelyke status in sy
'streek' kry. Die woord 'streek' word dan outomaties verander na alleen
Engels. Die apartheidsregime het wél gelyke beregtiging gegee aan alle tale,
onder andere deur die 'tuisland'-stelsel.
Statistiek: daar is
ongeveer 6.5 miljoen Afrikaanssprekendes, dus met Nederlands kom jy byna
oral tereg. Die probleem in Nederland en SA is dat Engels gesien word as:
"tog 'n wêreldtaal, waar kan jy met Xhosa, Nederlands, Duits, Spaans of
Afrikaans tereg kom?". Dit is tog die besigheidstaal. Dit is/was vir my 'n
groot skok om die verengelsing van Nederland te sien. In SA het ons juis die
hulp nodig van Nederland om die voortbestaan van Nederlands in Afrika te
verseker! Die verwagte tyd voor Nederlands se amptelike taal Engels word is
ongeveer 50 jaar van nou. Tja, in 'n eentalige land vermoor julle jul eie
taal! Wat is fout met julle Nederlanders?"
Michiel Erasmus, Lelystad
Terug
naar het menu, of lees hieronder verder.
Deel twee: Nabeschouwing Brief
Erasmus
Hoe
emotioneel en verontrust deze brief zij; het is verstandig hierover verder
te denken.
Voor de taal pleiten voor de taal
pleite is
Velen stellen het als een voldongen feit dat verengelsing
een verschijnsel is dat hand in hand gaat met het kleiner worden van de
wereld. Nu zijn de Nederlanders na het afstand doen van Nederlandsch Indië
niet meer zo overdreven trots op hun taal en cultuur, ook omdat
overheersing door niet-Nederlanders (de Duitsers) steeds langer geleden
was en er niet zo veel meer was om voor te vechten. Maar nu het kan
natuurlijk geen kwaad bepaalde gevolgen van het kleiner worden van de
wereld te beperken. Het is immers de vraag of zulke gevolgen wenselijk
zijn en dat zij door iets slaps als onverschilligheid van Nederlandse
zijde plaats zouden mogen hebben. Echter, meestal stelt de Nederlander
zichzelf niet zo'n vraag. In plaats daarvan vertonen steeds meer
Nederlanders een - vergeleken bij de Fransen, Vlamingen, Duitsers en
Italianen - van zichzelf vervreemde houding ten opzichte van de eigen
taal. Een van de berichten in het gastenboek van De Roepstem geeft
al duidelijk de houding weer van een (in overigens perfect Engels
schrijvende) Nederlander die de technologische ontwikkelingen en de
daarmee gepaardgaande informatierevolutie, maar ook indirect de eenwording
van Europa, als een grote zegen ziet en DUS zou daarbij het voortbestaan
van het Nederlands vanzelfsprekend erbij inschieten, daarbij eventuele
teloorgang van het Nederlands als voldongen feit stellend.
Het lijkt
logisch; mondiale veranderingen en eenwording van landen waardoor
cultureel en taalkundig onderscheid afneemt. Maar dat hoeft helemaal niet!
Het ligt hoegenaamd niet aan de taal zelve of aan een haalbaarheid een
taal te behouden of het niet accepteren van 'de vooruitgang'. Het ligt aan
de mensen zelf. Het gaan in Nederland om de bereidheid van 15.000.000
mensen om tezamen met miljoenen Vlamingen voor hun taal en cultuur (die
gaan hand in hand) op te komen. Een vlugschrift werd enkele jaren geleden
reeds in het licht gegeven onder de hoofding: "Voor de taal pleiten voor
de taal pleite is". Schrijver dezes gelooft graag dat de inhoud van zo'n
taalgrap te alarmerend is, maar de eerder op deze bladzijde aangehaalde
beslissing van de Nederlandse grote bedrijven en dan de traag daaruit
voortgeborrelde discussie van waarvan een soort gelaten sfeer en een
tekort aan betrokkenheid bij de Nederlandse Taalzaak omhoog komt walmen
doet zelfs de grootste cultuurrelativist achter de oren krabben!
