|
Berigte uit die Suide V
Verdere afbraak van het Afrikaans en het verzet daartegen
Door Marcel Bas
|
18/08/2018
Augustus 2018: het Afrikaans is de moedertaal van bijna 7 miljoen gewone Zuid-Afrikaanse burgers, van wie bovendien het merendeel niet blank is. Toch begeef je je in een politiek beladen rassensteekspel zodra je in het huidige Zuid-Afrika voor het Afrikaans opkomt. Hieraan is de ANC-regering debet, die de taal liever ziet verwelken dan bloeien. Terwijl ze belooft een niet-raciale samenleving na te streven, cultiveert ze zorgvuldig een rassenstigma rondom de taal: 'het Afrikaans is de taal van de oude, blanke, racistische onderdrukker'. Hiermee kunnen haar bewindslieden en hooggeplaatste individuen – in weerwil van de op pluralistische grondslag gebaseerde grondwet die in bijzondere taalrechten zou moeten voorzien – bijvoorbeeld Afrikaans onderwijs afschaffen, terwijl ze pogingen om de taal te behouden afdoen als racistische reflexen. Niettemin verzetten Afrikaanstalige initiatieven en een keur aan individuen zich tegen deze marginalisering. Hier volgt een greep uit wat er de afgelopen maanden gebeurd is op het gebied van afbraak en behoud van het Afrikaans.
Grote ophef van korte duur
De bank Absa, opvolger van o.a. de Volkskasbank (die in de twintigste eeuw was opgericht als initiatief voor de totstandkoming van Afrikanervolkseconomie), kreeg in augustus de toorn van vele Afrikaanstaligen over zich heen. Op betaalautomaten kreeg men enkel de taalkeuze Engels, Frans, Spaans, Duits, Portugees en Mandarijn-Chinees te zien. In de sociale media ontstond grote ophef en deden mensen hun beklag bij de bank: 'Waarom schaft u het Afrikaans af maar bedient u wel anderstaligen vanuit de hele wereld in hun eigen taal?'
Gauw zette de bank de 'taalglips' recht en verklaarde ze dat er iets fout was gegaan. De getoonde programmatuurversie was bestemd voor internationale gebruikers die bij andere banken zaten, en niet voor Zuid-Afrikanen van een andere bank.
Het was een kleinigheid, maar de ophef toont goed aan hoe gevoelig Afrikaanstaligen zijn als het om hun taal gaat.
Emigratie
In talrijke Zuid-Afrikaanse kranten en op Russische televisiekanalen als Rossiya24, Rossiya Segodniya en RT.com verscheen een opmerkelijk bericht: 15.000 Afrikanerboeren gaan op uitnodiging emigreren naar de Zuid-Russische regio Stavropol. Ze zijn op de vlucht voor het steeds virulenter geworden antiblanke klimaat in Zuid-Afrika en het er onlangs ingestelde beleid van landonteigening zonder vergoeding. Velen verkiezen Rusland boven de EU omdat ze niet instemmen met de zgn. 'Europese waarden'. In Stavropol zouden ze in alle rust en veiligheid, vrij van morele decadentie, hun boerenbedrijf kunnen voortzetten.
De televisiezenders toonden beelden van een boerengezin met de naam Slebus (Слебус) dat hartelijk verwelkomd werd en zich er met de overige 15.000 boeren zou vestigen.
Uw redacteur herkende het gezin. Het gaat om de Vrijstaatse Afrikanerfamilie Schlebusch: na omzwervingen in Nederland en terug in de Vrijstaat trok het, bijgestaan door de Vereniging Russies-Afrikaner Vriendskap, naar Stavropol. Het gezin was inderdaad noordoostwaarts gedreven door de gevaren die tegenwoordig verbonden zijn aan het boerenleven in Zuid-Afrika (het boerenbedrijf in Zuid-Afrika is het gevaarlijkste beroep ter wereld), alsook door de zorgwekkende ontwikkelingen in de liberale, geseculariseerde Europese samenlevingen.
Echter, zo liet vader Adi Schlebusch weten via de Vereniging, het aantal van 15.000 klopte van geen kant en was verzonnen door de Stavropolse autoriteiten. Zgn. alternatieve Angelsaksische nieuwsmedia, vooral van erg rechtse signatuur, hadden het Russische verhaal inmiddels klakkeloos overgenomen, inclusief de curieuze achternaam Slebus (die overigens ook door, nota bene, Zuid-Afrikaanse kranten was overgenomen). Niettemin kan bevestigd worden dat 30 Afrikaner-boerengezinnen inderdaad van zins zijn naar de regio te migreren. Zij zijn voorgegaan door Afrikaner-boerengezinnen die door Georgië uitgenodigd waren om in Georgië te boeren.