Het Nederlands is niets minder dan Engels, het is geen
sta-in-de-weg bij verdere mondialisering (ongeacht de ideële lading er ook
aan dat begrip hangt). Nee, het is het volk zelf waar iets aan schort.
Door in Brussel de man op straat in het Frans aan te spreken; een man die
nota bene jarenlang Nederlands op school heeft gehad, door toeristen in
Nederland niet de kans te geven de door hen geleerde woordjes in praktijk
te brengen "omdat het zo leuk is Engels te praten", door een minister van
Buitenlandse Zaken en een commissaris voor de Europese Unie als gezanten
van het volk te hebben die de wenselijkheid van een reeds aanwezige
Nederlandssprekende tolk tenietdoen door steevast persconferenties en
openbare zittingen in (verre van Oxford-) Engels te houden, door op radio
en televisie in diezelfde 'Outre-Manche'-taal Afrikaanstalige
gasten zoals ambassadeur Carl Niehaus (ANC) aan te spreken (die er dan
nota bene zelf op aan dringt in het Afrikaans te kunnen spreken).
Nederlanders willen graag meedoen met de rest, maar zij zouden daarbij ook
eens met andere ogen kunnen kijken naar die 'rest'; bijvoorbeeld naar de
Fransen waar Nederlanders vaak zoveel commentaar op hebben, of de
Oostenrijkers wier gelijksoortige chauvinisme door opvallend veel
Nederlanders evenmin op prijs wordt gesteld, terwijl ook dit Alpenvolk
onmisbaar is en blijft binnen Europa en het bedrijfsleven, maar dat
consequent in zijn moedertaal z'n redes voert en daar zaken in afhandelt
en beklinkt. Nederlanders hebben de neiging de kracht en de
zelfverzekerdheid van bijv. Fransen en bijna de hele nomenklatoera der
landen door welke de Nederlanden zich omgeven voelen af te wijzen en
zelfingenomen te vinden, en zelf lijkt de liefde voor het eigen land, taal
en cultuur hol. Het kan toch niet zo zijn dat wij (en nu spreek ik namens
mijzelf; als Nederlander) onze identiteit hebben gestoeld op wat we vooral
NIET zijn?
Nogmaals, als wij niet voor onze eigen taal opkomen
binnen de realiteit van de verdere eenwording van Europa, dan zal een
ander dat niet voor ons doen en is inderdaad een toenemende welvaart
binnen Europa inherent aan inleveren van taal en cultuur. Geen Fransman
die zo'n gedachte bij zichzelf zou tolereren. Europa is immers het Europa
der volkeren; het volk. En het volk; dat bent U, en U, en U.
Meer
zelfverzekerdheid ten opzichte van de eigen taal betrachten heeft nog
nooit iemand kwaad gedaan en bovendien doet elk land dat momenteel in
Europa. Meer zelfverzekerd, en minder anti-Frans, anti-Oostenrijks of
anti- de andere volkeren die wel trots zijn op hun taal. Maar ja, je moet
eerst van jezelf houden om van anderen te kunnen houden.
Meer
enthousiasme en liefde voor je eigen land, taal en cultuur, dus. Welvaart
en één Europa hoeven niet te betekenen dat we actief gaan verengelsen door
bij de grote bedrijven te gaan beginnen. Daar zou het in beginsel niet
eens om hoeven te gaan. Het gaat om onszelf. Om wat wij vinden van onze
identiteit. En daar is het niet goed mee gesteld.
Hetzelfde zou kunnen
gelden voor de Afrikaners die de hoop hebben opgegeven en hun taal ook als
iets lastigs beginnen te zien; zolang je de taal blijft spreken, is hij
er. Als je het niet wil spreken, dan is er iets danig mis met de band met
je wortels.