Alle nepnieuwsperikelen ten spijt is het werkelijk te hopen dat de situatie in Zuid-Afrika zich zal verbeteren, want bij voortduring van de boerenvlucht zal het land verder verarmd raken en zal een belangrijk deel van de Afrikaanstalige bevolking voor de taal verloren zijn. De ervaring leert ons immers dat etnische minderheden na twee generaties taalkundig gezien in het gastland geassimileerd zullen zijn.
Afrikaners in Patagonië
Heel anders ging dat bij de Boeren die tussen 1902 en 1906 naar Argentinië getrokken waren – aan hen hebben wij bij De Roepstem eerder aandacht besteed (Die honderdjarige Boeregemeenskap in Patagonië, Argentinië en Op besoek by die Boeresports in Patagonië, Argentinië). Zij verkeerden in Patagonië in een isolement, waardoor zij de taal gedurende drie generaties in stand wisten te houden. Nu zijn er nog maar weinig echt Afrikaanstaligen over.
Voor de in Amerika woonachtige Afrikanerprofessor Andries Coetzee vormen hun taalkundige lotgevallen een dankbaar onderwerp van studie. Het is een trotse gemeenschap, maar in een vraaggesprek met Voertaal.nu voorspelt Coetzee dat het volgende geslacht Argentijnse Boeren slechts nog enkele cultuurwoorden zal kennen (melktert, koeksister, bobotie, Boer en volkspele).
Coetzee doceert algemene taalwetenschap in Michigan en wat hem betreft is het Afrikaans van de Patagonische Boeren uniek omdat dit de enige variëteit van het Afrikaans is waar taalbeïnvloeding met het Spaans heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot razend interessante taalcontactverschijnselen, zoals verkorting van klinkers (‘kaas’ en ‘kas’ klinken vrijwel identiek). Verder zijn er oudere woorden behouden, zoals goewernement in plaats van regering en leermeester in plaats van onderwyser.
Het Patagonische Afrikaans is des te meer interessant omdat het stamt uit de tijd voordat de taal officiële status verwierf en dus voordat ze gestandaardiseerd werd naar het voorbeeld van een veelal op het Nederlands gebaseerde, ‘zuivere’ ideaaltaal. Daarnaast was het Afrikaans voor de Patagoniërs slechts een spreektaal, waardoor ze niet beïnvloed raakte door spellingsconventies. Hetzelfde geldt voor Engelse leenwoorden: uit Patagonische geluidsopnamen die ik in 2004 op cassetteband heb ontvangen ken ik de Engelse werkwoorden try [trai] en like [laik], die dus kennelijk al dik ingeburgerd waren in het Afrikaans van vóór 1906. In het officiële Standaardafrikaans worden deze woorden gemeden en vervangen door probeer en hou van.
Veel van de taalkundige en socioculturele vondsten van Coetzee c.s. – maar ook de implicaties daarvan voor de manier waarop we bijvoorbeeld identiteit en tweetaligheid beschouwen – zijn te vinden op de aan dit onderzoek gewijde webstek die, helaas, slechts in het Engels opgesteld is: From Africa to Patagonia – Voices of Displacement www.umich.edu/~aacollab/.
Gedwongen verengelsing
Ondertussen gaat in Zuid-Afrika de aanval op het Afrikaans in alle hevigheid voort. Deze is vaak ingegeven door zwart racisme. Dat blijkt goed uit de acties van provinciaal onderwijsminister voor Gauteng, Panyaza Lesufi. Al sinds 2017 probeert hij de Afrikaanstalige school Hoërskool Overvaal tweetalig te maken zodat 55 Engelstalige leerlingen zich er konden inschrijven. De school verklaarde echter vol te zitten en geen geld te hebben voor de aanstelling van Engelstalige leraren. Bovendien waren er in de buurt genoeg Engelstalige scholen waar de leerlingen wel terecht konden. Lesufi verweet de school daarop – jawel – racisme. Dit, terwijl ze zowel zwarte als blanke leerlingen heeft.
Daarop ontstonden in januari 2018 grote spanningen: aangejaagd door extremisten van o.a. de Economic Freedom Fighters protesteerden pro-Engelse volksmassa’s op de stoep van de school tegen deze ‘uitsluiting’, en een agressieve studentenorganisatie wierp zelfs een benzinebom naar de oproerpolitie.
Een van de rellen – ditmaal van enkele aanhangers van het ANC en de Economic Freedom Fighters – voor de nog steeds Afrikaanstalige Hoërskool Overvaal
De school stapte naar de rechter om een stokje te steken voor Lesufi's persoonlijke inspanningen. Het hof in Pretoria stelde de school in het gelijk omdat de school niet de capaciteiten voor Engels onderwijs heeft. Verder sprak de rechter zijn zorgen uit over de inmenging van Lesufi's ministerie in het beleid van de school.
Lesufi ging daarop bij het constitutioneel hof in hoger beroep. Dat hof verwierp echter in juli 2018 unaniem dit beroep en het sprak zijn steun uit voor het oordeel van het hof in Pretoria. Hierop reageerde Lesufi geïrriteerd, waarbij hij weer ras erbij haalde: "Dit is een uitdaging voor het ministerie en voor antiracisme. (...) Wij zijn allemaal mensen. Niemand kan beslissen dat de ene persoon meer waard is dan de andere. Wij hebben het hof niet nodig om een niet-raciaal Zuid-Afrika op te bouwen. Zij die een niet-raciale samenleving willen opbouwen moeten dat doen op de plek waar zij zich bevinden."
Uit de mond van dergelijke politici betekent een "niet-raciale" samenleving vrijwel altijd een raciaal egalitaire samenleving waarin zwarte mensen overal de meerderheid en de norm vormen en waar raciale minderheden enkel een marginaal verschijnsel kunnen zijn. Een raciaal zwarte samenleving dus, die per definitie niet racistisch kan zijn.
Deze wonderlijke denkwijze verloopt als volgt: racisme is enkel eigen aan niet-zwarte groepen – vooral aan Afrikaanstalige blanken, omdat die verantwoordelijk waren voor het racistische apartheidssysteem. Aan de andere kant kunnen zwarten niet racistisch zijn omdat zij het slachtoffer waren van apartheid. Hun belangen zijn dan ook antiracistisch omdat die streven naar opheffing van het onderling raciaal onderscheid zoals dat tijdens de apartheid gepropageerd werd. Op deze manier kan Lesufi's zwart raciaal majoritarianisme – in feite een imperialistische vorm van racisme – doorgaan voor niet-racistisch, ja zelfs voor antiracistisch.
De afgelopen vier jaar heeft de minister zijn pijlen al op 60 Afrikaanstalige scholen gericht om hen, aangejaagd met het racismeverwijt, ertoe te dwingen tweetalig te worden. De partij Vryheidsfront Plus vermoedt dat Lesufi met dit spierballengedrag landelijk ministerschap ambieert. Het succes van de populistisch-racistische partij Economic Freedom Fighters (EFF) heeft namelijk bewezen dat het trekken van de rassenkaart electoraal gezien goed werkt. Lesufi (ANC) wil dat zijn partij meer samenwerkt met de EFF en de even racistische Black First Land First-beweging. Het Vryheidsfront constateert dat Lesufi op deze manier de speerpunten van de EFF in Gauteng reeds tot beleid heeft gemaakt. Het Vryheidsfront is inmiddels naar de politie gestapt om na te gaan of Lesufi's bemoeienis ingaat tegen de grondwettelijke vrijheid op onderwijs.
Krachtige vennootschap
Ten slotte: een jaar geleden berichtten wij over de opmerkelijke Afrikaanstalige verzekeraar Virseker. Deze financiert grootse Afrikaanstalige muziekfestivals, zaken- en reclame-evenementen, alsmede, sinds 2010, de door de invloedrijke, pro-Afrikaanse Solidariteit Beweging op poten gezette Afrikaanstalige universiteit Akademia en studiebeurzen voor Afrikaanstaligen.
Sinds augustus is deze Solidariteit Beweging nu aandeelhouder en partner van Virseker geworden. Dit vennootschap zal een enorme wederzijdse uitbreiding van mogelijkheden en initiatieven ten bate van het Afrikaans stimuleren. Iedereen moet tenslotte een verzekering afsluiten, maar met zo'n polis krijgen Afrikaanstalige verzekerden Afrikaanstalige diensten en kan de verzekeraar nog meer Afrikaanstalige zakeninitiatieven, studiebeurzen en uitbreiding van het opleidingsaanbod bij Akademia verder financieren, alsook de Afrikaanstalige mbo-instelling SolTech verder uitbouwen.
Onderzoek heeft aangetoond dat het gauw gedaan zal zijn met een taal die haar economische basis heeft verloren. Maar aangezien Afrikaanstaligen nog over erg veel koopkracht beschikken, kan men d.m.v. de inspanningen van Virseker de taal een blijvende factor van betekenis maken in de onderwijs-, zaken- en reclamewereld.
Virseker is een groot succes. De afgelopen vijf jaar is er 32 miljoen rand aan het Virseker-fonds betaald, dat terechtgekomen is bij bovengenoemde onderwijsinitiatieven. En elk jaar wordt er op jaarbasis meer geld dan de voorgaande jaren gegenereerd. Deze maanden probeert Solidariteit via haar leden en hun gemeenschappen 20.000 nieuwe Virseker-polissen te laten afsluiten.
Dit is nu echt gemeenschapseconomie; soevereiniteit binnen eigen kring in de eenentwintigste eeuw.
Hierdie artikel is geskryf op 17 Augustus 2018 en het verskyn in die Nieuwsbrief Taalverdediging 2018/3.
By Die Roepstem gepubliseer op 18 Augustus 2018.
|
|
|