Democratie en Apartheid in brief Erasmus
Voorts is het verstandig ter afsluiting van dit
belangwekkende onderwerp kort in te gaan op twee zinnen in het
stimulerende betoog van de heer Erasmus. Hij noemt de Zuid-Afrikaanse
regering democratisch, maar plaatst het woord democratisch tussen
aanhalingstekens. Waarschijnlijk omdat hij de huidige Zuid-Afrikaanse
staat niet democratisch vindt. Afgezien van het feit dat Zuid-Afrika een
staat is waarbinnen meerdere volkeren leven waarvan het ene volk het
andere in aantal individuen ruimschoots overschrijdt en er inderdaad
moeilijk sprake kan zijn van een echte democratie waarbij een volk dus via
een volkseigen regering over zichzelf beslist, moet gezegd worden dat het
huidige staatsbestel waarin Zuid-Afrika zich bevindt het meest
democratisch is voor wat mogelijk is in zulk een complex land. Hierbij
wil ik echter ook graag opmerken dat representatieve democratie de beste regeringsvorm is.
Het
herinstellen van thuislanden voor bevolkingsgroepen zoals de Afrikaners en
de Zoeloes kan het democratisch gehalte van de systemen waardoor deze twee
volkeren in kwestie zich laten regeren, verhogen. Een terugkeer naar een thuislandenpolitiek op grond van het Zwitserse kantonstelsel zou wel eens heroverwogen mogen worden om de multi-etnische, verslechterende situatie recht te trekken.
Als je alle negatieve gevolgen die de democratie in Zuid-Afrika heeft gehad voor volkeren en talen, kun je je met recht afvragen of dat systeem zo veel beter was dan de beperkte democratie tijdens de blanke overheersing.
Natuurlijk was Apartheid
op dat moment voor het behoud van de Afrikaanse taal en cultuur een
gunstig systeem, maar we mogen er niet van uitgaan dat dat doel de
middelen heiligde. Hierover meer in het essay De Wederopstanding van een vertrapte taal en cultuur.
De thuislandenpolitiek alsmede andere facetten van de
apartheidspolitiek kende zeer negatieve kanten waar men bijvoorbeeld
Xhosa's aantrof die hardhandig werden verdreven van gebieden waar daarvoor
woonden om de thuislandenpolitiek uit te voeren. Men kan verschillen van
mening over de oprechtheid der argumenten waarmee de architecten van de
Apartheid dit systeem invoerden, maar eerlijkheid gebiedt toch eenieder
te zeggen dat het voor velen werkelijk de beste oplossing leek voor zulk
een complex land, doch weer anderen zagen het als een welkome manier om
dictatoriale neigingen en het gevoel van blanke superioriteit op negroïde
volkeren te botvieren en deze te onderdrukken of de macht niet te hoeven
delen met de meerderheid van Zuid-Afrika. Het probleem met Apartheid was
dat de machtspositie van de blanken voor velen van hen een vrijbrief was
om zwarten eronder te houden. E.e.a. heeft er zelfs later toe geleid dat
de frustraties die zijn ontstaan tijdens de Apartheid contraproductief
gingen werken voor het Afrikaans. Hoe ironisch is het in dit
Nederlands-Afrikaanse verband van De Roepstem dan ook niet dat
degene die de Gescheiden Ontwikkeling tot wettelijke politiek verhief een
Nederlander was; dr H.F. Verwoerd uit Amsterdam. Ik verwijs hierbij gaarne
naar het artikel van De Roepstem dat u kunt inzien als u hier
klikt.
De Roepstem houdt zich dan ook afzijdig van de twee
uitspraken van de heer Erasmus aangaande 'democratie' in Zuid-Afrika en
het ogenschijnlijk cultureel heil van de Apartheid. Daar is het politiek
gehalte van Die Roepstem niet hoog genoeg voor en dat dient zo te
blijven bij elk cultureel forum.
- Marcel Bas.
Bladsy laas opgedateer 6 September 1999